natuurkundigen er tegenop: men kon dit onmogelijk zeg
gen de geheele wereld slaapt nooit te gelijk. Een schooljon
gen zou het u leeren, dat, terwijl wij slapen, onze tegenvoeters
eten, en omgekeerd, en dat terwijl wij in de rustzijn.de dieren
in het woud en de nachtwacht waken, zoo dat men kan bere
kenen dat nog minder dan de helft den slaap genoten. Men
besloot wijselijk in het eind maar de wereld te laten staan
en zich niet te bekomméren over deze aanmerking op de waar
achtige vrijheid des dichters. Uitstekend voorgedragen, vielen
ook hem luide toejuichingen ten deel, eu teregt, want zij was
rijk aan geestige zetten eu puntige gezegden, waarvan er
slechts één in 't water viel, als zouden wij ten onzent zoo veel
dichters bezitten. Kuutgij. mijn waarde, ons waarachtig tien
tal nog met een tiental vermeerderen dun stel ik u voor ze
ons niet te onthoudenaan ware pocten heeft men nooit
te veel.
Gij kent het gedicht van Longfellow op het Belfroot te
Brugge, al ware het alleen uit de vertaling van onzen van den
Bergh. De heer Banck, van Amsterdam, had er mede een van
vervaardigd, die hij der vergadering mededeelde, en welke mij
voorkwam, voor zoo ver ik hem verstaan mogt, allezins
gelukt te heeten. Het was een gelukkig denkbeeld in de stad
zelve den indruk weêr te geven, dien de trotsche toren op den
uitheeraschen zanger had te weeg gebragt.
Professor David, van Leuven, brak nu een lans voor de spel
ling met ae in stede van de dubbele a, die tegenwoordig in Bel
gië door velen op wetenschappelijke gronden geëischt wordt.
Spreker was tamelijk lang in zijne betogen ofschoon niet zon
der een aantal getuigen uit Noord en Zuid beide, in het voor
deel van zijne beweringen op te roepen. Ik kom er eerlijk voor
uit, dat het mij vrij onverschillig is wat de uitslag der beraad
slagingen over deze kwestie wezen kan. maar sedert ik heb
liooren beweren, dat de geestelijkheid bang zou wezen dat,
indien de dubbele a werd gebezigd, door middel van verlichte
boeken op de boeren zou kunnen gewerkt en dus de verlich
ting in België bevorderd worden, kan ik niet ontkennen, dat ik
de zegepraal der dubbelen uit dit oogpunt van ganscher harte
wensch. De vlamingerkentzelfdathet volk nog oplagen trap
van ontwikkeling staatwelnu, indien de spelling die wat kan
verhoogen, zie ik geen bezwaar ze zoo gelijk mogelijk aan die
van het noorden te maken. Zoo veel is zeker dat spreker be
weerde, dat de hollandsche en vlaamsche taal niet één zijn,
ofschoon zij het oorspronkelijk waren dat de hollandsche
verre de vlaamsche vooruit is. Is dit laatste waar, waarom
zich dan ook maar niet van de hollandsche bediend Hij be
weerde voorts dat de hollandsche taal stijver was dan de
vlaamsche een beweren waarover wij niet met hem willen
twisten omdat ze zich zelve veroordeelt; want de zacht
heid zit niet alleen in het du en dijn. Hoe 't zij. hij werd vurig
bestreden door professor Heremans van Gent, die zich weder
beriep op niet minder krachtige autoriteiten, maar te gelijk
zijn ambtgenoot op een ander gebied de volle laag gaf door er
openlijk voor uit te komen, dat een zekere hekeizieke synode
baar veto had uitgesproken over dat wat professor David eene
nieuwigheid had geheeten van enkele liefhebbers der taal.
Het grootste gewigt werd -door professor Heremans in de
schaal gelegd toen hij zijne bestrijding besloot met te ver
klaren dat de taaireus Grim zeker de grootste autoriteit in
dat opzigt zich krachtig had verklaard voor de spelling
met dubbele a.
