aannemen dat er veel achter de schermen voorvalt, dat aan het oog der toeschouwers ontgaat. Steeds zijn er talrijke geruchten in omloop, die zelfs op de beurs te Parijs een panischen schrik hebben te weeg ge- bragt. Wij deeien eenige dier berigten onder „Italië" ïneile. Het eenige dat wij met zekerheid kunnen aannemen, is dat de fransche vloot van de Middellandsche zee naar de ree de van Napels is gezonden, terwijl ook een engelsch eskader van Korfu de vlag van Groot-Brittanje in de italiaansche wateren zal komen vertoonen. The times zegt dat de huwelijksplegtigheid van den prins van Wallis met prinses Alexandrina van Denemarken in het voorjaar zal plaats hebben. Volgens een geloofwaardig berigt aan de Augsb. Zeitung zal door den prins van Servië eene groote skuptschina (natio nale vergadering) worden bijeen geroepen, te Kraguyewatz, nabij Belgrado. De voornaamste oorzaak dezer handelwijze schijnt te moeten worden toegeschreven aan het plan van den vorst om omtrent de Servische aangelegenheden door deze vergadering uitspraak te laten doen, daar hij die verantwoor delijkheid niet alleen op zich wil nemen. Wanneer wij in de geschiedenis uit dergelijke nationale vergaderingen steeds noodlottige gevolgen zien voortvloeijen voor de serviërs. kunnen wij ons van deze weinig goeds voor spellen. Het schijnt overigens dat het.ontslag van den minister Garasclianin in afwachting van den uitslag dezer skuptschina, nog niet is aangenomen. Tijdingen over Engeland van Vera-Cruz ontvangen ver melden dat de fransche kruissers voor Tampico vier raexi- kaansche schepen hebben genomen. De generaal Zaragosa was sedert de laatste berigten niet weder voor Oribaza ver schenen. De mexikaansche bladen spraken van een vertrou- wehjken brief, welke door Juarez aan Napoleon zou geschre ven zijn. Dit laatste, door ons reeds vroeger medegedeeld, wordt dus hierdoor bevestigd. Engeland. De Morning post zegt, sprekende over de verklaring van den Moniteur, welke gedurende eenige dagen de europesche dagbladpers heeft bezig gehouden, het volgende betrekkelijk de italiaansche gebeurtenissen „Wij gelooven dat de fransche keizer noch zijne raads lieden geheel doordrongen zijn van het sterk en algemeen verlangen van het italiaansche volk met betrekking tot het bezit van Rome. Rome toch was het centrum, het doel en de meest bepaalde en verhevene uiting van de geheele italiaan sche beweging. Juist de krachtige herinneringen van Rome hebben vooral het italiaansch patriotisrae verlevendigd. Juist de onsterfelijke roem van Rome steunde de italiaansche fier heid. Wanneer dit nu waar was ten tijde dat er niet de minste kans bestond om Rome ooit weder de hoofdstad van een groot rijk te zien worden, hoe veel te meer moet dit waar zijn sedert 22 millioen italianen zich onder één scepter hebben vereenigd? Zou men nu moeten onderstellen dat de ge voelens tlie zich in hunne zwakte hebben geopenbaard, geen kracht of heerschappij zouden hebben, terwijl zij sterk zijn geworden Rome is immers daarbij de groote hefboom waar door Garibaldi werkt op het enthousiasme zijner medeburgers. „Het is nutteloos te betoogen dat zijne medeburgers meer geduldig moesten zijn. Te gelooven dat 22 millioen menschen op de wijze der diplomaten levenskwestiën zullen behandelen voorde belangen en den voorspoed des lands, kwestiën,waar aan zich hunne hevigste hartstogten vastknoopen, is overi- gensongeveer even dwaas als te denken dat men metolie vuur zou kunnen blusschen. „Alle tijdingen, die wij uit Italië ontvangen stemmen over een in eene schildering