Het laatste hoofdstuk der staatsbegrooting, onvoorziene uitgaven, dat gewoonlijk f 100,000 bedroeg, doch verleden jaar in de tweede kamer bij amendement tot f50,000 werd verminderd, is thans voor 1863 ook weder op dit laatste be drag voorgesteld. Volgens het gevoelen van den tegenwoordigen minister van financiën behooren op dit hoofdstuk geene andere uitgaven te worden aangewezen dan de zoodanige, welke het dubbele karakter bezitten van niet vooraf te berekenen te zijn geweest en tevens aan verscheidene departementen van algemeen be stuur gemeen te zijnen voorts betalingen, die wel tot een be paald departement betrekking hebben, maar tot een afgeslo ten dienstjaar behooren en veelal een naauwkeurig onderzoek vorderen alvorens tot de voldoening kan worden overgegaan. Het gevolg van de toepassing van den hier gestelden regel zal echter zijn, dat de gratifikatiën, die tot hiertoe in zoo ruime mate uit liet XI 1de hoofdstuk werden voldaan, daaruit niet meer zullen kunnen worden gekweten. De regering heeft echter gemeend de hardheid van dien maatregel, hoe juist die overigens ook is, in zoo verre te moeten verzachten, dat nog voor dit jaar de gewone gratifikatiën zullen worden uitbetaald aan allen, die daarvan sedert lange jaren genot hadden, maar liun daarbij aan te zeggen, dat dit voor de laatste maal is. De betrekking van eersten bibliothekaris bij de leidsche hoogeschool, opengevallen door de benoeming van den titula ris tot hoogleeraar bij de letterkundige fakulteit aldaar, zal voorloopig niet vervuld worden. Het gebouw der bibliotheek ondergaat belangrijke verandering, volgens plannen, ontwor pen in overleg met den nu afgetreden eersten bibliothekaris. Men acht het wenschelijk dat deze waartoe hij zich ook bereid heeft verklaard tot den afloop van die verbouwing, die f35,000 zal kosten, het toezigt blijve houden. Nu wij toch van de bibliotheek-gebouwen spreken, verdient het tevens vermelding, dat ook dat der hoogeschool te Gronin gen in zulk een ellendigen toestand verkeert, dat er ten drin- gendsie voorziening noodig is. Reeds heeft de schatkist met eene som van f6000 moeten bijspringen tot vervoer en tijde lijke berging van de boeken elders. Bij de voorloopige over wegingen daaromtrent is geblekendat van het oude gebouw niets kan behouden worden. Ofschoon het plan bij de rege ring bestaat om de meeste zuinigheid in acht te nemen, is nu reeds f 25,000 voor een nieuw gebouw op de begrooting voor 1863 aangevraagd. Aan eenehaagsche korrespondentie van Le temps ontleenen wij het volgende „Er zijn dezer dagen eenige onlusten voorgevallen te Leiden, veroorzaakt door het ongelukkig denkbeeld van een policie- kommissaris, die lust had om de voorbijgangers, even als te Londen, op een marktdag het regter- of linkergedeelte van een druk bezochte straat te doen gaan, terwijl zulk een maat regel volstrekt onnoodig was. Ons volk, hetwelk zoo vreed zaam is, maar uiterst ijverzuchtig op zijne vrijheid van be wegingen, werd daarop boos: er hebben zamenscbolingen plaats gehad, er zijn glazen gebroken, er zijn arrestatiën ge daan en men heeft het garnizoen doen aanrukken. Thans is alles weder rustig, de al te heerschzuchtige kommissavis is ge schorst en de voetgangers in de straten van Leiden kunnen nu weder naar hun verlangen regts of links gaanvolgens sommiger voorstelling is dit de eerste voorwaarde der vrijheid. „Het is een storm in een glas water geweest, maar die toch wegens zijn bijzonderheid sensatie heeft gemaakt. Overigens is de