deopeniug, (later een kameraadschap onder de nederlandsclie landhuishoudkundigen is ontstaan. Welnu, kameradenwe roepen u liet vaarwel toe en hopen dat God ons de gunst ver- leene van in gezondheid en met de zelfde belangstelling in den r.ederlandschen landbouw elkander op het volgend kon- gres te ontmoeten De heer van der Baan, gedachtig aan de spreuk: Goed rond, goed zeeuwsch, wenscht dank te brengen niet alleen aan den voorzitter voor de uitstekende wijze waarop hij het kon- gres heeft geleid, en aan de overige leden van het bestuur, maar aan het gemeentebestuur en de ingezetenen van Middel burg, die het aangename aan het nuttige hebben gepaard. Volgens den heer Boeke moet steeds in alle zaken de vorm worden in acht genomen op alle vroegere 'congressen was liet de gewoonte dat de vergadering openlijk dank bragt aan het bestuur; de door het voorstel van den heer Nagtglas ge wijzigde vorm schijnt bij de vergadering bij val te hebben ge vonden doch hij stelt voor het hechtste bewijs van dankbaar heid aan het bestuur te geven door allen, zoo als men ter vergadering tegenwoordig is, het volgend jaar te Leeuwarden te komen. Na hierop van verschillende zijden blijken van instemming te hebben gegeven is de vergadering ten kwartier voor 9 ure gescheiden. Aan het gemeenschappelijk diner van 11. vrijdag waarvan wij reeds meteen enkel woord hebben gesproken namen meer dan 200 leden deel. Natuurlijk ontbrak het hier niet aan feestvreugde en aan toasten inet geestdrift uitgesproken en met opgewondenheid toegejuicht. Ook deze bijeenkomst zal, althans tot bevordering van kameraadschap, zeer vrucht baar zijn geweest. Het koncert op het Molenwater, waarvoor vele toebereid selen waren gemaakt, is nagenoeg geheel mislukt. Een ruim terrein vóór den schouwburg, afgesloten ten dienste der kon- gvededen met hunne dames, was met vlaggen versierd, eene eenvou.iige illuminatie was ontstoken, het muziekkorps der te Utrecht in garnizoen liggende veld-artillerie had de plaats onder de muziektent reeds ingenomen, maar de bezoekers bleven ontbreken. Slechts zeer enkele dames en heeren waag den het, zich aan het gure weder en den aanhoudenden regen bloot te stellen. Gunstiger lot viel aan het gisteren avond op de buitenplaats Westhove gegeven koncert ten deel. Ook toen had het regenachtige weder velen van een reeds lang be raamd plan tot een uitstapje naar Domburg terug gehouden, maar zij die zich daardoor niet hadden laten afschrikken wer den door het genot van heerlijke muziek voor hunue volhar ding beloond. In den loop van den avond hield de regen op waardoor zij, die zich te Domburg aan een gezellig souper hadden vereenigd, werden genoopt eerst vrij laat in den nacht den tevugtogt aan te nemen. Terwijl alzoo de avondfeesten door het ongunstige weder slechts gedeeltelijk aan de verwachting konden beantwoorden, had er zaturdag morgen een togt plaats die aller aangenaamst en belangrijk kan genoemd worden. Ruim een 150 tal kon- gresleden vertrokken per stoomboot naar den Wilhelmina- polder, waar de heer I. G. J. van den Bosch de bezoekers met de meeste bereid willigheid ontving. In 26 rij tuigen, welke aan het Katsebe veer gereed stonden, deed het gezelschap een toer door den polder die door den voorzitter van het kongres teregt genoemd is een model voor den landbouvv. De heer van den Bosch, die niets verzuimd had wat tot nut of genoegen strekken kon. had aan eiken bezoeker eene ge drukte handleiding doen uitreiken waarin op het merkwaar digste de aandacht werd gevestigd bovendien waren op het land hier en daar opschriften geplaatst om de aanwijzing zoo veel mogelijk volledig te maken. De uitgestrekte weilanden, met voortreffelijk vee gevuld, de rijke te velde staande oogst, de werkzaamheden van het droogleggen waarmede men bezig was, de belangrijke verza meling van de nieuwste landbouwwerktuigen, dat alles trok om het zeerst de aandacht en niet het minst die der bezoekers uit andere provinciën, welke dan ook hunne opgetogenheid over de vruchtbare streek, nog geen vijftig jaren geleden aan de zee ontwoekerd, en over de wijze van bebouwing in dezen polder ingevoerd, niet onderdrukten. Uiterst voldaan kwamen allen des avonds in Middelburg terug, en geen wonder dat de mededeeling van den voorzitter, betreffende