Na hem was het woord aan den heer van Driessche van
Brussel, die zijne gedachten ontwikkelde over taal en stijl in
de dramatische letterkunde. liet realisme, zoo als hij zich uit
drukte, voert alleen tot het ware doel, terwijl hij dit poogde
te bewijzen door de beantwoording van drié vragen l.wat
is realisme in de dramatische letterkunde; 2. tot hoe ver
wordt het realisme door de tegenwoordige school goed ver
staan II. wat is er noodig 0111 den toekomstigen bloei van het
nederlandsche tooneel te verzekeren en te bevestigen Het
realisme had, volgens zijn beweren, bij alle hedendaagsche
scholen de overhand genomen; de stijl moest realistisch zijn
realisme in taal en stijl is de alleen zaligmakende wet voor
de dramatische literatuur, gelijk dit door hem in menige bij
zonderheid werd aangetoond even als na hem de lieer
H. Q. Janssen, van St. Anna ter Muiden, de belangrijkheid
zocht te bctoogen van het west-vlaamsch dialekt voor de
nederduitsche taal. Hij bewees dat de diaiekten de deelen
zijn van het groote ligchaam der taal, waarvan niet een kon
worden gemist zonder dat ligchaain te schaden. Onder de
diaiekten van de nederlandsche taal bekleedt het west-
vlaamsch eene belangrijke plaats. De opmerkingen, door
spreker over dat dialekt gemaakt, sluiten zich aan bij hetgeen
professor Heremans op een vroeger kongres daar over heeft
gezegd. Volgens sprekers bewering heeft het west-vlaamsche
dialekt de oudste type der nederlandsche taal bewaard, gelijk
zij in de letterkundige voortbrengselen sedert de 13e eeuw
tot ons gekomen is.
Onder anderen herinnerde bij dat sommige medewerkers
aan de overzetting en herziening van den Staten-bijbel Vla
mingen waren, terwijl hij een aantal voorbeelden van daarin
voorkomende uitdrukkingen aanhaalde, aan de west-vlaam-
sehe taal ontleend. In die taal, zeide de spreker, leven ook
nog een aantal spreekmanieren, welke men in andere oude
geschriften aantreft, en nu in Noord-Nederland zijn gestorven
even als de woorden, waarvan er door hem velen waren opge
somd. Het doel van zijn optreden was alleen geweest aan te
toonen,dathet west-vlaamsche dialekt eene eereplaats verdient
in het nederlandsche taalverbond en dat het tot de oprigting
van het grootsche taalgebouw verre van onbelangrijke bouw
stof kan opleveren. Op het taalgebied zijn Zuid en Noord
éénook het west-vlaainsche taaleigen moet ons leeren dat
wij mannen van het Zuiden en het Noorden allen elkanders
schuldenaars en helpers zijn moeten, omdat wij leden zijn van
hetzelfde ligchaam, kinderen van den zelfden stam, dienaren
van de zelfde moedertaal.
Ik kan niet zeggen dat de zoo uitstekende man, om
zijn geschriften over oudheidkunde zoo te regtgewaardeerd,
heel veel pret van zijn voordragt had. Immers terstond werd
door de heeren de Laet, Sermon, Delcroix, en van Lennep op
gemerkt, dat verre weg de meeste door hem aangehaalde uit
drukkingen, door hem geacht tot het west-vlaamsche dialekt
te behooren, ook in andere diaiekten worden aangetroffen.
De heer van Lennep waarschuwde daarbij nog dat men zich
wel zou wachten als dialektvormen te doen doorgaan wat in
der daad tot het wezen der taal behoort.
„De negentiende oktober 1861" was de titel van een ge
dicht, dat nu door den heer dr. J. Nolet de Brauvvere van
Steeland werd voorgedragen en de bijeenkomst der koningen
van Nederland en België ten onderwerp had. Vraagt gij er
mijn oordeel over? ik moet u zeggen, dat de voordragter veel
goeds aan kan hebben gedaan, en te mogen gelooven dat het
stuk aan de vergadering smaakte.Trouwens het Zuiden vooral
heeft een bijzonder genoegen gehad aan de zamenkomst dei-
beide vorsten. Tot mijn leedwezen had ik mij even uit de zaal
moeten verwijderen. Later heb ik het stuk gelezen en be
vonden dat de heer Nolet beter luimig dan lyrisch dichter is.
