Opnieuw pensioen verleend, ten bedrage van f4000'sjaars,
aan 'skonings adjudant-generaal, den luitenant-generaal en
minister van staat H. F. C. baron Forstner van Dambenoy,
gewezen minister van oorlog; en tot een bedrag van f3466
'sjaars, aan 's konings adjudant in buitengewone dienst, den
generaal-majoor C. T. van Meurs, gewezen minister van oorlog.
Op non-aktiviteit gesteld tot dat nader omtrent hem zal
worden beschikt, de officier van gezondheid le klasse A.M.
Verhoef, dienstdoende bij de garnizoens-intirmerie te Leiden.
Kerk- en sclioolnietiws.
De heer J. W. Beversen. predikant bij de evangelisch
luthersche gemeente te Kampen, heeft het beroep, door den
grooten kerkeraad dier gemeente te Dordrecht op hem uitge-
bragt, aangenomen.
Nadat er dingsdag avond ten 7 uur in de Groote kerk
teHaarlem een voorbereidende godsdienstoefening was gehou
den. onder leiding van den heer W. Iloevers, predikant te
's Gravenhage. die tot tekst zijner rede had ITim. 114: „God
wil dat alle menschen zalig worden en tot de kennis der waar
heid komen," eene rede waarin hij de tekstwoorden voorstelde
als de levensleuze der Evangelische maatschappij en daaruit
aanleiding ontleende deze aan te bevelen, hielden het
hoofdbestuur en de afgevaardigden der genoemde maat
schappij de 10e algemeene vergadering, onder voorzitterschap
van den heer Bosman, predikant te Rotterdam. Verschillende
huishoudelijke zaken werden in die bijeenkomst verhandeld,
die door 85 leden bijgewoond werd.
Gemengde beiigten.
Het gerucht wil dat de londensche tentoonstelling een
nieuw model van predikstoelen oplevert, waarvan het klank
bord de vorm van een domper heeft, en in verband staat
met een uurwerk waarvan de wijzerplaat geplaatst is aan
het voorste gedeelte van den predikstoel zigtbaar voorde toe
schouwers. Men kan daardoor nu het uur bepalen waarop de
predikatie moet geëindigd wezen en mogt de redenaar zich
door het vuur der voordragt laten verleiden niet op het be
paalde uur te eindigen, dan valt de domper naar beneden en
verbergt hem voor het oog der schare. Men vindt niet gemeld
of deze uitvinding reeds met vrucht in toepassing isgebragt.
Aan de Kamper courant wordt uit de Lemmer geschreven,
dat door den pastoor A. te B. (die voor eenigen tijd hevig ver
bolgen scheen tegen het dragen van krinolines door het aan
zijne zorg toevertrouwde vrouwelijke zielental) voor weinige
dagen eene predikatie werd gehouden tot aanprijzing van dat
kleedingstuk, omdat de sehoone sekse alsdan minder rokken
zou behoeven, daar door het dragen van minder rokken
minder geld voor toilet noodig was en men daardoor in de
gelegenheid zou zijn de geldelijke bijdragen voor de kerk te
vermeerderen De typhus, welke onder het garnizoen van
Posen heerschte, is thans, naar men van daar meldt, aanmer
kelijk verminderd en wel door het welslagen der genomen
proeve om de lijders aan eene geneeskundige behandeling in
de vrije lucht te onderwerpen, tot welk einde zij zijn opgeno
men in eene daartoe in liet veld opgerigte tent, welke aan twee
zijden geopend is, zoo dat er voortdurend luchtverversching
plaats vindt. Reeds zijn de meesten der daarin opgenomen
lijders genezen. Daar het gebrek aan hulponderwijzers
voortdurend blijft bestaan en er minder hul ponder w ij zeressen
gevraagd worden, wijst de Amsterdamsche courant er op dat
men, even als in België met goeden uitslag geschiedt, op de
jongens-scholen ook hulpondenvijzeressen kon bezigen, wier
invloed op het onderwijs soms hoogst gewigtig kan zijn.
Een timmerman te "Weenen wilde, eenigen tijd geleden, zijn
jongste kind, dat zeven weken oud was, laten loopen. Deze
eenigzins geforceerde exceicitie lokte eene zoo groote massa
volks, dat de policie zich verpligt achtte haar uiteen te drijven.
