gehouden te bestaan. Op 20 en 21 oktober braken in alle ge
deelten des lands onlusten uit, en koning Otto, die sedert lang
een afkeer had van zijn toestand, heeft zijne plaats ingeruimd
aan een voorloopig bewind, na te hebben afstand gedaan van
den troon ten voordeele van zijn broeder Luitpold van Beije-
ren. De eerste handeling van dit bewind, aan welks hoofd
Maurocordato, de man van engelschen invloed geplaatst werd,
was een dekreet, waarbij de dynastie vervallen werd verklaard,
niet uit naam van het volk maar uit naam van het garnisoen.
Het is dnsgeene volksbeweging, welke in Griekenland heeft
plaats gehad, maar eene militaire revolutie.
„De geschiedenis van het grieksclie rijk is sedert de laatste
dertig jaren van zijn bestaan, slechts eene lange rij van intri
ges en burgerlijke of militaire zamenspanningen geweest.
Slechts aan het geduld der beschermende mogendheden en
aan de zachtmoedigheid van den beijerschen prins, die tot den
griekschen troon werd geroepen, is Griekenland zijn bestaan
tot nog toe verschuldigd. Had men dit rijk aan zich zeiven
overgelaten, het zou sedert lang ineengestort wezen en ten
prooi hebben gestrekt aan de turken.
„Met. uitzondering van Rusland, zal geen hunner de laatste
gebeurtenissen met genoegen hebben aanschouwd. Voor alles
zullen zij moeten beletten dat de anarchie zich in het rijk
vestige, maar vervolgeus zullen zij zich zonder twijfel niet
beijveren om den hertog van Leuchtenbergof eenigen anderen
kandidaat van Rusland op den griekschen troon te roepen."
The times geeft de volgende weinig gunstige beschou
wing omtrent den vervallen verklaarden koning van Grieken
land
„Wat den ongelukkigen vorst betreft, wiens naam thans bij
de groote lijst der rondzwervende vorsten is gevoegd, vreezen
wij dat. er geen enkel woord ten zijnen gunste te zeggen valt.
Het is niet waarschijnlijk dat het meest achteruitgang voor
staande ministerie van Europa, een enkel man bezit, die zou
aanraden om den vorst in de herovering van zijn koningrijk
bij te staan. Zoo ooit, dan heeft zekerlijk koning Otto de vol
ledigste bewijzen gegeven van ongeschiktheid om te regeren.
„Sedert hij den troon beklom heeft hij slechts kwaad be
rokkend; nooit is bet grieksche volk iets aan zijn initiatief
verschuldigd geweest. Als de drie groote mogendheden tot
den ondergang van dezen kleinen staat hadden besloten, dan
zouden zij waarlijk geen beter werktuig daartoe hebben kun
nen kiezen dan dezen zwakken vorst, wiens eenige bekwaam
heid bestoud in bedrog, iets waarop de slechte vorsten zich
dikwijls zoo beroemen en die gewoonlijk tot hun verderf
leiden.
„Thans is het einde gekomen. Het grieksche volk is einde
lijk, bemerkende dat het rijlc telken dage een voorwerp van
haat en verachting voor Europa werd, en wetende dat deze
treurige toestand van zaken de schuld was van de regering,
ontwaakt uit den slaap, waarin het sedert dertig jaren was ge
dompeld. Otto had nog eenige kans toen het garnisoen van
Nauplia was opgestaan.
„Immers, wanneer hij na de onderdrukking van dien op
stand den vrede hersteld had met zijne onderdanen, dan zou
hij nog op den troon zijn en welligt ais vorst van een meer ge
ëerbiedigd en meer uitgebreid Griekenland. Geene enkele
verbetering kwam echter tot stand.
„De vorst was zwakker en stijfhoofdiger dan ooit, en eene
revolutie, aan wier hoofd de eerste famieljes stonden, was het
gevolg daarvan, welke Otto en zijne dynastie onttroonde. Het
is tluvns de zaak van Griekenland om zijne regering te kiezen,
en wij zijn verzekerd dat de staatkunde van non-interventie,
ten opzigte van Italië verkondigd, ook betrekkelijk Grieken
land, streng in toepassing zal gebragt worden door de groote
mogendheden."