loorue kalmte, waarin zich het land bevindt, slechts een weinig verstoord door de ongerustheid wegens den stilstand van werk in sommige industrie-distrikten, oorzaak dat de aandacht zich met klimmende belangstelling tot de buiten- landsche politiek wendt. Wilt ge wel gelooven dat de Garibal di-koorts, in Engeland tot zijn hoogste standpunt geklommen zcih tot over de noordzee uitstrekt en zich ook bij onze bevol king openbaart? Nooit heb ik hier zoo veel sympathie zien betoonen als thans voor den beroemden overwonneling bij Aspromonte. De dames vooral zijn garibaldianen in eene mate die mij verbaast, want het is waarlijk zeldzaam dat onze wakkere huishoudsters voor zulke romantische helden geest drift betoonen. Ilare gewoonlijk zoo praktische en behoudende rigting heeft zich daartegen echter niet kunnen verzetten het Ïwestige van den martelaar heeft nog meer invloed, en wat uw ondensche korrespondent u verhaald heeft omtrent den war men bijval, welken voortaan de italiaansche eenheid bij de meest invloedrijke leden der tory-partij ondervinden zal, zie ik eveneens bij onze behoudstnannen plaats vinden. Als deze besmetting bij geval tot Frankrijk mogt overslaan zou zij zich ook niet vvelligt onder uwe edele bevolking vertoo- nen? dan zou de kwestie spoedig opgelost zijn. „Onze handel is wanhopig over den toestand der ameri- kaanscbeaangelegenheden. Men kent te goed den werkelijken stand van zaken om niet te begrijpen dat de gelukkige krijgs- operatiën der zuidelijken slechts het onvermijdelijk einde van een worsteling vertragen, die de hardnekkigheid van het Noorden vroeg of laat tot zijn voordeel zal doen keeren. Tntusschen lijdt men overal ten gevolge van een strijd die Amerika en Europa eenige miliarden armer maakten dat, daar Amerika niet ernstig de slavernij heeft willen afschaffen. Men zou er zeide mente veel bij verloren hebben O Nemesis 1" Voor het beheer der landsgebouwen, zoo in de residentie als elders, acht de minister van binnenlandsche zaken eene uit drie deskundigen bestaande bouwkommissie wenschelijk. Zoodra, met behulp dier nieuwe kontróle, de denkbeelden over hetgeen voor bet herstel van het Binnenhof en het lokaal voor het departement van binnenlandsche zaken moet ge schieden tot rijpheid zullen zijn gebragt, zal de minister daar omtrent een afzonderlijk wetsontwerp indienen. De minister van binnenlandsche zaken heeft op zijne be grooting voor 1863 eene som van f16,000 uitgetrokken voor onderhoud van gedenkteekenen en subsidiën voor gebouwen van oudheidkundige of kunstwaarde. Van dat cijfer zijn eigenlijk slechts f2000 beschikbaar voor het onderhoud van historische gedenkteekenen; f 14,000 zijn bestemd voor het herstel der St. Janskerk te 's Hertogenbosch en de Domkerk te Utrecht. Uit dat bedrag van f2000 moet bestreden worden het jaarlijksch onderhoud van het monument teSoestdijk, van het Muidersloten van deGevangenpoortte 'sGravenhage en bovendien de nu en dan noodzakelijke herstellingen van het gedenkteeken voor den slag bij Heiligerlee, van de graf tomben van de zeehelden Evertsen in de kerk te Middelburg en van zoodanige andere onder het beheer van het departe ment van binnenlandsche zaken staande gedenkteekenen of gebouwen, (lie oudheidkundige of kunstwaarde hebben. Bij de opgenoemde monumenten is in 1862 gekomen de ruïne van Brederode onder Velzen, welke, wil men haar, zoo als pligt schijnt, tegen verval behoeden, eenige onmisbare hevstellingen behoort te ondergaan. Het meest dringende wordt in den loop