Is ingekomen en wordt voorgelezen eene missive van den
minister van binnenlandsche zaken, waarbij wordt aangevoerd
dat, volgens art. 52 der provinciale wet,een afgetreden lid der
provinciale staten, tevens lid van gedeputeerde staten zijnde,
voor eerstgenoemde betrekking herkozen wordende daardoor
niet weder is lid van gedeputeerde staten, maar ook voor die
betrekking eeue weder benoeming noodzakelijk is, gelijk
zulks ook bij de gemeentewet wordt voorgeschreven ten
opzigte van wethouders en leden van den gemeenteraad.
Op grond dezer missive stek de voorzitter voor, hoewel ten
jare 1S59 anders is gehandeld, in de volgende bijeenkomst de
herbenoeming van de heeren J.P. I. Buteux en G. J. Sprengcr
als leden van gedeputeerde staten te doen plaats hebben.
De heeren van der Bik en Becius verklaren zich tegen, de
heer Hainmacher vóór de in de missive uitgedrukte ziens
wijze. De heer Fokker stelt als motie van orde voor, de dis
cussie omtrent dit punt te verdagen tot de volgende bijeen
komst, ten einde over de onverwacht ingekomen missive de
gedachten te kunnen laten gaan.
Nadat de heer Uyttenliooven verklaard heeft de zienswijze
des ministers te deelen, zou hij de gronden daarvoor toelich
ten, doch nu brengt de voorzitter-de motie van orde van den
heer Fokker in herinnering welke behoorlijk ondersteund
zijnde, in omvraag wordt gebragt en aangenomen met 16 te
gen 1 5 stemmen.
Tegen sternden de heeren van den Bosch, Verhagen, Cau.
Janssen, Hombach. Kakebeeke, Bybau, de Visser, Mazure,
van der Bilt, van Eek, Blaaubeen, Uyttenliooven, Dronkers,
en Callenfels.
De benoeming van een buitengewoon lid voor gedeputeerde
staten wordt vastgesteld tegen de volgende bijeenkomst.
Voor kennisgeving wordt aangonomen de mededeeling des
voorzitters, dat de presentielijsten der vergaderingen van
gedeputeerde staten, ter voldoening aan art. 80 der provin
ciale wet. ter kennisneming van de leden ter griffie zijnneder-
gelegd.
De eerstvolgende zitting wordt bepaald op woensdag voor
middag ten 10 ure, en vervolgens deze bijeenkomst gesloten.
B8 UITEN i, AND.
Algemeen overligt.
De Moniteur deelt eindelijk liet rapport van den generaal
Lorencez mede, bevattende weinig beteekende bijzonderhe
den. Volgens dit stuk had men aan den fransclien bevelheb
ber de positie voor Puebla als minder belangrijk voorgesteld,
en leed men bij den aanval vooral van de artillerie desvij-
ands. liet verlies der fransclien bedroeg 102 aan dooden en 285
gekwetsten: van de officieren waren daarbij nog 15 dooden
en 20 gekwetsten gevallen. Op den 18 junij had het fransche
leger eene overwinning behaald, waarbij de vijand 400 man
aan dooden en gekwetsten verloor, terwijl 1200 man krijgs
gevangen werd gemaakt.
Uit de berigten welke La patrie uit Mexiko mededeelt
blijkt dat liet fransche leger vijf honderd man, vvaaronder
drie en dertig officieren, heeft verloren. De overige dag
bladen nemen öf dit berigt over, óf leveren eene beschou
wing over de zaak, doorweven met verwijtingen aan den
generaal Almonte, dien de fransche soldaten in Mexiko
den generaal Malmonte' noemen. Bij al de schuld, welken
deze echter draagt wegens zijne verkeerde voorstellingen
van den volksgeest in Mexiko, is dit treurig ongeval aldaar
ook vooral te wijten aan de fransche rejering zelve. Door eene
vrije drukpers ingelicht omtrent den toestand van <1 it.slechts
weinig bekende, uitgestrekte keevkvingsgewest, had de fran
sche regering andere maatregelen kunnen nemende druk
pers lag aan banden, mogt de kwestie naauwelijks aanroeren
en daarvan was het gevolg dat Frankrijk in het verderf liep.
