MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 155. Zaturdaa 27 December, 1862. Bij deze courant behoort een bijvoegsel, bevattende 1. Verslag van het verhandelde in den gemeenteraad van Middelburg, zitting van 24 dezer; 2. Idem van den gemeenteraad van Vlissingen, zitting van 20 dezer. Editie van vrijdag avond 8 ure. middelburg 26 December. Ofschoon de minister van financiën van gevoelen schijnt te zijn dat in den loop der naderlandsche jjost naar Zeeland niet wel verandering kan komen, zal er toch, volgens zijne mede- deeling aan de eerste kamer, in de vertraging welke de loop der fransche en belgische brieven naar het voornaamste ge deelte der provincie Zeeland, bepaaldelijk naar Middelburg ondervindt, eerstdaags op eene andere en tevens voldoende wijze worden voorzien. Waarin die voorziening bestaan zal wordt niet gezegd. Wij moeten ons dus met eene gissing vergenoegen, maar eene gis sing waartoe wij nogal eenigen grond hebben. Niet onwaar schijnlijk is het dat in des ministers bedoeling ligt, om voor de belgische en fransche brieven naar Middelburg bestemd, eene andere route voor te schrijven. De pakketten die met de ambu lante internal ionale postdienst met den eersten spoortrein uit Antwerpen worden afgezonden, zouden in dat geval niet meer te llozendaal worden afgegeven maar naar Antwerpen wor den terug gevoerd, om van daar over Gent, Brugge. Sluis en Vlissingen Middelburg te bereiken. 0|> die wijze zullen zij eenige uren vroeger in de hoofdstad aankomen. Maar zal daardoor dan in de behoefte op voldoende wijze zijn voorzien? Middelburgen Vlissingen zullen er iets, maar toch zeer weinig bij winnen, voor de overige gemeenten in onze provincie heeft die maatregel niet het minste nut. En wanneer wij verbete ringen vragen, dan is dat geenszins voor Middelburg en Vlis singen alleen: wij verlangen een beter geregeld brievenver voer waan an de geheele provincie de voordeelen kan plukken. Wij zijn niet tevreden zoo lang op een brief, des avonds uit Amsterdam of 's Hage verzonden, eerst den vierden dag het antwoord kan worden ontvangen. Wij achten het brieven vervoer niet behoorlijk geregeld zoo lang de brieven des avonds ten 5 ure van hier naar het zoogenaamde Staats-Vlaan deren verzonden, eerst ruim een uur te Vlissingen en vervol genseen grootgedeelte van den nacht te Breskens blijven lig gen. Wij zullen gegronde reden tot klagten hebben zoo lang voor de aanzienlijkste gemeenten slechts eenmaal per dag ge legenheid tot verzending bestaat. Aan al de bezwaren welke wij hier opsommen zou worden te gemoet gekomen zoo de minister kon hesluiten een tweeden postrid te organiseren, welke des avonds ten 9 of 10 uur te Middelburg aankomen en ook des avonds van daar vertrek ken zou, in verband met eene betere gemeenschap met het zoogenaamd Staats-Vlaanderen. We behoeven dit plan, waarvan het nut erkend is, niet in hetbreede te bespreken. Zoo de minister oordeelt dat het belang der zaak niet tegen de kosten die de uitvoering van het plan vordert, kan o|i\ve- gen, zullen wij vooreerst van eene betere regeling verstoken blijven. Maar men spiegele ons dan niet voor eene voor ziening in de behoefte die bij slot van rekening op niets neerkomt. Men zegge dan ronduit dat het belang van Zee land te weinig geteld wordt om eene belangrijke uitgave te wettigen. Men zegge dan dat die jirovincie geene gelijke aan spraken heeft, met andere; maar men overwege dan tevens of eene dergelijke geringschatting ook gevolgen zou kunnen na zich slepen waarvan men de verantwoordelijkheid liefst niet zon willen op zich nemen. Voorliet vaderland is het van be lang dat de bevolking in elk deel van het rijk met eene goede, met eene echt nederlandsche gezindheid bezield blijve. Onze gedachten over dit gewigtig punt stellen wij ons voor in een onzer volgende nominers