van 1862 verrigt. De minister van justitie is tot de overtuiging gekomen, dat de vestiging eener cellulaire gevangenis te Rotterdam drin gend noodig is. Niet alleen ontbreekt aldaar alle gelegenheid tot het toepassen van cellulaire gevangenisstraf, even als in de arrondissementen 'sGravenhag^. Leiden en Brielle, maar de lokalen van het huis van arrest zijn voor de bevolking, welke er doorgaans te gelijk aanwezig is, ten eenen male ongeschikt en behooren zoo spoedig mogelijk aan deze bestemming onttrok ken te worden. Reeds zijn eenige vertrekken eener kazerne 1 als hulpgevangenis in gebruik genomen, doch deze maatregel komt niet genoegzaam in de behoefte aan een voldoend getal goed ingerigte gevangenen-verblijven te gemoet. De minister heeft derhalve in de raming voor het dienstjaar 1863 begrepen eene som van f 50,000, ten einde in dat tijdvak voorliet bou wen van eene zuiver cellulaire gevangenis te Rottevdam van 250 a 300 cellen het vereischt terrein aan te koopen, bouw kundige stukken te doen opmaken en reeds werken te doen uitvoeren. De gevangenis voor jeugdige mannelijke veroordeelden te Rotterdam, met het huis van arrest in één gebouw vereenigd laat ook in vele opzigten te vvenschen overig. Uit dien hoofd- zal de minister eene gelegenheid doen opsporen, om deze straf, gevangenis met betrekkelijk geringe kosten naar elders, waar de jongelingen ook in akker- en tuinbouw zouden kunnen worden geoefend, te doen overbrengen. Een aantal personen te Rotterdam, ten getale van 88, alle voorstanders der homceopathische geneeswijze, hebben een adres aan de tweede kamer der staten generaal ingezonden, waarbij zij verzoeken dat in de aangeboden wetsontwerpen betreffende de geneeskunst zoodanige veranderingen mogen worden gebragt of bepalingen bijgevoegd, als noodig zijn voor de toelating der homceopathische geneesheeren tot de praktijk, en de vrijheid om zelve hunne geneesmiddelen te bereiden en aan hunne zieken te verschaffen. Het brieven verkeer in ons land is aanhoudend toenemende en zou zeker nog veel hooger vlugt nemen, indien liet uniform- port van één stuiver voor de verzending door het gansche rijk werd aangenomen. Men zal zich herinneren dat verleden jaar eene wet van die stvekking is ingediend, die op den onwil der eerste kamer is afgesluii. Zoo als de zaak echter thans staat, met twee rayons van één en twee stuivers, is er reeds een aanhoudende en zeer belangrijke vooruitgang waar te nemen. Van binnenlandsche portbetalende brieven werden er in de maand augustus der navolgende jaren verzonden: in 1850 361,311, in 1855 1,003,445, in 1860 1,273,976 en in 1862 1,356,723. Het aantal buitenlandsche brieven bedroeg op die zelfde tijdstippen: 183,531, 279.724, 344,347 en 364,346. In 1850 werden 67,05 L en in 1861 280,251 brieven op de gewone wijze, zonder verklaring van de ingeslotene waarde, aangeteekend. De brieven toet aangifte der geldswaarde tegen verhoogd aanteekeninggeld beliepen in 1850 slechts 199 en in 1861 1348 met eene waarde respektievelijk van f 120,240,05 en f778,278,951. Vooral is de vooruitgang aanmerkelijk in de genomen postwisselsdeze bedroeg in 1850 25,738 stuks, ter waarde van fS8,007,50, en in 1861 202,765, ter waarde van f 1,797,189. Het bekende dagblad Kolokol, dat men op velerlei wijze tot in het verst gelegen binnenland van het russische rijk weet te verspreiden, wordt sedert eenigen tijd te Brussel, in plaats van te Londen, uitgegeven onder voortdurende re- daktie van den talentvollen Hertzen. Benoenilngcu