De kleinzoon van den wereldberoemden dichter lord By
ron is in den nog jeugdigen ouderdom van 26 jaren overleden.
Hij was bpkend onderden naam van Byron Noël burggraaf
Ockham, en was de oudste van de twee zonen van graaf Lo
velace en Ada, eenige dochter van lord Byron. Zijn plot
selinge dood wekt te meer belangstelling bij het publiek,
omdat er omtrent hem zeer romaneske feiten aan het licht
komen. Men verhaalt namelijk dat hij, ofschoon te mid
den van pracht en weelde geboren en opgevoed, op zijn
wtaalfde jaar vrijwillig de menigvuldige aanlokkelijkheden
van zijn hoogen stand verloochende, eensklaps het ouderlijke
huis verliet en besloot voortaan met handenarbeid als een ge
woon werkman het brood te verdienen. De talrijke inoeije-
lijkheden en hinderpalen die hem in den weg stonden, sche
nen hem daarvan niet af te schrikken, maar in tegendeel meer
moed in te boezemen. Hij begaf zich eerst in de koninklijke
marine, doch verliet om onbekende redenen eenige maanden
later de dienst. Vervolgens nam hij als gewoon matroos dienst
aan boord van een amerikaansch koopvaardijschip en maakte
in die hoedanigheid verschillende reizen mede. Eenige jaren
later keerde hij, het zeeleven moede, naar Engeland terug.
Gedurende langen tijd wist men niet waar hij gebleven was,
tot dat men korten tijd voor zijn dood vernam, dat hij als
gewoon arbeider werkzaam was op de scheepswerf van den
heer Scott Russell, op het eiland Dogs, en aldaar even als de
overige werklieden geregeld zijn weekgeld ontving. Het meest
romaneske der geschiedenis is evenwel dat hij, ofschoon door
geboorte en andere regten pair zijnde, naar men verzekert,
inet een meisje uit de arbeidende klasse in het huwelijk trad
en met haar in een zeer nederigen staat leefde. Men weet niet
of zij nog in leven is, maar zoo ja, dan kan zij ieder oogenblik
aanspraak maken op hare regten als paires van Engeland en
als zoodanig op al de officiële receptiën) der koningin ver
schijnen. ja wat meer is, zelfs de koningin op de wang kussen.
De heer Rayner, dagblad-agent te Southampton, heeft al
zijne couranten-jongens in Garibaldi-kostuum gekleed.
Men verhaalt dat Victor Hugo, kort na de verschijning van
zijne „Misérables," de uitwerking willende weten welke het
werk in Frankrijk had te weeg gebragt, aan zijn uitgever een
telegram zond waarin niets anders stond dan een vraag-
teeken en dat de uitgever ook een telegram zond waarin
als antwoord alleen een verwonderingsteeken voorkwam.
Met de Scolia is uit Liverpool het gerucht herwaarts over-
gebragt, dat op de hoogte van Montauk een groot stoomschip
in brand stond; het had verscheidene vaartuigen bij zich;
sommigen verzekerden, dat het de Great Eastern was. doch
voor dit vermoeden bestaat weinig grond, althans men heeft
het stellige berigt te Liverpool ontvangen, dat de Great
Eastern in den avond van 23 augustus Cape Race is gepasseerd.