The daily news bevat het volgende omtrent de grieksche
aangelegenheden
„De grieksche natie heeft slechts de dynastie vervallen ver
klaard. nadat zij vruchteloos alle pogingen in het werk had
gesteld om een beter bestuur te verkrijgen. Koning Otto beeft
voortdurend geweigerd om het land een stap verder te bren
gen op den weg van vooruitgang. Het zal de pligt wezen van
den koning of den president, die Griekenland voortaan zal
besturen, om de magt van het koningrijk te vergrooten en zijn
grondgebied te trachten uit te breiden. Europa verwacht deze
resultaten in het belang der heschaving. Otto heeft nimmer
begrepen dat zijne regering tot roeping had om, door hare
meerderheid te bewijzen, den weg te banen in het oosten, voor
de herleving dezer verre gewesten."
The morning post beschouwt de omwenteling veel minder
filosofisch en geruststellend dan andereengelsche dagbladen,
vooral met beti-ekkmg tot den invloed, welken deze kan
hebben op Europa. Zij verontrust zich zeer over de eer
zuchtige plannen, welke zij toeschrijft aan het voorloopig be
wind te Athene, betrekkelijk de grieksche provinciën van
Turkije, vooral daar deze plannen hoogst waarschijnlijk bij
andere mogendheden en vooral bij Italië ondersteuning zou
den vinden.
Ten bewijze van dit laatste, voert het engelsche dagblad
aan dat in vroegeren tijd de heer llatazzi aan den generaal
Garibaldi hulp zou beloofd hebben van de italiaansche rege
ring. als hij zich aan het hoofd stelde van de grieksche revo
lutie, welke in dien tijd reeds voorzien werd. Het blad
beweert eindelijk dat uit de grieksche kwestie belangrijke
verwikkelingen kunnen ontstaan, bij wier vooruitzigt het
slechts de hoop gevestigd houdt op Engeland, hetwelk gereed
is voor de worsteling en eene vloot heeft gezonden om voor
het behoud van Turkije te waken.
Volgens La patrie moet de wijze waarop Griekenland in
1830 tot stand is gekomen de interventie der mogendheden
ten gevolge hebben, en zou deze interventie welke noodwen
dig slechts diplomatiek kan zijn, reeds de aandacht der be
langhebbende mogendheden tot zich geroepen hebben. Zon
der het woord kongres uit te spreken antwoordt Le temps
hierop lokt toch La patrie de gedachte daartoe uit. Maar
er is een regt hetwelk alle andere beheerscht, zelfs dat der
diplomatie, en dit is het regt dat deu grieken toekomt om over
den ledigen troon te beschikken. Het werk der diplomatie
kan en mag slechts na het volbragt werk der natie komen.
Het voorloopig bewind neemt zijne maatregelen met eene
juistheid en bepaaldheid, welke daaraan door het volksenthu-
siastne gemakkelijk worden gemaakt en het is waarschijnlijk
dat de nationale vergadering spoedig bijeen zal komen.
Italië.
De vergaderingen van het parlement beloven stormen,
waaronder het ministerie belangrijke schokken zal moeten
doorstaan. De zestien afgevaardigden der partij, welke ge
looft dat Italiës heil nietin woorden maar in daden bestaat,
heeft reeds verscheidene vergaderingen gehouden waarbij
besloten is om het ministerie wegens zijne ïranschgezindheid
anti-italiaansch te verklaren, schuldig aan iukonstitutionele
handelingen ter zake van de arrestatie van afgevaardigden
en de in staat van beleg verklaring, terwijl zij eindelijk^ullen
voorstellen om tot voorloopige hoofdstad eene andere stad te
kiezen dan Turijn, zoo lang men Rome niet kan erlangen.
Van andere zijden wordt berigt dat er ook vergaderingen van
afgevaardigden zijn gehouden, waarop het besluit is genomen
om het ministerie te ondersteunen.