te ontwikkelen. Dat de woorden door een onzer haagsehe korrespoudenten onlangs niet betrekking tot het Nieuw dagblad van 'sGraven- hage geschreven, de redaktie van dat blad niet aangenaam in de ooren konden klinken was te verwachten, en liet zal dan ook niemand bevreemden, dat zij naar aanleiding daarvan tegen den korrespondent, dien zij, zeer ten onregte. per soonlijk meent te kennen, hevig te velde trekt. Is nu al haar wrevel gemakkelijk te verklaren, tegen de wijze waarop zij dien lucht geeft moeten wij echter met nadruk opkomen. Zij voelt zich daarbij gedrongen tot de betuiging „dat de goede trouw van ons blad door niemand zal worden betwijfeld; dat zij er niet aan twijfelt of het is ons om waarheid te doen dat wij, zelfs bij verschil van staatkundige meening, gewaardeerd worden als een fatsoenlijk orgaan der openbare meening; en dat wij een eerlijk gevoel bezitten." Deze vierledige hulde ons toegebragt gaat echter vergezeld van een hartstogtelijken uitval tegen onzen korrespondent dien zij van logen tenopzigte der zamenscholingen in de residentie, van insinuatie en per soonlijken wrok jegens genoemde redaktie en van meer der gelijke zaken beschuldigt. Die hulde en die afkeuring hebben op ons geenszins den indruk gemaakt' welken het Nieuw dagblad vermoedelijk onderstelde. Er zijn louangesdie weojihoogen prijs stellen, maar er zijn er ook die de tegenovergestelde uitwerking op ons hebben. Ons gevoelen omtrent het Nieuw dagblad is geen geheim, en het is dus ligt na te gaan welke waarde wij aan de ons toege- bragte hulde hechten. Dat, wij in de opinie van dat blad zoo hoog staan aangeschreven konden wij niet verwachten en wij hebben dat ook geenszins verdiend. Ons oordeel over het Nieuw dagblad luidt zeker niet gunstiger dan dat van onzen korrespondent en het is dus onbillijk dat alleen hij wordt ge troffen door den toorn welke in de eerste plaats op ons had behooren neer te komen. Hetgeen door ons en onze korres- pondenten betrekkelijk de zamenscholingen geschreven is, wordt door niet een der andere dagbladen in een enkel op- zigt weersproken. Mogten deze ons evenwel op eene onjuist heid betrappen, wij zullen jons ten volle regtvaardigen, maar de wijze waarop de redaktie van het Nieuw dagblad handelt verbiedt ons met haar in het strijdperk te treden. Welligt zal door deze woorden het gunstig oordeel dat het Nieuw dagblad over de Middeiburgsche courant geveld heeft, geheel gewijzigd worden, en wij verwachten nu binnen kort een artikel waarin onze houding wordtafgekeurd. Mogt dit zoo zijn, we zullen er niet op antwoorden. Zoo als in de zitting van de eerste kamer van woensdag be paald was (men zie liet verslag op de volgende bladzijden) is heden met de behandeling der staatsbegrooting voor IS63 (voortgegaan en wel met hoofdstuk III A (buitenlandsche za- I ken). De beraadslagingen over dat hoofdstuk zijn evenwel niet ten einde gebragt: zij zullen heden avond worden voort gezet. De minister van buitenlandsche zaken heeft eene uit- I voerige rede gehouden. De Staatscourant van gisteren deelt mede dat Z. M. de koning zatnrdag in bijzonder gehoor heeft ontvangen sir John Ralph Milbanke, en dingsdag op gelijke wijze den heer i von Molil, ter overhandiging hunner geloofsbrieven als bui tengewoon gezant en gevolmagtigd minister, respektievelijk van Hare britsche majesteit en van Z. K. H. den groothertog van Baden. Uenoeniingcn en besluiten. j tiEGEit. Benoemd tot 2en luitenant bij het wajien der infan- terie bij het le regement: de sevgeanten W. J. C. Kalshoven en H. H. Rink van liet instruktie-bataljon, T. M. Keyser van i het 4e, L. W. J. J. llamaer van het le, en L. J. A. J. Brotuan van het 8e, alsmede de sergeant-majoor C. F, Westenburger vauhet Ge regeinent; bij het 2e regementde sergeanten IT. Pothoven van het 6e, IT. C. Smalen bacil