het konservatoire en andere deskundigen als een voortreffe lijk plaatsvervanger van den violoncel wordt aanbevolen. Dit instrument is iets grooter dan eene alt, is met vijf snaren, waarvan drie zilveren en twee darmsnaren, bespannen, terwijl tde eersten iets sterker zijn dan bij den cello, om door sterkt e vergoeden hetgeen zij aan lengte mist. Overigens wordt deze tenor-viool als een gewone viool bespeeld, zoo dat ieder violist haar spoedig meester kan worden. De behandeling van de zaak deshertogs de Grammont-Caderousse. betrekke lijk zijn duel met den heer Dillon, zal op 15 december voi> r het hof van Versailles worden behandeld. Ten gevolge van een barbaarsch gebruik te Napels, worden de pasgeborenen welke ongedoopt gestorven zijn, niet begraven, maar in een grooten kelder geworpen onder de kerk Santa Maria la Nuova, alwaar zij ten prooi strekten aan eene groote menigte afschuwelijke groote ratten. Niettegenstaande de vikaris en kardinaal te Napels de onbeschaamdheid zoo ver hebben dur ven drijven om te protesteren tegen een besluit van het ge meentebestuur, waarbij dit gebruik werd afgeschaft, heeft men zich daaraan niet gestoord en zal nu voortaan, ook ter voorko ming van besmetting, een gedeelte van het groot kerkhof van Poggio Reale tot begraafplaats voor deze ongedoopten be stemd worden. De internationale tentoonstelling te Lon den is zaturdag gesloten. Daarbij h$»eft geene andere plegtig- heid plaats gehad dan het zingen van het volkslied en de uitvoering van andere muziekstukken door een talrijk koor, met beoeleiding van de in het gebouw aanwezige orgels. Op den laatstcn dag, waarop de tentoonstelling geopend was, is zij nog door ruim 36,000 personen bezocht, die meerendeels ook bij de sluiting tegenwoordig waren. In de laatste week heeft het getal der bezoekers 319,011 bedragen. Het aantal der bezoekers van de tentoonstelling is in het geheel geweest 6,117,450, dat is 87,000 meer dan in 1851. Het grootste getal der bezoekers op e'e'n dag is geweest 68,701. De ontvangst bedroeg ongeveer 510,000 p. st. Er zal vermoedelijk een te kort van 20 a 25,000 p. st. zijn. Men moet evenwel in aan merking nemen dat den aanleg van het gebouw eene uitgaaf vereischte van 200,000 p. st.,benevens 70,000 p. st. aan onder scheidene onkosten buiten het aangenomen plan, waardoor de uitgaven oneindig aanzienlijker zijn dan bij de tentoonstel ling in 1851 Burgerlijke stand. Middelburg-. Eerste huwelijksafkondiging den 2 dezer M. de Vos, jm. 19 j. met C. J. Luik. jd. 22 j. L. J. Goeman, jm.-iSj. met A. Tack, jd. 27 j. J. L. Smits, jm. 25 j. met J. Reijnenberg, jd. 24 j. C. Boogaard, jm. 34j. met H. W. Kraa- mer.jd. 30j. (Van 25 oktober tot 1 november.) Vlissingen. Gehuwd: L. A. van Hoeke, jm. 23j. met H. Leuis, jd. 24 j. Bevallen J. A. Baljé, geb. Streefkerk, z. C. H. P. Koster, geb. Hansen, d. I. F. Huser, geb. van der Eijk, z. E. W. de Jong, geb. Pikaar, d. L. Koeman, geb. Leijnse. z. I. P. Baan, geb. Pieters, z. I. L. Gorbelijn, geb. Simmons, d. II de Moor, geb. Poloi, d. M. R.'Quite,'geb. Sjoe'hs, z. Ms. C. Vermeesch, geb. Ekkers, z. A. M. L. Bos. geb. ten Haken, d. C. J. Jansen, geb. Kleineeder, z. (levenl.) T. Kamermans, geb. van den Houten, z. M. II. Jorissen, geb. van den Bogaard, d. Overleden: I. P. A. Klaassen. vrouw van A. de Fouchier, 43 j. K. L. Lust, man van Obbelaur, 65 j. A. Daane, z. 4 m. D. Baan. man van A. J. Swalp, 43 j. C. J. Kleineeder, vrouw van P. J. Jansen, 30 j. Goes. Bevallen: