wrochten der kunst in één gebouw mogten worden vereenigd, waardoor men alleen behoorlijk in staat zal worden gesteld te bestuderen, te vergelijken en de ware kunst te leeren kennen, Ten slotte bragt hij hulde aan de onbekrompenheid van den gemeenteraad, die aan de kommissie zes gouden prijs- medaljes als toekenning voor de best gekeurde stukken had geschonken, waarbij spreker tevens mededeelde, dat aan het verzoek om ook eenige medaljes van wege het rijk te mogen ontvangen, niet kon worden Toldaan, omdat daarover reeds hij eene in eene naburige stad gehouden tentoonstelling was beschikt. In het kamp van Chalons zijn den 11 augustus, onder he toezigt van den direkteur-generaal der telegrafen in Frank rijk, belangrijke proeven genomen, om te zien, in hoever het mogelijk was, om de tent van den kommanderenden generaal gedurende de spiegelgevechten in onafgebroken telegrafische gemeenschap te stellen met de verschillende punten van het slagveld. Nadat in de tent van den kommandant een telegraaf toestel was geplaatst en verbonden met het eene eind eener lijn, die op een wagen was geladen, waarop insgelijks een tele graaftoestel stond, dat met het andere eind der lijn in verbin ding was gebragt. werd de wagen naar de verschillende pun ten van het slagveld gereden en te gelijker tijd eene telegra fische verbinding gemaakt tusschen den wagen en de tent. Niettegenstaande de wagen naar verschillende plaatsen met betrekkelijk groote snelheid heenreed, bestond er steeds eene uitmuntende telegrafische gemeenschap tusschen den wagen en de tent en werden alle belangrijke voorvallen dadelijk van het slagveld naar de tent geseind, terwijl uit de tent naar de verst verwijderde punten van het slagveld bevelen werden ge zonden. De goede uitslag dezer proefneming werd vooral door de daar zijnde engelschen met belangstelling gade gesla gen, en men meldt, dat door het engelsche goevernement des kundigen naar het kamp van Chalons zijn gezonden, die zich op de hoogte dezer inrigting hebben gesteld, ten einde die in Engeland in te voeren. EBenoemêngen en bestuiten. ridderouden'. Vergunning verleend aan rar. L. N. graaf van Randwijck, grootmeester van 'skonings huis, aan mr. F. H. R. R. baron Fagel,'s konings kamerheer, en aan den lieer II. F. G. N. Camp, 's konings architekt en administrateur der paleizen, tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van het grootkruis der orde van de Wurtembergsche kroon, en de heide laatste van ridder dier orde, hun respektievelijk door Z. M. den koning van Wurtemberg geschonken. marine. Benoemd tot adelborsten der le klasse bij de nederlandsche zeemagt, de adelborsten der 2e klasse bij het Koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord, J. R. Hagedoorn, A. P. Tadema, A. van Linden van den Heuvell, H. A. Schippers, II. G. Iiildebrandt, J. Fichet, G. H. van Steijn, J. Dalen, E. G. van Emden, C. W. A. D. Steup, A. D. J. Groenemeijer, C. Hoffman, A. A. Escher. J. C. Sprenger, J. W. F. ridder Huyssen van Kattendijke, W. J. P. van Wa ning, D. E. F. van de Rivière, A. P. S. C. Gobée, A. Fokker, J. J. Stooker, H. van der Meer, P. J. Dunlop, J. A. Willink Ketjen, J. R. Eek, Z. J. Carabier, P. Holtzapffel, II. 11. J. J. Thorbecke, W. A. baron van Neukirchen. genaamd Nyven- heim, P. J. L. de Chateleux, H. Nijgh, J. Haremaker, A. J. Krabbe, A. F. J. Frackers, J. A. A. Schneither en II. II. Bowles. akademie van beeldende kunsten. Benoemd tot (lirekteur-hoofdonderwijzer der schilder- en teekensehool bij