de hulde der kongresleden aan den heer van den Bosch te brengen waarvan wij hierboven in ons verslag der laatste bijeenkomst van het kongres melding maakten met onbesehrijfelij ke geestdrift werd begroet. De togt naai den Wilhelminapolder zal zeker voor menigeen onvergetelijk zijn, en bij velen de overtuiging hebben doen veld winnen dat in menige streek van Zeeland de landbouvv voor grooten vooruitgang vatbaar is. En thans, nu het XVIle landhuishoudkundig kongres ge ëindigd is, rijst onwillekeurig hij menigeen de vraag op. of het dat nut zal opleveren 't welk men er van verwachtte. Het antwoord op die vraag is natuurlijk geheel afhankelijk van de verwachting die ieder in het bijzonder zich heeft voorgespie geld. Wie van meening is oogenblikkelijk belangrijke uit komsten te zuilen waarnemen, zal zich zeker weldra teleur gesteld zien. Geen eisch is buitensporiger dan van alles wat in de eerste plaats tot het gebied van den geest behoort dade lijk zigtbare resultaten te verlangen. Maar door hen. die ge matigder in hunne eischen zijn, die weten dat wisseling van denkbeelden overtuigingen doet geboren worden die, eerst het eigendom van enkelen, slechts langzaam zich verbreiden, langzamer nog in handelingen hunne vruchtefl te aanschou wen geven, door dezen zullen de dagen van 17 tot 21 junij op de juiste waarde worden geschat. Hiermede eindigen wij ons algemeen verslag. Later vinden wij vvelligt gelegenheid om op het een of ander punt in hel bijzonder terug te komen. Wij herinneren onzen lezers dat morgen de herstemming moet plaats hebben tusscben de heeren mr. W. Ph. Vis en rar. S. baron van Heemstra, ter verkiezing van een lid voor de tweede kamer der staten generaal. De gemeenteraad alhier zal woensdag namiddag, ten half twee ure, eene openbare zitting houden, ter behandeling eener missive van de heeren Robbé eo., wegens hetgas-kon- trakt. In eene door de Maatschappij tot Nut van 't algemeen ge- houdene vergadering is besloten aan eenige ingezetenen van Westkapelle een getuigschrift uit te reiken wegens hun gehou den gedrag bij het redden der schipbreukelingen van de en- gelsche brik Rokeby die den 2 november 11. aldaar is gestrand. De eerste kamer is 11. zaturdag, na aanneming van eenige wetsontwerpen, tot nadere bijeenroeping gescheiden. Ver moedelijk zal zij in dit zittingjaar nog slechts voor zeer korten tijd worden opgeroepen. De verslagen der zittingen van de laatste dagen deelen wij in een bij dit nommer hehoovend bijvoegsel mede, waarin wij ook hebben opgenomen de verslagen van de zittingen dei- tweede kamer van woensdag, vrijdag en zaturdag. Van de laatste verdient vooral de aandacht hetgeen betrekking heeft op de beraadslaging over het wetsontwerp tot herziening van het tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer. De diskus- siën over dat ontwerp zijn in de zitting van lieden voortgezet en gevorderd tot de artikelen onder letter S vermeld De wetsontwerpen,welke de geneeskundige belangen betref fen zijn thans bij de tweede kauier ingediend. Zij bestaan uit de regeling 1. van het geneeskundig staatstoezigt2. der voor waarden ter verkrijging der bevoegdheid van geneeskundige, apotheker, hulp-apotheker en vroedvrouw 3. der uitoefening van de geneeskunst; 4. van de uitoefening van de artsenij- bereidkunst. Heden kunnen wij daarvan nog slechts de hoofdtrekken mededeelen. In het eerste ontwerp leest men dat het geneeskundig staatstoezigt wordt opgedragen aan«z. inspekteursen adjunkt- inspekteurs; b. geneeskundige raden. Des noods worden voor eenig onderzoek van het geneeskundig staatstoezigt tijdelijk of voortdurend bijzondere inspekteurs aangesteld. De geneeskundige ambtenaren genieten eene vaste bezol diging en vergoeding van bureau-, reis-en verblijfkosten uit 's lands kas. Deze bekleeden zonder toestemming geene an dere bediening en oefenen de geneeskunst niet uit. In het tweede ontwerp wordt in artt. 1 en 2 de bevoegd heid tot uitoefening der geneeskunst, der doctoren in de genees-, heel- en verloskunde en der officieren van gezond heid der zee- en landmagt omschreven. In art. 3 en 4 leest men: bevoegd tot uitoefening der geneeskunst, in haren ge- heelen omvang en in het geheele lijk, zijn zij die op de hierna volgende wijze den graad van genees-, heel- en