Nieuw dagblad weten van welken uwer korrespondenten
dit berigt afkomstig is? De waarheid is 1. dat het Nieuw
dagblad de namen uwer korrespondenten niet kent, althans
zeker niet van allen 2. dat ik niet in betrekking sta tot den
baron van Iioëvell, 3. dat het Nieuw dagblad op onbeschaam-
den toon spreekt over dingen waarvan het niets weet."
De hoofd-komtnissie der dames voor de oprigting van een
gedenkteeken voor Z. M. den koning, gevestigd te Deventer,
heeft dezer dagen aan de onder-komites berigt, dat eene on
voorziene gebeurtenis verhinderd beeft om dit gedenkteeken
in den loop van dit jaar op te rigten. Het blok marmer voor
het beeld is in het begin van den zomer, bij het ontladen te
Rotterdam, nedergevallen op een schip, dat door dit ongeluk
zeer beschadigd schijnt.
De moeijelijkheid over de vergoeding der veroorzaakte
schade ontstaan, heeft de aflevering van het blok in de werk
plaats van den beeldhouwer Lacomblé verhinderd. Men koes
tert de hoop dat spoedig een tweede stuk marmer kan worden
aangevoerd, of het in Rotterdam liggende, aan den heer La
comblé' zal worden overgegeven, ten einde in het voorjaar van
1803 met het gedenkteeken gereed te zijn.
{Dagbi. van 's Gravenhage.)
De 's Gravenhaagsehe kommissie voor de verloting ten be
hoeve van den watersnood heeft zich gedurende den laatsten
tijd bezig gehouden met het onderzoek, of nog sommigen in
de termen vielen,om ingevolge het oorspronkelijk uitgegeven
prospektus hulp van deze kommissie te erlangen. Na aan alie
gegronde aanzoeken te hebben voldaan, heeft zij besloten
zich te ontbinden op h"t tijdstip dat de Staatscourant het ver
slag van het beheer, door de kommissie gevoerd, zal hebben
opgenomen. Reeds heeft zij het overschot van de haar toe
vertrouwde gelden ten bedrage van f5000 a f6000. toegezon
den aan de arasterdamsche kommissie, die het overschot der
door haar verzamelde gelden in 's rijks grootboek heeft doen
inschrijven, ten einde in later tijd, hij onverhoopte waterram
pen in Nederland, tot ondersteuning van noodlijdenden te
worden aangewend.
Benoemingen en besluiten.
marine. Benoemd tot scheepsklerken bij de nederland-
schezeemagt: G. J. Guichard, J. W. Groeneyk, W. P. Bak
hoven, J. F. de Vries, J. L. Kroeze, A. de Leef, J. Vasseur,
D. J. van Oosterzee, G. P. N. Rijk en E. Fabius.
leger. Op verzoek eervol ontslag verleend uit Zr. Ms.
militaire dienst aan den kapitein der infanterie van het leger
in Nederlandse!) Indië A. Struiken, thans met verlof hier te
lande, met ingang van 1 januarij 1863.
Kerk- en sctioolnieaws.
De heer W. Mense, predikant bij de hervormde gemeente
te Voorthuizen, heeft, naar wij vernemen, voor het beroep
naar Wemeldinge bedankt.
Ter vervulling der vakature bij de nederd. hervormde
gemeente- te Rotterdam, is eergisteren ten gevolge van het
bedanken door den heer J. PosthumusMeijes, van Groningen,
door den algemeenen kerkeraad eene nieuwe nominatie opge
maakt, bestaande uit de predikanten J.W. Jorissen, te Utrecht;
N. II. de Graaff, te Apeldoorn; H. G. Hage. te Leiden; J.
Stein fort, te Bloementlaal-, B. ter Haar, te Nijmegen,-en F.
Rauwenhoff, te Zalt-Bommel.
Marine en leger.
Zr. Ms. schroefstoomschip Djambi, kommandant kapitein
luitenant ter zee P. A. van Rees, is gisteren van de reede van
Texel naar zee vertrokken.