M. Olbertijn, geb. Reijnhout, z. C. Krie- kaard, geb. Taillie, d. A. de. Brandt, geb. Reijnas, d. S. Staf, geb. de Beste, d. C. M. vau Kalmthout. geb. Kievits, d. A. E. Strijards, geb. Clement, d. C. Hootsmans, geb. Govers, d. OverledenA. II. Plompe, z. 4 m. M. van der Aagen, wed. van F. van Geersom, 66 j. M. K. Borgs, d. 3 j. II. Blaas of Reijnhout, wedn. 77 j. (te Dordrecht.) Zierikzee. Gehuwd: A. Timmermans, wedn. 24 j. met E. Biesheuvel, jd. 24 j. W. Regoot, jm. 23 j. met W. de Bie, jd. 29 j. II. Monte, wedn. 56 j. met II. J. Lagcher. wed. 48 j. Bevallen J. Pieterse, geb. Oldericks, z. C. Broeksmit, geb. Voorbeijtel Gannenburg, 7..C. Olree, geb. Abrahamse, d.P. C. Zegers, geb. Rhodes, d. J. van den Berg. geb. Baljé. z. J. F. Zuurdeeg, geb. Neeb, z. Overleden: J. B. Besseling, wedn. van M.H.C.Bender, 5S N. A. Riedijk, z. 7 w. M. C. Meijll. d. 6j. Tliermometerstand. 5 nov. 's av. 11 u. 50 gr. 6 's morg. 7 u. 50 's midd. 1 u. 54 's av. 11 u. 50 r. 7 's morg. 7 u. 50 's midd. L u. 51 gr. Staten generaal, tweede kamer. Memorien van beantwoording Kanaal door Holland op zijn smalst en verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee. Op den wensch van sommigen dat de ministers van oorlog en marine de memorie van toelichting mede zouden ondertee kend hebben, antwoordt de regering dat die ministers in deze zaak gekend zijn, maar dat hunne onderteekening eene nut- telooze formaliteit zou wezen, daar deze wet toch van het ge- heele ministerie uitgaat. Beide werken zijn in ééne wet zamengevat, omdat er meer belangen zijn betrokken bij de gelijktijdige uitvoering der beide ontwerpen, dan bij de wijze waarop de verwezenlijking dier ontwerpen kan worden verkregen. Beide werken moe ten, naar het oordeel der regering, als ééne zaak worden be schouwd en behandeld. Tot behoorlijke verdediging van den nieuwen toegang,dien het kanaal door Holland voor den vijand zou opleveren, acht de minister van oorlog niets noodig dan een fort tot sluiting van den westelijken mond van het kanaal, en eenige eenvou dige verdedigingswerken tot verzekering van de toegangen die naar de leidijken van het kanaal voeren, alsmede tot be veiliging van sluizen, die voor inundatien noodig zijn. Voor het wel gelukken der verbetering van den rotterdara- schen waterweg blijft de regering rekenen op onze technici, die de uitvoering zoowel voor mogelijk houden, als in het belang der Maas ernstig aanbevelen, Het is hier niet te doen om een vierden toegang uit zee te scheppen, maar om één der drie bestaande toegangen geheel te verbeteren. Briefwisseling over bet boeR van den heer Money. De stukken welke betrekkelijk deze zaak, als bijlage van de memorie van beantwoording van hoofdstuk IX derstaats- begrooting voor 1863, dezer dagen zijn medegedeeld, zijn tweeërlei. Het eerste stuk is een uitvoerig schrijven van den heer Mo ney, gedagteekend Londen, augustus 1862, tot staving van liet in de voorrede van zijn boek medegedeelde, dat hij officiële opgave van de indische regering heeft ontvangen, alsmede afschrift eener lijst van 52 stukken, waarvan slechts 2 in zijn werk gedrukt zijn en waarvan het meerendeel hem tot de zamenstelling van zijn geschrift door den heer Fraser, britsch konsul te Batavia, naar Calcutta zijn overgemaakt. De lieer Money beweert o. a., flat genoemde heer Fraser hem telkens verbeterde stukken heeft overgezonden, dat de goevemeur- generaal Pahud met den heer Fraser dikwijls over een en ander had gesproken en dat-hij geheele hoofdstukken en een gedeelte van de voorrede van zijn