MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
N° 112.
Donderdag
1862.
18 September.
Editie van woensdag avond 8 ure.
Middelburg 1? September.
De troonrede, waarmede de koning eergisteren de beide
kamers der staten generaal geopend heeft en welke wij in ons
vorig noramer slechts verkort mededeelden, luidt woordelijk
aldus:
„Mijne heeren!
„Met voldoening vinde ik rnij wederom te midden van de
vertegenwoordigers van mijn volk, en tot gevvenschte mede-
deelingen over ons vaderland in staat.
„Mijne betrekking met andere mogendheden is voortdu
rend die van vriendschappelijke verstandhouding.
„Zee- en landtnagt kwijten zich loffelijk van hare taak.
„In het bijzonder komt deze lof aan de zee- en landraagt in
Neêrlandsch Indië toe. die. vaak onder zware beproeving, bij
het bedwingen van betrijk van Banjermassing haren roem op
nieuw hebben gehandhaafd.
„Indië heeft aanspraak op onze hartelijke zorg. Ik reken
op uwe ijverige medewerking tot verbetering zoowel van on
derscheidene instellingen en wetten, als tot ontwikkeling der
middelen van gemeenschap; en vooral ook om het beheer en
de verantwoording der koloniale geldmiddelen behoorlijk te
regelen.
„De voorzieningen, welke in een ander deel onzer overzee-
sche bezittingen de afschaffing der slavernij eischt, zijn of
worden genomen. Gij moogt een ontwerp-der reglementen
op het beleid der regering in de west-indische koloniën te
gemoet zien.
„Bij deze en zóó vele andere gewigtige werkzaamheden
zal de voorlichting van den onlangs nieuw ingestelden raad
van state aan mijn bestuur grootelijks te stade komen.
„Het volksonderwijs gaat vooruit; hetgeen ter vorming van
onderwijzers thans gedaan wordt moet daarop krachtigen
invloed uitoefenen.
„Na de regeling van het middelbaar onderwijs zal de oplei
ding van hen die zich voor Indië bestemmen, en voorts het
hooger onderwijs ons gemeen overleg vorderen.
„Landbouw en zeevisscherijen gaven aanvankelijk goede
uitkomsten. De oogst belooft meer dan middelmatig te zullen
zijn.
„Op de algemeene tentoonstelling van nijverheid en kunst
te Londen bekleedt Nederland eene waardige plaats. Zij ge
tuigt van vooruitgang in vele takken onzer industrie.
„Onder de publieke werken, welke de nationale welvaart
moeten verhoogen, blijft de aanleg der ijzeren staatsbanen en
van betere waterwegen naar zee onafgebroken mijne aan
dacht trekken. Wat de eerste betreft, zullen enkele stukken
in het aanstaande jaar denkelijk voor de dienst geopend, en
zal u eene voordragt tot regeling der exploitatie onderworpen
worden.
„Hetgeen aan het in werking kotnen der wet op de regter-
lijke inrigting dient vooraf te gaan wordt voorbereid, metal
den spoed dien de omvang en het gewigt van den arbeid ge-
doogen.
„De toestand van 's rijks geldmiddelen is bij voortduring
gunstig. Zij laten toe, dat, ondanks de uitgaven voor de
spoorwegen en de emancipatie der slaven schulddelging
voortgezet en aan de groote waterwegen naar zee begonnen
worde.
„Het plan eener geleidelijke herziening van ons belasting
stelsel, waarbij de belangen der gemeenten in het oog zijn
gehouden, zal u worden medegedeeld. Eenige van de daartoe
vereischte wetsontwerpen zijn gereed, aan andere wordt voort-
gewerkt.
„Gij wordt, mijne heeren! tot gewigtige beraadslagingen
geroepen, die het gemeen overleg, onder Gods zegen, tot af
doende en heilzame besluiten brenge
„Ik verklaar de gewone vergadering der staten generaal
geopend."