Door het departement van oorlog is aan de kommande
ren de officieren der infanterie korpsen wederom de lastgege
ven om zoodra mogelijk, althans in den loop dezer maand, de
cerstgeregtigde miliciens van de ligting van 1861, die zich in
werkelijke dienst bevinden, met groot verlof weg te zenden,
zoo dat het blijvende gedeelte vrijwilligers en miliciens bij
ieder regement tot 33 man per kompanjie gedaald zij.
Koloniën.
Van eene welwillende zijde wordt uit Suriname aan de
Utrechtsche courant omtrent de expeditie tegen de wegge-
loopen negers van Rac a Rac 't volgende medegedeeld
„Zoo als ik de voorgaande mail reeds gemeld heb, ging on
der komraando van den kapitein der artillerie Steenbergen,
den 2en luitenant der artillerie Andriessen en den officier van
gezondheid 2e klasse Monsanto, eene patroelje van SO man,
gedeeltelijk jagers en kanonniers, alsmede SO kommando-
negers naar Rae a llac, alwaar de 2e luitenant der jagers van
Vooren reeds sedert eer.e maand met 24 man geposteerd was.
Het doel was tweeledig, ten eerste om de 40 wegloopers,
door zachte middelen weder over te halen om terug te komen
(de goeverneur had hen vier dagen geleden amnestie verleend
en zeker om hen meer vertrouwen in te boezemen, werden
zij door S0 soldaten gehaald; gij kunt begrijpen dat de negers
zoo'n amnestie niet zeker vondenen ten tweede om door
het bosch een kordonweg te kappen tot aan plantaadje Mont-
pellier (in de Houralena-kreek). Nu bestond er minstens
sedert een 60tal jaren juist in de lijn van dien weg, door
groote zwampen en digt bosch omgeven, een uitgestrekt kamp
van wegloopers, naar gissing van 500 a 800 man; men had
hen voortdurend zich daar rustig laten nestelen; naar dat
kamp waren de 40 wegloopers van Rac a Rac dan ook ver
trokken. Men. moet hen echter niet verwarren met de bosch-
negers, die door traktaten vrij verklaard zijn en ook hier in
de stad komen om handel te drijven. Het groote kamp is in
8 of meer kampen verdeeld, ëchelonsgewijs in het bosch op-
gerigt, allen zijn van kostgronden ruim voorzien en weder door
digt bosch van elkaar gescheiden. Aan de andere zijde van
Paramaribo bevindt zich even zoo digt bij de stad zulk een
kamp van wegloopers, die men eveneens sedert een GOtal ja
ren ongemoeid had gelaten. Kapitein Steenbergen begon nu
dien weg te laten kappen, tot dat men voor een zwamp kwam.
Die zwamp schenen die negers als hun grensscheiding te be
schouwen, want naauwelijks waren de troepen ze overgetrok
ken en het bosch verder ingerukt, of de negers begonnen op
hen te schieten, met dat ongelukkig gevolg dat 4 man sneu
velden en 3 gekwetst werden. De komraando-negers trokken
in overhaasting terug en de zwamp weder over, een gedeelte
der bagaadje er in werpende. Met veel inspanning en na met
eenige dapperen aan alles het hoofd geboden te hebben, ge
lukte het kapitein Steenbergen om eenige orde in de terug
trekkende troepen te brengen; hij moest echter de zwamp
weder overtrekken; zijn plan om voor de zwamp stand te
houden kon niet volvoerd worden, daar de troepen zoo zeer
gedemoraliseerd waren zulks was ook wel eenigzins te ver-
schoonen, daar men de soldaten in plaats van met scherpe
patronen met hagel voorzien had, zoo dat hun vertrouwen op
hun geweer wel niet zeer sterk geweest zal zijn. Dit terug
trekken ging verder in geregelde orde, daar de negers voor de
zwamp bleven. Nu was de nood aan den man, een tweede
patroelje moest er natuurlijk weder intrekken en veel meer
troepen waren niet voorhanden.