werk gedrukt onder de oogen van den afgetreden landvoogd had doen komen, in het laatste waarvan dank gezegd wordt aan de officiële personen, die hem mededeelingen hadden verstrekt. De toedragt dei- zaak, geheel in strijd met het vroeger stelsel van geheimhou ding. had hem, naar het schijnt, geheel ten onregte, er toe ge leid. den heer Pahud eene vrijgevige zucht toe te schrijven, om het doel van den schrijver te bevorderen. De tegenstan ders van het vroegere regeringsstelsel op Java meenden, dat het werk om zijn oorsprong eenzijdig zou zijn, maar zegt de heer Money, niemand verwachtte dat het Java-goevernement het zon repudiëren of ontkennen, dat de mededeelingen, juist of onjuist, uit officiële bronnen waren geput. De schrijver was dus verbaasd zijn werk in de uit Indië aan de kamer overge legde stukken geheel en al onjuist te zien verklaren, want zijn zijne opgaven onjuist, dan is het Java-goevernement, zegt hij, niet alleen te laken wegens de onnaauwkeurigheid der mede gedeelde stukken, maar omdat men iemand anders misleid heeft, die zich veel moeite gaf om juiste opgaven te verkrijgen en voor wie de uitkomst volstrekt onverschillig was. Dit ge heele stuk, 8 bladzijden druks beslaande, is in de engelsche taal geschreven. - Het tweede dokument is een brief van den gewezen goever- neur-generaal Pahud aan den minister van koloniën, gedag teekend 's Gravenhage 29 augustus 11. De heer Pahud ver klaart daarin dat de heer Money zich vergist wanneer bij onderstelt dat de mededeelingen van goevernementswege gedaan zijn. Wel heeft de goeverneur-generaal inzage gehad van eenige blaadjes van het werk van den heer Money, Appli cation of India, doch hij is niet met den heer Fraser in voort durende gemeenschap g^^est, zoo als de heer Money meen de. Mij had alleen door het werk van den heer Money zelf, en door andere personen van de verstrekte medewerking ken nis gekregen. De heer Pahud eindigt zijn brief met de betui ging dat hij met veel belangstelling de uitgifte heeft tegemoet gezien van dat werk, waarin door een vreemdeling regtraatige hulde is gebragt aan het kultuurstelselwaaraan Java en Nederland beide een vvoeger ongekende bloei en welvaart verschuldigd zijn. AI gemeen overzfgt. Griekenland moet al zeer ongelukkig zijn, als liet thans niet den vorst kan erlangen, dien het wenscht, want men biedt eene verzameling kandidaten aan, waarin bijna alle natiën en vorstelijke stamhuizen van Europa voorkomen. Er is een rus- sische kandidaat, een grieksche, een duitsche, een belgische, een engelsche, een italiaansche; men verwonderde zich over de afwezigheid van een frausehen kandidaat: ook deze is thans gevonden in prins Napoleon. Is er nu onder die allen geen goed grieksch koning te vinden, dan moet men wel tot de kon- klusie komen dat Griekenland al wonder-moeijeiijk te bestu ren is of dat het koningschap al tot eene zeer geringe gehalte is afgedaald. In eene atheensehe korresponder.tie van La France wordt gemeld dat bet voorloopig bewind zicli in de grootste moeije- lijkheden bevindt, wegens het bestaan van eene magtige repu- blikeinsche partij, welke een bondsstaat wil zaraenstellen en daarbij de turksche grensprovinciën in opstand zoekt te brengen. Het voorloopig bewind had derhalve het plan op gevat om de verkiezingen te vertragen. Andere bladen trek ken echter dit berigt van de Laguéronnières blad zeer in twijfel. ilet blijft nog zeer moeijelijk de gevolgen le berekenen, welke de grieksche onlusten na zich zullen slepen. Het