en een stuk van ilen geweven rok van Christus, terwijl hij be
val dat de tentoonstelling der relikwiën alle zeven jaren op
1 januarij en 14 junij zal plaats hebben. Het bevel van mgr.
Pie is stipt nageleefd en de relikwiën bevinden zich in het be
zit der ursulerinnen van Charroux, die tevens belast zijn met
het ondersvijs der meisjes van de gemeente. Mgr. Pie heeft
zelf de eerste tentoonstelling bijgewoond. In de predikatie ter
dier gelegenheid door hem gehouden heeft hij de waarde dei-
relikwie aangetoond. Hij zeide„De bewoners van Charroux
mogen zich gelukkig achten en er trotsch op zijn, dat zij het
ware vleesch van den Heer bezitten en vermits het overige van
het ligchaam ten hemel is ges aren, kan hieromtrent geen twij
fel meer bestaan." Het is om eene kerk, dezer eenige relikwie
waardig, te bouwen, dat de maire de vergunning heeft ver
zocht om die loterij te mogen houdenop welk verzoek waar
schijnlijk eene gunstige beschikking zal worden genomen.
Uit de statistieke opgaven nopens de bevolking in Nederland,
voorkomende in den Nederlandschen residentie-almanak voor
den jare 1863 blijkt, dat er zijn twee gemeenten boven de
100.000, te weten: Amsterdam telde op l januarij 1860
243,301 en Rotterdam 106.122 zielen; twee boven de 60.000,
te weten: 's Gravenhage 78,318 en Utrecht 52,894; vier bo
ven de 25.000. namelijk Leiden 37,074, Haarlem 27,719,
Maastricht 27,028 en Leeuwarden 25,450; vier boven de
20,000. als Arnhem 24.813,'s Hertogenbosch 23,236. Nijme
gen 21,493 en Delft 20,126. Boven de 10,000 zijn er dan nog
IS gemeenten. J1maandag werd hoven de gemeente Ze
venbergen een roofvogel opgemerkt. Plotseling schoot hij
naar beneden, nam in haast een liaan van een boerenerf mede
en had juist plan zich te verwijderen, toen hij met een boom
in aanraking kwam en met zijn prooi op den grond viel. Hij
was spoedig gevangen en bleek toen een schoone arend te
zijn, die eene vlugt van omstreeks acht voet bezat. Zatur-
dag 11. had in eene steenkolenmijn nabij Newcastle eene gas
ontploffing plaats, waardoor 16 personen het leven verloren.
De bezitter van het adellijke landgoed Grossmaldau in de
Neumark, ivgeringsdistrikt Marienwerder in Pruissen, had
vóór een paar weken een adres van trouw en gehechtheid aan
den koning opgesteld, maar welke moeite hij ook deed. hij kon
geen onderteekenaars krijgen, daar de bevolking algemeen de
liberale partij was toegedaan. Hij besloot den waard der voor
naamste dorpsherberg in den arm te nemen. Deze gaf eerst
te kennen dat zijn politieke denkwijze met het adres geheel
in strijd was, maar toen hij zag dat zijne verklaring niet zeer
aan het hoofd der gemeente behaagde, wendde hij het over
een anderen boeg. Hij zeide te zullen zorgen voor een groot
aantal handteekeningen, zoo de burgemeester van zijn kant
vergunning gaf om des zondags in de herberg muziek te geven
en de danslustige boeren en boerinnetjes gelegenheid te ver
schaffen voor een vrolijken avond. Het verdrag werd aange
gaan de burgemeester kreeg de verlangde handteekeningen
en de herbergier een druk bezoek in de dorpsherberg, ten ge
volge der muziekale uitvoeringen op zondag avond. De
bekende fransche leeuwenjager Jules Gérard bevindt zich
thans te Liverpool, ten einde de noodige schikkingen te tref
fen tot verwezenlijking van het plan eener expeditie naar de
afrikaansche binnenlanden, en wel bepaaldelijk met het doel
zoowel om nieuwe handelswegen te vinden, als om aldaar ge
schikte plaatsen tot nederzetting en kolonisatie op te zoeken.
