N° 106.
MIDDELBURGSCHE
Donderdag
1862.
COU R-A1V T.
4 September.
Editie van woensdag avond 8 ure.
De burgemeester en w§th,ouders van Vlissingen,
Gezien de kennisgeving van den Initenant-kolone], eerst
aanwezemlen ingenieur in deze gemeente, van den 25 dezer
maand, no. 54, maken bekend
Dat, ter oorzaak van eenige noodzakelijke herstellingen
aan de brug buiten de Rscruinekenspoört, de gemeenschap over
die brug gedurende twee dagen, te wetenden 15 en 16 sep
tember aanstaande zal zijn gestremd.
En opdat niemand hiervan onwetend zij, zal zulks worden
afgekondigd en aangeplakt ter plaatse waar zulks gebruike
lijk is.
Vlissingen, den 26 augustus 1862.
De burgemeester en wethouders vau Vlissingen.
J. W. CALLENFELS.
De secretaris
P. FORBES WELS.
Burgemeester en wethouders van Hulst, in het voormalig
Staats-Vlaanderen, provincie Zeeland, roepen bij deze op een
bekwaam Stads genees-, heel-en verloskundige, op
eene, bij de voor die betrekking vastgestelde instruktie, be
paalde jaarwedde van f 500, t. w. van de gemeente f300 en
van het roomseh katholiek armbestuur f200.
De bevoegde geneeskundigen, die genegen raogten zijn
hiernaar te dingen, worden verzocht vóór of uiterlijk op den
1 oktober e. k., hunne diploma's en andere bewijzen vun be
kwaamheid en goed gedrag aan den heer burgemeester van
Hulst over te leggen of franko in te zenden.
Hulst, den I september 1862.
P. PIERSSENS, burgemeester.
J. ROTTIER, secretaris.
B1ME\LAKD.
Middelburg; 3 September.
Ter vervulling der vakature voor een lid van den gemeente
raad alhier, ontstaan door het bedanken van den heer
Z. Snijder, heeft gisteren eene herstemming plaats gehad
tusschen jhr. mr. A. W. Snouck Hurgronje en rar. D. A. Ber
denis van Berlekom.
Bij de opening der stembus op heden is gebleken dat 29S
stembiljetten waren ingeleverd. Daarvan waren van onwaarde
4. Het getal geldige stemmen bedroeg 294. Er waren uit-
gebragt op jhr. mr. A. W. Snouck Hurgronje 176 en mr.
D. A. Berdenis van Berlekom 118 stemmen. Eerstgenoemde
is mitsdien gekozen.
Gisteren werd in de Concertzaal alhier het 24e jaarlijksche
verslag der kommissie Loon voor werk uitgebragt, bij monde
van haren voorzitter A. M. Cramer. De spreker begon met de
opmerking, dat deze zamenkomst door bijzondere oorzaken
ditmaal buitengewoon laat plaats vond, doch dat dit ook
zijn nut hebben kon, daar het ter voorbereiding kon strek
ken voor de zorgen en werkzaamheden, die de behoefte der
armen ook toch zeker in den volgenden winter weer zou ver-
eischen.
De gewone inteekeningen beliepen ditmaal f 2600, alzoo
f 35 minder dan in het vorige jaar, daar de weggevallene
niet geheel door op nieuw bijgekomene of verhoogde vergoed
waren. Doch daar de verloting van vrouwelijke handwerken
juist zoo veel meer had opgebragt, en ook de gewone, zeer ge
waardeerde, gift van f 500 van S. weer was ingekomen, zoo
washettotaal bedrag gelijk aan het vroegere, namelijk f 3579.
Voor al deze bijdragen drukte spreker den hartelijken dank
der kommissie uit. Eveneens vermeldde hij nog met erkente
lijkheid een ontvangen legaat van wijlen jonkvr. Meijnders
groot f 500.
Van de genoemde fondsen was f 1100 afgezonderd voor
den arbeid aan de bolwerken. In de werkplaats was één nieuw
vak, ofschoon dan ook van kleinen omvang, uitgeoefend
het herstellen van rijstzakken, waarmede drie man groo-
tendeels den winter door geholpen werden met eene gemid
delde verdienste van f3,60. Daarentegen mogten onderschei
dene proefnemingen, om van het zaagsel der stoomzagerij
eene soort van turf te vervaardigen, ondanks alle aangewende
zorg en moeite, geene aanmoedigende uitkomsten opleveren.