Volgens het dagblad, dat te Oribaza als orgaan van Al
monte wordt uitgegeven Boletin del ejercito national, zou de
generaal Lorencez bij het naderen van Puebla verscheidene
strategische fouten hebben begaan, terwijl daarbij de soldaten
vermoeid en afgemat waren, daar zij niet hadden gekampeerd.
De fransche gezant te Home. de heer de Lavalette. heeft een
voorstel gedaan om eene zamenkomst te llome te doen houden
door de vertegenwoordigers der katholieke mogendheden. De
kardinaal Antonelli heeft daarin toegestemd, naar men meent,
en zou zelfs den vertegenwoordiger van Turkye daarbij willen
toelaten. Overigens schijnt het hof van Home in den ïaatsten
tijd de toekomst met meer zelfvertrouwen tegen te zien, de
vergadering der bisschoppen heeft daaraan eene nieuwe
morele kracht geschonken en de verstandhouding van de
werkelijk bevriende mogendheden met Rome, zoo als Rusland,
wordt dagelijks heter. Rome vermaantthansslechtstotgeduld
en de vvensch der geloovigen zal verwezenlijkt worden ïntus-
schen moeten deze biddend wachten en wachtend bidden.
Het eigenbelang heeft echter Rusland toch doen besluiten om
Italië te erkennen, en gemelde vriendschappelijke verhouding
zal waarschijnlijk slechts de voorwaarde of verklaring in het
leven hebben geroepen, welke bij die erkenning gevoegd is,
namelijk dat bet. erfdeel van St. Petrus den paus worde ge
waarborgd. Eene fusie der oostersche en romeinsche kvvestiën
zou overigens tot een schrikbarend imbroglio aanleiding kun-
xten geven. Uit een berigt qnder Pruissen opgegeven, zou
men kunnen opmaken, dat daartoe cenige kans bestaat.
Het verblijf van Garibaldi te Caprera is slechts zeer kort
geweest. Te Palermo bevond hij zich weder op 29 junij,
alwaar hij de opening der scherpschuttersvereenigino- heeft
bijgewoond. Bij zijne toespraken tot het volk heeft hij een-
dvagt en zavnen werking ten krachtigste aanbevolen. De gene
raal zal binnen kort naar Messina vertrekken om verschillende
plaatsen op Sicilië te bezoeken.
Het oosten rij kscli ministerie schijnt op den weg der
vooruitgang te willen blijven voortgaan en zal nog in dit zit
ting-jaar het budget van 1803 aan een zeer naauwkeurig
onderzoek onderwerpen. Ook hierbij zal de grootste kwestie
zijn: de dekking van het deficit.
De brandstichtingen in Rusland nemen allengs toe, ver
scheidene steden zoo als Tiflis, Mobilev, Czernichov en Novgo
rod zijn voor kleiner ofgrooter gedeelte verbrand.
Pruissen.
De duitsche dagbladen geven de volgende opgave omtrent
de rigting van de prnissische kamer, Tot de behoudende
partij behoorenlüleden,tothetcentrum31,terwijl depoolsche
22 in aantal zijn. De liberale meerderheid bestaat dus uit 289
leden op 352, en zou misschien tot 280 kunnen worden terug -
gebragt,wanneer men diegene buiten rekening laat,welke zich
nog bij geene bepaalde rigting hebben gevoegd. Uit deze opgave
blijkt dat, bij eene vereeniging van alle elernenien nog slechts
eene weinig beteekenende oppositie kan worden gevormd.
De reden dat Pruissen het koningrijk Italië zoo lang
heeft geweigerd te erkennen, is gelegen m de tegenwerking
van Rusland op dit punt bij dc regering. Rusland zal nu
echter, wegens beloofde koncessiën van Frankrijks zijde in de
oostersche kwestie, hiertoe overgaan, en niets belet thans
Pruissen het zelfde te doen. Beide mogendheden schijnen
echter te zullen verklaren dat het erfdeel van St. Petrus in
het bezit des pausen moet gehandhaafd blijven.
