den des rijks zal verbinden, eene verbinding, waaraan het af gelegen noorden, Groningen, Friesland en Drenthe reeds zoo lang behoefte gehad heeft2. zal dit een spoorweg zijn, die dadelijk goede opbrengst zal geven, als niet alleen vereenigende het. bevolkte Zwolle met het welvarendeen veel handeldrijvende Meppel, maar zich ook terstond aansluitend aan eenen dan reeds in werking zijnden spoorweg, dien van Zwolle op Utrecht3. zal dit eind ook op den duur een van de allergewigtigste blijven, daar het niet alleen aan den ge noemden spoorweg, maar ook aan die, welke later van Arnhem op Zwolle en van Leeuwarden en van Groningen op Meppel en Zwolle zullen komen zoo vele belangen komen alzoo in dit eind wegs te zamen, dat niets natuurlijker is dan de uiting van den wensch, dat deze weg onder de allereerste der aan te leggen spoorwegen onder handen genomen worde. „In het noorden, in Groningen vooral, ziet men reikhalzend uit naar het middel der spoorwegen, om uit zijnen afgelegen en verlaten toestand te geraken, een toestand, die voor de tul- rijke, welvarende en grooten handel drijvende bevolking al daar pijnlijk is, zoodat een uitweg per spoor naar de duitsche westbaan in Hannover en vooral naar Zwolle, tot vereeniging met bet voornaamste deel van ons vaderland, onder de eerste wenschen der ingezetenen aldaar behoort." Jl. woensdag heeft op het kasteel te Laeken, in tegenwoor digheid van koning Leopold, de plegtige verloving plaats ge had van den prins van Wallis, met prinses Alexandra van Denemarken. Na de plegtigheid heeft er een groot diner plaats gehad, waaraan o. a. deleden derengelscbeen deensche gezantschappen deel namen. Men zegt, dat het huwelijk niet vóór de aanstaande lente zal worden voltrokken. Eüeiioemiii£Cii en besluiten. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw de lieer D. de Graef van Polsbroek, koncnl der Nederlanden te Kanagawa, in Japan. Vergunning verleend aan dr. J. P. Heije, te Amsterdam, tot het dragen der hem door den hertog van Nassau ver leende gouden medalje voor kunst en wetenschap. leger. Op verzoek eervol ontslag uit de militaire dienst verleend aan den 2en luitenant der artillerie jhr. C. van der Wijck, ii la suite van het koloniaal werfdepot en bestemd voor de dienst in Oost-Indië. Benoemd bij het wapen der artillerie van het leger hier te lande bij het 3e regemcut vesting-artillerie, tot 2en luitenant jhr. C. van der Wijck, laatstelijk 2e luitenant bij het wapen der artillerie van het leger in Oost-lndië. regterlijke magï. Benoemd tot advokaat-generaal bij het provinciaal geregtshof in Overijssel mr. D. Fockema, thans substituut-officier van justitie hij de arrondissements vegtbank te Rotterdam tot substituut-officier van justitie bij de arron- dissements-regtbank te Rotterdam, jhr. mr. B. C. de Jonge, thans substituut-officier van justitie bij de arrondisse- ments-regtbank te Dordrecht; tot substituut-officier van justitie bij de arrondissements-regtbank te Dordrecht, mr. E. A. A. IJssel de Schepper, thans substituut-officier van justitie bij de arrondissements-regtbank te Gorinchem en tot substituut-officier van justitie bij de arrondissements-regtbank te Gorinchem, mr. C. A. Marchant jr., advokaat te Amsterdam. burgemeesters. Eervol ontslag verleend op daartoe ge daan verzoek aan dr. M. G. Timiners Verhoeven, uit zijne betrekking van burgemeester der gemeente Dordrecht. Kerk- en scSioolnieuws. Gisteren namiddag had de inweijing plaats van het nieuwe kerkgebouw der hervormde gemeente te Kleverskerke. De heer J. J. H. Doorenbos, predikant bij die gemeente, hield eene op die gelegenheid toepasselijke rede naar aanleiding vaa f-Iaggaï 2 vers 10. De bevestiging en intrede van den kandidaat tot de heilige dienst Th. II. Nahuys, beroepen tot predikant bij de nederduitsche hervormde gemeente te Biezelinge, (klassis Goes), is bepaald op 5 oktober a. s. Door den kerkeraad der nederduitsche hervormde ge meente te Breda is, ter verulling der vakature ontstaan door het overlijden van den heer J. P. I-Iuygens, uit een bevorens gevormd twaalftal het volgend alfabetisch zestal van predikan ten opgemaaktde heeren W. Astro, te AmerongenJ. Drost, te Goes; L. de