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is ont
vangen en ligt voor de belanghebbenden ter inzage: l.eene
opgaaf betreffende den handel en de scheepvaart van Groot-
Brittanje en Ierland over de maand en de zeven maanden
geëindigd op 31 julij 1862; 2. een tabellarisch overzigt van
den handel van Lubeck gedurende 1861.
De gemeenteraad van Goes heeft, in eene jl. maandag ge
houden zitting, een adres vastgesteld aan de tweede kamer der
staten generaal, waarin de bezwaren worden aangetoond tegen
de voorgenomen opheffing der arrondissements-regtbank in
die gemeente.
Het verslag dier zitting moeten wij, wegens plaatsgebrek,
tot een volgend nomraer laten liggen.
Uit Goes schrijft men ons:
„Maandag stond voor de regtbank alhier te regt de zieken
vader van het gasthuis, beschuldigd van diverse ontvreemdin
gen uit het gesticht. Uit de verklaringen van een tiental
getuigen bleek, dat de beklaagde op verschillende tijden
boter enz. heeft ontvreemd en tc gelde gemaakt. Het open
baarministerie rekwireerde gevangenisstraf van een jaar. c. e.
De uitspraak is bepaald op aanstaanden maandag."
Men schrijft ons uit Leiden, 14 september
„Gisteren avond hebben er in onze stad ongeregeldheden
plaats gegrepen die ernstiger geworden zijn dan de oorzaak
waard is waaruit zij zijn ontsta-ii.Een maatregel, genomen
door den len kommissaris van policie, welke aller willekeu
rigs! moet genoemd worden en buiten eenige noodzaak was,
betreffende de passage langs een aangewezen kant in een op
zaturdag avond zeer druk gedeelte der stad (de Botermarkt),
schijnt bij het jongere gedeelte der bevolking tot misnoegen
aanleiding gegeven te hebben. De beambten der policie had
den in last inet gestrengheid bovengemelden maatregel uit te
voeren, waartegen men zich al spoedig verzette. De menigte,
die met honderden was aangegroeid, schoolde zamen en raakte
met de policie slaags, die op de vlugt werd gedreven. Al zin
gende en schreeuwende begaf men zich naar het huis van den
kommissaris van policie, op den Apothekersdijk, met het doel
er alles te vernielende glazen zijn er dan ook niet gespaard
gebleven. Een gelijk lot ondergingen de ramen der huizen
langs die geheele buurt van de Kouwensteeg af, en de groote
spiegelruiten van het magazijn in raanufakturen van de heeren
Bahlman co. op de Botermarkt. De policie was niet bij
ma<ne de menschen-massa, welke inmiddels voor het bureau
van policie was zamen gevloeid,om eenige jongens die gearres
teerd waren te bevrijden en waar men allerlei baldadigheden
pleegde, uiteen te drijven; men heeft zich genoodzaakt ge
zien de militaire magt te hulp te roepen, en niet dan op her
haalde aanmaningen van het hoofd van het plaatselijk bestuur,
(bij afwezigheid van den burgemeesterden wethouder Stoffels)
en bedreigingen dat er zou gevuurd worden, is men eindelijk
uiteen gaan. Het overige gedeelte van den nacht is rustig
voorbij gegaan.
„Heden heerscht er nog veel opgewondenheidhonderde
peror.en van beider sekse,voor het meerendeel fabriekarbeiders,
loopen al zingende langs de straten; aan de militairen, zoo
wel artillerie als infanterie, is order gegeven zich heden avond
gereed te houden om op het eerste bevel uit te rukken. Er
zijn echter geen verdere ongeregeldheden voorgevallen.
„De kommissaris van policie is door den minister van justi
tie tijdelijk in de uitoefening zijner funktie geschorst."
Volgens het Nieuw dagblad van 's Gravenhage zal het
japansch gezantschap niet ten tweeden male ons land bezoe
ken om een definitief antwoord van onze zijde te ontvangen
op de voorstellen van zijne regering, zoo als aanvankelijk
het voornemen was. Het heeft verzocht dat antwoord naar
Parijs op te zenden.