Daar ook Pruissen nu liet koningrijk Italië zal erkennen,
zal Oostenrijk dan nog de eenige groote mogendheid zijn die
tot dc erkenning van den nieuwen toestand in het schier
eiland niet zal zijn overgegaan.
Op een adres van gehechtheid, door eene deputatie van
konservatieve kiezers uit het distrikt Elbing-Mariënburg, heeft
de koning, terwijl hem dit overhandigd werd. het volgende
geantwoord: „Ik ben weinig tevreden over den ongunstigen
uitslag der verkiezingen. Het js onaangenaam voor mijn ge
voel. verkeerd te zijn begrepen. Ik beschouw echter de natie
volstrekt niet alsde oorzaak daarvan, maar alleenlijk de volks
leiders, want deze hebben met opzet verspreid dat ik de
konstitutie door den koning verleend niet zou handhaven.
Uit is echter volstrekt mijne bedoeling niet. Ik zou mij eer
stiptelijk houden aan mijn programma van november 1858 on
ik wensch dat de afgevaardigden tot de overtuiging zullen
komen op dit punt, want ik ben onwrikbaar en volkomen
eensgezind met mijn ministerie. Ik verheug mij u getrouw te
zien aan mij en aan mijn stamhuis, en vertrouw dat ge daar
van nimmer zult afwijken."
Men meent dat de koning ook deze kamer weder zal ont
binden, om vervolgens, als de verkiezingen in den zelfden
zin mogten uitvallen, afstand te doen van den troon.
Zwitserland.
Te Genève heeft een weinig beteekenende zaak den toe
stand van deze republiek, klein in uitgestrektheid maar
groot in herinneringen, geheel veranderd. Genève was sinds
verscheidene jaren bestuurd geworden door de radikale partij,
die in den heer Fazy een talentvol hoofd had gevonden. Deze
bestuurde Genève met de meeste magt en had de konstitutie
zelfs veranderd. Slechts twee «rijheden had hij bij liet gebruik
of misbruik zijner magt aan de bevolking gelaten de druk
pers bleef vrij en de verkiezingen werden niet door intimida
tie of geweld beteekenloos gemaakt. Reeds geruimen tijd had
echter een speelbank het misnoegen opgewekt der verlichte
partij, en terwijl tnen den duitschen bond maatregelen zag ne
men, strekkende om eene toekomstige opheffing der speelban
ken mogelij k te maken, scheen thans Genève het toevlugtsoord
daarvan tc zullen worden, even als het vroeger de wijkplaats
der hervorming was geweest. Deze kwestie nu heeft aanlei
ding gegeven tot het uiten van den vvensch van eene groote
meerderheid der kiezers om de konstitutie te wijzigen, waartoe
die van J847 dan ook zelve de bevoegdheid gaf. Thans
is men tot de verkiezingen overgegaan eener konstitue-
rende vergadering, waarin eene meerderheid is gevormd be-
hoorende tot de oppositiepartij, diealsgematigd maar onwrik
baar kan worden beschouwd. Deze vredelievende revolutie in
Genève tot stand gebragt, belooft thans voor deze republiek
de schitterendste resultaten, en strekt aan Europa toteen voor
beeld dat ieders belangstelling moet opwekken.
Reeds eenige maanden geleden deelden wij mede dat de
soldijen der zwitsersche officieren en manschappen, welke het
garnizoen van de bekende vesting Gaëta hadden uitgemaakt,
door het nieuwe italiaansche goeverneiuent nog met waren
uitbetaald, hetgeen in Zwitserland eenige misnoegdheid had
opgewekt en overigens ook zeer te betreuren was, daar het
uitstellen dier betalingen hoogst nadeelig werd voor die solda
ten, die voor het grootste gedeelte in behoeftige omstandig
heden verkeerden. Thans is na vele onderhandelingen die
kwestie hare geheele oplossing zeer nabij en verneemt men
dat reeds verscheidene uitbetalingen hebben plaats gehad.
Twee zwitsersche officieren, welke wegens deze onderhande
lingen, uit naam der overigen naar Turijn waren vertrokken,
zijn aldaar bij den heer Ratazzi toegelaten en overigens zeer
goed ontvangen, waarover zij bij hunne terugkomst in het
vaderland hunne tevredenheid hebben betuigd.