„Dus stoomde den 4 november Zr .Ms. stoomschip De Amstel,
met 38 matrozen en mariniers, onder komtnando van den lui
tenant ter zee 2e klasse jhr. A. F.Meijer, den adelborstle klasse
F. de Smit van den, Broecke en den officier van gezondheid
3e klasse M. G. Buijze, van Zr. Ms. stoomschip Zoutman, als
mede 30 jagers onder kapitein van Epe, naar Rac a Rac. Den
7 november debarkeerde het marine detachement (met het
gedeelte van De Amstel) sterk 65 man, onder kommando van
ilen luitenant ter zee 2e klasse H. D. Guijot, en den officier van
gezondheid 2e klasse W. Littel, alsmede de bovengenoemde
officieren. Nadat de vereenigde troepen zich goed georgani
seerd hadden, rukten zij den 9 november op en kampeerden
voor de zwamp. De voorwacht en het soutien uit matrozen
en mariniers werden gekomenandeerd door Meijer en de Smit
van den Broecke; volgde de voorhoede, de rest matrozen en
mariniers onder Guijot; kapitein Steenbergen had het cen
trum en kapitein van Epe de achterhoede. Den 10 november
ging men de zwamp over en werd de voorwacht door de on-
zigtbare negers fel beschoten, maar nu met kogels beantwoord.
Meijer kreeg spoedig 2 kogels in den regterarm en moest dus
te ruggel) ragt worden om verbonden te worden. De Smit van
van den Broecke kreeg 4 schoten en moest evenzoo weggedra
gen worden. De kwartiermeester Hes sneuvelde en verschei
dene werden zeer ligt gekwetst door scherpschoten. Nu ging
de voorhoede onder een hoera voorwaarts en vervolgde den
steeds onzigtbaren en vurenden vijand, waarop men op een
kamp stuitte, dat de negers zeiven iu brand staken. Dit trok
men met eenige moeite door en nu weder het bosch in. Zoo
ging het steeds vooruit tot het 6e kamp. Wegens vermoeijenis
en ondragelijke hitte, èn door het zonnetje èu door het marche
ren door die verschroeiende kampen, bleef men daar stil hou
den. Men had nu van zes tot half een steeds vurende gemar
cheerd. zonder bijna een neger gezien te hebbenslechts 1 of
2 heeft men zien vallen, maar hun kamaraden schenen ze
medegenomen te hebben in het bosch, achter het 6e kamp.
„In den namiddag trok men terug op het uitgangspunt
van den morgen en bleef daar kamperen. De gekwetsten
werden onder geleide van den officier van gezondheid Buijze
naar llac a Rac gebragt, en verder hier naar het hospitaal.
„Den 13 november overleed de adelborst de Smit van den
Broecke aan zijne wonde en werd den 14 met militaire eerbe
wijzen begravende goeverneur en de leden van den kolonia
len raad in kostuum, al de e'tat-majoors van de schepen, de
officieren der landmagt en der schutterij, alsmede een massa
burgers volgden het lijk. Bij het graf sprak de kommandant
kapitein-luitenant ter zee Andreae eenige hartelijke woorden,
terwijl daarna kapitein Steenbergen hulde bragt aan den
moed van den jeugdigen afgestorvene. Den 11 ging de goever
neur met eenige leden van den kolonialen vaad, alsmede de
kommandant der landmagt, naar Rac a Rac. om een besluit
te kunnen nemen, en den 14 november kwamen de troepen,
alsmede De Amstel hier weder ter reede, een post achter heb
bende gelaten van 40 man, onder luitenant Andriessen. Tot
nu toe heeft men niets van de wegloopers vernomenmen
vreest echter dat zij eerlang wel eens overlast zullen veroorza
ken aan de plantaadjes, vooral in de Coinmewijne; de meeste
direkteurs aldaar brengen dus ook hunne vrouwtjes, enz. enz.
in de stad. Men ziet hier de zaken misschien wel wat te zwart
in, maar dat is zeker, dat èn landmagt èn policie belangrijk
vermeerderd moeten worden. Men heeft hier mt zoo wat 700
man, en dat voor zoo eeno uitgestrekte kolonie! en daarbij is
die raagt zoo fameus versnipperd op de massa posten. Naar
wij vernemen is men reeds bezig troepen voor hier aan te wer
ven nu, onze algemeene vvensch is maar. dat zij zoo spoedig
mogelijk arriveren, want-wat moeten wij burgers doen als de
zaken verergeren? en het kost den negers toch geen moeite
om hier brand te sticiiten, en dan is ons leed niet te overzien
met onze tnooije en nette, maar helaas houten, en dus slecht
tegen vuur berekende huizen."