De kommissie door de Nederlandsche maatschappij ter be
vordering van nijverheid benoemd, oin onderzoek te doen
naar den invloed van den brand te Enschedé op de aldaar
tijdens die ramp aanwezige brandkasten, bestaat uit de heeren
dr. C. H. J. van Berchijns, J. Westenenk Gz. en A. J. Wil
helm, te Deventer, en F. J. Koek, te Enschedé. Zij is ruim
twee dagen te Enschedé werkzaam geweest en heeft aldaar
een aantal belangrijke opgaven en stukken verzameld. De
uitkomsten van haar onderzoek zullen later in een verslag
aan de maatschappij worden medegedeeld. Haarlcour.)
In een vorig noramer deelden wij mede dat bij de sluiting
der tentoonstelling te Londen op den daarvoor bepaalden tijd
door de borgen nog eene som van 45,000 p. st. zou moeten
worden bijbetaald. De koninklijke kommissie voor de ten
toonstelling heeft dezer dagen eene langdurige zitting ge
houden waarin ook gesproken is over de sluiting der tentoon
stelling. Een besluit is daaromtrent nog wel niet genomen,
doch men meent dat eene verlenging zal worden toegestaaD.
Benoemingen en besluiten.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der direkte belas
tingen en akcijnsen te Wieringerwaard de heer W. F. R. P.
de Salengre, thans surnumerair der direkte belastingen, in-
en uitgaande regten en akcijnsen te Rotterdam.
Kerk- en sclioolnicuws.
Aanstaanden zondag namiddag zal. naar wij vernemen,
het nieuwe kerkgebouw voor de hervormde gemeente te Wol-
faartsdijk worden ingewijd.
Staten generaal.
eerste kamer.
Gisteren ten 11 ure is eene openbare zitting gehouden,
waarin de heer Blankenheym, als tijdelijk voorzitter, mede
deelt, dat van de heeren Rijsterborgh Hartsen Nobel,
Sassen en de Vos van Steenwijk schriftelijk berigt is ontvan
gen dat zij verhinderd zijn de zitting bij te wonen.
De heer Viruly, wiens geloofsbrieven in de vorige zitting
zijn onderzocht, en die, blijkens eene voorgelezene kennisge
ving van den direkteur van het kabinet des konings, de gevor
derde eedeu heeft afgelegd, wordt biunengeleid.
Voorts wordt voorlezing gedaan van het besluit, waarbij
mr. J. A. Plnlipse wordt benoemd tot voorzitter voor het zit
tingjaar 1862—1863.
Daar volgens het reglement van orde het eerst de geloofs
brieven van den voorzitter moeten worden onderzocht, zoo
deze is afgetreden, benoemt de tijdelijke voorzitter tot dat
einde eene kommissie van drie leden, bestaande uit de heeren
van Beeck Vollenhoven, van Eysinga en Michiels van Kesse-
nich.
Na eene korte schorsing brengt die kommissie, bij monde
van den heer van Beeck Vollenhoven, rapport uit en besluit
de vergadering tot toelating van mr. J. A. Philipse, als lid
der kamer.
Vervolgens zijn twee kommissiën benoemd tot onderzoek
van de geloofsbrieven, volgens welker rapport tot toelating
der nieuw benoemde leden besloten wordt.
De voorzitter zegt daarna: Mijne heeren, de herkozen en
nieuw benoemde leden dezer kamerHet is mij als voorzitter
hoogst aangenaam u in deze vergadering te verwelkomen.
Vereerend engewigtig is de taak die gij öf op nieuw öf voor
het eerst op u hebt genomen.
Vervult die met het meeste genoegen. Zij het u allen ver
gund een aantal jaren in deze kamer werkzaam te zijn en
wordt het voor u steeds de aangenaamste herinnering voor
het welzijn en de belangen van het zoo dierbaar va Ierland
ook het uwe te hebben bijgedragen.