der onrust van het geheele land, niet minder algemeen zoo zij niet even groot is dan die welke de uitbarsting des oorlogs in de lente van 1859 vooraf ging. of die zich voordeed bij het begin der garibaldiaausche expeditie op Sicilië in 1860. De jonge mannen die hunne haardsteden verlaten om zich met Garibaldi te vereenigen behooren tot de zelfde klasse als toen, en eenige zelfs be- hooren tot de eerste faraieljes van het schiereiland. „Alle berekeningen over den loop der italiaansche zaken zijn overigens voorbarig en nutteloos, zoo lang men niet weet hetgeen de gebeurtenissen echter eerstdaags zullen aan- toonen in hoeverre Garibaldi kan rekenen op de sympathie der geregelde troepen. Het italiaansch leger toch, men moet dit niet vergeten, is niet meer uitsluitend zamengesteld uit oude bataljons uit Piemont. Hetlombardisch, toskaansch en vooral het napolitaansch en sioiliaansch elementis thans daarin zeer sterk vertegenwoordigd. Daarbij moet men de ver menging niet vergeten van garibaldianen met de geregelde troepen die zich waarschijnlijk en deze onderstelling is niet uit de lucht gegrepen wel eens twee malen zullen be denken alvorens op hun vroegeren bevelhebber te schieten. „Wij moeten overigensbekennen eenegroote mate van twijfel te koesteren omtrent het vertrouwen dat de generaals kunnen stellen in de italiaansche troepen, die last hebben verkregen om de italiaansche beweging te onderdrukken; kan men nu geen vertrouwen in hen stellen, dan moet niet alleen het minis terie Ratazzi aftreden, maar ook ieder ministerie vallen, op getreden met het plan om de naauwe alliantie tusschen de fransche en italiaansche regeringen ongeschonden te hand haven. The times wierp dezer dagen een blik op den rampza ligen toestand der fransche dagbladpers, waarbij ons de vol gende woorden, in het algemeen opgevat, belangrijk genoeg voorkwamen, inet betrekking tot hetgeen wij zoo dikwijls hebben betoogd, om mede te deelen. „Het denkbeeld om de verschillende fasen van het politiek gevoel te vertegenwoordigen is reeds zoo lang en zoo streng onderdrukt, dat het bijna geheel opgehouden heeft te bestaan. Het fransch journalisme tracht er zelfs niet meer naar, om de grenzen uit te breiden, waar binnen het besloten is. De vogel weet immers bij ondervinding hoe groot de ruimte is zijner kooi en havent zijne vederen niet meer door tegen de traliën op te vliegen. Als een dagblad eene waarschuwing ontvangt is dit waarschijnlijk ten gevolge van een misverstand, ten gevolge van een onwillekeurig vergrijp of ten gevolge van het voornemen der regering om aan deze of gene politieke partij te doen gevoelen, dat deze hare aandacht niet ontgaat. „En toch gaat men voort met fransche dagbladen te koopen, niettegenstaande de buitengewone onbeduidendheid hunner tijdingen en niettegenstaande de onbegrijpelijkheid der be schouwingen, welke zij geven ten gevolge van het verlangen om toch iets en de vrees om te veel of ie weinig te zeggen. „Wat de moderne franschman slechts in zijn dagblad zoekt, is de sleutel der geheime gedachten van dengenen, die al les betrekkelijk de lotgevallen van Frankrijk regelt. Waar zullen wij echter dit orakel vinden Wie is van alle kandi daten in werkelijkheid op den geheiligden drievoet gezeten „Heden is het Le pays, die de wet stelt en morgen wordt hij door La patrie tegengesproken. La patrie valt op hare beurt voor de speer van Le constitutionnel en de worsteling eindigt gewoonlijk door het optreden van den Moniteur in het perk, welke aan de strijders berigt dat zij eigenlijk