en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer C. P. Sanilcr, konsul van Wur tem berg te Rotterdam, tot het aan nemen en dragen der versierselen van ridder der Frederiks- orile, hem door Z. M. den koning van Wurteraberg geschon ken, en aan den met verlof in Europa aanwezigen kapitein der infanterie bij het leger in Nederlandsch-Indië L. Ullmann tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van ridder der Hertogelijk saksische Ernestinische huisorde, hem ge schonken door zijne hoogheid den hertog Ernst van Saksen- Coburg en Gotha. leger. Benoemd bij het personeel van de geneeskundige dienst der landmagt tot officier van gezondheid le klasse, naar ouderdom van rang, de officier van gezondheid 2e klasse D. A. J. van Kessel, van gemeld personeel. Benoemd tot ordonnance-officier van Z. M. den koning de le luitenant jhr. W. L. van Spengler, van het instruktie- bataljon. Marine en leger. Bij de regering bestaat het plan, om in 1863 een eskader van 29 schepen, waaronder 24 met stoomvermogen, in Oost- Indië in dienst te houden, met eene gezamenlijke bemanning van ruim 3000 koppeD. Omtrent het nut dat er in gelegen is om de troepen in kampen te vereenigen, ten einde daar meer in het groot te wor den geoefend, bestaat bij weinigen der zake kundig, eenige twijfel. Evenwel doet zich de vraag voor, of het een volstrekt vereischte is dat zulks ieder jaar geschiede, dan wel of het vol doende is te achten zulks met tusschenpoozen, bij voorbeeld om het andere jaar, te doen plaats hebben. De tegenwoordige minister van oorlog is van gevoelen, dat men zonder nadeel tot het laatste kan besluiten, en na dus het nut, om een gedeelte van liet leger te doen kamperen, tegen de noodzakelijkheid om de kazernering te verbeteren, rijpe lijk te hebben overwogen, is hij tot het besluit gekomen om de gelden, welke vereischt zouden worden wanneer in 1863 een gedeelte der infanterie en kavallerie in het kamp bij Milligen werd geoefend, gedeeltelijk te doen aanwenden tot verbete ring van die kazernen, welke zulks uiterst dringend behoeven. De minister heeft gemeend, te eerder daartoe te mogen over gaan, omdat de bedoelde oefeningen gedurende de jaren 1859—1861 op ruime schaal hebben plaats gehad en daar mede ook ten dezen jare is voortgegaan, zoo dat al de batal jons infanterie en alle eskadrons kavallerie sommige zelfs meer dan eens daaraan hebben deelgenomen. Ten aanzien van die tiraljeur-kompanjiën, welke de gele genheid missen om zich in het garnizoen in het schieten te oefenen, bestaat het voornemen om aan dezen zoo mogelijk standplaatsen aan te wijzen, waar de bedoelde oefeningen zul len kunnen geschieden, waardoor dan ook van zelfdejaarlijk- sche vereeniging in het kamp bij Zeist zal komen te vervallen. Men zal zich alzoo in 1863 bepalen tot het legeren van het bataljon mineurs en sappeurs in het kamp bij Zeist, en van eenige kouipanjiën vesting-artillerie in liet kamp bij Waals dorp, ten einde aldaar op de gewone wijze gedurende een tijd vak van drie maanden te worden geoefend. Rerk- en school nieuws. Jl. zondag is het nieuwe kerkgebouw der hervormde ge meente te Wolfaartsdijk ingewijd. De heer Kluever hield eene rede naar aanleiding van Psalm LXXXIV 5a. Gemengde berlgten. In onze omstreken wordt dezer dagen een vrij sterke nacht vorst waargenomengisteren morgen kon men hier vóór zeven ure dien ten gevolge zelfs geen salade steken. Onze landlie den uieenen op grond daarvan dat het schoone weder der laatste dagen nu denkelijk