Engelbert T van Nassau en diens zoon Jan IV van Nassau.
Het stelt een altaar voor, waarop de beelden van deze vorsten
en die hunner vrouwen zijn voorgesteld als knielende ter
weerszijden voor een madonna-beeld, boven hetwelk twee
zwevende engelen eene kroon ophouden. Deze groep is overi
gens omringd door een groot aantal groote en kleine beelden,
die geplaatst zijn in de ornamenten van het geheel, dat een
hoogen tempel voorstelt in den trant van de laatste periode
des gothieken stijls gebouwd. De tombe uit den zoogenaam-
den duf- of tufsteen omstreeks het einde van de 15e eeuw ver
vaardigd, is het zij door ouderdom, het zij door den beelden
storm, aanmerkelijk geschonden. Het madonna-beeld werd
tijdens het beleg van Spinola (1625) uit de kerk gehaald, op
aanraden van de dochter van den predikant Boxhorn, die
profeteerde, dat de vesting zich niet zou staande houden,
zoo lang het beeld in de kerk bleef staan. Onze koning en de
hertog van Nassau hebben goedgevonden de restauratie op te
dragen aan den architekt en beeldhouwer Cuijpers van Roer
mond.
„Tegenover deze tombe, in eene afzonderlijke kapel, staat
de alom vermaarde graftombe van Engelbert II van Nassau
en diens gemalin, die als een bijzonder kunststuk van beeld
houwkunst geroemd cn zelfs door sommigen aan Michael
Angelo toegeschreven wordt. Eene teekening van dit praal
graf is in den handel verkrijgbaar. Daar het echter uit albast
is vervaardigd en deze stJben niet meer aangevoerd wordt, zoo
is aan de herstelling van sommige geschonden deelen niet te
denken."
Men leest in de Delftsche courant:
„Jl. zaturdag is onze onversaagde stadgenoot, mevrouwde
wed. Storm van der Chijs. per mailboot, in Engeland gear
riveerd, na gedurende ruim zes jaren door bijna al de staten
der noord-ainerikaansche unie. benevens Canada, het eiland
Cuba enz. te hebben gereisd. Zij is voornemens de industrie
in Engeland met die van Amerika te vergebjken en daarover,
bi terugkomst in het vaderland (die tegen november
a. s. v.oi'dt te gemoet gezien), een groot geïllustreerd werk uit
te geven, waartoe zij meer dan *100 embrotypen heeft ver
zameld."
Het Journal de chemie et de pharraacie deelt eene belang
rijke botanische ontdekking mede. Het betreft de vervanging
van het kostbaar dons door de wollige zelfstandigheid, welke
zich na het bloeijen der meelbloem plant, daaraan vertoont.
De proeven daarmede genomen zijn volkomen gelukt. De
bedoelde zelfstandigheid vóór de vervaardiging van kussens
gebruikt, geeft de zelfde elasticiteit, de zelfde zachtheid en de
zelfde warmte als het dons.
SSeitoemmgcu en besluifcn.
ridderouden. Vergunning verleend aan M. graaf van
Limburg Stirum, kamerheer des konings. dienst doende aan
het hof van Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden, tot het
aannemen der onderscheidingsteekenen van ridder der orde
van St Olof van Noorwegen, hem door Z. M. den koning van
Zweden en Noorwegen geschonken.
marine. Op verzoek eervol uit de zeedienst ontslagen de
luitenant ter zee Ie klasse C. A. A. Amand en de luitenant
ter zee 2e klasse J. D. Mooglandt. heide thans in Oost-Indië.