Ik kwam juist weder binnen, toen ik jhr. Verheijen^de zelfde
die uit Zr. Ms. naam het exemplaar van Cats aan het kongres
had aangeboden, en onzen koning hier vertegenwoordigt)
hoorde zeggen dat de auteur tot officier der orde van de
Eikenkroon was bevorderd. Dit scheen de vergadering best
aan te staan, want er was een oogenblik lang geen einde aan
het daveren van het handgeklap, het trappelen der voeten en
het stampen met de stokken, hetgeen bewees dat het publiek
voldaan scheen even als de lieer Nolet, die voor de on
derscheiding zijn dank betuigde. Hij had zijn dichtstuk op
gedragen, behalve aan koning Leopold aan koning Wil
lem III. Hinc illae enz. Door den heer Prins uit Leuven
werd hierop een gedicht voorgedragen „de taal van 'tdietsche
vaderland." Als hij het onverstaanbaar voordroeg met het
doel gebreken er van te bedekken, heeft de auteur zijn doel
bereikt. De zuid-nederlanders hebben van hunne broeders
uit het noorden kunnen leeren wat fraaije voordragt is.
De heer Hanssen was ziek geworden en dus afwezig. Wat
hij had willen behandelen kunt gij op de regeling der werk
zaamheden zien of later lezen in de Handelingen, als
ze verschijnen zullen. De heer de Borghgrave uit Gent
deelde ons daarop zijne beschouwingen mede over de innige
verwantschap, die er tusschen de nederduitsche en hoogduit-
sclie talen bestaat, terwijl hij het nut aantoonde, dat uit de ge
lijktijdige beoefening dezer beide zustertalen voortvloeit. Hij
raadde aan. de duitsche taal te beoefenen, om daardoor met de
moedertaal des te vertrouwder te worden, aan welken raad
de heer van Lennep verzocht niet al te veel vertrouwen te
schenken. Vooral gaf hij dien aan hen, die het in de neder
duitsche taal nog niet tot een zekere hoogte hebben gebragt.
Immer de duitsche taal is de moeijelijkste waaruit dan ook
gereedelijk volgt, dat zij. die uit die taal overbrengen doch er
niet volkomen mee vertrouwd zijn, zich aan de grootste fouten
schuldig maken.
En werd de vergadering, na het aanhooren van dit alles
nog niet gesloten? Wij hadden nog eerst een verhandeling
aan te hoorea van den heer Sermon uit Brussel, en wel over
de geschiedenis der Nederlanden. Helder was zij niet; en wat
niet heliler is, is duister; bij wat duister is kan men niet en
dus ook niet bij de onbegrijpelijkheden des sprekers, die een
slechte pleiter was in de zaak door hem voorgestaan. Zelden
toch heb ik iemand meer romaansche denkbeelden hooren
uiten, en meer fransch-vlaarnsch hooren spreken, dan hij die
juist beide bestreed.
Ten vijf ure had het aangekondigde diner plaatsin de kon-
certzaal. Het zal door ongeveer 150 personen zijn bijge
woond. De stemming die er heerschte werd door enkele Vla
mingen gedrukt geheeten. Beware ons de hemel wanneer die
niet gedrukt is! Mij kwam ze op het midden van den avond
al vrij levendig voor; maar sommige vlaraingen kunnen de
taal maar niet vergeten van den heer Devaux, en ik verwijs u
naar het dagblad „liet burgerwelzijn," waar, met toespeling op
dezen burger van Brugge, en grooten beweger van 1830, ge
zegd wordt: „Hij die met zulke bespottelijke raaskallery
eene ernstige plegtige beraadslaging heeft vooruit geloopeu
is daardoor gelijk geworden aan een gildezot, die de voorbij
gangers met zemelen in het aangezigt schiet om hen te be
dwelmen."