In den timmervvinkel werkten,voornamelijk om het nog voor
handen hout op te ruimen, twee man en een jongen, meest
aan tuinstoelen en kruiwagens. De spijkermakerij was dit jaar
bijzonder ongelukkig. De gewone bestelling van koperen
spijkers voor de marine werd niet gedaan. Om nu toch voor
de meer geschikte werklieden eenig werk te hebben, besloot de
kommissie, na zorgvuldige proefnemingen, om van taai ijzer
spijkers te laten hameren. Het fabriekaat was ook zeer goed,
zoo dat het grif verkocht kon worden maar de prijzen waren
zoo laag,dat meest al het werkloon verloren werd gelukkig dat
de kommissieslcchtsopeenebetrekkelijk kleineschaal werkte,
namelijk met 15 man en 2 jongens gedurende slechts 10
weken, anders was de schade nog grooter geweest. De werk
lieden verdienden hier gemiddeld f 4,50. De touwpluizerij
werd daarentegen te meer met kracht doorgezet. De aanvraag
daarttfe was dan ook bijzonder groot, zoo dat dikwijls
niet aan alle aanvragen kon voldaan worden. Het loon voor
een pak geweekt touw te pluizen was 30 cent, vooreen pak
droog 40 cent. Jammer dat het met den verkoop van het kale-
faatwerk slechts langzaam ging.
Aan het bolwerk waren gedurende 13 weken (even lang als
de touwpluizerij)gemiddeld 30man geplaatst, bij afwisseling,
tegen 60 cent daags. In het geb'Aï werkten daar 111 man,
waaronder 17 huisvaders met 5 of meer kinderen beneden de
15 jaar, 23 van 4, 33 van 3 kinderen.
Aan werkloon werd in het geheel uitbetaald f 4300, het
geen de ontvangene bijdragen, ad f3580, niet veel overtreft
maar de schadelijke spijker makerij veroorloofde niet meer.
Aan grondstof werd verbruikt p. m.f2S30, en daaruit gefa
briceerd voor f 3765, van welke winst echter altijd nog veel
aan onkosten verloren gaat.
Het gedrag der werklieden gaf weer reden tot tevredenheid.
Alleen eenmaal moesteen spijkennaker weggezonden worden,
die met zijn loon niet tevreden was.
Eindeli|k deelde spreker, terugkomende op eene verhan
deling doorhem in het Tijdschrift voor het armwezen, 1858,
geplaatst, nog eenige redenen mede waarom Loon voor werk
zijns inziens vooreerst nog moest blijven bestaan. Wij ontlee-
nen daaraan het volgende: De natuurlijke orde van zaken is
dat eik zijn brood verdiene, behalve jonge weezen, ouden, ge-
brekkigen enz.; en voorzeker kon dit ook veel meer plaats
vinden dan men dikwijls denkt, maar de door God gestelde,
redelijke en ook allezins heilzame voorwaarde daarvan is, dat
elk vlijtig werke, daarbij zijn verstand gebruike en spaarzaam
zij, en daaraan laten het de menschen maar al te veel ontbre
ken 1 men moet dus de armen daartoe vooral aansporen, en hen
niet al te ligt en spoedig helpen. Ook hier in Middelburg
wordt wel te veel gegeven of juister, te veel op de mildda
digheid gesteund (hoe ineer armenverzorging, hoe meer aan
vraag en behoefte!), maar nu is Loon voor werk juist een mid
del, om tot een gezonden staat van zaken terug te treden, daar
de armen hier voor hun brood werken en ten deele hard
werken moeten, want zij worden zoo veel mogelijk allen op
tarief betaald. De kommissie moet dus nog vooreerst blijven
bestaan, al mogten ook enkele leden misschien om persoonlijke
redenen willen aftreden. Maar wanneer hier eenmaal, gelijk
wij hopen, (en met name door den spoorweg) meerder werk
te vinden is, dan moet Loon voor werk dadelijk eindigen.