eenige besluit, hetwelk daaruit nog te trekken is ligt in de woorden van den Courrier du dimanche „De grieksche revolutie zal in meerdere of mindere mate een gevolg hebben, hetwelk zekerlijk thans niet te verachten is, en wel vooral niet door den heer Ratazzi. Het latijnsche ras, wuft en ligtzïnnigals het is, zal nu totin het oneindige den 23 oktober beredeneren. Men zal daardoor de romeinsche kwestie vergeten, welke nu ft>ch den naam bezit van onoplos baar te wezen en welke de belanghebbenden nu kunnen op lossen door de vergetelheid zelve, waarin haar de grieksche kwestie zal storten, want wij leven in een tijd waarin eene nieuwe kwestie aan eene oude tot oplossing strekt, evenals La Rochefoucauld verzekert dat de menschen zich van den eenen hartstogt slechts door een anderen genezen." Volgens La patrie heeft graaf Russell eene cirkulaire gerigt aan de engelsche agenten in den vreemde, ten opzigte der grieksche aangelegenheden. Mag men La patrie gelooven dan zou de graaf zich daarin voor het beginsel van non-interven tie verklaard hebben, met den eisch dat de artikelen van het protokol van 3 februari] 1830 zouden gehandhaafd worden, volgens welke de kroon van Griekenland niet zou kunnen worden opgedragen aan een prins, die tot een der regerende stamhuizen in Fiankrijk, Engeland of Rusland behoorde. Betrekkelijk de ontmoeting tussehen italiaansche karabi- niers en oostenrijksche soldaten, welke dezer dagen aan den regter oever van de Po plaats had, heeft de italiaansche rege ring aan den oostenrijkschen gezant te Turijn eene nota doen toekomen. De meeste europesche regeringen hebben reeds den tegen- woordigen vorst vanTunis blijken van belangstelling gegeven bij het tot stand brengen van de nieuwe organisatie in zijn rijk. Engeland, Frankrijk, Pruissen en Italië gingen voor, thans is ook Oostenrijk gevolgd. Uit de beknopte beschou wing van de nieuwe konstitutie welke wij in dit noinraer onder de rubriek Mengelingen raededeelen, kan men opmaken dat de bijnaam van „besehaver van Afrika" welke men aan den bey Mohammed El Sadok heeft toegekend, niet onver diend is. Ten gevolge van het voorgevallene in de wateren van Cuba met het schip Blanche, heeft het spaansch ministerie in zijne op eergisteren gehoudene buitengewone vergadering, besloten daarvoor voldoening teeisehen van hetkabinetteWasliington. Ook Engeland zal zich daarover beklagen; The morning post meent niet zonder reden dat het goevernement der noor delijken den kommandant van liet anierikaansche schip zal desavoueren. Volgens berigten uit Mexiko zal de generaal Forey de aan komst van den generaal Bazaine afwachten alvorens tegen de hoofdstad op te rukken. Intusschen zijn er werkplaatsen op- gerigt om den spoorweg van Vera-Cruz naar Onbaza zoo spoedig mogelijk aan te leggen. Ten gevolge van de noodza kelijkheid om dezen ijzeren weg in uieer of mindere mate op te hoogen ter bescherming tegen overstroomingen en tegen den regentijd, zal deze weg aan Frankrijk 30 millioen kosten. Daar het nu wel niet denkbaar is dat Napoleon deze 30 milli oen zal opofferen, met de zeer platonische genegenheid ver vuld om het leven der mexikanen daardoor te veraangenamen, kan men ook hieruit afleiden dat er eene langdurige bezet ting van Mexiko kan worden te gemoet gezien. De uitkomst bewijst dat wij ons ook ditmaal niet bedrogen hadden door weinig geloof te hechten aan de fransche be rigten, volgens welke de geele koorts geweken was. Van verschillende zijden wordt berigt dat zij meer dan