r 75. MIDDELBURG;SCHE Dingsdag 1862. C 0 U RAN T. 24 Junij. Bij deze courant behoort een bij voegsel Editie van maandag avond 8 ure. De burgemeester en wethouders van Vlissingen maken bekend, dat bij de op den 11 december 1849 plaats gehad hebbende uitloting van obligatiën van de gevestigde schuld dezer gemeente, tot aflossing in dit jaar zijn aangewezen de obligatiën A folio 39, A fol. 46 en A fol. 587, ieder van f 1000; B fol. 23, ad f800; L fol. 27 ad f200. 'Welke dus inet 1 julij aanstaande bij den gemeente-ont vanger behooren te worden ingewisseld tegen 24 per cents Nationale werkelijke schuld, overeenkomstig het plan van uitloting. Vlissingen, den 21 junij 1862. De burgemeester en wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De secretaris P. FORBES WELS. Burgemeester en wethouders van Veere brengen ter kennis, dat de Kermis in deze gemeente zal aanvangen den 14 julij a. s. en eindigen den 19 daaraanvolgende. Tot verkrijging van standplaatsen zal me zich behooren aan te melden bij den marktmeester, voor J0 julij a. s. Brieven franko. Burgemeester en wethouders voornoemd, SNIJDER, burgemeester. J. P. VAN DEN HEUVEL,sekretaris. BIX\E\LAM». Middelburg 24 «Vuiiij. Het XVJIe Nederlandse!) landhuishoudkundig kongresis afgeloopen. Op het oogenblik dat wij deze regelen schrijven zijn de meeste leden die van elders ter bijwoning waren opge komen, reeds huiswaarts gekeerd en hebben ook de feestvierin gen een einde genomen. Van een en ander moeten wij echter onzen lezers nog verslag geven. De punten welke nog in de algemeene vergadering van vrijdag werden behandeld, na de in ons vorig nomraer mede gedeelde, waren hoofdzakelijk de volgende De voorzitter brengt rapport uit van het verrigte in de 3e afdeeling, waarvan hij voorzitter was, en deelt de daar gedane voorstellen mede. In de eerste plaats wordt de wenschelijkheid aangevoerd dat men, nu de rijks-kommissie voor statistiek is opgeheven, pogingen aanwende om weder eene zoodanige kommissie tot stand te brengen. Daar de voorzitter vroeger deel uitmaakte van de ontbonden kommissie kan hij van zijne zijde niet zoo j zeer aandringen op die aangelegenheid, en daarom neemt op zijne uitnoodiging de heer Boeke uit Groningen het woord. I Deze wijst in het kort op het hooge belang eener kommissie voor statistiek en stelt voor om bij de regering stappen te doen i ten einde de noodige fondsen voor eene nieuwe kommissie op I de volgende begrooting neder worden uitgetrokken. j Ten gevolge van een en ander is besloten een adres in dien geest aan de regering op te zenden, door het bestuur van het kongres geleekeml. Daar men in de 3e en 4e afdeeling tot het resultaat is geko men dat er geen tijd is geweest om de rapporten betreffende Indië tijdig in te zenden, is besloten het programma voor de f koloniën te remitteren aan het kongresbestuur te Leeuwarden, en de belangrijke rapporten in het verslag op te nemen. j De uitslag van het verhandelde in de afdeelingen omtrent de tienden is geweest dat men meende niet bij «le regering te moeten aandringen op verandering van het beginsel van het aanhangige wetsontwerp, maar wel den wensch te kennen te geven dat eenige bezwarende bepalingen daaruit worden ge nomen. zoo als onder meerder de bepalingen omtrent de hy potheek welke in die wet voorkomen, opdat de tiendpligtigen niet zouden worden afgeschrikt hun afkoop te beproeven. Voorts is het tweede artikel van het ontwerp (betreffende de bloktienden) uitvoerig in de afdeelingen besproken en alge meen afgekeurd. Na deze mededeeling is voorgesteld en besloten dat een kort adres aan de tweede kamer door het kongres zal worden aangeboden, waarin zal gewezen worden op het besprokene, en aangedrongen dat het ontwerp, behoudens die wijzigingen, tot wet worde gemaakt. Op ontvangen uitnoodiging hebben de heeren inr.J. van der Leeuw uit Amersfoort en I.G. J. van den Bosch uit Kattendijkc zich metderedaktie belast. Nog wordt berigt dat het tiend verbond is tot stand geko men en dat het bestuur bestaat uit vijf leden, gekozen uit de vijf provinciën welke het meest den druk der tienden gevoe len. Hiertoe zijn gekozen: in de provincie Zeeland, de heer I. G. J. van den Qosch; in de provincie Utrecht mr. J. van der Leeuw; in de provincie Gelderland mr. D. van Meurs in de provincie Overijssel mr. B. W. A. E. baron Sloet tot Oldhuis, terwijl voor de provincie Noord-Brabant nog