leger. Benoemd bij het wapen der infanteriehij hetrege-
ment grenadiers en jagers, tot kommandant van het korps, de
luitenant-kolonel W. J. P. Ravens, van het korps; tot luite
nant-kolonel, de majoor A. C. A. Schönstedt, adjudant des
konings in buitengewone dienst, mede van het korps; bij het
2e regement, tot majoor de kapitein le klasse F- H. J. Furnée,
van het 4e regementbij het 3e regement. tot luitenant-kolo
nel, de majoor N. Mac-Leod. van het regement grenadiers en
jagers; bij het 4e regement, tot kapitein 3e klasse (naar ouder
dom van rang) de le luitenant J. F. M. de Meer, van het rege
ment grenadiers en jagers; bij het 5e regement, tot majoor, de
kapitein le klasse A. Engelvaart, van het regement grenadiers
en jagers; bij het 7e regement, tot kommandant van hetkorps,
de luitenant-kolonel J. Hamming, van het 3e regementtot
kapitein van de 3e klasse (naar ouderdom van rang) de le
luitenant J. A. L. O. van der Monde, van liet regement grena
diers en jagers.
Overgeplaatst in hunnen rang. hij het regement grenadiers
en jagers, de majoors A. G. F. Beekman, van het 5e, en J. D.
"U. Ledel. van het2e regement infanterie; alsmede de kapitein
J. P. H. C. Veeren. van het 7e regement infanterie.
ministeriele departementen. Op verzoek eervol ont
slag verleend aan jhr. A. van Citters, als adjunkt-kommies bij
het departement van hinnenlandsche zaken, en als zoodanig
benoemd jhr. R. Tindal.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der gemeente
Dordrecht, met ingang van 1 oktober, mr. G. A. de Raadt.
Kerk- en schoolnicuws.
Op het alfabetisch opgemaakte twaalftal van predikanten
ter vervulling der vakature bij de nederduitsche hervormde
gemeente te Zwolle komt ook voor de heer E. J. W. Koch
alhier.
Beroepen tot predikant bij de hervormde gemeente teWe-
meldinge de heer C. P. van Tooien, thans te Hendrik-Ido-
Ambacht (klassis Dordrecht).
iTIarine cn leger.
liet voorloopig examen voor de onder-officieren van het
2e regement infanterie, die in de volgende maand aan het
officiers-examen zullen deelnemen, is thans afgeloopen.
Van de acht onder-offieieren, die aan dat examen deel
namen, zullen er vijf worden toegelaten, namelijkvoorde
infanterie bij liet leger hier te lande A. Boxman, j. N. Harde
man, P. Halderiet en jlir. H. Bowieren voor West-Indie P.
van Rijk.
De pogingen in Engeland aangewend ter verkrijging van
eene ijzeren gepantserde stoomkanorineerboot (zoo als in
hoofdtrekken werd aangegeven in een geschrift van J. Scott
Russell in 1861), daar men die soort van vaartuigen juist
geschikt achtte voor de binnenlandsche verdediging, hebben
tot geene gunstige uitkomsten mogen leiden.
Bij het ontwerpen eener gepantserde stoomkanonneerboot,
welke geschikt zou zijn voor de verdediging onzer zeegaten,
is het gebleken dat de oplossing van het vraagstuk zeer moei-
jelijk is. Het schijnt toch, dat de vereeniging van al de ver-
eischten eener zoodanige kanonneerboot onmogelijk is. Wil
men in een vaartuig vereenigen eene genoegzame kracht van
wapening, van weerstand biedend vermogen door eene vol
ledige pantsering, eene voldoende beweegkracht om onder
alle omstandigheden tegen wind en stroom op te stoomen,
dan wordt de diepgang öf zeer vergroot, öf men is wel ver-
pligt in zeer groote afmetingen te vervallen om de dieptre-
ding binnen de grenzen te houden, welke op onze rivieren een
hoofdvereischte is. Van daar dat het onmogelijk is, eene
betrekkelijk kleine en weinig kostbare kanonneerboot voor j
1 stuk geschut te bouwen, welke, rondom gepantserd, voor
zien is van een stoomwerktuig voor 6 a 7 mijlen en weinig
diep gaat. Men heeft nu een plan van den direkteur der
Nederlandsche stoombootmaatschappij gevolgd, dat de meeste
waarborgen ter bereiking van het voorgestelde doel opleverde.