Mijne heeren de leden dezer kamer
Door zijne majesteit onzen geëerbiedigden koning, op de
voordragt van den raad van ministers, op nieuw belast met
de aanzienlijke betrekking van voorzitter dezer kamer, ben
ik met een diep gevoel van dankbaarheid voor deze zoo ver-
eerende onderscheiding, weder in uw raidden opgetreden om
deze aan mij opgedragen taak te aanvaarden.
Ik doe het echter met niet minder schroom dan vroeger,
volkomen bekend met het groot gewigt van hetgeen aan het
voorzitterschap dezer kamer is verbonden.
Uwe mij bekende welwillendheid doet mij echter hopen op
de voortduring van uwe reeds meermalen door mij ondervon
den hoog gewaardeerde ondersteuning, waartoe ik mij op
nieuw met aandrang aanbeveel.
Wij gaan, zoo het schijnt, mijne heeren, een belangrijk tijd
perk te gemoet, daar wij. zoo als op gisteren ons door den
koning is aangekondigd, tot gewigtige beraadslagingen zullen
worden geroepen worden wij mijne heeren bereid gevonden
werkzaam te zijn, zoodra daartoe voor ons het oogenblik zal
zijn gekomen
Doen wij het dan met die kalmte en beradenheid, welke
van ons mogen worden verwacht.
Zij de alraagtige onze steun en ruste Gods dierbaren zegen
op al wat in dit zittingjaar door de staten generaal zal mogen
worden tot stand gebragt.
Ik verklaar het voorzitterschap dezer kamer te hebben aan
vaard.
Vervolgens is mededeeliug gedaan van eenige ingekomen
stukken, boekwerken en petitiën. Delaatsten worden gesteld
in handen eener door den voorzitter benoemde kommissie,
bestaande uit de heeren Quintus, Viruly, van der Heira van
Duivendijke en van der Oudermeulen.
Nog zijn ingekomen, inlichtingen van den minister van
binnenlandsche zaken betrekkelijk het in de vorige zitting
ingekomen adres uit Vledder.
Tot leden der kommissie voor de stenografie worden be
noemd de heeren Blankenheym, 't Hooft en Bosch van Dra-
kestein.
De vergadering heeft besloten de troonrede met een adres
te beantwoorden en heeft zich na de trekking der afdeelingen
daarheen begeven tot het benoemen van voorzitters, onder
voorzitters en leden van de kommissie, belast met het ontwer
pen van een adres van antwoord.
In eene heden ten 11 ure gehoudene zitting is ter tafel ge
bragt het koncept-adres van antwoord op de troonrede, het
geen naar de afdeelingen verzonden is tot onderzoek. De
beraadslagingen daarover zijn bepaald op donderdag aan
staande, des voormiddagsten 11 ure.
tweede kamer.
Maandag ten 3| ure zijn de werkzaamheden hervat.
De tijdelijke voorzitter de heer mr. S. H. Anemaet (als
oudste lid in jaren) deelde mede dat zijn ingekomen de ge
loofsbrieven van de nieuw benoemde leden.
Naar aanleiding van art. 3 van het reglement van orde.
worden twee kommissiën benoemd, elk van drie leden, om
zich met het onderzoek der geloofsbrieven bezig te houden.
Gisteren hebben de verschillende kommissiën verslag uitge-
bragt op de in hare handen gestelde geloofsbrieven der her
kozen en nieuw benoemde leden. Het advies strekte tot toe
lating van allen, met uitzondering van den heer mr. A. A. J.
Meylink, gekozen in het kiesdistrikt Eindhoven, die alleen is
toegelaten onder voorbehoud van eedsaflegging en na over
legging eener andere verklaring omtrent de openbare betrek
kingen welke hij bekleedt.
Vervolgens is de kamer overgegaan tot het opmaken van
eene lijst van drie kandidaten voor het voorzitterschap der
kamer.
Ie kandidaat: de heer van Reenen bekwam 31 stemmen,