vroed- raeester verkregen hebben. De graad van genees-, heel- en vroedmeester wordt verkregen ten gevolge van a. een natuur kundig en b. een geneeskundig examen. Voortswordt de bevoegdheid van hulp-apotheker niet ver kregen dan na aflegging, van een natuurkundig examen, ter wijl om de bevoegdheid als apotheker te verkrijgen eene hoogere theoretische en praktische kennis gevorderd wordt. Eindelijk wordt ook van de vroedvrouw een theoretisch en praktisch examen in de verloskunde vereischt. De bovengenoemde examens, uitgezonderd dat voor vroed vrouw, worden twee maal des jaars afgenomen door rijkskom missiën. In art. 20 der overgangsbepalingen leest men het examen van hen. die bij de invoering dezer wet bevoegd zijn tot de uitoefening van eenig deel der geneeskunst en die deze be voegdheid wenschen uit te breiden, strekt zich uit over die gedeelten welke hun ontbreken. Zij leggen dat examen af voor de rijkskommissie enz. In liet ontwerp van wet regelende de uitoefening der ge neeskunst vindt men onder anderen eene bepaling, dat alleen de bevoegde geneeskundige in het openbaar een geneesmiddel te"-en eene ziekte mag aanbevelen, of aankondigen dat hij de geneeskunst uitoefeut. Eindelijk in het ontwerp regelende de uitoefening der artse- nijbereidkunst leest men in art. 11: de apotheker mag bij de aankondiging, dat een geneesmiddel bij hem verkrijgbaar is, en bij het afleveren daarvan geene aanwijzing hoegenaamd voegen van den ziekelijken toestand, tot genezing waarvan het geneesmiddel geacht wordt te dienen of gebruikt wordt. Een ongedagteekend regeringstelegrara, waarschijnlijk van den 15 mei, luidt: „Goede tijdingen van Bandjermasing. Doodtijding van den Ferdana Mantri. Voor het overige niets nieuws." Jl. vrijdag is te Leiden tot doctor in de regten bevorderd i jonkhr. ivi. W. C. de Jonge, geboren te Middelburg, na verde- j diging van een akademisch proefschrift over de vraag Kun- j nen buitenlandsche namelooze vennootschappen in Nederland 1 jn regten optreden. Uit Vlissingen wordt ons het volgende gemeld „Het schoolgebouw voor on- en minvermogenden, tevens ingerigt voor teekenschool, is 11. zaturdag op plegtige wijze ingewijd. „De burgemeester en de leden van den raad, de inspekteur van het lager onderwijs in deze provincie, de schoolopziener j in het eerste schooldistrikt, de plaatselijke schoolkommissie, de heer G. Baert, oud lid dier kommissie, de onderwijzers der j openbare scholen in deze gemeente en eenige belangstellen den waren daarbij tegenwoordig. „Nadat door een aanzienlijk getal schoolkinderen een toe- passelijk lied gezongen was, nam de gemeente-bouwmeester, onder wiens leiding en toezigt de bouw, volgens door hem ontworpen plan, heeft plaats gehad, het woord, en schetste in korte trekken de oprigting en voltooijing dezer nieuwe stich ting. Hij bedankte den aanwezigen aannemer, den heer C. de Wolft' alhier, voor den ijver en de medewerking door hem be toond, om de voltooijing zoo tot aller genoegen te doen slagen en eindigde met den wenseh, dat, gelijk voor het materieel belang der onvermogenden in deze gemeente zorg gedragen werd, ook hunne zedelijke vorming, door het onderwijs dat voor hen in (leze school te verkrijgen is, zou bevorderd worden. „Deze toespraak werd door den burgemeester beantwoord, die hulde bragt aan de bekwaamheden van den architekt, gebleken uit de oprigting van dit gebouw, waarbij, behoudens eenige wijzigingen, geheel zijn plan gevolgd is geworden, en welk gebouw uitmunt in doeltreffendheid en een sieraad is voor deze gemeente. Ook hij sprak de hoop uit dat het zaad hier in de harten der kinderen gestrooid, wortel mogt schieten, opwassen en rijke vruchten geven, opdat zij brave menschen en nuttige leden der maatschappij zouden worden. „Achtereenvolgens werd nog het woord gevoerd door den heer H. P. Winkelman, sekretaris der plaatselijke schoolkom missie, den inspekteur van het lager onderwijs en den school opziener, die allen de geschiktheid en sierlijkheid van het ge bouw prezen, en liet hoog belang van het openbaar onderwijs op toepasselijke wijze bespraken. Door den heer Winkelman werd daarbij voorgedragen een kort. doch belangrijk geschied kundig overzigt van den toestand van bet onderwijs in de/.e gemeente in vroegere eenwen, en