ooit woedt en nog dezer dagen de beide fregat-kapiteins Moltet en IIos- sard heeft doen bezwijken. De laatste berigten uit China maken melding van onlusten die den toestand van het hemelsehe rijk weder zeer onrustig doen zijn. De rebellen hadden zich van Shanghai verwijderd, doch op andere punten talrijke verwoestingen aangerigt. On geveer vijf en twintig steden waren in hunne handen gevallen, terwijl de mandarijnen overal werden vermoord. Omtrent de krijgsbewegingen van liet keizerlijk leger, hetwelk tegen de opstandelingen was uitgezonden, was nog niets bekend. Overi gens was op 26 september naar men uit Canton berigt eene zamenzwering ontdekt, ten doel hebbende om de stad in brand te steken en de mandarijnen om te brengen. Talrijke arrestatiën waren van die ontdekking het gevolg geweest. Uuitsciilaiul. Eene beschouwing over de vergadering, welke onlangs te Frankfort is gehouden, bevat het volgende: „Met toestemming van den heer burgemeester heeft de reaktie te Frankfort eene liberale komedie opgevoerd, welke echter weinig bijval heeft gevonden. Het was helaas eene trilogie! Gedurende drie dagen hebben de ijverige voorstan ders van het verleden, de steun pilaren der historische traditiën, der zoogenaamde orthodoxe geloofsbelijdenissen, der als ver standig onderstelde denkbeelden, der als heilig beschouwde belangen, aan Duitschland overbluft door zoo veel aplomb vaderlandslievende voorstellingen gegeven in de vrije stad aan de boorden der Mein. „De schets van het stuk was wij slim vervaardigdmen kon er h'et savoir-faire en de tooneelhekwaamheden der wee- ner kanselarij in erkennen. De intrige was kunstig gespon nen zij verraadde de hand van een talentvol persoon, die reeds eenigen tijd zijne eerste optreding achter den rug had. Maar waarover handelde men dan? Wel bij den hemel! over niets minder dan liet duitsche volk zijne ingenomenheid met het National-Verein te ontnemenen liet over te halen om een tnariage de raison te sluiten met de adellijke dame Reaktie. Maar dit is niet zot genoeg om zich te laten inpakken door teedere lonken of schaamachtige gemaaktheden eener oude douairière met een kapsel a l'oiseau royal. Het heeft er om gelagchen met zijn levendigen plompen lach, en zich om gekeerd om zijn offers te brengen aan de vereeniging tot bij stand van ontslagen afgevaardigden. „Maar welke ellendige akteurs waren daar ook nietDe gewone tooneelspelers der reaktie: Rechberg, Beust, Dalwigk hadden zich achter de schermen moeten houden zij hadden hunne plaats moeten inruimen aan provincie-celehriteiten, aan eenvoudige figuranten, aan de hcerenWeissvan Mmichen, Wydenbruck uit Beijeren, Witte uit Hannover, Barnbühler van Stuttgard, Brinz en Wildayer uit Oostenrijk, Minchelis van Munster en andere politieke minderheden. Terwijl echter de socialistisQhe ex-demokraat, Julius Fröbel, zijn monoloog deklameerde, heb ik in het hokje van den souffleur het scherp geteekend gelaat van den heer Scliraerling tneenen te zien. „Ilet vreemdsoortige en nieuwe van het schouwspel om reaktionairen volksregtbanken te. zien houden had een tal- looze menigte op de tribunes gelokt, waaronder een zeergroot aantal dames. Wanneer wij daar bijna vier honderd reaktio nairen bijeen zagen, uit alle streken van Duitschland op Oos tenrijks stem te zamen gevloeid om de onverjaarbaarheid der regten van het Habsburgsche huis op de keizerlijke kroon van Duitschland te betoogen, dan blijkt daaruit welke over-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2