Volgens de italiaansche dagbladen zou Tristany, de be
kende rooverhoofdman zich met twintig zijner manschappen
te Veroli aaneen franscli detachement hebben overgegeven.
Le temps bevat de volgende brief uit Rome
„Wij hebben hier een oogenblik van opschudding gehad
bij de ontvangst der tijding van het ontslag des ministers de
Thouvenel, maar het was slechts van korten duur. Ik verheug
mij thans dat ik geen geloof heb geslagen aan hetgeen men
mij zeide omtrent eene waarschijnelijke wijziging in het paus-
selijk ministerie in overeenstemming met die, welke in het
fransch kabinet had plaatsgegrepen.
„Wat beteekent die persoonsverandering na den keizerlij
ken brief van 20 mei 1 Deze brief biedt een waarborg aan
Yoor hetgeen nog van het pausselijk grondgebied is overge
bleven, maarzij sluit de reaktie uit. Hoe men derhalve ook
te werk ga, llonie kan op dezen grondslag niet in onderhan
deling treden. liet zal even koud. onveranderlijk en onhandel
baar blijven als voorheen en men kan slechts rekenen op eene
stelselmatige on verscliilligheid. Ten hoogste zal het zich vol
daan betoonen over de keuze der nieuwe onderhandelaars,
mannen als de heer de La Tour d'Auvergne, oud vriend,
broeder van een prelaat, die aartsbisschop van Bourges is. De
wederzijdsche beleefdheidsbetuigingen zullen toenemen, maai
de kloof welke men moet overschrijden, zal steeds dezelfde
blijven. Gij kunt er verzekerd van wezen dat men te Rome
aan de verandering in het fransch kabinet veel minder waarde
hecht dan de klerikale dagbladen te Parijs. Ik voeg hierbij
een gesprek dat ik heb gehad met een persoon, die geatta
cheerd is aan de staats-sekretarie.
Wat dunkt u van deze verandering, monseigneur?
Ik verwacht er geen groot voordeel van.
Welk plan zou er achter schuilen
Och, waarschijnlijk zal de fransche regering, die zich
tot hier toe te vreden had gesteld ora ons over te halen tot eene
toenadering tot Italië, thans trachten ons te doen onderhan
delen op den brief des keizers als groudslag, derhalve op den
waarborg van het tegenwoordig grondgebied.
Maarzij heeft dit hier reeds nutteloos beproefd.
Zekerlijk, daarom zal zij zich ook nu tot de zijde vau
Turijn keeren. Loopen die onderhandelingen gunstigaf, dan
kan onze toestand daardoor ongunstiger worden, want men
zal dan beweren dat wij alleen een hinderpaal zijn, datPie-
mont toenaderingsgezind is enz. Zijn die onderhandelingen
vruchteloos, gelijk wel te verwachten is, dan zal de fransche
diplomatie zich tusschen twee „non possumus" bevinden in
plaats van ëën, een toestand welke verre van aangenaam zal
wezen.
Gij zijt er clus ten slotte niet over te vredeu
Zekerlijk, ik ben tevreden dat er zich eene beweging
ten gunste der kerk vertoont, en de wijziging in het ministe
rie is daarvan het bewijs: maar in de tegenwoordige rigting
der kerkelijke diplomatie, kan ik slechts het begin eener an
dere phase van gevaar zien voorden heiligen stoel, als Pie-
mont afstand deed van Rome en gewaarborgd werd ten op
zigte van deoverweldigende provinciën en een nederlaag voor.
de keizerlijke staatkunde, als Piemont even als wij weigert.
Spreekt men nog ernstig over de aftreding van den
heer de Merode en van den kardinaal Antonelli
Ik kan u verzekeren dat daarvan tot nog toe geen
kwestie is geweest."
IXtiE E\!S T1 K K EX.
Zangschool.
Het jaarlijksch examen der leerlingen van de zangschool
der Vereeniging tot bevordering der toonkunst hier ter stede,
onder de leiding van den heerW.R. Ceulen. gehouden woens
dag 29 oktober 11., heeft wederom bewijzen geleverd van het
degelijk en doelmatig onderrigt op die school, welke nu reeds
bijna dertig jaren bestaat.