allen in het on- gelijkzijn en niemand onder hen het regtheeftom zich te ver beelden de regering te vertegenwoordigen „De aard van het fransch journalisme is geheel veranderd, en zijn doel is niet meer, te weten wie de publieke opinie ver tegenwoordigt. maar wie hef best de oogenblikkelijke opinie vertegenwoordigt van het hoofd van den staat. In plaats dus van zich, zoo als vroeger, geabonneerden te verzekeren door hunne heftige oppositie tegen de regering, zoeken de fransche dagbladen thans slechts door te gaan voor vertegenwoordi gers van 's keizers denkbeelden. „Hebben zij dit doel bereikt, dan hebben zij de eer zucht bevredigd welke nog aan de fransche pers is overge bleven, welke vroeger zoo geheel anders eerzuchtig was; kun nen zij dit doel niet bereiken dan verliezen zij alle hoop om eene goede plaats in te nemen onder het fransch journalisme." Uuftscüland. De volgende brief uit Parijs aan de Ost deutsche Post omtrent den tegenwoordigen stand der italiaansche kwestie, komt ons belangrijk genoeg voor om daaruit het volgende mede te deelen, ofschoon wij hetgeen daarin vervat is nog niet als boven alle bedenking verheven beschouwen. „Dreigende wolken pakken zich op deTuillerien te zamen over de hoofden van twee soevereinen en beloven een on- weder, dat echter voor het oogenblik nog verwijderd is. Wij bedoelen de koningin van Spanje en den koning van Italië. „De geheime betrekkingen, welke tusschen prins Napoleon en zijn schoonvader bestaan, de menigvuldige brieven van het Palais-Royal verzonden naar de vorstelijke residentie Turijn, hebben steeds de achterdocht opgewekt van keizerin Eugenie; de keizerin toch, beschouwt den neef des keizers als haren persoonlijken vijand even als dien van haren zoon en diens regten; zij haat Victor Emmanuel als den antichrist en den gevaarlijken verdrukker van den pausselijken stoel. „Niettegenstaande de onafhankelijkheid van Napoleon III, is de keizerin niet zonder invloed op hem. Men meent in de hofkringen dat er geheime zametnverking bestaat tusschen prins Napoleon, Victor Emmanuel en Garibaldi, die het italiaansch goevernement, noch de geheime policie van Parijs kunnen nagaan. Men vindt het ook verwonderlijk dat de laatste onlusten in het bijzonder gerigt zijn tegen den keizer, en ge voelt dit op de Tuilleriën dieper dan de ongelukken waaraan de paus blootstaat, men ziet daarin tevens een veel grooter ge vaar dan in een aanval tegen de franschebezetting van Rome. „De veldtogt door Garibaldi ondernomen, heeft voor den keizer niets gevaarlijks, als hij op het romeinsch grondgebied wordt voortgezetbet eerste geweerschot toch. van een itali aansch geweer op een fransch soldaat, zou geheel Frankrijk aan Italië vijandig maken, Maar de morele veldtogt. be staande in anti-franschgezinde deraonstratiën, in verschil lende steden voorgevallen, kan tot gevaarlijke gevolgen lei den, daar zij de revolutionnaire partij aldus tot een geheel vormt en aan den keizer de vruchten dreigt te ontrooven van de aanneming der politiek van nationaliteiten. „Men beschuldigt daarvan ten deele Engeland, ten deele prins Napoleon en zijn schoonvader. Tegen den laatsten heeft Frankrijk daarbij nog een grief. Men weet dat dit on langs heeft voorgesteld aan het hof van Rome om het koning rijk Italië te erkennen, onder voorwaarde dat de paus kon voortgaan de opbrengst te ontvangen der kerkelijke goederen in de verschillende gewesten, behalve nog de voorwaarde om jaarlijks een zeker deel te ontvangen van de belastingen der provinciën. „Het kabinet van Turijn heeft