SSclgiL'.
De gezondheidstoestand van koning Leopold is in den
Ïaatsten tijd op den weg van verbetering voortgegaan, zoo dat
de heer Civiale naar Parijs is teruggekeerd. Het gestel des
konings heeft echter door zijne pijnlijke kwaal een hevigen
schok ondergaan, en reeds wordt al luider en luider de vraag
uitgesproken, of de grijze Leopold nog wel in staat is om den
scepter te voeren met die vaste hand, welke vooral in België
noodig is. In den Ïaatsten tijd toch heeft zich de afscheiding
der beide nationaliteiten in België meer en meer krachtig uit
gesproken. De zoogenaamde vlaamsche beweging werkt lang
zaam, maar wint toch veld, en het „vive le voi tlTIollande" is
niet geheel zonder beteekenis. Wat nu evenmin wensyEelijk is
voor den noordelijken nabuur van België als v<jpr dit land
zelf: de toeneming der vijandelijke gezindheid tasschen de
twee partijen in dit rijk, dat buitendien zoo weinig elementen
bezit voor de zamensmelting der nationaliteiten moet door
een krachtige en talentvolle regering worden vcrhoèd. Deze
redenering, welke in sommige kringen gevöerd,wordt, leidt
dan ook slechts en dit is reeds door enkele dagbladen uit
gesproken naar het wenschelijke eener abdikatie van den
overigens zeer geliefden en geachten vorst, aan wien België
voor het grootste gedeelte den rang verschuWigd is, dien het
thans in de volkenrij inneemt.
De zitting van de kamer van vertegenwoordigers zal
spoedig geëindigd zijn. Zij beeft weinig belangrijks opgele
verd wat politiek betreft. De antwerpsche kwestie heeft
slechts tot eene vrij nuttelooze gisting aanleiding gegeven,
en zal in het volgende jaar waarschijnlijk eerst tot oplossing
komen. Intusschen was er te Antwerpen tegen den 3 julij
weder eene nieuwe meeting uitgeschreven. Overigens heeft
men bij de leden der belgische kamer weinig opgewekt
heid waargenomen tot het bijwonen der vergaderingen, zoo
dra het geeue partij-kwestiën waren, die de hartsiogten in
beweging bragten. Dikwijls is het zelfs geschied dat de leden
in geen genoegzaam aantal waren opgekomen om eene stem
ming te doen plaats hebben. Dit laatste vooral onder de
behandeling van iets, dat toch overigens wel belangrijk mogt
genoemd worden: de gedeeltelijke herziening van het straf
wetboek. Men vischte liever op een schoon gelegen buiten
goed naar de waterbewoners eener beek, dan in de kamer naar
een strafregterlijk idee. ttfdit echter eene waardige vervul
ling mogt lieeten van het mandaat, hetwelk men op zich ge
nomen had, valt zeer te betwijfelen.
Frankrijk.
In de eerste plaats verdient heden onze aandacht eene
mededeeling van het ultrainontaanschs dagblad L'union, dat
thans, na reeds zoo vele bourbonsche, pausselijke en andere
manifestatiën te hebben vermeld tegen het vroegere koning
rijk Napels, zijne toevlugt neemt tot eene heinelsche manifesta
tie. Met den meest on verstoorbaren ernst verhaalt ons L'union
hoe te Torella de goddelijke toorn zich in den vorm van hagel-
steenen, ter grootte van een noot het konventionele beeld
is anders een klein kinderhoofd over de bevreesde volks
menigte heeft uitgestort. Een hevig on weder bragt aan de te
velde staande vruchten belangrijke schade toe. „De onder-
prefekt had, wegens de gisting der gemoederen aldaar, een
sterke afdeeling troepen afgezonden en bevolen dat met de
driekleurige sjerp het beeld der heilige maagd zou worden
omgehangen."
Waarom na ditlaatste feithet onweder en de hagel nog niet
zijn toegenomen en liet heilige beeld die sjerp zoo geduldig
heeft gedragen, blijkt niet regt.