In de bibliotheek der geneeskundige fakulteit te Montpen-
I sier heeft men onlangs een manuskript van een fransch zang
stuk uit de 13e eeuw gevonden. Daarin komen sporen voor
van het dubbele kontra-punt, welks uitvinding men tot hiertoe
eerst aan de 16e eeuw toekende. Het handschrift bevat 350
stukken in twee-, drie- en vierstemmige themas. Een klein
dagblad te Turijn, Fischieto, heeft eene lithografie uitgegeven
die grooten opgang in Italië maakt. Garibaldi staat alleen en
met over elkander geslagen armen de uitspraak van het minis
terie af te wachten. Cavour verschijnt weder op aarde en zegt
chi di voi senza peccato gli getti la prima pietra! Wie uwer
zonder zonde is werpe.op hem den eersten steen. Volgens
La patrie is het transportvaartuig Prins Jeröiue, dat troepen
naar Mexiko moest overbrengen op de reede van Gibraltar
verbrand. De bemanning werd ter naauwernood gered. Een
ander schip, dat insgelijks troepen naar Mexiko overbrugt is
door een fransch vaartuig aangevaren en daardoor genood
zaakt geworden in Gibraltar, binnen te loopen. Denieuwe
mexikaansche expeditie wordt dus onder vrij ongunstige voor
teekenen begonnen. Er schijnt gegronde reden te bestaan
voor de hoop, dat een surrogaat voor katoen is gevonden, het
welk in alle opzigten deze stof kan vervangen. Er zullen
maatregelen genomen worden, om deze belangrijke ontdek
king, die in het ware der zaak eigenlijk nogeeu geheim schijnt
te zijn, binnen het bereik van het publiek te stellen, met de
noodige voorzorg dat bet volgende jaar een groote voorraad
van het nieuwe produkt voor het verbruik verkrijgbaar zij.
Dezer dagen zagen de kapitein en matrozen van een bano-
versche kof, bij Ellewoutsilijk zeilende een verschrikkelijk
monster den helderen hemel door galopperen het ondier
scheen vuurstralen uit oogtn en neusgaten te schieten en
zijne pooten in razernij rond te slaan het had het zeker op
de ongelukkige kof gemunt en draafde er in woede hoven
de schepelingen, verlamd van schrik, kropen angstig door
het vooronder in het ruim de kapitein riep uitMein Gott,
dass ist ein Seeteufelf' Hij had den moed met zijn revolver
vier maal op dien zeeduivel te schieten en hield voor den
wind om hem te ontvlugten. Helaaste vergeefs! het vreemd
soortig beest daalde vreesselijk, met de pooten vooruitste
kende, langzaam bij de kof neder en dook pijlsnel bezijden
het vaartuig in de golven. Ontzettend oogenblikonbeschrij
felijke angst! Toen het monster stil op de baren scheen te
liggen, vatte men courage, de loods brugt haken en dreggen
aan, men wapende zich met bijlen en pistolen, haalde het
mirakel ontzield aan boord,een paard van gutta-percha,
volgens adreskaart, drie uren vroeger bij een muziekaal feest
te IJzendijke opgelaten.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging den 7 dezer:
J. F. van den Borre, weduwn. 'H j.metL. M. Linde, jd. 32 j.
D. Koets, weduwn. 52 j. met P. Adamse, wed. 53 j. W.Spren-
ger, jrn. 35 j. met J. P. Knorre, jd. 20 j.
(Van 30 augustus tot G september.)
Vlissingen. Gehuwd: J. van Don. weduwn. van J. J.
Collet. 43 j. met J. de Dohbelaere, jd. 24 j.
Bevallen: P. Meuldijk, geb.Tanis, z. A. M. Daane. geb.
Mulder, d. M. Sonius, geb. Vos, z. A.S.Meier, geb. Stoo-
ker, d.
Overleden: I. Bebelaar, jm. 23 j. M. W. Brakele, z. 2 j.
Goes. Gehuwd: JGovsse, jm. 21 j. metK. Heijmans,jd.
22 j. K. de Vos, jra. 25 j. met E. C. Zweedijk, jd. 27 j. J. J.
den Boer, weduwn. 44j. met J. M. van de Pas, jd. 27 j.
Bevallen: G. Duvekot, geb. Olbertijn, d. S. Robijn, geb.
Verdorst, d. J. Duvekot, geb. de Schipper, d.
Overleden A. Driesprong, man van C. C. Huijbvegt. 56 j.
E. J. Dekker, d.3j. A. J. de Jonge, z. 3 m. E. Harinck, jd.
57 j. M. P. Schrijver, z. 23 d.
Zierikzee. Bevalllen: M. van den Bergen, geb. van der
Pijl. z. S. Neerhout, geb. Romer. z. J. Fmdsom, geb.Vereijke,
d. C. J. L. Steinbueh, geb. Schallig, z. W. Schilleraans, geb.
Kanaar, d.
Overleden: J. van Zuijdland, vrouw van A. Heuvelman,
36 j.