deze voorwaarden dadelijk verworpen, zonder nog aan den heiligen stoel den tijd te laten daarover een gevoelen uit te brengen. De keizer is daarover ten hoogste vertoornd geweest. Hij heeft deze handelwijze door den beer Benedetti doen onderzoeken, die hem den ko ning als den voornaamsten hinderpaal heeft aangewezen. De markies Pepoli is daarop naar Parijs gezonden om den keizer te doen bedaren door inlichtingen te gevendeze is echter zeer koel door Napoleon ontvangen, die bepaaldelijk geweigerd heeft te onderhandelen anders dan door middel van bepaal delijk geakkrediteerde gevolmagtigden." Volgens het zelfde dagblad is er bij de fransche regering sprake van het doorgraven der landengte van Panama. De graaf de Morny schijnt zich daartoe aan het hoofd eener maatschappij te stellen. Dat echter het mexikaansche goever nement onder de tegenwoordige omstandigheden hetnoodige land tot volvoering dezer onderneming zou afstaan,valt echter zeer te betwijfelen, zoo niet als onmogelijk te verwerpen. Volgens een brief uit Turijn aan de Augsb. Zeitung zóu. Garibaldi omtrent de gezondheid der koninklijke troepen vol strekt geene ongerustheid behoeven te koesteren. Te Caltani- setta, zegt de zelfde korrespondent, waren op het banket, hem door de prefektuur aangeboden, ook perziken. Zich herin nerende dat deze in groot aantal te Rome worden gevonden, zeide Garibaldi: „gelooft mij, mijne vrienden, wij zullen nog tijdig genoeg te Rome komen om die aldaar nog te kunnen vinden." Ten einde zich een denkbeeld te kunnen maken van de min vriendschappelijke betrekkingen, welke heerschen tus schen het oostenrijksch en het pruissisch kabinet, deelen wij de twee volgende diplomatieke stukken mede omtrent de erkenning van het koningrijk Italië door Pruissen. „Aan den graaf Karolyi. „Weenen 26 julij. „Mijnheer de graaf! „Toen de baron Werther (pruissisch ambassadeur te Wee nen) mij kennis gaf van eene depeche, die hem belastte met de mededeeling aan onze regering der erkenning van het nieuw koningrijk Italië door Pruissen, verzocht ik hem mij de dokumenten te laten daarop betrekkelijk, ten einde die onder de oogen te kunnen brengen van Z. M. den keizer. „Op zijn verzoek, dien ten gevolge te Berlijn gedaan, is aan den baron Werther de bevoegdheid toegekend aan dit mijn verlangen te voldoen, en ik ben dus weldra in staat ge weest deze korrespondentie aan onzen doorluchtigen vorst te vertoonen. „Zijne majesteit noodigt u uit te doen weten aan Z. M. den koning van Pruissen, dat keizer Frans Jozef hem dank be tuigt voor de oppositie door den koning gevoerd tegen den invloed die hem wilde overhalen tot de erkenning over te gaan van het zoogenaamde koningrijk Italië. De keizer hoopt opregtelijk dat Pruissen in zijn eigen belang nimmer de ge volgen zal behoeven te betreuren van het besluit dat Z. M. thans toch genomen heeft, om de resultaten te erkennen van de meest schaaratelooze revolutie en de meest onregtmatige schending van traktaten en van het regt. „Uwe exc. zal wel de welwillende tusschenkomst willen in roepen van den graaf von BernstorfF om zich van deze taak te kwijten. „Uwe excellentie zal overigens van ons zeker niet verlan gen dat wij woorden verspilleu omtrent voorgewende „waar borgen" die Pruissen als voorwaarden heeft gesteld, evenmin als omtrent „de bepaalde verzekeringen'", welke zij van Turijn ontvangen heeft; wij gelooven dat die „waarborgen" en die „bepaalde verzekering" het papier niet waard zijn waarop ze ter neder zijn geschreven. Wij gelooven zelfs dat wat dit punt betreft de generaal