de Koninklijke akademie van beeldende kunsten te Amster dam, de heer B. Wijn veld jr., kunstschilder te Arasterdam. schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den 2en luitenant van het half bataljon no. 2 rustende schut terij in Zeeland F. J. Hallingse. belastingen. Benoemd tot ontvanger der direkte belas tingen en akcijnsen te Arnemuiden c. a. de heer A. F. van der Loeff, thans ontvanger te Bellingwolde. Kerk- cn schoolnieuws. Beroepen tot predikant bij de nederduitsche hervormde gemeente te Schore en Vlake, de heer W. Winseraius, kandi daat tot de heilige dienst. Marine en leger. Uithetkamp van Milligen schrijft men ons hetvolgende „Ten vervolge op mijn laatste schrijven uitliet kamp ont- vangt gij hierbij een kort verslag der laatste bezigheden enz. der troepen aldaar vereenigd geweest. „Zondag den 31 augustus vond de gewone kerkparade in marschtenue plaatsde dienst bij de protestanten werd geleid door den heer van Oosterzee uit Rotterdam, die daarbij eene zeer schoone rede uitsprak. Groote parade werd er wegens het ophanden zijnd vertrek der troepen niet gehouden; 's avonds tegen S uur vereenigden zich alle officieren op hoogst ver- eerende uitnoodiging in bet kampement van Z. K, H. den prins van Oranje om afscheid van zijne hoogheid te nemen. Op gastvrije en hoogst minzame wijze werden alle daar ontvan gen, menige dronk op het welzijn van den vorstelijken bevel hebber toegebragt en bij het scheiden van weerszijden elkan der een hartelijk vaarwel toegewenscht. „Dien zelfden dag werd nog, als bewijs van tevredenheid over het gedrag der troepen, de navolgende dagorder uitge vaardigd „Vereenigde troepen in de legerplaats „Gij zijt slechts eenige weken onder mijne bevelen geweest, maar ik heb uwe liefde gewonnen. „Gij zijt vrolijk gebleven, toen bet water het kamp teisterde; gij hebt ugoed gedragen in de vermoeijenissen, altijd verbon den aan militaire oefeningen op groote schaal. „Ik betuig u mijne tevredenheid, bevelhebbersen militairen van alle rangen, thans onder mijne bevelen, Ik neem afscheid van u, maar zal ons te zamen zijn niet vergeten. „Leve de koning! „Legerplaats bij Millingen, 1 september 1862. „De luitenant-generaal, enz. „Den 1 en 2 september zijn de troepen die de oefeningen bijwoonden naar hunne respective garnizoenen teruggekeerd, met uitzondering van eenige detachementen, die gebezigd worden om het kamp op te breken. „Den 3den heeft Z. K. H. de prins van Oranjein gezel schap van den generaal-majoor van Muiken, het kamp ver laten." In de thans door de kadetten der koninklijke militaire akademie te Breda gedragen wordendechakots is eene wijziging gebragt, zullende, naar men verneemt, de roode vlam van dat hoofdtooisel vervangen worden door een zwarte van paarden haar. Uit 's Hertogenbosch schrijft men 31 augustus, aan de Arnhemsche courant: „De komst der kanonneerboot no. 44 heeft hier, even als elders, eene gewenschte uitkomst opgeleverd. Zeven jonge lieden hebben zich reeds aangemeld om bij de kweekschool voor de zeevaart te worden aangenomen, terwijl zich eene kommissie gevormd heeft om in het belang van het zeewezen werkzaam te zijn." Gemengde berigten. Het getal loten te Zwolle in de verloting, ten behoeve van de noodlijdenden door den brand te Enschedé genomen, is reeds tot 31.000 geklommen. Volgens de nieuwe bijdra gen van augustns 1S62, bedraagt het aantal vakante hulpon derwijzers plaatsen in Noord-Brabant 17, Gelderland 31, Zuicl-Holland 21, Noord-Holland IS, Zeeland 9, Utrecht 