over ile verbeteringen die daarin van tijd tot tijd gebragt zijn, terwijl de inspekteur van het lager onderwijs o. a. zeide, dat in de eerste plaats deze ge meente zich onderscheidde door hare verordeningen op het lager onderwijs, waardoor men bewees dat de tegenwoordige wet alhier goed begrepen en toegepast werd. „Ook de hoofdonderwijzer, de heer R.Scherer, besprak nog inet een enkel woord deze belangrijke zaak en besloot met de verzekering dat hij van de hem geschonken gaven een ijverig gebruik zou maken om de hem toevertrouwde kinderen tot nuttige burgers op te leiden. „De plegtigheid werd alsnu besloten meteen danklied,door de kinderen gezongen, die daarna op eenige ververschingen werden onthaald, waarmede zij in vrolijke stemming den namiddag doorbragten." Het heeft H. M. de koningin weder behaagd op haren jaardag aan de brei- en naaischool voor minvermogenden te Axel. als beschermvrouw, de aanzienlijke gift van honderd gulden te schenken. Jl. donderdag heeft de arrondissements regtbank te Am sterdam uitspraak gedaan in de zaak van J. A. Hinsbeek, vroeger kassier-generaal bij de Nederlandsclie bank, voort- vlugtig, beklaagd als zou hij, tijdens hij in opgemelde betrek king, tegen genot eener jaarwedde van f 5000, eene toelage van f 1200 en vrije woning in dienst was, van gemelde inrig- ting, ten hare nadeele arglistig hebben ontvreemd en zich toe geëigend eene som van f 233,500. De regtbank heeft den beschuldigde schuldig verklaard aan diefstal in dienstbaar heid, en veroordeelde hem bij verstek tot eene korrektionele gevangenisstraf voor den tijd van vijfjaren. Een neef van den beklaagde, F. J. Hinsbeek, die als getuige was opgeroepen en niet verscheen, is veroordeeld tot eene geldboete van f 25. In de woensdag gehouden vergadering van het departemen Groningen der Nederlandsclie maatschappij tot bevordering van nijverheid is besloten het hoofdbestuur te verzoeken van alle departementen eene beoordeeling te vragen van het ont werp van wet op het middelbaar onderwijs. Voor de tweede reeks der stedelijke leening te Utrecht groot f 300,000, is ingeschreven voor f 4,731,000. Bij voortduring wordt de verzending van nieuwe aardap pelen naar Engeland op groote schaal voortgezet, zóó zelfs dat volle ladingen door plaatsgebrek op de verschillende stoombooten moeten worden geweigerd. De jl. woensdag avond van Rotterdam naar IIull vertrokken stoomboot Ocean queen was bijna geheel met aardappelen in manden beladen. Niettegenstaande deze ruime verzending dalen toch de prij zen dagelijks. Itenoemlngcn en besluiten. MiNiSTERiëbE departementen. Eervol ontslag verleend met 1 julij a. s. aan rar. W. van der Jagt, als adjunkt-kom- m ies bij het departement van binnenlandsehe zaken. keredienst. Benoemd tot administrateur voor de zaken der hervormde en andere eerediensten behalve die der roomsch- katholieke, dr. H. J. Spijker, thans predikant bij de neder- duitsche hervormde gemeente te Amsterdam. Eervol ontslag verleend aan den heer A. van Heel, uitzjne betrekking van sekretaris-generaal bij het opgeheven depar tement voor de zaken der hervormde cn andere eerediensten behalve die der roomsch-katholieke-, alsmede aan de heeren J. F. C. Leers en mr. J. J. Bergsma, th. dr., kommiesen, en den heer W. F. Keizer,adjunkt-kommies, en A. Appo, kamer bewaarder en koncierge bij evengemeld departement. marine. Met 1 julij den inspekteur van administratie bij de marine J. E. Kempe en den kapitein der le klasse bij het korps mariniers P. A. Leupc, ter zake van langdurige dienst op pensioen gesteld, voor den eerstgenoemde ten be drage van f1500 en voor den tweede ten bedrage van f 1073. Benoemd tot adviseur bij het departement van marine de inspekteur van administratie J. E. Kempe, buiten bezwaar van 's rijks schatkist. Toegekend aan den kapitein der Te klasse P. A. Leupe den rang van majoor. Voorts zijn met ingang van I dezer bevorderdtot schout bij nacht de kapitein ter zee 11. van Voss; tot kapitein ter zee de kapitein-luitenant ter zee A. F. Siedenburg; tot kapitein luitenant ter zee de luitenant ter zee der le klasse J. M. de Jongh; tot luitenant ter zee der le klasse de luitenants ter zee der 2e klasse J. A. E. Dinaux, A. F. 11. E. baron van.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2