Voor den aanbouw daarvan, met bijlevering der stoomwerk-
i tuigen, is een kontrakt aangegaan met den genoemden direk
teur, volgens hetwelk die ijzeren gepantserde stoomkanon
neerboot tegen I februarij 4S$3 gereed moet zijn. Is men
eenmaal in het bezit van deze kanonneerboot, dan zal men
kunnen oordeelen wat daaraan ontbreekt of veranderd moet
worden. Tot nog toe schijnt het niet dat eene kanonneerboot
van dien aavd ergens is gebouwd, en terwijl men in Engeland
en Frankrijk proeven neemt met schepen, welke 5 en meer
millioen guldens kosten, heeft deze proef, op eene kleine
schaal gedaan, niettemin de belangstelling van onze naburen
in hooge mate opgewekt. Men verneemt dat deze kanonneer
boot veel geld zal kosten; maar de minister van marine is
overtuigd dat men op deze wijze alleen in het bezit kan komen
van een vaartuig, hetwelk geschikt zal worden bevonden om
tot model te dienen voor de kern onzer flottille-vaartuigen.
Gemengde foerigtcn.
Bij den gemeenteraad te Amsterdam is ingediend een adres
waarbij de aandacht van den raad wordt gevestigd opeen
toestel, waardoor het personeel voor eene brandspuit tot S
personen kan worden verminderd. Deze toestel is uitge
vonden door W. de Boer, timmerman aldaar. Dc land
bouwers in Friesland werpen de beschuldiging van zich af
dat zij tegenwoordig slechte boter zouden vervaardigen en
dat daarom de roem der friessche boter in het buitenland
zou bedorven worden. Men wijt de schuld te Leeuwarden
aan de kleinhandelaren, die een mengsel van verschillende
stoffen in friessche botervaten naar Londen zenden, en daar
door oorzaak zijn dat die vaten onverkocht worden terugge
zonden. Den 14 november a. s. zal te 's Huge, opregterlijk
gezag, ter openbare zitting van de arrondissements regtbank
aldaar, de publieke verkoop plaats hebben van het kerkge
bouw, in gebruik van de gereformeerde gemeente onder het
kruis te 's Hage, met al het zich daarin bevindende, als galerij
predikstoel en klok; orgel, vn^te banken en kroonen met
gastóestel. benevens de aangrenzende predikants woning.
Uit Breslau word t gemeld dat voor eenige dagen alle personen,
die zich in de badinrigting aan den Oder baadden, door een
hevig onweder genoodzaakt werden in de badkoetsjes te
vlugten. Naauwelijks waren zij daarin, of een rukwind nam
twee rijen dezer koetsjes op en dreef ze met de personen, die
erin zaten, in den stroom, welke daardoor liet schouwspel van
eene schipbreuk opleverde. De Oder was bedekt met planken
en kleederen; de mannen worstelden tegen den stroom en
trachtten den oever weder te bereiken twee vrouwen hielden
zich aan een bovendrijvend koetsje vast en riepen om hulp.
Door de tegenwoordigheid van geest van den eigenaar en dc
opzigters der badinrigting werden echter alle personen geluk
kig gered en slaagde men er zelfs in. het grootste deel der
kleederen weder op te visschen. Voor eenigen tijd was. ge
lijk men uit Berlijn meldt, door een periodiek tijdschrift een.
verhaal verspreid, betreffende het vergaan van de Amazone,
welk vaartuig in november jl. in de nabijheid der hollandsehe
kust met man en muis is verongelukt. De daarvan aanwezige
exemplaren had de policie in beslag genomen en den uitgever
in regten vervolgd. Deze zaak zou dingsdag jl. zijn behandeld,
maar werd op verzoek van den beklaagde uitgesteld, die be
weerde in staat te zijn binnen weinige dagen het bewijs te
kunnen leveren, dat bedoelde oorlogsbodem, toen hij uit
zeilde, niet in staat was om zee te bouwen. Weldra zal met de
behandeling dezer zaak een aanvang worden gemaakt.
Thcrmometerstfand.
21 sept. 's av. 11 u. 58 gr.