9, Friesland 1, Overijssel 19, Groningen 0, Drenthe 2 en Lim burg 3. Bij eene der aanbestedingen voor de staatsspoor wegen heeft zich een zonderling incident voorgedaan. Toen namelijk een der werken, dat voor f 150,000 was opgehangen voor f 160,000 werd gemijnd, trad een der borgen van den mijner voor en verklaarde, zijne handteekening niet gestand te zullen blijven. De kommissie nam dit voor goede muntaan en verklaarde zich bereid het werk op nieuw op te hangen. Het gevolg was, dat thans het werk door denzelfden persoon, die als borg was teruggetreden, werd gemijnd en het hem ge gund werd voor f209,000. De minister van binnenlandsche zaken heeft, naar men verneemt, een streng ondevzoek naar den loop der zaak ingesteld.Onder den titel van „bezwaren der filantropie" bevat Thecity Press van Londen hetvolgende: Men herinnert zich de vorstelijke gift van 150.000 p. st. die onlangs aan de armen van Londen is geschonken door den heer Peabody, die, van amerikaansche afkomst, in Engeland zijn fortuin heeft gemaakt. Sedert dien tijd wordt hij echter dagelijks overstelpt met bedelbrieven van allerlei soort, zoo dat hij geen enkel oogenblik rust heeft. Bij honderden wor den hem telken dage brieven toegezonden. Hij heeft thans eene cirkulaire doen drukken, welke aan iederen brenger van dergelijken brief wordt overhandigd en waarbij de heer Pea body verklaart dat het hem onmogelijk is de duizend brieven te lezen die hem iedere week worden gezonden. Iiij voegt daarbij dat hij gaarne alle ongelukkigen der wereld zou wil len bijstaan maar dat zijne middelen daartoe ontoereikend zijn en hij dus verzoekt dat men zich met het betoon van zijn goeden wil te vreden stelle. De te Newmark, in Amerika, verschijnende Advertiser verhaalt twee gevallen, waarin men bijna personen levend zou hebben begraven. Na den slag bij Fair Oaks vond men een, naar den schijn te oordeelen, gesneu velden kolonel op het slagtveld en bragt hem naar de naasthij zijnde ambulance. Men maakte toebereidselen orahetlig- chaam te balsemen en begon ten dien einde met eene toepas sing van het galvanisraus. Doch men verheelde zich de ver bazing der omstanders, toen zij, op het oogenblik van den schok, den kolonel zich zagen oprigten. verwilderde otn zich heen slaan en eindelijk geheel tot het leven terug keeren. Met tweede geval betrof mede een kolonel, die in een moeras werd gevonden. Men bragt hem naar het hospitaal, waar zijne vrienden toebereidselen maakten voor eene aan zijn rang ge- ëvenredigde begravenis, doch toen men het deksel der kist, waarin hij zich reeds bevond, opende, om haar daarna voor goed te sluiten deed hij de oogen open en riep„Ben John, mijne veldflesch met whisky!" Uit de kolenmijn van Longterne-Ferrant te St. Elouges zijn reeds 11 lijken opge haald. Dit zijn ongelukkig de eenigste slagtofFers niet. Negen andere werklieden zijn zoo zwaar gekwetst, dat er weinig hoop op genezing overbluft, en acht andere liggen nog in de mijn bedolven. Bij de kolenmijn ziet men de hartverscheurendste tooneelen. Er zijn grijsaards, vrouwen en kinderen, allen ten prooi aan de hevigste wanhoop; dezen zoeken een zoon, ande ren een echtgenoot, broeder of vader; zoodra er eenlijk ofeen gekwetste wordt uit den kuil gehaald, verdringen er allen zich rond en men heeft de grootste moeite ter wereld om er hen van te verwijderen en te doen bedaven. Dezer dagen had er in die mijnen een gasontploffing plaats gehad. Een pro ces te Èlberfeld dezer dagen aanhangig, heeft veel opzien gebaard. De