van het le, F. de Groof van het 5e, J. C T. Bouman en L. P. van der Wal van het 7e. J. Vlam van het 6e, C. L. Beck en P. F. de Kok van hel 8e regement bij het 3e regement: de sergeant-titulair K. II. Duycker en de sergeant E. D. H. Mac-Leod, heide van hetregementgrena- diersen jagers, de sergeant F. C. P. M. Watrin van het le, de sergeant titulair R. de Lannoy van het regement grenadiers en jagers, de sergeanten L. IT. M. Genet en J. K. C. Pompe van Meerdervoort, van liet korps, mitsgaders de sergeant-majoor G. J. No}r, van het regement grenadiers en jagers bij het 4e regement, de sergeanten A. Boxman van het 2e, en IT. P. Muller van het 5e regement, W. IT. N. 's Graeuwen van hetinstuktie-bataljon, J. N. Hardeman vaji het 2e, K. W. P. Seeuwen van het 3e, en IT. J. Prins van het 7e regement bij het 5e regement. de sergeanten J. IT. van Moll van het instruktie-bataljon, A. W. van Roggen van het 8e regement, en W. M. A. Buffart van het insiruktie-bataljon. de wacht meester-titulair II. G. J. van Hoogstraten van het 3e rege ment dragonders, de oergeanten G.A. Leussen van het instruk tie-bataljon, A. Jonquière van het 7e, en jhr. IT. L. A. J. Bovvier van het 2e regement, jhr. A. W. Bowier van liet in struktie-bataljon, en J. F. van Rossum. van het 6e regement; bij het 6e regement, de sergeanten C. C. Krieger van het Ie regement, G. J. Bomberg van hetinstruktie-bataljon.W. F. van Limborch van der Meersch van het 7e. A. E. Moojaart, mitsgaders de sergeant-titulair A. L. J. H. Verlinden van het 4e regement, de sergeanten G. van Essen van het regement grenadiers en jagers, L. IT. ITuigens van het Se, en J. van Voorthuysen van het 7e regemeut, de sergeant-majoor N. Bergman van het instruktie-bataljon, en de sergeant E. T. Picard van het 7eregement; bij het 7e regement, de sergeanten A. Slokhuyzen van het instruktie-bataljon, B. J. J. Magnin van het 4e, F. II. A. A. Wagner van het 3e regement, J. F. Sachse van het korps, P. L. Ilalderiet van het 2e regement, E. Muller en L. W. Muller, beide van het regement grenadiers en jagers, alsmede de sergeant-majoor A. W. Constant van het korps; bij het Se regement, de sergeanten A. S. de Ronde Bresser van het 7e, J. F. Smith van het le, J. P. G. van Bacr van het 3e, A. J, van Ling van het 5e, C. T. Verkerk van het 6e. M. Jorissen van het le, G. J. A. Verstegen van het 5e en S. S. P. Lang van het 3e regement. Benoemd lot 2en luitenant bij het wapen der artillerie bij het 2e regement vesting-artillerie, de sergeant-titulair E. The- singh, van het le regement vesting-artillerie; en bij het 3e regement vesting-artillerie, de sergeanten-titulair J. W. K. Verwey en P. van der Meer, eerstgenoemde van het 2e en laatstgemelde van het le regement vesting-artillerie. Blerk- e» schoolnieuws. De algemeene kerkeraad der nederduitsche hervormde ge meente te Rotterdam heeft woensdag avond, ter voorziening in de vakature, ontstaan door het vertrek van den heer B. J. Adriani en voortdurende door het bedanken van den heer J. Posthumus Meyjes. opgemaakt het volgende drietal van predikanten de heeren F. Rauwenhoff, theol. dokt. te Zalt- boramel; N. IT. de Graaf, te Apeldoorn, en H. G. Hagen, theol. dokt. te Leiden. Marine en leger. Volgens bij het departement van marine ingekomen berigt, is Zr. Ms. schroefstoomschip Djambi. onder bevel van den ka pitein-luitenant ter zee P. A. van Rees, in den avond van den 23 dezer ter reede van Sjiithead aangekomen. Maandag is te ITellevoetsluis aangekomen van Rotter dam en dingsdag. na het innemen van buskruid en patronen, naar Brouwershaven vertrokken ter opvolging zijner bestera ming naarWest-Indie, het nederlandsch barkschip Landbouw, geza^v. P. A. Kleyneuberg, aan boord hebbende de le kora- panjie van het korps mariniers, sterk 1 96 onderofficieren en manschajijien. onder bevel van