„Een andere brief meldt o. a., dat de gesneuvelden en ge
wonden allen behooren tot de bemanning van den Zoutman,
waar men ingenomen is met het aandeel, dat de marine aan
de zaak nam. al is het verlies bedroevend. De jagers vooral
bleken in den strijd in't geheel niet op hunne plaats. De ge-
lieele expeditie, die zoo ongelukkig afliep, en plaats had vóór
dat de wegloopers met de amnestie konden bekend zijn, heeft
een pijnlijken indruk gemaakt. De koloniale raad heeft dit
doorgedreven; de bevolking is er zeer verstoord door. De
goede geest onder de slaven wordt ook minder en verkrijgt
zelfs hier en daar een dreigend aanzien.
„Wat het wegloopen der slaven betreft, dat doet zich nog
geregeld voor; zij, die slecht worden behandeld, misgunnen
hunne meesters de door de regering toegezegde schadever
goeding; zij willen hunne meesters zoo loon naar werk geven."
Uit Curacao schrijft men aan de zelfde courant, dat de af
kondiging van de wet op de emancipatie der slaven aldaar
geen de minste beweging heeft veroorzaakt. De slaven gaan
rustig en kalm hun aanstaande vrijheid te gemoet.
Gemengde berigten.
De koning van Pruissen heeft bepaald dat de woning
waarin Luther te Eisleben de laatste 21 dagen zijns levens
heeft doorgebragt, voor rekening van den staat aangekocht
en in den stijl der 16e eeuw gerestaureerd zal worden. Vol
gens het verhaal van een te Para in Brazilië aangekomen loods
is onlangs nabij de stad Salinas een doode zeeslang op het
strand geworpen, die eene lengte had van 35 ellen en eene
dikte naar evenredigheid; de kop gelijkt veel op dien van
een aligator; uit de wervelbeenderen hebben de ingezetenen
van Salinas stoelen laten maken. Het feudale Volksverein
te Berlijn heefteen adres van trouw en hulde den koning doen
aanbieden, hetwelk ruim 11,000 onderteekenaren heeft ver
kregen naar de verzekering van de Neue prenss. Zeitting. Het
zonderlinge hierbij is, dat al de onderteekenaren van dat
adres reeds vroeger dergelijke adressen met hunne handtee-
keningen hebben voorzien.
ffiiu-gerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijks afkondiging den 14 dezer:
A. Barendse, jm. 28 j. met E. Caljouw, jd. 19 j. J. de Graaf,
weduwn. 54 j. met L. Bolleman, wed. 41 j. L. L. Gulinck,
weduwn.30j. met J. J. Bienefeldt, jd. 25 j.
(Van 6 tot 13 december.)
Vlissingen. Gehuwd: J. Rutgers, jm. 25 j. met A. Ta»
kens, jd. 19 j. F. C. L. H. N.Credé, weduwn. van W. C.
Roose, 47 j. met B. C. Preijer, jd. 34 j.
Bevallen: J..Brielsman, geh. Dronkers, z. II. Bosschaart,
geb. Kaufmann, d. A. P. Swalp, wed. van J.'P. Jorissen, z.
H. Groen, geb. de la Houssaye, z. M. Vader, geb. Baart, z.
M. Vader, geb. Kamermans, d. J. de Voogd, geb. van Luyn,
z. C. M. Ekkers, geb. Polij, z. J. M. van Hoepen, geb. Mon-
nier, d.
Overleden: J. Kuyperswed. G. Snaphaan, 49 j. R.
Lapert. d. 6 m. G. J. van Pijpen, jd. 38 j. J. Baart, z. 3 w.
Goes. Gehuwd: J. P. Bosman, weduwn.43j.met lv.de
Jonge, wed. 32 j. L. van Hove, weduwn. '32 j. met A. M. van
Mele, jd. 25 j.
Bevallen: L. Proos, geb. Hogevheide.d. J. Nieuwersteeg,
geb. de Bath, z. L. Willeboer, geb. van Maris, z. H. Koens,
geb. Oostdijk, z.