De daartoe noodige gelden worden hem gedeeltelijk verstrekt
door de African exploration society. De inwijing van den
spoorweg van Luxemburg naar Diekirch is met veel luister
door laatstgenoemde stad gevierd, waarbij een schitterend
feest is gegeven ter eeve van prins Henderik der Nederlanden,
waarop zich ook de gevolmagtigde minister van Nederland hij
het belgische hof, de baron Gericke bevond. Men schrijft
uit Koningsberg dat de scheepvaart aldaar door de sterke
vorst reeds gestremd is.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 23 dezer:
F.C. L. H.N. Crede', weduwn. 47 j. met B. C. Preijer, jd. 34 j.
(Van 15 tot 22 november.)
Vlissingen. Gehuwd: J. A. Stornebrink, weduwn. van
II. A. M. Winnemulder. 46 j. en E. I. R. d'Jong. jd. 31 j.
Bevallen W. E. Esser, geb. van Vollenhoven. d. D. Groni-
mink, geb. van Dongen, z. P. W. Baart, geb. Bienefelt, z.
J. J. Zwaanshals, geb. Uyttenhooven. z. C. Muller, geb. van
Heinsberge, d. J. van Mevkom. geb. van den Broeke, d. P. E.
Heijt., geb. de Bruijn, z. (levenl.)
Overleden E. M. Smit. jd. 16 j. P. A. Struikman, man van
C. A. van Zwijndregt, 42 j. A. Schroevers.man van W. Jobse,
61 j. W. Kampman, d. 1 j. C. G. van Soelen, jd. 24 j. L. H.
Bakker, d. 9 w. I. C. van Dierendonck, z. 3 j. M. P. Labout,
Goes. Gehuwd: J. Sleutel, jm. 25 j. en W. M. Schouwen
burg, jd. 27 j.
Bevallen J. van den Bliek. geb. Films, d. V. van Buijsse,
geb. van Ranst, z. E. van Boven. geb. Kousemaker, z. J.
Rijkaart, geb. Kouwer, d. M. Reijnhout, geb. Liefbroer, z. J.
Sierevogel, geb. Katsman.z. A. Hnbregtse, geb. Reijnhout. d.
Ziebikzee. Gehuwd: L. van der Jagt,jm. 28 j. en H.van
den Hoek.jd. 20j. J. Thompson,jm. 22 j. en J. C. Juijn.jd.
29 j. J. L. Smits, jm. 25 j. en J. Reijnenberg, jd. 24 j.
Bevallen J. Beije, geb. Rotte, d. M. van Dongen, geb
Krakeel, d. P. van Alst, geb. Quist, z. A. P. Lochmans. geb.'
de Crolij. d. M. Appel, geb. Huson, z. II. Wiltson, geb. Bran
denburg, d.
OverledenD. H. Berrevoets, z. 21 m. J. Simons, d. 19 m.
C. T. Cats, wed. van J. de Kater, 58j. H.Brandenburg,
vrouw van W. Wiltson, 41 j.
In de maand octoher 1862 zijn in de registers van den
burgerlijken stand ingeschreven
Te Middelburg, 7 huwelijken44 geboortenals 27 zoons
en 17 dochters; 43 sterfgevallenals 20 van het mannelijk
en 23 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 3.
Twee der ingeschrevenen zijn elders gestorven.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 13en van
1 tot 5,7. 5 tot 10,1. *10 tot 15,2.13 tot 20, 0. 20tot 25,3.
25 tot 30, 0. 30 tot 35, 1. 35 tot 40, 140 tot 45, 0. 45 tot 50,2,
50 tot 55, 0. 55 tot 60,1. 60 tot 65, 2. 65 tot 70, 3..70tot;75,2
75 tot S0, 3. 80 tot 85.185 tot 90, 1.
Te Vlissingen5 huwelijken45 geboortenals 22 zoons
en 23 dochters; 25 sterfgevallen. 14 van het mannelijk en
11 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 3.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 9, en van
1 tot 5,1. 5 tot 10, 0.10 tot 15, 2.15 tot 20, 0. 20 tot 25'1.
25 tot 30,1. 30 tot 35,135 tot 40, 0. 40 tot 45, 3. 45 tot 50,0-
50 tot 55, 0. 55 tot 60,1. 60 tot 65,1. 65 tot 70, 2. 70 tot 75, 2.
