missie van financiën aangenomen. Tegen stemden deheeren
N. J. C. Snouck Hurgronje, de Jonge, van de Graft. Rekker,
Lambrechtsen van Ritthem, van Deinse en Verbrugge.
In verband daarmede is voorts besloten uit de onvoorziene
uitgaven voor 1861 aan A. J. Eekelaertte betalen f44,15.
De zitting wordt voor eenigen tijd geschorst.
Na de heropening is, naar aanleiding van een ingekomen
brief van het burgerlijk armbestuur, bij koncept-resolutie be
sloten tot het toestaan van een subsidie over 1862, van hoog
stens f 25,872,21 voor verpleging in de godshuizen van alhier
armlastigen, en van een subsidie van f 34,063,52i voor 1863
waarvan f8,300 voor de huiszittende armen. De gewij
zigde begrooting- voor 1862 en de voorgedragen begrooting
voor 1863 van die instelling zijn mede beide gearresteerd.
De heer Lantsheer brengt, natnens de kommissie van finan
ciën, rapport uit omtrent de voorgenomen verbeterde inrig-
ting van het gymnastisch onderwijs voor de minvermogenden
in deze gemeente, in verband met het advies der plaatselijke
schoolkomrnissie, kenbaar gemaakt in de zitting van 24 sep
tember jl. (zie het verslag in het bij voegsel hij het nommer
dezer courant van 2 oktober). Als konklusie van haar rap
port stelt de kommissie voor, aan de plaatselijke schoolkom-
missie eene som van f600 toe te staan tot het nemen eener
proef gedurende een jaar tot eene verbeterde inrigting van
het onderwijs in de gymnastie; zonder deze som te splitsen,
ze in eens op de begrooting der gemeente voor 1863 in uit
gaaf te stellen; bij goedkeuring van dit voorstel den koste-
Joozen afstand te verzoeken van de bedoelde lokalen van de
Centrale direktie van Walcheren, alsmede de verplaatsing der
werktuigen uit de thans gebezigde lokalen te doen plaats
hebben. De beslissing hieromtrent wordt aangehouden
tot bij de behandeling der gemeentebegrooting.
Namens de kommissie van financiën brengt de heer van
Visvliet rapport uit omtrent de gemeentebegrooting voor
1863. Op de verschillende punten van dit rapport zal bij de
behandeling der begrooting gelet worden. Tot die artikels-
gewijze behandeling wordt dadelijk overgegaan, aanvangende
met de uitgaven. [In het nommer dezer courant van 2 sep
tember jl. deelden wij de begrooling in haar geheel mede.]
Bij hoofdst. I, afd. l,art. 11, jaarwedden leeraars, onder
wijzers enz. f25,776,41$, zegt de lieer van Deinse in de memo
rie van toelichting te hebben gezien dat eene voordragt is
gedaan tot yerhooging der bezoldiging van den lector in de
schei- en artsenijmengkunde met f 100. De voorzitter ant
woordt dat zulks het gevolg is van het voorstel der kommissie
van bestuur over de geneeskundige school. (Dit voorstel was
ingekomen in de zitting van 26 maart, bij de toezending van
haar jaarverslag.) De kommissie heeft die verhooging voor
gedragen omdat de heer P. M. de Ligny zeven lessen per week
geeft en daarenboven vóór den aanvang zijner lessen nog de
noodige zaken in gereedheid moet brengen, terwijl de andere
lectoren alle minder dan zeven lessen per week geven, en de
lieer G. van Ilenuekeler zelfs slechts vier lessen's weeks.
Na deze inlichting is dit artikel en vervolgens het gebeele
hoofdstuk I goedgekeurd.
Hoofdstuk II, afd- 1. art. 2, onderhoud en aankoop van
meubelen, f 250, achtte de kommissie aanvankelijk vatbaar
voor vermindering met f 100. liet is echter goedgekeurd
gelijk het is voorgedragen, terwijl tegen geen andere artikelen
eenige bedenkingen gerezen zijn.
Hoofdstuk 111, afd. 1, art, 1 b, gewoon onderhoud der
haven- en kanaalwerkcn. f23,060. De kommissie stelt bij
haar rapport voor, van de onder deze som begrepen f 21,750
voor de haven over slechts f 4000 te beschikken tot herstelling
van den baggermolen en klepschuiten, en de overige f 17,750
onaangeroerd te laten tot nadere beschikking van den raad.