nie mand is gevonden, maar waartoe men zich in korrespondentie zal stellen met de Maatschappij van landbouw in Noord-Bra bant. De voorzitter merkt hierbij nog op dat het tiend verhond nictgerigt is tegen de tiend heffing maar tegen de tienden. Ten slotte worden de leden uitgenoodigd zaturdag avond ten half acht ure zich in de koncertzaal te vereenigen, waar het kongres zal worden gesloten. Aan die uitnoodiging is door velen gevolg gegeven. Zatur dag avond omstreeks acht ure opende de voorzitter de laat ste bijeenkomst. Volgens zijne verzekering behoorde onder het vele belangrijke van het 17e nederlandsch landhuishoud kundig kongres niet het minst het bezoek dien dag door een groot aantal leden aan den Wilhelminapolder gebragt. De bezigtiging van dien polder heeft geleerd dat hij het uitgele- zenste plekje van vergevorderden landbouw in Nederland is. De verwachtingen, hoezeer reeds hoog gespannen, zijn bij die bezigtiging verre overtroffen en de voorzitter meent dat men Zeeland moet geluk wenschen met zulken overschoonen land bouw, waarvan de bekendheid voor Nederland heilzame ge volgen hebben kan. Maar bij de herinnering aan het gebragt bezoek, kan hij ook niet nalaten melding te maken van de uit stekend beleefde en voorkomende wijze waarop de direkleur van den Wilhelminapolder de bezoekers ontving, en hij stelt voor oui den heer I. G. J. van den Bosch den gezamenhjken dank van allekongresleden toe te brengen, welk voorstel door de aanwezigen levendig wordt toegejuicht.Nogdeeltde voorzitter mede dat het bestuur, ten einde de aandacht meer op dien polder te vestigen, den heer W. C. H. Staring heeft verzocht eene korte beschrijving er van te geven, welke in het verslag zal worden opgenomen, aan welk verzoek de heer Sta ring, lot genoegen der vergadering, zal voldoen. Alsnu overgaande tot het afdoen van een paar punten welke nog ter behandeling zijn overgebleven, wordt aan de orde gesteld het voorstel van den heer Araersfoordt. om het kongres voortaan in augustus te houden in plaats van in junij. De hoofdreden daartoe is dat men dan in de gelegenheid zou zijn om eerst de tentoonstelling van landbouw in Enge land te bezoeken en daarvan op het kongres melding te maken. De voorzitter herinnert dat bij vorige kongressen meerma len is gesproken over het tijdstip waarop zij behooren gehou den te worden, en altijd heeft daaromtrent verschil van mee ning bestaan. Ieder gaf steefis de'voorkeur aan dien tijd waarop hij het beste kon, een egoïsme dat billijk is omdat het ontsproot uit de zucht om hij het kongres tegenwoordig te zijn. Men besloot voortaan het kongres op den tweeden dingsdag in junij te houden dan zijn de dagen het langst en de veldgewassen nog op het land. Dat gevoelen wordt nog door het bestuur gedeeld, en het meent dat de reden, door den heer Amersfoordt aangevoerd, niet voldoende is om van tijd stip te veranderen. De vergaderingen in Engeland hebben gewoonlijk vroeg in het jaar plaats; en in augustus zijn de dagen kort voor de werkzaamheden, de veldgewassen meest van den akker en de avonden niet meer zoo geschikt voor feestvieringen als die, welke hier, niettegenstaande het ongun stige weder, hebben plaatsgehad. Het bestuur stelt daarom voor, den derden dingsdag in junij vast te stellen. Alvorens hiertoe wordt besloten vraagt de heer J. Boeke het woord, als vertegenwoordiger van den heer'Amersfbordt, die naar Engeland is vertrokken. Vooraf echter rigt hij per soonlijk de vraag tot den voorzitter of het niet aangenaam, belangrijk en voor den landbouw nuttig zou zijn om het op de boot genomen besluit bij den terugkeer van den Wilhel minapolder aan deze vergadering kenbaar temaken. Bij allen eerbied welke hij voor geheimhouding heeft, gelooft hij dat het bedoeld besluit, met zoo veel geestdrift genomen, voor den heer van den Bosch niet geheim zal blijven. En juist om de blaam van laauwheid, die op de landbouwers rust maar gebleken is hier niet te bestaan, te logenstraffen zou hij de vermelding van het besluit en de openbaarmaking er van wen- schelijk achten. Na het door den heer Boeke aangevoerde, heeft het bestuur geeu bezwaar om het genomen besluit, hetwelk alleen betrek king heeft op leden die den togt naar den polder hebben medegemaakt, bekend te maken. Het betreft het aanbieden eener gedachtenis aan den heer van den Bosch aan het gebragt bezoek, bestaande in een album met de fotografische