25 's morg. 7 u. 58 's midd. lu. 65 's av. 11 u. 59 gr.
26 'b tnorg. 7 u. 57 's midd. 1 u. 68 gr.
Staten generaal.
tweede kamer.
In de zitting van gisteren heeft de voorzitter verslag gedaan
van de aanbieding, door de kommissie, aan wier hoofd hij
zich gesteld had, van het adres van antwoord op de troonrede
en van het antwoord van Z. M. den koning.
Zijn ingekomen: 1. een wetsontwerp totgoedkeuring eener
dading tusschen den staat en de gemeente Maastricht
2. tot wijziging der begvooting van hoofdstukVllI (marine)
voor 1862
3. tot het verbeteren van de waterwegen van Amsterdam
en Rotterdam naar zee.
Tot rapporteurs zijn benoemd
1. tot vaststelling van de begrooting der algemeene lands
drukkerij voor 1863, de heeren Blusse' van Oud-Alblas,
Mensonides, van Voorthuysen, de Brauw en de Lom de Berg;
2. tot wijziging der begrooting voor de gestichten te Om-
merschans en Veenhuizen, dienst 1862, de heeren: van
Loghem, Mcnsonides, de Meester, Westerhoff en de Poorter
3. tot vaststelling van de begrooting wegens den arbeid
der gevangenen voor 1863, de heerende Raadt, Mensonides,
Godefroi, Cool, Dumbar;
4. tot onteigening van perceelen ten behoeve van den
spoorweg van Roermond naar Yenlo, de heeren; Zijlker,
Mensonides, de Bieberstein, Beens en Bots
5. tot onteigening van perceelen ten behoeve van den
spoorweg van Tilburg naar Boxtel, de heerenZijlker, Men
sonides, de Bieberstein, van Bosse, en
over hoofdstuk 1 der staatsbegrooting voor 1863, de heeren:
van Bosse, van Ileukelora. Dullert, Hoynck van Papendrecht
en Dumbar.
Thans is aan de orde de benoeming van twee leden der
huishoudelijke kommissie.
Bij de eerste stemming wordt tot eerste lid gekozen de
heer Wintgens, met 2S van de 52 stemmen.
Tot tweede lid wordt insgelijks bij eerste stemming geko
zen, de heer Heemskerk Bz.
Tot leden der kommissie voor de stenografie werden her
kozen de heeren Wintgens en de Brauw, bij eerste stem
ming. en in plaats van den heer Gevers Deynoot, b:j de vierde
stemming, de heer van Heukelom met 23 stemmen, terwijl 21
stemmen op den heer van Bosse waren uitgebragt.
Begrooting van uitgaven voor den aanleg van staats
spoorwegen, dienst 1863.
Deze begrooting bedraagt in haar geheel 16 millioen gul
den. Daaronder zijn de voornaamste posten: toelagen en
jaarwedden f209,700; aankoop van materialen f 1,048,321
aanleg van het kanaal van Zuid-Beveland f 1,000,000; kosten
der bruggen: te Zutphen f 150,000, te Venlo f 165.000, te
Kuilenburg f S40.000, te Zalt-Boinmel f5000.000; aanleg der
volgende spoorweggedeelten: Arnhen— Zwolle f 1.710,580,
Ilarlingen Groningen f 1,295.830, Zutphen—Enschedé
f885,000, Breda—Boxtel f575,398, MaastrichtHelmond
f 1,211,920, Rozendaal—Goes f 923,108, UtrechtBommel
f 1,009,000, BredaDordrecht f962,200, NieuwediepAlk
maar f 1,040,284.
Voor de sektie WoensdrechtGoes is geraamd, voor kos
ten van onteigening en mogelijke proceskosten daartoe be
trekkelijk, f150,000. Dat bedrag wordt voldoende geacht tot
aankoop van gronden tusschen de Ooster-Schelde en het
kanaal door Zuid-Beveland. Men rekent een gedeelte van ge
noemde sektie, waaronder een gedeelte van den dam in de
Ooster-Schelde, tegelijk met de lijn Bergen op ZoomWoens
drecht aan te besteden. Voor grondwerken is voorts f 125,000
en voor bruggen en duikers f25.000 geraamd.