Dit voorstel is gegrond op de omstandigheid dat gebleken
is dat de kosten van uitdieping hooger zijn dan geraamd was
en die uitdieping ook niet de gunstige uitkomsten oplevert,
welke men zich had voorgesteld. De kommissie acht het daar
om raadzaam eerst een onderzoek te doen plaats hebben
en daarom de uitgetrokken som van f 23,060 voorloopig
als kredietpost te behouden. Overeenkomstig dit voorstel
is besloten.
Bij art. 1 d dier afdeeling, riolen, slooten, putten, water
leidingen enz., vestigt de beer Fokker de aandacht op den
ongunstigen toestand van het water in sommige stads pompen.
De voorzitter zegt dat er in der tijd een rapport te dien
aanzien door de gezondheidskomraissie is ingediend, aan welk
rapport, volgens den heer N. J. Snouck Hurgronje niet dade
lijk de noodige aandacht kon worden verleend, omdat men het
bij de toen heerschende droogte niet raadzaam achtte de
pompen af te sluiten; later is er waarschijnlijk niet meer aan
gedacht. De heer Fokker zegt te hopen dat het dan nu niet
bij het uitbrengen van een deskundig rapport tnoge blijven,
maar dat zoodanig rapport tot verbetering zal mogen leiden.
Artt. 1 en 2 der 2e afdeeling van dit hoofdstuk, vernieuwing
van het lokaal der school A, f 5130, en vergrooting der school
voor kinderen van on vermogen den, f 3500, worden, op voor
stel der kommissie, overgebragt naar hoofdstuk VIIl, afd.
1, art. 2 a, en zijn bij dit hoofdstuk alzoo vervallen. Art.
30 (thans art. S), verplaatsing van de reservespuit X van de
Groenmarkt naar de Koepoort, f 160, stelt de heer de Jonge
voor zoodanig te wijzigen dat de benaming der spuit worde
weggelaten en men zoodanige spuit zal kunnen overbrengen
als men noodig of wenschelijk zal oonleelen. Volgens eene
aan den heer Lambrechtsen van Ritthem gegeven inlichting,
is de bedoeling van dit artikel, voorzorg te nemen tegen het
vermeerderd gevaar voor brand iu dat gedeelte der stad ten
gevolge van de verschillende in den laatsten tijd aldaar ge
plaatste gebouwen, vvaatoe ook de gasfabriek behoort.
Overeenkomstig het voorstel van den heer de Jonge is be
sloten.
Bij art. 11 (thans art. 9) dier afdeeling, gedeeltelijke uitdie
ping van het scheepsdok en dempen van het spuikanaal,
f 5500, vraagt de heer Verbrugge, wat de raad voornemens is
te doen met den door de bedoelde demping ontstanen grond
op het spui nadat die zal gedroogd zijn?De voorzitter
zegt daarover nog niet gedacht te hebben. Waarschijnlijk zal
het aan de eigenaars van de daaraan grenzende perceelen in
erfpacht of cijns worden gegeven of wel inkoop afgestaan.
De heer Caland deelt als zijn gevoelen mede dat het beste zal
wezen dien grond weg te geven, daar waarschijnlijk de toe
komstige eigenaren dien dan nog duur genoeg zullen hebben,
uithoofde van later te doene herstellingen wegens verzakking
enz.
Deze afdeeling is alzoo gebragt op f 11 ,S70 en het totaal
van hoofdst. Ill op f 49,107. Hoofdst. IV wordt onveran
derd goedgekeurd. Hoofdst. V, afd. 2, art. 1, aflossing van
gevestigde schuld der gemeente, f1200, is op voorstel des
voorzitters met f200 verhoogd, tengevolge eener vermeerde
ring van gelijk bedrag van de som welke in ontvang is gesteld
voor den verkoop van opgaande olmenboomen ad f 1000.
Het totaal van dit hoofdstuk wordt vastgesteld op f 18,045.
Bij hoofdst. VI, art. 3, kosten der brandweer f 1265, zegt
de voorzitter tot toelichting dat deze post met f 100 is ver
meerderd ten gevolge van de kosten voor een luiffel voor het
bewaren der brandladders. Dit hoofdstuk blijft onveranderd.