75 tot S0. 0. 80 tot 85. 0. 85 tot 90, 1
Te Zierikzee, 7 huwelijken; 26 geboorten, als 9 zoons
en 17 dochters; 14 sterfgevallen, 8 van het mannelijk en
6 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 0.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 7, en van
1 tot 5, 2.10 tot 15, 1. 35 tot 40,1. 45 tot 50,1. 55tot60,2.
Verknopingen en aanbestedingen.
Gisteren heeft te 's Hage de aanbesteding plaats gehad van
het bouwen van een stationsgebouw te Bergen op Zoom, als
mede een gebouw op de halte te Wouw, hetgeen is aangeno
men door de heeren J. Pertaou, te Biervliet, A. Hinders, te
Breskens, en G. van de Vr.fr-, t§ Neuzen, voor f 48,775.
Staten generaal.
tweede kamer.
In de zitting van donderdag is de beraadslaging ten einde
gebragt over hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor 1863
(departement van marine).
Het grootste gedeelte der diskussie liep over algemeene be
schouwingen. De heeren van Heemstra en van Goltstein heb
ben op nieuw hunne bezwaren tegen den minister ingebragt,
wat betreft het gemis van vertrouwen. Zij betoogden, dat hij
niet aansprakelijk kon zijn voor de veranderingen in het zee
wezen, die de gebeurtenissen noodig hadden gemaakt, maar
dat hij weifelmoedigheid had getoond, door het veranderen van
zijn stelsel kort na de verdediging van de begrooting voor
1862 en vervolgens door het indienen en weder intrekken
van het ontwerp van wet tot pantsering van schepen. De
heeren Hugenholtz, Reinders en Fransen van de Putte verde
digden den minister. De eerste toonde in den breede aan, dat
de minister gehandeld had onderden indruk der tijdsomstan
digheden, die zoo groote veranderingen te weeg gebragt had
den. De minister had bij zijn optreden de marine niet geheel
in voldoenden toestand gevonden en daarom zijne toestem
ming gegeven tot het houden eener enquête. Spreker betoogde,
dat die groot nut had opgeleverd, want eene hoofdgedachte
van het stelsel van den minister, het bouwen van schepen in
Indië voor de iudische dienst,was daardoor mhetlicht gesteld.
Het rapport van de zeeofficieren omtrent het pantseren van
schepen, acht de spreker minder gelukkig uitgevallen, want
de denkbeelden daarin ontwikkeld, waren onbestemd. Het
terugtrekken van het ontwerp van wet tot pantsering van
schepen, keurde spreker goed, want hij voorzagin de toekomst
groote uitgaven,en men moetdeeerstestappen met beleid doen.
Hij achtte de begrooting volledig, met het oog op het stelsel
van den minister, maar hij zou wenschen, dat men slechts éën
schip pantserde, want de vraag was, of die schepen aan
het doel zouden beantwoorden. De beer Fransen van de
Putte raadde den minlister aan, vooreerst niet op het pantse
ren run schepen terug te komen, want de vraag was, of men
niet na eenigen tijd de middelen van aanval zoo sterk zou
maken, dat geen harnas baatte. Hij wilde in geen geval zijne
toestemming geven tot het vervormen van het bestaande drij
vend materiëel, want dit kan dienstdoen in Indië. Hij vroeg
ook inlichtingen omtrent den aanbouw van schepen in Indië.
De minister verdedigde zich met groote levendigheid tegen
het verwijt van weifelmoedigheid en betoogde door citaten
uit het rapport van de enquête, dat de deugdelijkheid van
zijn stelsel gebleken was. De begrooting was volledig met het
oog op het pantseren van schepen. De minister had geen be
rouw. daaromtrent eene kommissie te hebben geraadpleegd.
Hij had het voorstel tot aankoop van pantserplaten ingetrok
ken. omdat de tijd voor de aanbestedingen tot 1 januarij zoo
kort was; het was eene speciale zaak, die niet bij de begrooting
behoefde te worden geregeld. De begrooting strekte om de
loopende dienst aan den gang te houden, en hij had nu meer
tijd, om over de gelden te beschikken en de genoraene proeven
met het kanon te beoordeelen.als hij op de zaak terug kwam.