Geer, th. dr., te DoesburgN. II. de Graaf, te Apeldoorn; J. J. Richard, te Zeysten N. Osti, te Delfshaven. Marine en leger. In den loop dezer maand zal er. naar men verneemt, eene groote promotie bij het wapen der infanterie plaats hebben. Koloniën. De overland mail, den 29 j ui ij van Batavia afgezonden, bragt weer weinig nieuws mede. De veis van den goeverneur-gene- raal door oostelijk Java was den 15 julij volbragt. Daarover zegt de Javabode het volgende„De reis is in onzeoogen vrij wat opmerkelijker dan de inspektietogt zijns voorgangers. Deze laatste toch ging de onderzoekingsreis maken in den laatsten tijd zijns bestuurs, en welke resultaten heeft dat togtje als gewone pro formule reis des goeverneurs-generaals opge leverd De tegenwoordige landvoogd is echter bij het begin van zijn verblijf in Indië op reis gegaan, om daarna met meer kennis Yan zaken het bestuur in handen te hebben. Hij is gegaan naar de brandpunten van dehoofdkwestiën alhier: hij heeft namelijk het terrein van den daar te stellen spoorweg opgenomen. Hij heeft ook een blik geworpen in de kuituur- aangelegenheden. Samarang, de vorstenlanden van Soerabaija waven er juist de goede gewesten voor, en we geloovcn dat de heer Sloet uit zijne eigene oogen heeft gekeken. Ook het fabriekwezen ditmaal meenen we nu eens geen suikerfa brieken alleen zal door die reize niet hebben verloren en plaatselijke belangen evenmin. Zoo zal te Samarang onder anderen in de zoo lang gevoelde behoefte voorzien worden door de verbetering der haven aldaar. Zijn togt is alzoo be langrijk geweest en zijne terugkomst werd dan ook met meer verlangen te gemoet gezien. Zijne ontvangst droeg bij velen meer blijken van hartelijkheid, dan men bij stijve officiële ontvangsten opmerkt. Ook wij hebben, zoo als uit onze kolom men blijkt, bij die gelegenheid ons kompliment afgestoken, niet uit bloote zucht tot pligtpleging, doch omdat wij 't meen den." ©emengcle foerigten. olgens professor Kastner zijn in kleine stukjes gesneden biltere amandelen een uitstekend middel om ratten en muizen snel en zeker te dooden. Men bestrooit de stukjes met meel en legt ze op de plaatsen waar de dieren zich gewoonlijk op houden. Het drama uit de Misërables van Victor Hugo, dat in de Ambigu comique te Parijs zal worden opgevoerd, is sedert lé dagen in handen van de censuur. Men zegt, dat het rapport van de censuur zeer gunstig is, ofschoon er eenige koncessiën door den schrijver van het stuk zijn gevorderd. De heer Myriel b. v. zal geen bisschop, maar een geneesheer zijndaardoor kan hij echter zijn godsdienstig en menschlie- vend karakter blijven behouden. Jean Valjean zal geene ste- del.jke betrekking vervullen, zoo als in den romanook de rol van Fantine is eenigzins veranderd. Volgens overeenkomst met de direktie van den Ambigu, zal in den aanstaanden win ter, slechts het eerste gedeelte van het drama worden gespeeld, daar de roman te groot is oin in zijn geheel als drama op één avond te worden opgevoerd. Uit New-York wordt van den 30 augustus gemeld, dat de Great Eastern op dien datum in Flushmg-bay voor anker lag. Het schip was bij Montauck op eene rots gestooten en daardoor lek geworden; de schade was echter zoo gering, dat men, indien de geringe reparatie niet spoedig kan geschieden, zonder deze de terugreis kon aannemen. Het berigt van het in brand staande schip bij Montauck, waarvan wij in ons vorig nominer gewaagden, heeft dus geene betrekking op den Great Eastern. Jl. woensdag is te Scheveningen aangezet de haringschuit Arnoldine Marie, aanbrengende 33,000 stuks steurharing, alsmede 40 ton pekelharing. De eerste is verkocht voor f 47 en f 26 het dui zend; de laatste voor f21 en f 19 de ton. In Groningen is een adres aan de regering in omloop, houdende verzoek, om het patent van slijter van sterke dranken niet meer aan ieder een af te geven, maar alleen aan herbergiers, logementhouders en apothekers.Te Kincardine, in Schotland, is overleden Sophia Stewart, arme weduwe van den schoolmeester Ross en dochter van den vaandrig in den veldslag van Culloden. Met deze laatste afstammeling sterft het geslacht der Stuarts, ko ningen van Schotland, uit; de weduwe