Art. 1 van hoofdst. VII, toelage ter bestrijding van de
kosten der schutterij f 2,170, wordt, ten gevolge van het
bovengenoemd besluit tot toekenning van het gevraagd sub
sidie van f 800 voor het muziekfouds, met dat bedrag vermeer
derd, waardoor alzoo het totaal van dit hoofdstuk gebragt is
op f4,107.
Bij hoofdstuk VIII, afdeeling 1, art. 2, kosten van middel
baar en lager onderwijs f6919, is met eenparige stemmen
goedgekeurd het voorstel der kommissie ad hoe betreffende de
inrigting der gymnastieschool, zoo dat het bedrag van f 600
aan dat artikel wordt toegevoegd. Deze afdeeling wordt al
zoo (met inbegrip van de vroeger bewilligde verplaatsing der
artt. 1 en 2. afd. 2 van hoofdst. III) f 17.149. De 2e afdeeling
van het zelfde hoofdstuk wordt als volgt gewijzigd bij art. 1
subsidie burgerlijk armbestuur fS300, wordt krachtens de
boven genomen besluiten, eene som van f25,763,52$ voor ver-
plegingskosten van alhier armlastigen in de godshuizen bijge
voegd art. 3, verpleging van krankzinnigen in de krankzin-
nigengetichten, f1575. wordt gebragt op f 805, terwijl in de
ontvangsten daarvoor wegvallen de artt. 8 en 9 van hoofd
stuk IV art. 4 vervalt en daarvoor komt een nieuw artikel in
de plaats, voorschot aan het burgerlijk armbestuur f4000; het
totaal van afdeeling 2 van dit hoofdstuk wordt alzoo van
f 38,835,02$ gebragt op f 40,618,52$.
Afdeeling 4. art. 1, assurautiepenningen wegens verwaar-
borging van de gemeente-eigendommen tegen brandschade
f 173,65. heeft de kommissie even als ten vorigen jare tot de
opmerking geleid dat de abdijtoren onder die assurantie niet
begrepen is en het wenschelijke dat zulks geschiede. De
voorzitter zegt dat eerst eene taxatietaoet gedaan worden, en
wanneer deze zal hebben plaats gehad, zal tot de assurantie
worden overgegaan voor zoodanige som als de raad zal ver-
meenen te behooren. Na eenige diskussie is besloten de
taxatie af te wachten.
Art. 3. dier afdeeling, kosten der straatverlichting f 8,041,
wordt, op voorstel der kommissie op f .8,300 gebragt, daar de
verlichting buiten de barrières niet voldoende is. Art. II,
kosten van openbare feesten f200, wordt ingevolge boven
medegedeeld besluit ten opzigte van het subsidie voor het
muziekfonds der schutterij, met f 100 verminderd. Art. 21,
uitkeering aan bedelaarspepsioenen f20, vervalt. Hoofdst.
VIII is daarop in zijn geheel goedgekeurd tot een bedrag van
f 101,685,03.
Overgaande tot de behandeling der inkomsten worden
hoofdst. 1 en II onveranderd goedgekeurd. Bij art. 4, afd.
3 van hoofdst. Ill is met algemeene stemmen het advies dei-
financiële kommissie goedgekeurd, om de belasting op de olie
tusschen de f 3000 af 4000 op de begrooting te laten, terwijl
later omtrent deondenverpelijke verzoekschriften zal worden
beslist. Dit hoofdstuk is alzoo mede onveranderd gebleven.
Bij hoofdst. IV, art. 1, opbrengst vaD haardascb en mest-
speciën f 520, vraagt de heer Lantsheer of er tegenwoordig
nog klagten worden vernomen omtrent den beer, waarop de
voorzitter ontkennend antwoordt. De artt. S en 9. terug
gaaf van verplegingskosten voor krankzinnigen f 720, en
pensioenen van bedelaars in de bedelaarsgesticliten opgeno
men, f 50, zijn. zoo als wij onder hoofdstuk VIII der uitgaven
meldden, vervallen, terwijl een nieuw artikel daarentegen
is bijgevoegd voor restitutie van het aan liet burgerlijk avm-
bestuur verstrekte voorschot van f4000. Dit hoofdstuk is alzoo
vastgesteld op f 9.290.33 in plaats van f 6,060.33.