Namens het stedelijk bestuur werd der kommissie dank ge
zegd voor hare bemoeijingen, en de hoop uitgedrukt, dat zij
als eene zeer nuttige inrigting krachtig mogt kunnen voort-
werken ten nutte der armen
Wij vernemen dat de heer mr. G. N. de Stoppelaar, sekre-
tavis dezer gemeente, is benoemd tot ridder der orde van de
Eikenkroon.
Gisteren heeft te Vlissingen de herstemming plaats gehad
voor een lid van den gemeenteraad tusschen de heereu J. B.
de Grooff'en J. C. Ockers.
Bij de heden plaats gehad hebbende opening is gebleken
dat 176 stembiljetten waren ingeleverd, van onwaarde waren
9, zoo dat het getal geldige stemmen 167 bedroeg. Daarvan
waren uitgebragt op de heeren J. B. de Grooff 94 en J.C.
Ockers 73 steramen, zoo dat eerstgenoemde is gekozen.
„En, vraagt ge, hoe gaat het met de vorderingen aan tie
openbare werken?
„Aangenaam is het mij u daaromtrent een meer bevredi
gend antwoord dan vroeger te kunnen geven.
„De graving aan het kanaal, die bij Vlake geheel heeft
opgehouden, wordt thans bij den postweg door 150 man.
voortgezet. De ongeschiktheid van den grond, waarmede men
vroeger veel te worstelen had, is daar veel verminderd, en het
gaat nu, ia evenredigheid van vroeger, vrij goed. Aan gene
zijde vau genoemden weg is eeri spoor gelegd, waar laiigs de
aarde, met paarden, naar den rijksweg vervoerd wordt, waar
eene groote hoeveelheid moet gebragt worden. Over hetalge-
ineen heerscht er eene meerdere bedrijvigheid dan vroeger.
„De verzakking aan de steenen suatiesluis, in de nabij
heid van Hansweert, welke ik u in een mijner vorigen meldde,
heeft geene verdere of ernstige gevolgen gehadze is nog niet
hersteld, doch de noodige voorzorgen zijn genomen om dit
voor het vervolg zoo veel mogelijk te beletten. Overigens
hebben de werkzaamheden daar opgehouden.
„Van de 19steenen heulen of duikers, welke met deze sluis
en de later te graven waterleidingen in verband staan, zijn er
reeds 17 voltooid, welke alle door netheid uitmunfpn. De
overigen kan men om redenen onafhankelijk \an den aan
nemer (de niet onteigening van den grond) nog niet leggen.
„En de spoorweg die isafgebakend.
„Tot nog toe heb ik u verzuimd de verandering van het
heerenhuis te Hansweert, het Paviljoen mede te deelen. Dit
is thans in een smaakvol logement en koffijhuis herschapen.
Uit de bovenzalen weet men naanwelijks waar het eerst den
blik te rigten. Overal ontwaart men er de prachtige natuur,
en met welgevallen staarde men vroeger op de golvende
graanvelden of op de grazende kudden in de weiden; im
mer vertoont de Schelde, waarvan het niet ver verwijderd is,
een heerlijk schouwspel; altijd ziet men er groote of kleine
schepen zeilen of op ebbe of vloed wachtende voor Hansweert
ten anker liggen, welke zich bij stil weder, even als het land
schap der overzijde, zacht in den murmelenden stroom
weersi
Men schrijft ons heden uit Vlissingen
U. M. de koningin van Groot-Brittannië is gisteren mid
dag aan boord van het stoomjagt Victoria and Albert, deze
vesting gepasseerd, zich begevende naar Antwerpen.
„Daar H. M. incognito reist, duidde geen enkel teeken aan
dat H. D. zich aan boord bevonddoor de marine batterij is
echter gesalueerd geworden."
Uit Zuid-Beveland schrijft men ons 2 dezer
„De oogst kati men in deze streken als geëindigd beschou
wen. Het heerlijkste weder heeft den daaraan verbonden
arbeid vergezeld, men heeft geen last van overmatige hitte
gehad en de gevallen regen strekte slechts tot verfrissching.
Al de gewassen zijn dan ook, met uitzondering van sommige
paanlenboonendie zich nog op het veld bevinden, naar
wensch binnengehaald, of prijken in nette stapels op de
hoeven. De hoop van den landman is dus met de beste uitkom
sten bekroond, welke zelfs zijne verwachtingen overtreffen.