Het programma bestond voor de laagste klasse uit: aller
eerste oefeningen uit W. Smits, le deelvoorts tweestemmige
oefeningen en meer uitgebreide in verschillende toonaarden.
Liederen met woorden „De morgen in de natuur," „Avond
zonlicht" en „Mijn lied."
Yoor de hoogste klasse: oefeningen over verschillende
intervallen uit W. Smits, 2e deel; tweestemmig koor „God
zij ons genadig;" driestemmige liederen „De sterren" en
„Naar buiten." Voorts door een kleiner getal leerlingen twee
driestemmige liederen, woorden van dr. Ileije, muziek van
W. Smits, „Een vrolijk lied" en „Pluk bloemen." Tot slot
door de geheele klasse de kinderkantate „Jezus is eeu kinder
vriend," naar bet gedicht van Van Alphen, muziek van Van
der Wulp.
Een zigtbarc lust en ijver bij de leerlingen gaf duidelijk
blijken, dat zij begrip en gevoel hadden van 't geen zij voor
droegen.
Wanneer wij mogen aannemen dat de kennis der toonkunst
ook behoort onder de eischen der tegenwoordige beschaafde
opvoeding, dan mag deze instelling niet met onverschilligheid
voorbij gezien worden.
De leerlingen uit deze school voortgekomen, zij zijn het,
die hier de beoefening der toonkunst helpen in stand houden
en verder voortplanten. Zoodanige resultaten heeft de zang
school reeds sedert jaren opgeleverd, getuige de zangvereeni-
ging Tot oefening en uitspanning, wier oprigting en bestaan
een uitvloeisel is der zangschool. Het muziekgezelschap Uit
kunstliefde waar vele werkzaam zijn geweest, en nog zijn, die
hunne eerste ontwikkeling en opleiding op deze school hebben
verkregen.
Wij meenen niet te veel te zeggen, wanneer wij beweren dat
onze zeeuwsche muziekfeesten, van welker laatste ons de her
innering nog zoo aangenaam voor den geest zweeft, mede niet
weinig aan deze school te danken hebben gehad. Na de opsom
ming van zoodanige resultaten mag men verwachten dat de
belangstelling steeds levendiger zal blijven. En toch zijn er
nog zoo velen die met schijnbare onverschilligheid hetnutder
zangschool voorbijzien. De betrekkelijk geringe kontributie
kan toch geen beletsel zijn. Men betaalt f 10 in het jaar als
lid der vereeniging, waarvoor men een kind aan de lessen der
zangschool kan doen deelnemen, en bovendien nog een uit
stekend koncert op deu koop toekrijgt.
Plet bestuur der vereeniging beijvert zich te zeer in het be
lang van de goede zaak, om niet aanspraak te mogen maken
op eene ruime deelneming. Redenen van terughouding zijn
soms bij ouders, het twijfelachtige of het kind wel den r.oodi-
gen aanleg zal hebben. Die aanleg, welke soms zeer diep zit,
moet daar ontwikkeld worden, en dit geschiedt naar deu aard
van het onderwijs, daar oneindig veel gunstiger dan bij pri
vaat onderwijs. Blijkt het waarlijk dat bij den leerling geen
aanleg op te sporen is., welnu men heeft voor één jaar slechts
f 10 verspeeld.
Wij merkten op dat de verhouding tusschen het aantal
jongens en meisjes zeer ui'.een liep. De laatste hebben veelal
de groote meerderheid, en terwijl wij geene enkele van deze
wenschen te missen, zagen wij gaarne het aantal jongens tot
eene betere verhouding toegenomen. Zij toch zijn liet, die tot
jongelingen en mannen gerij pt, niet alleen materiëel de belan
gen der toonkunst ondersteunen door hare vokale en instru
mentale beoefening, maar ook haar krachtigste verdedigers en
voorvechters zijn in den strijd tegen bekrompenheid en voor
oordeel.