Ik ben niet gebleven tot het eind, omdat ik den stroom van
toasten niet kon volgen, die tot ruim een ure heeft gevloeid
en tevens dewijl ik u deze woorden nog wilde zenden omtrent
den tweeden dag. waarop ik behalve het gehoorde op het
kongres een aantal heerlijke kunststukken heb genoten,
waaraan Brugge zoo ongemeen rijk is en tot wier bezigti-
ging de deuren zich openen op vertoon van onze kaart. Dat
daaronder de beroemde schoorsteen en de kapel van het
heilige bloed behoorde, begrijpt gij en wat ik heb be
grepen is: dat Brugge nog altijd vlaamsch is in het hart
gelijk mij bleek uit een ellenlang voor een gevel geplaatst
gedicht, hetwelk de vreesselijkste invectiven tegen deu man
der annexatiën bevatte en bewees dat men hier van de
„fransche dolheid," zoo als men het heet, niet weinig af-
keerig is. Mogen de verzekeringen dat hij, in geval van nood
zijn man aan iederen vlaming zou vinden, om der wille van
Europa's rust, ze maar uooit bewaarheid worden En nu
alweder tot morgen,wanneer het appèl is als de groote beijaart
zijn negen slagen doet dreunen langs de trotsche markt en
door de eindelooze stad van Breydel en de Coninck.
S.
BIJITEKLAKD.
Algemeen overzigt.
Terwijl Europa met klimmende belangstelling den blik
naar Amerika, Mexiko en Italië heeft gerigt, ontgaan toch de
gebeurtenissen de aandacht niet, welke op het uitgestrekt
veelkleurig duitsch tooneel voorvallende, voor het oogenblik
minder belangrijk mogen toeschijnen, maar toch in eene min
of meer verwijderde toekomst belangrijke gevolgen kunnen
na zich slepen. Nog is Duitscbland het groot worstelperk,
i waarin de meest tegenstrijdige belangen kampen, strijders
I treden er in het krijt met de bontste kleuren op hun banier,
I van de vreemdsoortigste wapenrustingen voorzien, met de
I meest verouderde en allermodernste deviezen op het wapen-
1 schild. Nog teekenen zich figuren aan den horizon, waarvan
sommigen hunne eeuw vooruit, door hunne tijdgenooten niet
ofnoode begrepen worden, en anderen als uit eene vroegere
eeuw terug geroepen, weinig overeenkomen met hunne omge
ving en wier persoonlijkheid een zonderling mengsel vertoont
van elementen der 16e en 19e eeuw. De reorganisatie van het
leger in Pruissen is wederom het wachtwoord geworden der
verschillende partijen.
Reeds thans verzekert men dat de aangevangen strijd in de
pruissische kamer noodwendig hare ontbinding of de aftre
ding van het ministerie ten gevolge moet hebben. Voor de
kroon die iets wil en de natie die dit tot allen prijs tegen
gaat, blijft er, nadat alle gewone middelen vruchteloos zijn
aangewend, slechts een coup d'état of eene revolutie over.
Berigten uit Italië zijn schaarseh en onbelangrijk, het
laatste omdat men ze niet vertrouwen kan als van de italiaan-
sclie regering afkomstig. Terwijl alle berigten omtrent den
toestand van Garibaldi deze als hoogst zorgelijk voorstellen,
doet het goevernement van den heer Ratazzi alle pogingen
om de bevolking te doen bedaren, en zendt derhalve berigten
die geruststellend zijn. De berigten uit Spezzia zelve stellen
eene afzetting van het been evenwel als mogelijk en waar
schijnlijk voor, waartoe echter de deskundigen wegens den
geheelen toestand des generaals nog niet wilden overgaan.
De verbolgenheid der Mazzini-partij heeft daardoor nu
haar hoogste toppunt bereikt en het gevolg barer verkla
ring, dat zij thans met den dolk zou volbrengen, waartoe
Garibaldi's degen niet in staat was, is dat de heer Ratazzi
thans slechts gewapend en onder een behoorlijk geleide durft
uitgaan.
In Engeland wordt de volksbeweging ten voordeele van
Garibaldi telken dage kracht/geren oj» verscheidene meetings
zijn reeds manifesten opgesteld en met talrijke onderteeke-
ningen voorzien aan de regering opgezonden om haar te ver
zoeken krachtig op te treden in de italiaansehe aangelegen
heden en de ontruiming van Rome te doen plaats grijpen. Bij
eene dergelijke stemming der engelsche bevolking zou dus
een optreden van Engeland ten voordeele van Italië, door de
engelschen met genoegen worden gezien, en de populariteit
vau lord Palmerston daardoor alweder kunnen vermeer
deren, iets hetgeen bij dien staatsman, gelijk wij weten, geene
onverschillige zaak is.