„Van de tarwe kan men. op de meeste plaatsen, de hoe
veelheid stroo niet bijzonder ruim noemer., doch daarentegen
zijn de halmen veelal stijf en dragen volle aren met goede
korrels, waarvan men met regt eene meer dan middelmatige
opbrengst kan verwachten.
„De gerst, haver en paanlenboonen hebben meestal veel
stroo geleverd, dat een ruim beschot verzekert.
„Het zijn alleen nogde paardenpeën, mangel wortels en het
pas ontkiemde koolzaad, met nog enkele andere gewassen,
welke zich op de landen vertoonen.
„Het veld is dus alom ontluisterd, en het predikt met het
vertrek van sommige gevederde kinderen der natuur, en de
schakeringen die men hier en daar in de bladrijke boom
gaarden bespeurt, den herfst.
Uit ïzendijke, 2 september, schrijft men ons het vol
gende
„Maandag den 8 dezer zal, bij gelegenheid van het 25jarig
bestaan van het muziekgezelschap: „Geduld overwint" al
hier, een muziekfeest plaats hebben waaraan de muziek
gezelschappen van Axel, Neuzen, St. MargrieteBasse-
velde, St. Laureijns, Watervliet, Evergem en Eecloo zullen
deel nemen.
„Des namiddags ten twee ure zullen deze gezelschappen,
voorafgegaan door de feestvierende sociëteit van Yzendijke,
hun intogt binnen de gemeente doen en zich daarna afzon
derlijk doen hooren op de markt, terwijl na afloop van het
programma aan ieder der maatschappijen een zilveren ver
gulde medalje, ter herinnering aan dit feest, zal worden ter
hand gesteld.
„Het doen opstijgen van twee luchtballons, illuminatie en
bal zullen het feest besluiten."
Men schrijft ons uit Delft
„Het Nieuw dagblad van 's Gravenhage heeft alweer een
grief tegen den heer Uhlenbeck. „De minister van koloniën
houdt zijn woord niet," leest men in het nomraer van 31
augustus. „Bij brief van 15 mei jl. gaf de direkteur der
koninklijke akademie te Delft aan de heeren studenten van
het leen 2e studiejaar O. I. ambtenaren te kennen, als daartoe
„gemagtigd door z. exc. den minister van koloniën." dat zij
„bij het verkrijgen van een diploma van het afgelegde eind
examen voor ambtenaar 2e klasse in Nederlandsch Indië.
eveneens benoemd zullen worden als vóór het koninklijk besluit
van I2meijl." En wat is nu geschied Er is voldoend eind
examen afgelegd door negen personen voor de betrekking van
O. I. ambtenaar le, door vijftien voor die van ambtenaar
2e klasse. Van de negen zijn er maar vijf, van de vijftien maar
seven benoemd. „Dertien heeren zijn niet benoemd zij moeten
wachten ten nadeele van de beurs hunner ouders, ten nadeele
hunner toekomstige geschiktheid, die door „ledig loopen"
waarlijk niet bevorderd zal worden."
„Eén klein foutje in die redenering zij hier aangewezen,
liet Nieuw dagblad toch, trekt deze konklusieTwaalf zijn
benoemd, dus dertien niet benoemd. De ware redenering echter
is: Twaalf der geëxainineerden hebben al zeer spoedig na afge
legd examen aanvraag gedaan om geplaatst te worden en
hebben hun aanstelling reeds ontvangen. De overige dertien
zijn nog niet benoemd, omdat ze óf later dan die twaalf öf. wat
een enkele betreft, welligt ook nu nog niet om een aanstelling
als ambtenaar gevraagd hebben. Het Nieuw dagblad maakt
den minister een verwijt van 't geen niet anders dan een
gevolg van vroegere of latere aanvraag van de zijde der geëxa
inineerden is. liet weet toch even als wij, dat om aangesteld
te worden de aspirant aanvraag moet doendit was zoo in
vorige jaren en 't is zoo gebleven. Hij is volgens de missive
van 30 april 1862 „na het verkrijgen van zijn diploma even
eens benoembaar als vroeger," dat wil zeggen na de aanvraag
gedaan te hebben krijgt hij zijne aanstelling. Dat die dertien