MIDDELBURGSCHE
C O K a N T.
N° 439.
Donderdag
20 November.
Editie van woensdag avond 8 ure.
AANBESTEDING.
Op vrijdag, den 28 november 1862. des voormiddags ten
30 ure, zal, onder nadere goedkeuring door den commissaris
des konings in de provincie Zeeland, of bij zijne afwezigheid,
door een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn
van den hoofdingenieur van den waterstaat, in het 11e district,
aan het lokaal van het provinciaal bestuur, te Middelburg,
worden aanbesteed
Het maken, leveren en inhangen van een paar
deuren van geslagen ijzer, voor de Westbui -
tensluis te Neuzen.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving,
tiet bestek ligt ter lezing aan het lokaal van het ministerie
van binnenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal be
stuur van Zeeland, te Middelburg, en op alle zoodanige plaat
sen, alwaar gewoonlijk de bestekken van waterstaatswerken
in gemelde provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende den 7en en 4en dag vóór de besteding de noodige
aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts nadere inlichtin
gen te bekomen zijn aan het bureau van den hoofdingenieur
van den waterstaat jhr. J. It. T. Ortf, te Middelburg, en bij den
ingenieur H. S. J.ltose, tc Neuzen.
's Gravenhage, 4 november 1862.
Namens den minister van binnenlandsche zaken,
De secretaris-generaal.
J. SCIIR6DER.
BINNENLAND.
Middelburg 19 November.
Telkens als wij het gebrekkige van het brievenvervoer in
deze provincie en hetgeen daarmede in verband staat bespro
ken hebben, ontvangen wij inededeeling van bijzonderheden
die onze raeening volkomen bevestigen. De talrijkheid dezer
mededeelingen doet ons zien hoe levendig hijria alom deover-
tuiging is dat eene algemeene herziening van de inrigting der
posterij in deze provincie dringend gevorderd wordt. Van de
opgave die men ons doet der klagten welke in verschillende
deelen dezer provincie oprijzen betrekkelijk het onvoldoende
vervoer, de ongeschikte regeling van de dienst op sommige
postkantoren, het in strijd met de wet niet gebruik maken van
bijzondere middelen van vervoer van dat alles achten wij
het niet gepast afzonderlijk melding temaken. Wij hopen
echter dat dit onze belangstellende lezers Diet zal terughou
den ons hunne opmerkingen te doen toekomen later is wel-
ligtde gelegenheid daar om van de verschillende opgaven een
doeltreffend gebruik te maken.
Even als in vele andere plaatsen isjl. maandag alhier eene
sub-kommissie gevormd voor de kweekschool voor zeevaart
te Leiden. De aanleiding daartoe is eene uitnoodiging van den
direkteuren kommandant der marine te Vlissingen, aan den
burgemeester alhier. Op verzoek des burgemeesters hebben
zich verbonden de heeren II. Rekker, voorzitter. P. J. Bour-
drez, N. Verhulst Wz., W. J. Zip en mr. J. K. E. baron van
Lijnden, sekretaris.
Wje in de laatste tien of vijftien jaren Goes bezocht heeft
verzuimde zeker niet in de rooinsch-katholieke kerk de twee
kolossale schilderstukken te gaan zien welke daar het altaar
versieren. Zij zijn het werk van den toen nog jeugdigen
Wulffaert, op wien genoemde stad, zijne geboorteplaats,
trotsch mag zijn. De schilderijen getuigen niet alleen van een
voortrefïelijken aanleg, maar ook van gelukkig geslaagde be
oefening van het zoo inoeijelijke vak van hoog-historiëel. De
teekening is bijna overal van groote naanwkeurigheid, in het
bijzonder zijn de proportiën van het tnenschenbeeld met zorg
in acht genomen, de behandeling van het vleesch is Hink en
het koloriet levendig.
Eene schilderij van den zelfden schilder, thans te Gent
woonachtig, sedert eenige weken in de teeken-akademie alhier
ter bezigtiging gesteld, komt ons voor in meerdere of mindere
mate de zelfde goede eigenschappen te bezitten welke we te
Goes bewonderden. Het is echter reeds lang geleden dat wij
zijne altaarstukken zagen, en onze herinnering isniet levendig
genoeg om in eene bepaalde vergelijking te kunnen treden.