In de maand augustus 1862 zijn in de registers van den
burgerlijken stand ingeschreven:
Te Middelburg, 5 huwelijken39 geboortenals 24 zoons
en 15 dochters; 23 sterfgevallenals 11 van het mannelijk
en 12 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 2.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 4, en van
1 tot 5,5. 5 tot 10,0.10 tot 15, 0.15 tot 20, 2. 20 tot 25,1.
25 tot 30,130 tot 35, 0. 35 tot 40, 0. 40 tot 45, 2. 45 tot 50,3.
50 tot 55, 0. 55 tot 60, 3. 60 tot 65, 0. 65 tot 70, 0.70 tot 7.5,1
75 tot 80, 0. 80 tot 85,1.
TeVlissingen, 9 huwelijken 29 geboortenals 17 zoons
en 12 dochters; 13 sterfgevallen7 van het mannelijk en
6 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 2.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 5, en van
1 tot 5,1. 5 tot 10. 0.10 tot 15,0.15 tot 20,0. 20 tot 25'1.
25 tot 30,130 tot 35.135 tot 40.0. 40 tot 45,1. 45 tot 50,0.
50 tot 55,155 tot 60, 0. 60 tot 65, 0. 65 tot 70, 0. 70tot 75,0.
75 tot 80, 2.
Te Goes, 3 huwelijken; 20 geboorten, als 11 zoons en
9 dochters; 14 sterfgevallen, 9 van het mannelijk en 5
van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 0.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 6, en van
1 tot 5, 3.15 tot 20,1.30 tot 35,1.40 tot 45,1.55 tot 60,1.
75 tot 80,1.
Te Zierikzeegeen huwelijken27 geboortenals 11 zoons
en 16 dochters; 13 sterfgevallen, 6 van het mannelijk en
7 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 1.
Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 6 en van
15 tot 20,1. 20 tot 25,1. 50 tot 55,1. 55 tot 60,1. 70tot75,3.
Tliermometerstand.
10 sept. 's av. 1 l u. 56 gr.
11 ;s morg. 7 u. 56 's raidd. 1 u. 63 's av. 11 u. 56 gr.
12 's morg. 7 u. 55 's midd. 1 u. 67 gr.
Staten generaal.
tweede kamer.
Voorloopig verslag.
Wetsontwerp tot regeling van het middelbaar onderwijs.
Sommige leden gaven hunne bevreemding te kennen, dat
noch in het ontwerp, noch in de memorie van toelichting een
woord gerept wordt van de bij art. 194 der grondwet, 2de lid,
voorgeschreven verpligting tot eerbiediging van ieders gods
dienstige begrippen. Zij meenden, in strijd met degenen die
oordeelen dat men bij technisch onderwijs de godsdienstige
begrippen van andersdenkenden met kwetsen kon. dat er bij
geschiedenis en natuurkunde, die toch ook op de middelbare
scholen zullen onderwezen worden, wel degelijk aanstoot te
vreezen was.
Men meende, dat het onderwijs op de „hoogere burger
scholen," gelijk het ontwerp de middelbare scholen noemt,
ccnc tc materiële strekking zou hebben. Kon er ook eenig
onderwijs in het latijn worden gegeven, zij zouden daardoor
meer dienstbaar worden gemaakt aan de verspreiding van
algemeene beschaving. De regering heeft bepaaldelijk de
voorbereiding voor de militaire akademie en het instituut
voor de marine op het oog gehad; doch hoe zouden de jonge
lieden zich voorbereiden, die bestemd zijn voor de vee-artsenij
school of de militaire geneeskundige school Waar zouden
de aanstaande apothekers, bloemisten en dergelijk en die
eenige kennis van het latijn moeten bezitten, die kennis ver
krijgen? Op de duitselie reaalscholen wordt een latijnsche
kursus gehouden. Op de middelbare scholen in België isge-
legenheid tot het aanleeren der oude taleneven zoo in
Frankrijk op de lycées, en de polytechnische school is daar
zuiver technisch. Sommigen vroegen dus of onder de uitbrei
ding van onderwijs, waarvan art. 21 van het ontwerp spreekt,
het latijn niet bedoeld is? De onderscheiding tussehen hooger
en middelbaar onderwijs zou toch wel niet zóó streng wor
den opgevat, dat de bijvoeging van eenig onderwijs in de
oude talen, eene school dadelijk tot eene inrigting van hooger
onderwijs verhief.