Dit zou hij doen met het oog op de behoefte, waarbij hij op
het voorbeeld van Noord-Amerika wees, waar men schatten
had verspild omdat men zich niet bij tijds had voorbereid. De
aanbouw van drijvende batterijen in Indië was nog in over
weging.
De heeren Storm van's Gravesande en Dullert betoogden
evenwel dat de begrooting en het rapport der kommissie van
enquête niet geheel overeenstemden, want dat men nu had
eene onvolledige begrooting, waarbij sprake was van gelden
voor pantsering zonder dat de wet zou zijn aangenomen
waarbij de middelen aan den minister tot pantsering van
schepen waren verstrekt. De minister verklaarde daarop zijne
begrooting van het plan tot pantsering los te maken.
Ten gevolge dezer verklaring stelde de heer Storm van 's
Gravesande bij de behandeling der artikelen voor, de artt. 17
en 22, te verminderen met een bedrag van f80000 en f 43000,
welke amendementen door de regering werden overgenomen,
zoo dat het geheele vraagstuk omtrent het pantseren van
schepen onbeslist blijft.
Bij de algemeene beschouwingen kwamen nog een paar
speciale punten ter sprake. De lieer Blusse' kwam terug op
zijn denkbeeld om de vloot telken jaren te taxeren, ten einde
te kunnen nagaan of de aanhouw voor- of achteruit was ge
gaan. De minister voorspelde hiervan weinig nut, omdat op
de taxatie verschillende omstandigheden invloed kunnen uit
oefenen. De heer Cool vestigde de aandacht van den minis
ter op de reddings toestellen in Denemarken met sukces ge
bezigd. alsmede op het nut van stormsignalen. De minister
antwoordde, dat hij, wat liet eerste punt betreft, een voorstel
had gedaan om die toestellen door de betrokken maatschap
pijen te doen overnemen.
Bij de verdere behandeling der artikelen is nog ter sprake
gekomen het Dok te Willemsoord. De heeren Hugenholtz,
van Heukelom en van Diggelen achtten het niet raadzaam in
deze begrooting meerdere uitgaven daarvoor op te nemen,
alvorens men zich verzekerd had, dat het dok de noodige dien
sten zou kunnen verrigten. De heeren van Diggelen en van
Eek betoogden dat te Vlissingen goede gelegenheid be
stond tot het verbeteren van het droog dok.
De minister verklaarde dat het dok te Willemsoord droog
gepompt moest worden alvorens men over de toestand kan
oordeelen. Hij kon niet beslissen, of herstel niet zeerwel
mogelijk was, want anders moest hij toegeven, dat 13 ton aan
dat werk waren weggeworpen. Het dok te Vlissingen kon
wel verlengd, maar welligt niet uitgediept worden en hij was
bevreesd voor eene nieuwe proefneming. De beide zeeuwsche
afgevaardigden betreurden dit en bespraken nog het dokken
van het fregat Zeeland in de Middellandsche zee terwijl
men dit te Vlissingen had kunnen doen. De minister ant
woordde dat dit met meerdere kosten gepaard had moeten
gaan en dat er welligt gevaar bestoud om het dok of het schip
te beschadigen, hetgeen hij niet had mogen wagen, om dat
hem thans slechts e'én dok ter beschikking blijft.
Bij de afdeeling personeel, drong de heer van der Linden
aan op afdoening der achterstallige soldijen. De heer Dirks
verlangde uitbreiding van het getal adelborsten, ter voorzie
ning van het inkompleet der 2e luitenants. De minister ant
woordde hem dat binnen een paar jaren met het tegenwoor
dig getal adelborsten in de behoefte zou zijn voorzien.
Hoofdstuk VI werd ten slotte aangenomen met 45 tegen
16 stemmen.
Tegen de heeren: van Heemstra, Dirks, Schinimelpen-
ninck, Hoekwater, van Goltstein, Kien, Westerhoft', Tutein
Nolthenius, van Foveest, Taets van Amerongen, Wintgens,
de Brauvv, van Asch van Wyck, Hoffman, de Poorter en van
der Veen.
»uimxAKo.
Algemeen overzigt.