Overleden: N. Remijn, jm. 20 j. A. de Rijke, d. 6 m.
Zierikzee. Gehuwd J. W. Schouten, jm. 24 j. met C. E.
Wagemakers, jd. 25 j. A. Lokker, jm. 27 j. met A. M. Stahl-
höfer, jd. 23j. C. G. Cannoo, jm. 25 j. met A. van der Jagt,
jd. 25 jaar.
Bevallen: J. Versteeg, geb. Elscot, z. M. Reedijk, geb.
Verseput, z. P. C. Luijcx, geb. Mosselman, z. G. van der
Vliet, geb. van Ette, z. W. Regoort, geb. de Bie, z. E. Slager,
geb. Siese, d.
Overleden: C. Aalburg, vrouw van J. C. van Dongen,51 j.
M.Luiks, vrouw van F. G. Gelden, 40 j. J. A. Akker daas,
wed. A. Phaff, 63 j. J. van den Berg. z. 1 m. J. Bal. z. 8 d.
J. Swarts, z. 2 j. 6 m. W. Verboven, man van L. Verseput,
71 j. J. F. E. van Nieuwland, z. 17 j. F. Jansons, echtgenoot
van H. E. Hartnack, 70 j. J. Kooiman, echtgenoot van J. J.
van der Maas, 57 j- J< Lamtners man van G. van de Repe,
77 j- P. A. van der Schelde, z. 2£j. J. Slierendregt. z, 2 j.
L. S. Klink, wed. van J. Botvliet, 53 j. W. van Klooster,
vrouw van A, Adamse, 53 j.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Onder nadere goedkeuring van den minister van oor
log is heden morgen door den eersiaanwezenden ingenieur
der genie te Vlissingen aanbesteedhet herstellen en ver
nieuwen van gedeelten der forten De Ruyter en De Nolle bij
Vlissingenaangenomen door den heer F. Monje' te Breskens,
voor f 3490.
Thermo me ter stand.
17 dec. 's av. 11 u. 44 gr.
18 's morg. 7 u. 3S 's midd. 1 u. 44 's av. 11 u. 48 gr.
19 's morg. 7 u. 46 's roidd. 1 u. 48 gr.
staten generaal.
eerste kamer.
In de zitting van woensdag heeft de voorzitter medegedeeld
dat door de afdeelingen zijn benoemd tot rapporteurs over het
wetsontwerp op de middelen voor 1S63. de heeren van der
Heim, Hartzen, van der Lek de Clercq en Creraers; over hoofd
stuk I der staatsbegrooting voor 1863, de heeren van Eysinga,
Havtzen, van der Lek de Clercq en Cremers; voor de wets
ontwerpen betreffende het kanaal van Ter Neuzen, voor de
onteigeningswetten voor de spoorwegen Utrecht-Kuilenburg,
Breda-Moerdijk en Niedorperverlaat-Alkraaar, de heeren van
der Heim, van derOudermeulen. Tonckens en Quintus; voor
het wetsontwerp tot vaststelling der uitgaven voor de begroo
ting der staatsspoorwegen over 1S63, de heeren de Vos van
Steenwïjk, de Villers de Pite', Thooft van Benthuyzen en
Vindij
Zijn ingekomen adressen1.-van de kamer van koophandel
en fabrieken te Rotterdam, ter ondersteuning van het wets
ontwerp betreffende de waterwegen, en 2. van den lieer Buis
man te Zaandam, betreffende liet zelfde onderwerp.
Daarna zijn zonder beraadslaging met algemeene stemmen
aangenomen zeven naturalisatiewetten en zeven wetsontwer
pen tot bekrachtiging van provinciale belastingen.
De heer Boreel van Ilogelanden bragt ten slotte verslag uit
op een aantal adressen bij de kamer ingekomen.
Daarna is de vergadering gescheiden.
tweede kamer.
Regeling van bet middelbaar ondorwijs.
Voorloopig verslag.
Vele leden waren bij hun gevoelen gebleven dat het wets
ontwerp het doel en den omvang van het middelbaar onder
wijs in een te beperkten zin opvat. Hoewel zij de behoefte
aan de hier voorgestelde scholen niet miskenden, meenden zij