Het genre van de schilderij die we thans voor oogen hebben
wijkt af van dat door den kunstenaar bij voorkeur beoe
fend. Hij stelt ons een drietal kinderen voor, nagenoeg levens
groot, aan een rotsachtigen oever der zee. Een stevige knaap
poogt de aarzeling te overwinnen van een zeer jong kind dat
op de zee een half welgevalligen, een half afkeerigen blik
werpt. De uitdrukking van dat gezigtje heeft iets bijzonder
aantrekkelijks, maar ook hetgeen op het gelaat van een meisje
van verderen leeftijd dat reeds in zee is geweest maar het
baden nog niet zal opgeven en op dat van den knaap te
lezen staat, is geenszins zonder beteekenis. Over ruim drie
vierden wordt de voorgrond afgesloten door een rots, op het
overige gedeelte is de verwijderde horizon zigtbaar. Moge
men nu al tegen de kompositie, het zamengedrongene der
famiren in een zoo eng bestek, eenig bezwaar hebben, groote
technische verdiensten zal men aan deze schilderij niet kunnen
ontzeggen.
De stoomboot heden ochtend ten zes ure van Rotterdam
herwaarts afgevaren, kwam omstreeks een kwartier later voor
Fijenoord in de nabijheid eener keulsehe boot welke even
voor haar was afgevaren. Toen laatstgenoemde stopte otn
twee personen op te nemen d.ch me1 een derden op die
hoogte in eene sloep bevonden, deed de Middelburgsche boot
insgelijks, om eene in het duister ligt mogelijke aanvaring te
voorkomen. Dit verhinderde echter niet dat zij tegen de
sloep aanliep die voor haar heen de keukche stoomboot
trachtte te bereiken. De botsing die daardoor ontstond
had zeer treurige gevolgen de boot sloeg om en de pog ngen
tot redding der passagiers werden slechts gedeeltelijk met
gunstig gevolg bekroond. Twee verloren het leven, en den
derden, den vader van een der omgekomenen, heeft men
slechts met veel moeite kunnen redden.
Uit Goes schrijft men ons, 18 dezer
„De hoeveelheid hoornvee, heden ter markt gebragt, stond
nagenoeg gelijk met die der voorgaande weekde handel was
iets levendiger en er werd voor belgische rekening nog al wat
gekocht. Sedert jaren is zoo veel hoornvee niet ter markt ge
weest. en de aanvoer zou nog grooter zijn indien het hoorn vee
uit den aangrenzenden Wilhelminapolder niet op de markten
te Rotterdam of Londen gebragt werd."
Uit Zuid-Beveland meldt men ons van 19 dezer
„Omtrent de vorderingen aan de openbare werken in dit
eiland kan ik u weder het volgende mededeelcn.
„De werkzaamheden aan de sualiesluis, hij Hansweert, be
palen zich, na de hervatting, tot het graven van twee putten
voor hare zijvleugels, in een waarvan onlangs de u bekende
verzakking is ontstaan. Deze putten, die 4Ó00 ellen zand
moeten kunnen bevatten, hebben reeds eene diepte van ruim
4 ellen en staan steeds vol water, hetgeen er met zulk eene
snelheid inwelt dat ze niet droog kunnen gehouden worden.
De nioddeiige kwelgrond wordt en', er. ten gevolge met zakjes
aan stokken bevestigd uitgebaggerd, hetgeen vrij langzaam
voortgaat. Zoodra de putten diep genoeg zijn, zullen zij met
zand worden aangevuld, dat daartoe, gedurende ruim eene
maand, met vletschnitjes van de platen in de Wester-Schel de,
en met paarden en wagens van den vroeger gelegden kanaal
dijk, wordt aangevoerd. Op deze wijze tracht men een stevi-
gen voorgrond te erlangen, en alzoo de verzakking voor het
vervolg te beletten.
„Aan de te maken waterleidingen, die met deze sluis in ver
band moeten staan, is, behalve het leggen der heulen, niets
verrigtnog geen enkele zode is gestoken.
„De arbeid aan het kanaal bestaat, even als tijdens de af
zending van mijn vorig berigt, alleen in het vervoeren van
grond naar den postweg.