Verscheidene leden achtten het eene ieemte in de wet, dat
zij uiet opzigt tot de gymnasien het stilzwijgen bewaart, want
de regeling dier instellingen behoorde, tot zekere hoogte, bij
die van het middelbaar onderwijs te huis. Doch anderen
kwamen daartegen op en betoogden dat de gyinnasiën een
verkregen regt hebben, om tot het hooger onderwijs te belmo
ren. Maar verder liet het ontwerp het militair onderwijs, de
akademie te Breda en het instituut te Willemsoord geheel ter
zijde, en, om nu niet van teeken- en muziekscholen en der
gelijke te spreken, zocht men te vergeefs naar eenige bepa
ling in de wet omtrent de zeevaartscholen. Wat dit laatste
punt betreft werd geantwoord, dat het zeevaartkundig
onderwijs, al wordt het tot nu toe uitsluitend op bijzondere
scholen of door bijzondere onderwijzers gegeven, aan de be
hoefte voldoet, waarvan de handel zoo zeer overtuigd is, dat
hij zich indertijd tegen regtstreeksche bemoei jing van den
staat met dit onderwijs heeft verklaard.
Nog beweerde inen, dat de wet niet alles regelt wat zij rege
len moet en het verder voortgezet ouderwijs aan meisjesten
eene male is voorbij gegaan, terwijl men ook niets vindt over
de opleiding voor de dienst in Inrlië.
En ten betooge, daarentegen, dat de wet meer regelt dan
zij regelen moest, beriep men zich op hetgeen zij wegens de
polytechnische school bevat. Zoodanige instelling, zcide men,
behoort uit haren aard tot het hooger onderwijs, en kan alleen
onder het middelbare gerangschikt worden, wanneer men het
diploma van den ingenieur op lagere waarde schat dan dat
van doctor aan eene onzer hoogescholen verkregen. De be
hoefte echter aan eene polytechnische school werd door nie
mand ontkend en deze wet opent het uitzigt dat in die
behoefte binnen betrekkelijk korten tijd zal voorzien worden.
Over het algemeen toonde men zich met de oprigting van
„openbare burgerscholen" zoo als art. 13 der wet die om
schrijft, ingenomen, ofschoon sommigen hunne benaming
liever in „technische scholen" wilden veranderd zien. Men
was evenwel niet zonder vrees, of er wel voldoend uitzigt be
stond, dat die scholen werkelijk zouden hezocht worden door
hen voor wie zij meer bepaald bestemd zijn. Wilde men het
beoogde doel goed bereiken, dan ware welligt vooraf eene wet
noodig, waarbij liet deelnemen aan fabriekarbeid beneden
zekeren leeftijd verboden wierd, en de werkuren in de fabrie
ken voor niet volwassenen wierden beperkt.
De wet gaat van het denkbeeld uit, dat aan een dertigtal
gemeenten, wier bevolking meer dan 10,000 zielen bedraagt,
de „verpligting" zal worden opgelegd om eene zoogenaamde
openbare burgerschool geheel op eigen kosten te stichten en
te onderhouden. De bedenking werd gemaakt, of het opleg
gen dier verpligting wel in den geest der grondwet ligt, daar
art. 194 het geven van openbaar onderwijs „van overheids
wege" beperkt tot het lagere en in dien zin niet van het mid
delbare spreekt. Men voerde hiertegeu aan, dat art. 13 dei-
wet de vereeniging van het middelbaar met het lager onder
wijs toelaat, waardoor de kosten van het eerste zeer gering
zullen zijn.
Bij die minstens dertig gemeentescholen, zouden nog vijf
tien rijksscholen komen. Men vond dit cijfer te hoog.
In verband met een en ander, oordeelde men dat de kosten
der nieuwe inrigting veel hooger zullen loopen dan de twee
ton, die de memorie van toelichting raamt. Men zal moeijelijk
de benoodigde onderwijzers kunnen vinden, die, als zij tech-