den kajiitein 2e klasseW.G.Tu- ning. den len luitenant G. J. Sieyn Pat-vé, 2e lui tenants A. TI. W. de Gelder en J, A. Zaal. Gemengde herigten Vanhalwijn, de moordenaar van Martin Doise, iszaturdag jl. te Bailleul geguillotineerd. Zoo als men weet, was vrouw Doise onschuldig voor dezen moord veroordeeld en deze om standigheid deed eene groote menigte bij de teregtstelling tegenwoordig zijn. De oprigting van een standbeeld voor Schiller te Berlijn is voorloo|)ig tot 1 sejitember des volgenden jaars verdaagd. Te Utrecht bestaat het voornemen tot de oprigting eener brood- en meelfabriek, welke zich het bakken van brood en later ook het raaien van graan voorstelt. Men verlangt daartoe een kapitaal van f60,000; zoo echter voor f40,000 is ingeschreven zal men de vennootschap als geves tigd beschouwen. - Onder de vreemdsoortige jilannen tot oprigting van gedenkteekenen voor wijlen prins Albert is er een, hetwelk te Glasgow bij val schijnt te vinden. De heeren Thompson wcnschen een gebouw te stichten naar het model van den tempel van Theseus, te Athene, en daarin een stand beeld van den prins te jilaatsen. Nabij Falmouth is dezer dagen een walvisch ter lengte van 45 voet tus<chen de rotsen geraakt en de buit geworden van eenige in den omtrekwo- nende landlieden; de poging van het zeemonster om zich uit de ondiepte te redden was zoo geweldig dat het met zijn staart stukken rots ter zwaarte van verscheidene centenaars heeft •afgeslagen en het water met zijn bloed sterk gekleurd was. Het tweede genootschap van Teylers stichting heeft besloten voor het jaar 1S63 de volgende prijsvraag uit te schrijven, be treffende het vak van schilderkunst„Het genootschap ver langt een kritisch onderzoek naar de vorming van Rembrandt van Rijn, als kunstenaar; naar den invloed zijner voorgan gers en tijilgenooten op zijn talent, en naar de waarde, welke hij aan hunne werken heeft gehecht." Het genootschap is van oordeel, dat ten aanzien van dit laatste punt ile bekende in ventaris van des kunstenaars bezittingen ook met vrucht zou kunnen worden geraadpleegd. - De ongemeen hevigestorm, welke gedurende de drie laatste dagen heeft gewoed, heeft groote verwoestingen aangerigt op de kusten van Engeland. Reeds zijn verscheidene lijken van verdronken zeelieden op verschillende punten aangespoeld. Te Ramsgate heeft de zee eene hoogte bereikt, welke zij in de laatste 2.5 jaren niet heeft gehad. De werven en werkplaatsen van de scheepsbouwmees ters Strong en Barnes aldaar zijn door het water geheel ver woest. Vele namen van verongelukte schepen worden reeds opgegeven. De belgische paketbooten. die belast zijn met het brieven-vervoer, hebben gedurende twee dagen de haven van Dover niet kunnenv erlaten. De engelsche brievenmaal, die te Ostende zaturdag avond werd verwacht, is eerst in den na middag van maandag aangekomen. Te Konstantinopel is dezer dagen een klub of sociëteit geopend welke naar etiropesclte wijze is ingerigt. Ecue beschaafde opvoeding is een hejiaald vereischte om als lid le worden aangenomen. Te Scheveningen zijn dingsdag namiddag al de junken.die gedurende den storm afwezig waren, behouden binnen geko men. De Koln. Zeit. deelde dezer dagen het, volgende mede onder bijvoeging, dat de zaak zich werkelijk oji de wijze als verhaald wordt heeft toegedragen. De vader uit een liefdadig gesticht begaf zich naar een minister van staat, die als zooda nig uit de schatkist trekt 4000 thalers, ten einde van hem eene kleine geldelijke bijdrage te ontvangen ten behoeve der kin deren in het gesticht verpleegd, om die uit de bijeengebragte gelden op Kersdag te onthalen. De minister van staat .bood hem tot dat einde 15 silbgr. aan. „Excellentie" zeide de va der, „ieder geeft een thaler tot het bedoelde einde, zelfs de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 1