Durando volkomen van het zelfde gevoelen is als wij." „Graaf von Rechberg." „Aan den baron Werther. „Berlijn 81 julij. „Mijnheer de baron, „Daar de beraadslagingen der kamer mij in de laatste dagen verhinderden den graaf Karolyi te ontvangen, heeft deze de depeche van den graaf von Rechberg, waarvan de kopie hierbij is gevoegd, ter hand gesteld aan den diensdoenden geheimen raad, den heer Sydow, en dient deze ten antwoord aan onze vertrouwelijke mededeeling over de erkenning van het koningrijk Italië. „Wij geloofden niet alleen tegenover Duitschland een bondspligt te vervullen, maar ook in het bijzonder eene dienst te bewijzen aan Oostenrijk als onzen bondgenoot, door ons als eerste voorwaarde onzer erkenning, zekere waarborgen en verzekeringen van het goevernement te Turijn te doen geven. Wij hebben ons de waarde dezer verzekeringen niet te hoog voorgesteld, maar men kan hen, zonder partijdigheid, toch niet eenige waarde ontzeggen. „Van een anderen kant, en dit heeft meer beteekenis dan alle verzekeringen van de zijde van Italië, hebben wij eene zeer afgebakende houding aangenomen tegenover het koning rijk Italië en zijne eventuele vorderingen. De aanneming dezer houd ing is niet aangenaam geweest aan het kabiuet van Turijn en zij is naar hare juiste waarde geschat door de andere euro pesche mogendheden. „Terwijl de minister van buitenlandsche zaken van het oos tenrijksch goevernement, het stilzwijgen bewarende omtrent deze laatste omstandigheid, verklaart dat de waarborgen en verzekeringen, waarvan hier sprake is, het papier niet waard zijn, waarop ze ter neder zijn geschreven, wanneer hij het ver trouwen uitdrukt dat de generaal Durando, wat dit punt be treft, van het zelfde gevoelen is als hij, deelen wij geens zins zijne zienswijze. Wij hebben echter uit de uitlegging van onze mededeeling, gedaan in onze hoedanigheid van bondgenoot, de zeer leerrijke ondervinding opgedaan, dat wij ons voortaan kunnen beschouwen als ontslagen van acht te geven op oostenrijksche belangen, voor zoo ver zij niet in ver band staan tot onze bondsvcrpligtingen. „Ik draag aan uwe excellentie op dit mede te deelen aan den graaf von Rechberg, als antwoord op zijne depeche van den 26 dezer maand. „Bernstorff," Italië. De kolonel Acerbi, die wegens zijnebemoeijingen ten gun ste van Garibaldi voor den krijgsraad was geroepen, is vrij gesproken. Volgens het blad La France heeft het engelsche kabinet last gegeven, dat eene vloot onmiddellijk naar de wateren van Napels zal stevenen. Het zelfde blad meldt dat de bevel hebbers van de oorlogsfregatten in de haven van Catania voor een krijgsraad gebragt zijn en dat zij ter regt vaardiging van hun gedrag bijgebragt hebben, dat zij last hadden gegeven om het vaartuig waarop Garibaldi zich bevond, aan te houden, doch de ekipages van twee fregatten geweigerd hadden aan dien last te voldoen. Naar luid van een berigt in La patrie zou de fransche regering aan het kabinet van Turijn zeer bevredigende ophel deringen hebben doen toekomen betreffende het zenden eener vloot naar de wateren van Napels en ook omtrent anifere omstandigheden, welke sedert eenige dagen de open bare Vpinie te. Turijn zeer verontrusten. Het officieel dagblad deelt mede dat Garibaldi naar het gebergte is opgerukt. Men verhaalt van een gevecht, hetwelk zou geleverd zijn niet verre van Reggio, tusschen garibaldianen en eene verkennings-afdeeling der koninklijke troepen. Bij een ander gevecht, waarvan men spreekt, zouden twaalf gari-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 3