Geen jongeling van welken stand of rang in de maatschappij
ook, zal den tijd aan het onderwijs in de toonkunst besteed,
betreuren, want behalve de nuttige en genoegelijke ontspan
ning die hij in have beoefening vindt, strekt deze hem menig
maal tot geleibrief, om toegang te erlangen tot kringen ook in
den vreemde, waarvan hij anders zou uitgesloten blijven. Een
andere opmerking mogen wij hier niet voorbijgaan, namen-
lijk het verkeerde begrip dat bij velen beslaat, als zou het
voldoende zijn, dat de eerste beginselen onderwezen worden,
door iemand, al staat hij of zij in bekwaamheden niet zoo hoog
aangeschreven. Veel wordt dan reeds bedorven, daar een op
pervlakkige kennis van het noodzakelijkste, en maaral te dik
wijls door eene verkeerde rigting in den smaak, die dan later
zoo moeijelijk te verbeteren is. Nog verkeerder is het de kin
deren eerst privaat onderwijs te laten genieteu en ze dan latei-
naar de zangschool te zenden. Neen, eerst minstens een of
twee jaren naar de zangschool, daar moet de grond bereid en
vruchtbaar gemaakt worden, en hetgeen dan later bij degelijk
privaat onderwijs zal voortgebragt worden zal zich door snel
ler vorderingen openbaren.
Sluiten wij deze regelen met den wenseh, dat door ieder zal
begrepen worden, dat de beoefening der toonkunst niet moet
bestaan in het slechts voortbrengen vau ijdele klanken in
oogenblikken van verveling, maar dat wanneer zij degelijk en
waar beoefend wordt, zij liet gevoel verfijut, den geest ver
edelt en niet zelden medewerkt tot veraangenaming vah het
leven, in zijne hoogste beteekenis. X.
ZE ETIJ HINGEN.
Sedert 29 dezer is uit zee gekomen, bestemd naar Antwer
pen Canton, gez. Hammond, Yarmouth.
Van Antwerpen naar zee gezeildCarthagenian, gez. Run-
dell, Mystery, gez. Hudson, Caroline Philips, gez. Philips, allen
naar Londen; Sylvan, gez. Pearson, Cardiff; Eugenie Marie,
gez. Raoult, Passerose, gez. Craisier, Pille tie Ouitre. gez. Le-
part, allen naar Bordeaux; Lucknow, gez. Mix, New-York
Anna, gez. Beekman, GigouLucien, gez. Bracegudle, Shum-
mer of the Sea, gez. Prist, beide naar Genua; Marie Pictorine
gez. Lorine, St. Sebastian; Floragez. Hansen, Engeland;
Presidentgez. Kruze, Port au PrinceTwo Brothers, gez.
Ritchard, Grinock; Alwine, gez. Bette, Malta; Carl, gez.
Hagenberg, Riga; Minna, gez. Segebarts, Aux-Caj^es. Van
Dendennonde gezeild: Jantje Eerman, gez. Boiten, Londen.
Van Neuzen: Cruiser, gez. Nolls, Lowestoft. Van Brussel:
Kachell Ann, gez. Chnio, Era, gez. Shrittiff, beide naar Lon
den. Van LeithLouise, gez. Grandet, Charente; en van
Gent gezeild: Augusle, gez. Waldack. Liverpool.
Gisteren zijn van de recde van Veere naar zee gezeild
het sehoonerschip Maria Louisa, gez. T. D. de Ruiter, van
Middelburg naar Buenos Ayres, met een lading diverse goede
ren en de heer J. J. Dupout en echtgenoot van Antwerpen
als passagiers; cn het sehoonerschip Calharina Elisabeth, gez.
J. Pander, van Middelburg met uijen naar Engeland.
•A., lUKDELSBESlIGTEN.
^.Graanmarkten enz.
Amsterdam'. 31 oktober. Tarwe en gerst onveranderd.
Raapolie op zes weken f 47^. Lijnolie op zes weken f 43f.
Dordrecht 30 oktober. Tarwe en spelt 20, en bruineboo-
nen 50 cent lager. Rogge en gerst onveranderd, terwijl paar-
denboonen -20 cent hooger werden betaald.