SophiaStewartstamde in regte lijn af van Walter, baron van Kircardine, kleinzoon van Robert II van Schotland. Te Oudenaarde en Dender- monde, in Oost-Ylaanderen, speelt het klokkenspel sedert eenige dagen de zoogenaamde Garibaldine of Garibaldi- marsch. De keizerin van Frankrijk wandelt te Biarritz met een rotting. Natuurlijk is dit voorbeeld weldra nagevolgd door de elegante dames aan de badplaatsen. The times raamt het cijfer der offers in geld en inenschenlevens in den tegen woord igen oorlog door de noord-amenkaansche Unie (de noordelijken) gebragt, op 200 millioen p. st. (2400 mil- lioen gulden nederlandsch) en op 2,500,000 personen.Op Corfu heeft den 31 augustus een hagelslag groote verwoesting aangerigt. Er vielen hagelsteenen van 6 tot 8 onsen, zoo dat op de wijnbergen alles verwoest is. De schade wordt op 200,000 dollars geraamd. Hoewel daags na het onweder de j thermometer 80 a 85 F. in de schaduw teekende, vond men nog zes duim dikke hagelsteenen op den grond liggen. De gemeenteraad van Delft heeft verworpen het voorstel der kommissie van geneeskundig toezigt, om aan de door kinder ziekte besmette woningen van wege degemeente een uiterlijk kenteeken te doen hechten. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen. des middags 12 ure. September 1862. Wind S I Laagste 1 s bC o' c* temperat. i Aanmer- JÜ G E O 2o len verschil kingen. q "Si *1 i 3 met de g ËH 1 CO* 1 P3 1 hoogste. 7 W est. 2 762.8 16.2 0~34~11.64~(X9 betr.hcij.l.bcw 8 W.t.N. 1 765.9 17.4 0.86 12.82 0.0 ligt bew. held. 9 W.t.N. 1 765.0 18.5 0.85 12.95 0.0 ligt bew. heij. 10 W. t.Z. 1.5 759.9 18.1 0.80 12.33 0.0 bewolkt regen. 11 N. t. O. 1 764.9 16.0 0.63 8.70,1.2 ligt bewolkt. 12 W.NW 2.5 768.1 17.0 0.67 9.80 0.0 ligt bewolkt. 13 Zw.t.W 2 763.8 18.0 0.65 J 9.64j0.0 bijna helder. Thermometers tan<l. 13 sept. 's morg. 7 u. 56 's midd. 1 u. 63 's av. 11 u. 60 gr. 14 's morg. 7 u. 56 's midd. 1 u. 69 's av. II u. 60 gr. 15 's morg. 7 u. 60 's midd. 1 u. 74 gr. Staten generaal. Vereenigde zitting der beide kamers, van zaturdag 13 september 1862. De heer Philipse, voorzitter der eerste kamer, bekleedt den voorzitterstoel. Hij laatbij afwezigheid van den griffier der eerste kamer, door den griffier van de tweede kamer voorlezen een besluit des kouings, van den 6 september jl., waarbij aan den minister van binnenlandsche zaken wordt opgedragen om zich heden, des namiddags ten 1 ure, te begeven naar de vergadering der staten generaal, en aldaar uit naam des konings de tegenwoordige zitting der staten generaal te sluiten. De voorzitter benoemt eene kommissie van acht leden der eerste en tweede kamer, ora den minister van binnenlandsche zaken in- en uitgeleide te doen. Tot leden dier kommissie worden benoemd de heeren] Blankenheym, Heemskerk Bz., 't Hooft van Benthuizen, van Heukelom, Huydecoper van Maarsseveen, van Eek, Michiels van Kessenich en Wintgens. Kort daarop wordt de minister van binnenlandsche zaken, die zich op de gewone statelijke wijze naar de vergadering der staten generaal begeven heeft, de zaal binnen geleid. De heer Thorbecke, minister van binn enlandsche zaken, plaatst zich voor den troon en houdt de volgende aanspraak „Mijne heeren De koning heeft mij met het sluiten uwer jaarlijksche ver gadering belast Uwe herinnering zegt u, dat het eene werkzame zitting was. Gij hebt menigerlei en zeer gewigtige onderwerpen behandeld. Er is veel verrigt en veel overig gebleven. Groote maatregelen, sedert jaren bij u aanhangig, werden eindelijk volbragt; ik noem de regeling van den raad van state, de opheffing van het van staatswege tot dus ver uitge oefend kolïatieregt, de afschaffing der slavernij in de west- indisehe koloniën, de nieuwe tariefwet; vele andere werden aan uw overleg onderworpen, om, zoo wij hopen, in uwe aan staande vergadering te worden voltooid. Zijne majesteit draagt mij op u voor de zorg en den ijver, waarmede gij het landsbelang hebt behartigd, dank te zeggen. In naam des konings verklaar ik deze vergadering der staten generaal gesloten." De geloofsbrieven der nieuw gekozen leden zijn in deze zitting ingekomen en in handen van ko mmissiën gesteld. VIIE NEDERLANDSCH TAAL- EN LETTERKUNDIG