Men kan zich nog voortdurend in bespiegelingen blijven
verdiepen omtrent de kandidatuur van prins Alfred en de
grieksche aangelegenheden; men kan zich Engeland voor
stellen als eene groote diplomatieke komedie opvoerende,
welke, volgens anderen wederom, eene tragedie dreigt te zul
len worden men kan aan de verschillende beschouwingen
van The morning post. The times, van de engelsche zijde en
aan die der officieuse en niet officieuse fransche dagbladpers
vele gegevens tot voorspellingen ontleenen.--hetresultaat
van al dergelijke onderzoekingen is nog steeds onzeker en het
veiligste is op feiten te wachten alvorens zich öf aan de zijde
der pessimisten öf aan die der optimisten te scharen, van
welke gene reeds de kanonschoten in het kanaal hooren bul
deren, deze de europesclie rust niet oogen blik kei ijk in gevaar
waneD.
Vrij zeker is het in allen gevalle dat de publieke opinie in
Engeland ongaarne den engelschen prins op den griekschen
troon zou zien, eene omstandigheid, welke The daily news
dan ook als krachtig wapen tegen de verkiezing van den kan
didaat uit het koninklijk engelsch stamhuis heeft aangewend.
Eergisteren heeft de heer Ratazzi in het it.iliaansch parle
ment zijne redevoering gehouden, welke echter alleen betrek
king had op de binnenlandsche politiek. De minister gaf eene
beschrijving van Italiës toestand bij de optreding van het ka
binet. Bij de moeijelijkheid van allerlei aard voor het minis
terie, was het eenstemmig in al zijne besluiten om Garibaldi
de overtrekking der greuzen bij Sarnico en zijn marsch naar
Rome, tegen den wil van Frankrijk, te beletten, waarin het
aan het land eene belangrijke dienst heeft bewezen. Demi-
nister ging verder de voornaamste handelingen van het kabi
net na, waarbij het steeds orde en gezag heeft gehandhaafd.
Wij zullen zoodra mogelijk deze belangrijke rede van den
pvesident-minister meer uitgebreid mededeelen, terwijl de
telegraaf ons thans nog niet in de gelegenheid stelt een duide
lijk denkbeeld te vormen van de redevoering van den lieer
Ratazzi, waardoor voorzeker de toestand van het oogenblik
met scherper omtrekken is afgeteekend. dan tot nog toe het
geval was.
Wij kunnen overigens nog een gerucht vermelden, dat
eergisteren te Parijs in omloop was volgens hetwelk de
fransche regering den koning Victor Emmanuel had aange
raden om het parlement te ontbinden, als liet den heer Rat-
tazzi verder weigerde te ondersteunen. Wij behoeven hier
niet bij te voegen dat dit gerucht niet van groote onwaar
schijnlijkheid is vrij te pleiten, evenmin als dat betrekkelijk
de mexikaansche expeditie men zeide namelijk dat de gene
raal Farey op zijn togt naar Oribaza door tallooze hinderpa
len en geurrilla-benden was verhinderd verder voort te ruk
ken en naar Vera-Cruz had moeten terugkeeren.
Het schijnt dat de hanoversche katechismus-onlusten nog
verre van bedaard zijn. Het koninklijk besluit, door ons in
der tijd medegedeeld, waarbij de gemeenten vrij werden gela
ten om den nieuwen katechismus al dan niet aan te nemen,
heeft de grootste oneenigheden uitgelokt tusschen deze en de
geestelijkheid welke tot allen prijsden nieuwen katechismus
wil handhaven. De volkswensch schijnt de bijeenroeping
eener synode te zijn om in de verschillende ontstaande kon-
flilcten uitspraak te doen, eene synode waarin niet alleen
geestelijken maar ook leeken zitting zouden erlangen.
Men verzekert dat de nederlandsche gezant te Weenen
klagten heeft ingediend bij de oostenrijksehe regering betrek
kelijk haar plan om de belasting op de coupons der openbare
schuld tot zeven per cent te verhoogen, daar ongeveer vier
honderd millioen obligatiën der oostenrijksehe schuld zich in
handen van nederlandsche onderdanen bevinden.
Frankrijk.
De bekende regtsgeleerde Odilon Barrot, heeft aan Le