redakteur van de Barmer Zeitung had name lijk bij gelegenheid der verkiezingen eene brochure uitge geven, waarin gezegd wordt, dat de heer van der Heydt vroeger tot de oppositie heeft behoord, als bewijs waarvan de volgende woorden werden aangehaald, die de minister in eene kiesvergadering van 1848 zou gesproken hebben„Wij kunnen de woorden des konings niet vertrouwenwij moeten waarborgen hebbende troon des konings is vermolmd." De minister ontkende dit gezegd te hebbenen de getuigen ver klaarden dat zij wel iets van dien aard hadden gehoord, maar tevens dat hun geheugen zoo ver niet reikte, om zich met juistheid de woorden vóór 14jaren gesproken te herinneren. Hoe het zij de redacteur der Barmer Zeitung is vrijge sproken. Het te Minden verschijnend ultra-reactionair- pietistisch blad behelst de volgende advertentie: „Bij de ophanden zijnde verkiezing van een afgevaardigde voor Min- den-Lübbecke, wordt ieder konservatieve kiezer verzocht, punktueel te verschijnen. Alleen die onzer vrienden, die mid delerwijl overleden, dood ziek raogten zijn, of een andere dergelijke geldige reden hebben, mogen ontbreken. Vol gens de Volks zeitung had onlangs in den hofschouwburg te Kassei, hij gelegenheid der vertooning van het blijspel: „Hij moet naar buiten," weder een van de alles behalve zeld zame kijfpartijen tusschen den keurvorst en zijne gemalin, de prinses van Hanau plaats. De keurvorst werd zoo luidruchtig en stelde zich zoo woedend aan, dat het publiek eindelijk de vertooning in de hofloge vermakelijker begon te vinden dan die op het tooneel. Daar echter Serenissiinus, zoo als men weet, zijne geliefde onderdanen van harte geen genoegen gunt, verliet HD. de loge, zijne vorstelijke gemalin, die hem bij de panden van zijn rok vasthield, medeslepende. Tliermometei'stand. 3 sept. 's av. II u. 56 gr. 4 'smorg. 7 u. 60 'smidd. 1 u. 66 'sav. II u. 54 gr. 5 *s inorg. 7 u. 58 's midd. 1 u. 60 gr. BUITENLAND. Algemeen overligt. Wanneer Balzac het leven eene éternelle comédie humaine noemt, dan springt vooral de treffende waarheid dezer uit drukking in het oog. als men haar op het staatsleven toepast. Wie herinnert zich niet de ontmoeting van Victor Emmanuel en van Garibaldi in 1866 bij het stadje Tvano, waarbij de eerste met de hand aan ziju casque aan Garibaldi een handdruk gaf en met bewogen stem een „Dank!"stamelde!En thans.... terwijl slechts weinig tijds na deze ontmoeting verloopen is, uit zich die dankbetuiging van Victor Emmanuel in eene geregtelijke vervolging tegen Garibaldi, wegens de voort zetting en voleindiging vau de onderneming, waarvoor dit veel beteekenend „dank!" van Victor Emmanuel's lippen vloeide. Ziedaar het berigt dat uit Italië heden tot ons komt. Het gevecht bij Aspromonte is nog in nevelen gehuld en het is onbegrijpelijk dat de italiaauscke dagbladen het rapport van den generaal Pallavicini nog niet hebben kunnen mede- deelen. Dit stilzwijgen bevreemdt des te meer naar mate bedoeld rapport juist door de regering moest openbaar ge maakt zijn, om alle geruchten tegen te spreken omtrent eene minder loyale handelwijze van den „dapperen bevelhebber" der koninklijke troepen. Overigens predikt de officiële dagbladpers te Turijn weder om geduld. Geduld als of dit niet eindelijk zwakheid wordt, eene morele zwakheid van het ministerie Ratazzi, die wrange vruchten zou kunnen opleveren. Even als in het raenschelijk leven zijn er in het leven der natiën oogenblikken die omtrent eene toekomst beslissen, en welke