KONGRES. IV. Brugge, 10 september 1862. Ik val van daag met de deur in huis dat wil zeggen dat ik zonder inleiding begin, trouwens mijn brief zal lang genoeg wezen. Met de lezing der notulen werd, zoo als van zelf spreekt, heden ochtend ten 10 ure de tweede zitting van het kongres geopend. Mr. H. J. Koenen, wien niemand kan verwijten.dat hij te weinig spreekt, achtte het geraden, naar aanleiding dier notulen een aardigheid prijs te geven aan den steller er van. De sekretaris toch had in de notulen gezet: „er wordt lezing gegeven van." en ziedaar een gallicisme, waartegen genoemd lid der akademie van wetenschappen meende te moeten opko men. niet omdat die grove zonde alleen iu Brugge, door een gentsch professor, maar ook vaak in Nederland gepleegd wordt. De sekretaris deed amende honorable, en voegde er bij dat het bezigen van enkele gallicismen den vlainingen niet al te zwaar mogt worden aangerekend, omdat het fransch hen nog te veel in 't bloed zit met welke verklaring deze zoo hoogst belangrijke diskussie was afgeloopen, zoo dat hij, die over honderd jaren de archieven der kongressen doorloopt, zich niet zal behoeven te ergeren over zulk een geweldige fout als de kritische geest des heeren Koenen in dit stuk had opge merkt met, maar ei lieve, vul gij zelve in wat gij wilt dat hier volge. Na hem opende onze vaderlandsclie dichter S. J. van den Bergh de rei der sprekers. Hij droeg een dichtstuk voor, even warm als krachtig gedicht, waarvan hij de hoofdgedachte aan Brugges geschiedenis in 1302 ontleend had. Wij geloovenaan de herhaalde en luide toejuichingen, die hem ten deel vielen zoo wel onder als na de voordragt, dat hij de echte snaren des harten had weten te treffen. Oordeel gij zelf uit de beide koe- pletten, welke ik hier achter laat volgen of ik niet mag zeggen dat zijn vers tintelde van actualiteit en uitmuntte door waarheid Schild cn vrind! ook dat is onze leuze En vertolkt wat in ons binnenst leeft; Schild te zaam, uit ongedwongeu keuze, Voor de taal die Hooft geadeld heeft. Vrind voortaan door alle tijden henen, "VVat de staatkunst in haar web verslind', Door de zon der vrijheid zaam beschenen, Houw en trouw elkanders schild en vrind. Schild cn vrind! op eigen krachten steunend, Baadt zich elk in eigen gloriezon. Om 't sireengefleem zich niet bekreunend Of uw rijk op nieuw zich splitsen kon. Schild te zaam ook tegen zulk een dwaling, Die alleen hij vuigen ingang vindt: Warsch van iedre nieuwe grensbepaling Zijn wij ée'n door 't magtig: schild en vrind. Nadat onze zanger het spreekgestoelte verlaten had, was de beurt aan den heer Beets oin dat te beklimmen. Hij leverde eenige beschouwingen over de dichterlijke vrijheid in de poëzy, over het privilegie van den dichter om zich, in tegenstelling met den redenaar en prozaschrijver, ongebonden te achten aan welke wet ook.De heer Beets zeicie onder anderen, dat de dichterlijke vrijheid niet maar van van daag of morgen dagteekent, maar dat zij reeds in de oudste dagen der poëzy een onvervreemdbaar goed van den dichter gerekend werd. Vondel bijv. maakte reeds in navolging van Cicero, wiens ver zen zeker aller ellendigst zijn, met het meeste sukeeser van ge bruik. De groote Bilderdijk was er ook niet afkeerig van ze te bezigen. Ilij bekende voorts dat het goed was, dat den dichter eenige vrijheid was toegestaan, en bewees dit vernuftig uit Vondel, die een geoefend schrijver en gec-n tobber met het rijm was, en toch eens bitter in de knoei zou hebben gezeten, indien de dichterlijke vrijheid kontrabande zou zijn geweest. Hij haalde de bewijzen ook nan uit het laatste bedrijf van Vondels Lucifer, waar namelijk het vrouwelijk enkelvoud slinlcc op blinken moet rijmen. Vondel redde zich met een e - en de zaak was in OTde. Het is dus noodig dat den dichter eenige vrijheid worde toegestaan want zonder deze zou men geen dichters kunnen hebben. Hij haalde voorts uit een der gezangen van een hervormd kerkgenootschap een paar regels aan van Paul Gerhard, die getrouw vertaald waren naar het oorspronkelijke Es schlhft die gauze Welt. Toen daarvan eene vertaling was aangeboden, kwamen de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 4