Art. 1. afd. 2. hoofdstuk V, verkoop van opgaande olmen
boomen f 1000, wordt tot f 1200 gebragt. overeenkomstig den
in deze zittting nader gearresteerden staat.
Ten slotte is de begrooting in haar geheel goedgekeurd en
vastgesteld op een bedrag van f 258,694.62 in ontvang en
uitgaaf.
De lieer Sifflë brengt nog een tweeledig rapport uit, namens
de kommissie belast met de schoolzaken. Het eerste gedeelte
betreft de zwarigheid welke de minister, blijkens de in hare
handen gestelde missive van gedeputeerde staten dd. 30 augus
tus, gemaakt heeft tegen de goedkeuring van liet raadsbesluit
van i 5 januarij jl., tot wijziging van art. 3 van het besluit tot
hellingen van de artt. 14 der verordening op de invordering
der schoolgelden. Daar aan bedoelde wijzigingen geen dade
lijke behoefte bestaat, adviseert de kommissie de zaak onbe
paald aan te houden. Het tweede gedeelte heeft betrekking
op de cirkulaire van 23 augustus jl., over „het aannemen van
een beginsel omtrent den ouderdom beneden welken geene
kinderen in de lagere scholen worden opgenomen," en „over
het vaststellen van verordeningen ten aanzien van de beloo
ning voor tie tijdelijke waarneming der betrekking van lioofd-
of hulp-onderwijzer in eene openbare school." Bij het rapport
wordt aangetoond dat in liefeerste punt reeds volkomen voor
zien is, en dat liet niet raadzaam is op het tweede punt een regt
aan den tijdelijken waarnemer bij verordening te verzekeren.
Nadat is besloten zich met de voorgedragen konklusiëfc te
vereenigen, is de openbare zitting gesloten.
BUITENLAND.
Algemeen overzlgt.
Gisteren heeft te Stockholm de opening van den rijksdag
plaats gehad. In de troonrede werd verklaard dat het tijdstip
gunstig was om de noodzakelijke hervormingen in de ver
tegen woordtging tot stand te brengen; dat de buitengewone
ontwikkeling van het krijgswezen in andere landen groote
offers vereischt, en de deelneming aan de vrijwillige scherp-
schuttersvereenigingen derhalve met genoegen wordt gezien.
Eindelijk wordt aangekondigd dat er strafwetsontwerpen
zullen worden ingediend alsmede ontwerpen betreffende het
zeeregt en de algemeene kerkvergaderingen.
De receptie van het corps diplomatique bij het fransche hof
door den heer Drouyn de Lhuys heeft niets belangrijks opge
leverd; alleen heeft het de aandacht getrokken dat de paus-
selijke nuntius Ghigi een lang onderhoud met den minister
heeft gehad. Van meer belang zal echter de optreding zijn
van den prins de Ia Tour d'Auvergne bij het pausselijk hof,
eene optreding welke echter nog niet spoedig zal plaats vin
den, daar hij eerst te Berlijn zijne brieven van terugroe
ping den koning moet gaan aanbieden, om vervolgens nog te
Parijs zijne instruktiën te komen ontvangen. Vooreerst zal
er derhalve nog weinig verandering komen in den bcstaanden
toestand.
Mag men de engelsche berigten gelooven dan zijn gisteren
in een ministerraad de amenkaansehe aangelegenheden be
sproken, waarbij tevens instruktiën zijn gegeven aan den thans
hier aanwezigen engelschen gezant te Washington. Daarom
trent is echter nog niets bekend geworden.
Op eefi tweeden brief aan den heer Gladstone betrekkelijk
zijne redevoering te Newcastle, heeft hij geantwoord; dat
hij wenschtde staatkunde van Engeland, nimmer de slavernij,
te zien ondersteunen of aanmoedigen, maar dat tevens de engel
sche regering al hare pogingen in het werk moet stellen om
het bloed vergieten in Amerika te doen opbonden. De eerste
zin, zegt Le temps, zal ons steeds beletten in den laatsten een
raad «e zien om het slavenhoudende Zuiden te erkennen.