Uit Amerika zijn weder tijdingen overgebragt die slechts
veldslagen en gevechten ademen. De generaal Pope is bij
Centreville door (le zuidelijken verslagen geworden, en achter
de forten van Washington terug getrokken. Frederiksburg is
door den generaal der noordelijken, Burnsitle, ontruimd; hij
was naar Acqnia-Greek terug getrokken, waar hij door de
vloot ondersteund wordt.
De zuidelijke strijdkrachten bevinden zich nu op twaalf
mijlen van de hoofdstad der noordelijken, Washington, en de
positiën der vijandelijke legers schijnen thans de zelfde le zijn
als na de nederlaag der noordelijken bij Bulls-Run.
Men moet zich overigensin den laatsten tijd vergenoegen
met slechts in zeer algemeene trekken de amerikaansche ge
beurtenissen geschetst te zien, daar de tijdingen in het ver
melden der bijzondere gevechten en ontmoetingen zeer
duister en tegenstrijdig zijn en de europeselie dagbladpers
zich minder met beschouwingen daaromtrent bezig houdt
sedert de gebeurtenissen waartoe ons werelddeel zelf het
tooneel levert, de aandacht zoo zeer tot zich trekken.
Frankrijk.
Terwijl dezer dagen van vele zijden bepaaldelijk werd be-
rigt dat eene ontbinding van het wetgevend ligchaain aan
staande was, wordt dit thans door vele dagbladen op de stel
ligste wijze tegengesproken, terwijl echter daarentegen gewag
wordt gemaakt van eene belangrijke wijziging welke in het
corps diplomatique zou worden gebragt en waarbij de heel
de Lavalette Frankrijk in 't vervolg bij het engelsche hof zou
vertegenwoordigen als opvolger van den lieer de Flahaut.
Wie den heer de Lavalette zou vervangen, wordt echter nog
niet gemeld.
Al moge men nu aan al deze berigten slechts weinig waarde
hechten dan blijkt daaruit toch hoe hevig een strijd er gevoerd
wordt onder de omgeving des franseben keizers tusschen de
partij der wereldlijke rnagt en die der italianen, waardoor
men bij eene kleine overwinning der eene of andere, van een
vertrek van den franscben ambassadeur uit Rome, \-3u eene
ontbinding van het wetgevend ligchaam of van eene verande
ring in het franscb ministerie hoort gewagen.
L'opinion nationale bevat bet volgende verhaal omtrent
den oorsprong der veel besproken beruchte verklaring in het
dagblad La France omtrent de verdediging van den tegen-
woordigen pausselijken staat door Frankrijk
„Een der broeders van den kardinaal Antonelli, Luigi ge'
naamd, is met eene aller betooveremlste dame gehuwd en men
noemde den heer Mgeattacheerd aan het fransch gezant
schap, als een barer vurigste bewonderaars. Dit was eene uit
muntende gelegenheid voor de klerikalen om partij van te
trekken. Dooreen der zoo veelvuldige intriges eener wereld
waarin staatkunde en behaagzucht elkander de hand reiken
zou men er in geslaagd zijn om den betooverden diplomaat
over te halen den inhoud der geheime depeclies die aan het
gezantschap werden gezonden, bij afwezigheid van den heer
de Lavalette aan den kardinaal Antonelli mede te deelen.
„De ambassadeur had daarop, bemerkende dat er in zijne
omgeving onbegrijpelijke voorvallen plaats liadden, op zeer
genëijoie wijze naar Parijs geschreven, om hein eenedepe-
che te zenden waarvan de inhoud geheel onwaar was.
Toen 'zou men die nota hebben gezonden waarmede de dag
bladpers in Frankrijk en Italië zich zoo .-jfbnilé mede heeft
bezig gehouden, en waarbij het kabinet'der Tuilleriën aan
den paus de verdediging van het patrimonium van St. Petrus