Le temps maakt de opmerking welke trouwens onnoodig
was dat er eene schitterende tegenstrijdigheid in het ver
haaltje heerscht van L'union, en dat de eenvoudige landlie
den, die den regen met de politiek in verband brengen,
hetgeen zeer tot lof strekt hunner ontwikkeling en ten bewijs
is hoe de regering, welke zij verloren hebben, de verlichting
voorstond, zeker de wenschen en verwachtingen van
L'union zullen deelen.
De mexikaansche aangelegenheden leveren heden weinig
belangrijks op; rapporten van beteekenis zijn nog niet mede
gedeeld. Intusschen maakt men zich in Parijs vrolijk over de
bekend gewordene proklamatie van den generaal Zaragosa,
na de overwinning op het fransche leger, aan zijn soldaten ge-
rigt. De generaal verklaart daarin, ook voor het vervolg te
vertrouwen dat de mexikaansche vlag overwinnend uit den
strijd zal treden, een strijd, dien hij kentschetst als „van vrije
mannen tegen slaven." Men glimlacht over de verwaandheid
van den mexikaan, die dj behaalde zegepraal „het voor
spel" noemt „der bevrijding van Frankrijken van den val
der keizerlijke regering," zonder te bedenken welke diepe
waarheid er in die mexikaansche orakeltaal kan gelegen zijn.
Dat de mexikaansche expeditie reeds nu de keizerlijke rege
ring hevig geschokt heeft, valt in allen gevalle tnoeijclijk te
ontkennen.
In de mededeeling van de redevoeringen der heeren
Jules Favre en Billault heeft de Moniteur bij andere veninde-
vingen ook zorg gedragen deze beide te doorweven met ge-
druisch! ontevredenheid! en afkeuring! voor de eerste, en
bravo! gejuich! en bijvalvoor de laatste. Alles wordt door
de regering in den Ïaatsten tijd aangewend om op het volk te
werken.
Meer dan ooit is er in dc laatste dagen sprake van de
ontbinding van het wetgevend ligchaam. De terugkomst uit
Londen van den heer de Persigny, die daarmede in verband
staat, heeft gisteren plaats gehad.
Het hof van kassatie heeft het arrest van het hof van
Douai, waarbij de bankier Mirès werd vrijgesproken, vernie
tigd in het belang der wet. De heer Dupin heeft in zijn re-
kvvisitoir liet hof van Douai gekenschetst niet ineer als een hof
van appèl, maar als een hof van hoop voor hopelooze zaken.
„Wij hebben het regt," zeide hij o. a, „te eischen dat men
de sluijer van een scheure, die de waarheid nog voor ons oog
bedekt houdt, Wij komeu openlijk voor de vraag uit of,
terwijl de politiek haar ijzeren masker heeft gehad, het fiuau-
ciewezen thans een gouden masker zal hebben."
ZEETIJ »IN«ENT.
Sedert 30 junij zijn uit zee gekomen, bestemd naar Ant
werpen: Alina, gez. Phillienos, Brighton Jeune Felix, gei.
le Mouel,|Limpios; Burimann, gez. Bruce, Norkoping; Sofia,
gez. Doghanizza, Salina; Fraternité, gez. Arentsen, Gothen
burg; Civil, gez. Atnbjornsen. Zweden. Voor Gent bestemd
Jane, gez. Lightfoot, Middlesbro. Voor Brussel: F,hum, gez.
Richardson, Middlesbro. Voor TennondeDobra Maria, gez.
Vlussich, Alexandrma.
Van Antwerpen naar zee gezeild: Jacobüsigeï. Koning,
Rostock; Anna Bres sine, gez. Thogersenv'Stïahlsund; Faders
Minde, gez. Kaas, Koppenhage; Sjoukelina, gez. Dirks. Bre-
men Faa, gez. Dreyer, KoningsbergenSperit of Trade, gez.
„Cullich, Baltigue. Van Gent gezeild: Maren, gez. Krull,
'UeithJesus Marie Josty gez. Edezuma, Noorwegen. Van
^Vlissingen gezeild: Clemens, gez. Meuldijk, Engeland.