In 1S63 zal aan den hovenhouwaan de bruggen te Zutphen
en te Venlo worden gewerkt, indien de aanbestedingen eene
gunstige uitkomst opleveren. Wanneer de onteigening het
toelaat, zal nog in dit jaar de onderbouw van de brug te Kui
lenburg kunnen worden aanbesteed, in 1863 de brug bij Bom
mel. Wanneer de bruggen bij Rotterdam en Dordrecht mogten
gereed komen, dan opent de begrooting de gelegenheid om
over de middelen tot uitvoering te beschikken. Ook bestaat
volgens deze begrooting de gelegenheid, om materieel van
vervoer aan te schaften, wanneer de onderhandelingen om
trent de exploitatie der staatsspoorwegen geen gulistigen uit
sla"- mogten hebben. Van het over 1862 toegestane bedrag
van f 15,605,925 voor den aanleg der spoorwegen, zal min
stens eene som van f 3500, beschikbaar blijven.
Gemeenteraad van Madflcïlnirg.
Door plaatsgebrek worden wij genoodzaakt het nader ver
slag der zitting van 11. woensdag tot een volgend noinmer te
laten liggen. In het kort overzigt dezer raadszitting in ons
vorig nommev staat onderwijzer der bijzondere „industrie
school" in plaats van „gymnastieschool."
IÏÜITEKLAIV».
Algemeen overzigt.
Het belangrijkste nieuws is heden een uitvoerig artikel in
den fransehen Moniteur over de italiaansche aangelegenheden.
Wel verspreidt het nog weinig licht over de kwestie doch er
blijkt uit welke pogingen er reeds door de keizerlijke regering
zijn aangewend om het hof van Rome met Italië te verzoenen.
Met bevat 1. een brief van 20 mei 1862, door Napoleon aan
den heer de Thouvenel geschreven, waarbij de noodzakelijk
heid wordt betoogd om den paus te handhaven te Rome en
de scheidsmuren tusschen hem en Italic te doen wegvallen.
2. Eene nota in dezen zin van den minister aan den franschen
gezant bij het hof van R#me, waarbij gezegd werd dat Napo
leon nimmer beloften had gedaan om Rome tot hoofdstad te
maken van Italië, terwijl overigens de paus niet langer de
onveranderlijkheid van zijn gezag moet trachten te handha
ven, daar Frankrijk anders zelf genoopt zal worden uit zijne
valsche positie te geraken. 3. Het antwoord van Antonelli,
waarbij verklaard werd dat alle transaktie eene onmogelijk
heid is.
Terwijl nu Napoleon zelf erkent dat hij genoopt zal wor
den om uit zijne valsche positie te geraken als Rome weigert,
en men Rome voortdurend een „non possumus" ziet uitspre
ken zonder dat Napoleon zijne troepen uit Rome terugroept,
blijft het embroglio steeds bestaan.
Inmiddels begint de geestdrift welke onder den italiaanschen
hemel aan den generaal Garibaldi ten deele valt, zich zelfs tot
in de noordelijke streken te verspreiden. Eene meeting dezer
dagen te Stockholm gehouden is daarvan het bewijs. Voor
zeker een belangrijk teelten des tijds, waaruit blijkt hoe zich
langzamerhand hij 'het volk. hij de groote menigte, een gevoel
begint te vertoonen van krachtsbewustheid, een gevoel het
welk, in sommige landen nog geheel ontbrekende, in andere
door een flaauw optreden bij binnenlandsche aangelegenhe
den, in weinige in eenegeformuleerdeuitingbijbuitenlandschc
gebeurtenissen zich openbaart. In vroegcren tijd zou het den
bewoners van het verre noorden vrij onverschillig zijn ge
weest wie onder den zoelen italiaanschen hemel den scepter
zwaaide, en thans zien wij hen geestdriftbeïoonen voor de