spoedig zal voorbij zijn. Een ongelukkig verschijnsel, wel waardig de aandacht der geleerden te trekken, is, dat het getal krankzinnigen, in de verschillende gestichten van ons land verpleegd, aanhoudend toeneemt. Op 1 januarij 1861 bedroeg hun getal 2167 en op 31 december van dat zelfde jaarM-eeds 2317. De meesten be hoorden tot de min gegoede klasse. De proeven metkunst- matige oestevteelt, waarvoor op de begrooting van 1862 eene som van f 850 was toegestaan, zullen niet verder worden voortgezet. Van 1850 toten met 1862 heeft de nederland- sche regering f 14S,S49,301,63 besteed tot het ter amortisatie aankoopen van een nominaal bedrag van f 204,083,911,46 nationale schuld van verschillende soorten. De hierdoor ver kregen rentebesparing beloopt f 6.260,549,60. Het Schil- ler-komité te Mannheim heeft besloten dat de plegtige ont hulling van het standbeeld voor Schiller den 18 oktober a. 3. aldaar zal plaatshebben. Men merkt op dat Engeland jaar lijks een duizendtal inenschen door ongelukken in of bij de kolenmijnen verliest. In 1857 verloren 1122 mijnwerkers daar het leven; in 1858, 930; in 1859, 914; in 1860.1109; in 1861, 943; zijnde gemiddeld elk jaar 1005.De ook hier te lande bekende dwerg prins Colibri is 12 dezer te Autsen in Frankrijk overleden. Ilij was in 1833 teSchlamesdorf in Dene marken geboren en heette Christian Heinrich Brockstedt. Men berigt dat dezer dagen te Vinsé een veulen zonder oogen geboren is; men heeft zelfs na gedane operatie die organen niet kunnen ontdekken. In Londen zijn vele letterzetters zonder werk en alzoo aan gebrek ten prooi, teu gevolge waar van de letterzetters-vereeuiging aldaar heeft besloten om, voor eene maand, aan eiken zetter zonder werk lOsh. per week uit de fondsen der vereeniging toe te staan. Men verzekert dat de censuur te Parijs de opvoering heeft verboden van het drama Les misérables, door Ch. Hugo getrokken uit den ro man zijns vaders, en dit niettegenstaande de schrijver alle verlangde wijzigingen in zijn werk heeft gebragt. Aan gaande maarschalk de Castellane wordt de volgende anek dote verhaald. Een barbier, die tot de socialistische partij be hoorde, had eens gezegd „O, wanneer ik Castellane onder mijn mes had, dan zou hij eene leelijke pijp rooken!" De maarschalk vernam dit, ging in volle uniform naar den bar bier en zeide kortaf: „Scheer mij." De barbier was buiten zich zeiven en stond verstijfd. „Scheer mij," riep de maarschalk met donderende stem. De barbier gehoorzaamde bevende en de maarschalk voegde hem toe, toen het mes hem op de keel stond „Welnu, volvoer uw plan, ik ben Castellane." Bevende voltooide de barbier zijn werk en de maarschalk ging bedaard heen. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 21 dezer P. Dierrnanse, jm. 29 j. met A. M. Sonius, jd. 34 j. P. Taze- laar, jm. 27 j. met P. K. Scheppers; jd. 23 j. (Van 13 tot 20 september.) Vlissingen. Gehuwd: P. J. Ekstadt, wedn. van A. M. Labout, 59 j. met E. W. Brouwers, jd. 26 j. J. J. L. van Poel voorde, jm. 24 j. met N. de Wolf, jd. 26 j. Bevallen M. Bakker, geb. van der Kuijl, d. E. But, geb. Mallet, d. S. van der Hof, geb. Stroo. z. I. Parent, geb. Na- gelkerke, d. I. C. Ketting, geb. de Steur, d. T. van Sint Maartensdijk, geb. Israël, d. C. J. Thijsse, geb. I nester, z. H. E. Baaij. geb. Kloeg, d. N. Verhage. geb. Stemrath, d. OverledenC. M.W. Jansen, d. 5 jO. Olsen, z. 15 j. M. M. Willemse, jd. 17 j. J. A. Roomer, man van L. M. Bol, 52 j.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2