„Het tjalkschip, welks omhoogzeilen in uwe courant van
gisteren is vermeld, vloeit met elke tij bijna onder, en is erg
lek. De lading koolzaad wordt zoo veel mogelijk gered en
naar Walsoorden gebragtdat zij reeds veel van hare waarde
verloren heeft laat zich begrijpen."
Men schrijft ons uit Aardenburg 17 november:
„Gisteren werd te Maldeghem (België) de sektie Ecloo-
Mafdeghem, van den ijzeren weg van Ecloo naar Brugge pleg-
tig geopend. Eene menigte inwoners van deze en van naburige
gemeenten hadden zich derwaarts begeven, deels uit nieuws
gierigheid, deels uit belangstelling. De opening dezer sektie
van een spoorweg die slechts uurs van ons verwijderd is. is
toch ook voor ons belangrijk en belooft het in het vervolg nog
meer te worden. Men weet dat het voornemen bestaat kon
cessie aan te vragen om de lijn over Aardenburg tot Oostburg
uit te breiden, eene uitbreiding die dit distrikt in de voor-
regten van versneld vervoer zou doen deelen, hetgeen
gunstig op beschaving en industrie zou werken cn zeer
zeker de thans reeds druk bezochte, graanmarkt te Oostburg
in bloei doen toenemen. Hartelijk hoopt men dan ook hier,
dat men bij de aanvrage om koncessie van de betrokkene
autoriteiten de noodige medewerking zal erlangen, te meer
omdat dit gedeelte, als het ware een uithoek van Nederland,
geen vooruitzigt heeft aan het nederlandsche spoorwegnet ver
bonden te worden. Niet alleen echter voor het voormalig 4e
distrikt van Zeeland maar zelfs voor Walcheren en geheel
Zeeland zou zoodanige uitbreiding naar wij tneenen zeer
voordeelig zijn. daar men in die lijn alsdan den kortsten weg
naar Brussel zal vinden.
„Dat men ook op medewerking en verstandhouding in deze
prijs stelt, bewijst de uitnoodiging tot bijwoning aan de bur
gemeesters van Oostburg en Aardenburg, door het bestuur
van Maldeghem, op verzoek van den koncessionaris, den heer
Nelemans, terwijl verschillende aanzienlijke inwoners mede
genoodigd waren. Dezerzijds is aan die roepstem gehoor ge
geven, en wij hebben het ons niet beklaagd, daar wij hartelijk
en gul ontvangen zijn. Ten half drie ure begaven de gemeen
teraad en andere autoriteiten van Maldeghem zich met de
genoodigden naar het station om den train d'honneur af te
wachten. Groot was het aantal nieuwsgierigen, daar verza
meld. dat nog vergroot werd toen een gewone trein van Gent
aankwam. Ten drie ure kwam de eeretrein aan, bevattende
den bestuursraad des wegs, den direkteur van het ministerie
van openbare werken, den koncessionaris, den senateur 't Kint
de Naeyer, den hoofdingenieur, eenige volksvertegenwoordi
gers, andere hooge ambtenaren en verscheidene genoodigden.
Na de toespraken door het hoofd der gemeente aan den direk
teur, ilie den minister van openbare werken verving, en aan
den heer Nelemans. waarop door beiden geantwoord werd,
ging men in optogt naai' het raadhuis, waar eene openbare
zitting van den raad werd gehouden en het proces-verbaal der
opening door de autoriteiten werd geteekend, (ook de hollan-
ders werden verzocht te teekenen). Hierna begaf men zich,
weder in optogt naar de gemeenteschool, alwaar ons een keurig
diner werd aangeboden; natuurlijk werd hier menige toast
uitgebragt, hoewel het minder natuurlijk klonk in een.
vlaamsch land. door vlamingen fransche toasten te hooren uit
brengen echter werden er ook vlaamsche gedronken.waar
onder ook op onze verbroedering, terwijl van wege Nederland
in goed hollandsch den raad werd gegeven, „in Vlaanderen
vlaamsch," hefgeed echter spoedig bleek voor dooien gezegd
te zijn. De plaats zelf was geheel met vlaggen, inskriptien en
eerepoorten voorzien, 's avonds was er algemeene illuminatie
ontstoken, terwijl volksspelen en vuurwerk met de fanfaren
muziek van Maldeghem ook de vreugde van het algemeen
verhoogden.