voorbijgegaan, nimmer te rug komen. Zulke oogenblikken nutteloos te laten verdwijnen kan geen geduld meer worden genoemd, maar is ellendige zwakheid. Welnu, dergelijk oogenblik is voor Italië aange broken, en moge de dankbaarheid jegens Frankrijk en de herinnering aan Magenta en Solferino een optreden van 22 rnillioen menschen legen Napoleon tot nog toe hebben belet, het wordt thans meer dan tijd, van deu franschen keizer de voleindiging te eischen van het werk dat hij zelf begonnen heeft, en niet langer te aarzelen de konsekwentiën aan te ne men van het beginsel der herstelling van Italië, welke aarze ling reeds te vele en te zware offers heeft geëiseht. L'esprit public deelt mede dat de ministerraad op 4 septem ber te Parijs gehouden, door onderscheidene leden van deu raad van state en o. a. door den kardenaal Marlot is bijge woond. Door den minister de Thouvenel was eene nota in gereedheid gebragt, welke naar Rome zou worden gezonden, als men tot eene ontruiming dier stad mogt besluiten. In den ministerraad is deze nota wel niet onvoorwaardelijk verwor pen, doch hare verzending als ontijdig uitgesteld. De minis terraad besloot namelijk om de rorueinsche kwestie in statu quo te laten en beloont op deze wijze wederom de zelfopofferende gestrengheid der italiaansche regering met betrekking tot de laatste onlusten. Terwijl dus het lot van Italië nog onbeslist blijft gaat de kardinaal Antonelli met onverstoorbare stelselmatige be daardheid voort, op het vatikaan zijne traditionele politiek te volgen. Hoewel overtuigd dat weinige staatslieden in Europa zoo grenzeuloos gehaat zijn als hij, zoo dat bij een opstand te Rome zijn hoofd het eerste zou wezen dat in den Tiber werd geworpen, laat hij zich daardoor niet afschrikken. Dezer dagen heeft hij eene cirkulaire gezonden aan de leden van het corps diplomatique, protest inhoudende tegen den verkoop der kerkelijke goederen door de regering te Turijn. Iedere koopcr wordt bedreigd met de kanonieke censuur en de voortdurende terugeisching der kerk. De vorm dezer cirku laire herinnert overigens geheel aan de persoonlijkheid van den kardinaal, in wiens hand zich de fijngespanuen draden van het wereld -weefsel vereenigen, de verpersoonlijking van eene fluweelachtige zachtzinnige regering, die huivert om een doodvonnis te doen uitvoeren maar een eenvoudig kerkelijk misdrijf met levenslange galeistraf doet boeten. Engeland. De engelsche dagbladpers blijft steeds beschouwingen leveren over de laatste gebeurtenissen in Italië, welke niet van belangrijkheid ontbloot zijn. Vooral The daily news is zeer heftig en verklaart volstrekt aan Victor Emmanuel het gevoel niet te benijden, dat bij hem moet opgekomen zijn bij het vernemen der overwinning zijner troepen. Er was een tijdzegt genoemd dagblad waarop Themistocles vcr- pligt was aan de atheners te vragen of zij hunne dankbaar heid, voor al hetgeen hij voor hen gedaan had, moede waren. Indien Garibaldi deze vraag deed aan zijn „eerlijken" soeve rein, wat zou dan wel het antwoord wezen? Slechts dit: „Ik ben geen meester van mijn eigen huis, zelfs niet van mijn eigen hart. Wij zijn overtuigd dat Victor Emmanuel tot aan zijn laatste levensuur de overwinning van Aspromonte zal betreu ren." Laat ons dan medelijden gevoelenzegt het orgaan van lord Russell met een koning, die een vriend, een kamp vechter, een dienaar heeft verloren, zoo als Garibaldi den overwonnen gekwetsten gevangene. Tusschen koning en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2