Uit Londen wordt gemeld dat sedert eenige dagen op de
engelsche kusten een hevige storm woedt, ten gevolge waar
van verscheidene schipbreuken en strandingen hebben plaats
gehad. Koningin Victoria heeft daarom ook hare terugreize
reeds verscheidene dagen uitgesteld.
Binnen weinige dagen zal het ministerie van Keurhessen
een kiessvets-ontwerp indienen, waarbij aan den adel en de
ridderschap wederom voorregten worden toegekend. Slechts
aan de kamer, volgens deze nieuwe kieswet gekozen, zal het
budget worden voorgelegd. Als deze wet echter niet aange
nomen wordt, zou men van dit plan moeten afwijken, ten zij
men het pruissisch ministerie zou willen volgen en zonder
budget regeren.
Uit de inlichtingen door den oostenrijkschen minister von
Schmerling aan de budgets-kommissie der kamer van afge
vaardigden blijkt dat de gunstige voorstelling van de ver
houding tusschen Hongarye en Oostenrijk, door het Jour
nal des dëbats gegeven, zeer onjuist was, en de verschillende
oplossingen der bestaande kwestiën tot nog toe öf met een
koustitutionelen regeringsvorm of met de eischen der honga-
ren onvereenigbaar waren.
De turksche troepen, die tegen Montenegro hebben ge
streden, keeren langzamerhand wederom naar huune haard
steden terug, terwijl ook alle berigten uit Konstantinopel
melden dat de niontenegrijnsche streken en Servië in rust
verkeeren.
De verhouding tusschen Turkije en Griekenland schijnt in
den laatsten tijd ten gevolge van de invoering eener wet op de
nationale militie in laatsgenoemd rijk verre van vriendschap
pelijk te zijn. Engeland heeft bij de diplomatieke onderhan
delingen die thans plaats vinden de zijde van Turkije gekozen.
Tijdingen uit Amerika berigten dat eene nieuwe overwin
ning door de noordelijke troepen is behaald. Het gevecht
heeft plaats gehad op 9 oktober te Perrysville iu Kentucky,
waarbij echter de overwinning door de gefedereerden duur
gekocht is. daar 2000 man gesneuveld zijn.
In het kongres der Zuidelijke staten zijn voorstellen inge
diend strekkende om den sekretaris der schatkist te magtigen
katoen te koopen of in beslag te nemen tegen vaste prijzen en
dit door agenten op europesche markten te doen verkoopen,
en verder om het verbod van den katoen-uitvoer op te heffen.
Pruisscn.
De verschillende toespraken des konings aan dedeputatiën,
van welke ivij in onze laatste nommers melding maakten,
hebben aan liet Journal des de'bats de volgende regelen
ontlokt:
„Wij weten niet of de koning van Pruissen de adressen der
verschillende deputatiën zal blijven beantwoorden, maar
zeker is het dat ieder door hem gesproken woord de krisis
verergert, welke juist zijne voorzigtiglieid alssoevereiu moest
trachten te doen voorbijgaan. Is er dan niet de een of andere
getrouwe raadsman die hem zeggen kan dat een oppermagtig
koning de waardigheid zijner kroon in de waagschaal brengt
als hij uit vrije beweging deze mengt in stnats-oneeniglieden,
en dat een konstitutioneel koning zijne vrijheid en invloed
verliest als hij persoonlijk met de staatspartijen in worsteling
treedt? In al zijne toespraken beroept koning Wilhelm I zicii
op de gratie Gods en op het regt hem door God gegeven. Heeft
nu de Voorzienigheid al dan niet gemeenschap met de kroon
van Pruissen? Heeft zij haar al dan niet de zamenstelling be
volen van tien nieuwe regementen kavallerie Het kan waar
zijn en niet waar. Onze eenvoudige bevatting is niet in
sfqafbm^deze diepe wonderen te doorgronden. Vrij duidelijk
is,liet dat de koning van Pruissen zich zeiven eene ware
diklatwiak®\magt toekent om Pruissen te redden uit een ge
vaar 'Waawïf zij zoowel door de hardnekkigheid der kroon als
door hefgelwfek aan voorzigtiglieid der kamer gestort is. Even
duidqUjk het dat bet konstitutioneel staatsregt de raagt om
-deze sdprfc-van „caveant consules" op te dragen aan het patle-