„Alles liep. zoo ver ik weet. goed afdit is te meer te ver
wonderen omdat, hoe broederlijk men ook thans gezind zij,
er bij eene algemeene ontmoeting der ingezetenen van Mal
deghem en Aardenburg nog wel eens herinneringen levendig
worden, die tot minder aangename woordenwisselingen aan
leiding geven."
Ter vervulling van de vakature van regter in de arrondisse-
ments regthank te Dordrecht, ontstaan door de benoeming
j van den heer inr. G. A. de Raadt tot burgemeester dier ge
meente. heeft de genoemde regthank, naar men verneemt, de
1 volgende voord.-agt opgemaakt: mr. J. «L Loke, regter te
Brielle 2. mr. P. van der Meer Mohr, kantonregter te Hulst;
en 3. mr. A. J. Duymaer van Twist, kantonregter te Oud-
Beijerland. Handelsblad
Maandagavond is II. M. de koningin van hare buitenland-
sclie reis in de residentie teruggekeerd. Volgens het Nieuw
dagblad van 'sGravenhage heeft H. M. haar gevolg uilgenoo-
digd zich dezer dagen steeds tot een spoedig vertrek gereed te
houden, daar de gezondheids toestand van haren vader, den
koning van Wurtemberg. ofschoon niet dadelijk onrustwek
kend, toch lot eenige bezorgdheid aanleiding geeft.
HH. Kit. IIM. prinses Frederik en prinses Maria zijn zon-
dag gelukkig aan een dreigend gevaar ontsnapt. Omstreeks
den middag met een rijtuig, bespannen met vier paarden van
het huis De paauw komende, brak niet verre van de residentie
de as van de achterwielen, waardoor het rijtuig omver stortte.
Gelukkig werden de paarden spoedig ingehouden, zoo dat de
prinsessen er met den schrik zijn afgekomen. Z;j konden
spoedig in een ander rijtuig overstappen, dat haar naar de
residentie bragt. Nieuw rolt. cour.)
Jl. vrijdag is door dekoinmissie voor hetgetrokken geschut,
in tegenwoordigheid van de ministers van oorlog en marine,
jn de nabijheid van 's Hage eene proef genomen met den ge
trokken dertigponder op ijzeren pantserplaten van IJ duim
dikte en die onder eene helling van 45 graden waren gesteld.
Op een afstand van 150 el zijn drie schoten gedaan, waarvan
2 met granaat en een met kogel. Een van die granaten deed
reeds een der platen eeuigerinate scheuren, terwijl bij het
derde schot, dat met den kogel, die plaat geheel gescheurd
werd. Gisteren morgen zijn de proeven voortgezet. Twee van
de zeven schoten welke er gedaan zijn, vernielden verder de
genoemde platen, en de omstreeks een half el dikke houten
bekleeding werd zwaar beschadigd. Drie schoten op eene
nieuwe geheeie en twee op een nieuwe halve plaat hadden het
zelfde gevolg.
De Staatscourant van gisteren bevat een bij het departement
van koloniën ontvangen regeringstelegram, gedagteekend
Batavia, 13 oktober IS62. Het luidt: „Niets bijzonders."
Wertoeniiiigen cn besluiten.
belastingen enz. Opgeheven het ontvangkantoor der
direkte belastingen en akcqnsen te Steenwijkerwold en veree-
nigd met dat van Steenwijk c. a., en benoemd tot ontvan
gers der direkte belastingen en akcijnsen te Steenwijk c. a.,
mr. P. C. J. van Ghert, thans kommies bij het departement
van financiënte Tholen c. a., de heer J. D. de Bloeme, thans
ontvanger der direkte belastingen en akcijnsen te Steenwij
kerwold.
Rerk- cn schoolnienws.
LI. zaturdag vergaderden te Tholen de leden van 't school
onderwijzers-gezelschap in het 3e schooldistrikt van Zeeland,
onder voorzitterschap van den distrikts-schoolopziener rnr.C.