afbeel dingen, voorzien met de handteekeningen van alle bezoekers, welke fotografiën zullen worden gezonden, aan den heer van Rees Moorrees, lid van het kongres, in het Willemspark te 's Hage. De mededeeling van dit besluit wordt door de vergadering toegejuicht. Voorts wijst de heer Boeke op het voorstel van den heer Amersfoordt. Volgens hem heeft deze niet zoo bepaald aange drongen op het houden van het kongres in de maand augustus als wel om dat te doen plaats hebben na afloop der tentoon stellingen van landbouw in Engeland. Die tentoonstellingen, de hefboomen waardoor de engelsche landbouw zoo zeer is gestegen, werden tot nog toe te weinig door de hollanders be zocht. De tentoonstelling van dit jaar zal door meer neder- landers dan gewoonlijk worden bijgewoond en als uitvloeisel daarvan zal menigeen ook welligt een volgend jaar daarheen gaan, waarop de heer Amersfoordt bij zijn voorstel ook het oog heeft gehad. Daar dit voorstel niet schijnt te kunnen worden aangenomen, zou spreker gaarne den tweeden dings dag in julij in plaats van der. derden dingsdag in junij zien vastgesteld. Hierop merkt de voorzitter aan dat in julij de vergaderin gen plaats hebben van de provinciale staten, waarvan vele leden landbouwers zijn die dus daardoor zouden worden be- moeijelijkt in de bij woning van het kongres. Daar het getal leden die naar Engeland gaan in de eerste jaren zeker wel uiterst beperkt zal zijn, gelooft hij "dat het bezoek aan de engel sche landbonw-tentoonstellingen geene genoegzame reden is om af te wijken van den genomen maatregel. Daarbij komt nog dat men in Friesland er op gerekend heeft dat het kon gres op den gewonen tijd zou plaats hebben, zoo dat het wel ligt moeijelijkheden zou kunnen opleveren om het tijdstip te veranderen zonder het bestuur van Leeuwarden daarin te kennen. Wordt mitsdien besloten het aangenomen tijdstip te behouden. Een ander voorstel des heeren Amersfoordt doet de voor zitter kennen als bestaande in de opdragt der leiding van het kongres aan de landbouwmaatsehappijen, en tevens in de uitnoodiging van de Koninklijke maatschappij van land bouw om de haar ten dienste staande middelen beschikbaar te stellen voor de kongressen. Voor het eerste deel v d'1 voor stel ziet de voorzitter geen behoefte, te meer daar liet kon gres daardoor ondergeschikt zou worden gemaakt aan de landbouwmaatsehappijen en de kongressen zouden ophouden te bestaan. Daarenboven kan men over die maatschappijen niet beschikken en zou het nog al eenige moeite hebben haar alle te vragen of zij de leiding op zich zouden willen nemen de kongressen oefenen op de landbouwmaatsehappijen blijk baar een goeden invloed uit. even als deze op de kongressen, zoo dat het niet gewenscht is in dezen stand van zaken veran dering te brengen. Wat aangaat het tweede deel van het voorstel van den heer Amersfoordt, zegt de voorzitter juist vernomen te hebben dat het gemeentebestuur van Leeuwarden (volgens de verbete ring van den heer Beijina: de Friesche maatschappij van landbouw) zich reeds met genoemd doel tot de Koninklijke maatschappij van landbouw heeft gewend. Ten slotte is besloten het voorstel niet aan te nemen. De beer F. Nagtglas. het noord gevraagd en bek omen heb bende, gelooft dat menigeen, toen er sprake was van het aan bieden van het soevenir aan den heer van den Bosch,dezen zal benijd hebben voor zoo ver op een zoo genoegelijkeri togt ijverzucht kon bestaan daar hij op die wijze zal in het be zit komen van het portret van den voorzitter van liet kongres, die bij velen reeds uit zijne geschriften bekend was en die men nu persoonlijk heeft leeren kennen en hoogschatten. Hij geeft daarom het kongres in bedenking o.n den voorzitter uit le noodigen zijn portret, door tussch en komst van het bestuur, voorde leden van het kongres beschikbaar testellen. Dit voorstel wordt met levendige applaus begroet. De voorzitter zegt getroffen ie zijn over den bijval dien het voorstel van den heer Nagtglas in de vergadering mogt ver werven. Hoezeer hij om vele redenen liever had gehad dat het niet gedaan ware, wil hij echter aan het uitgedrukt verlan gen der vergadering trachten te voldoen, welke toezegging met ingenomenheid wordt aangehoord. De heer T, Borgesius verklaart met groot genoegen de gebonden tentoonstelling van de Maatschappij van landbouw en veeteelt alhier le hebben bezigtigd.waarvoor hij haar dank wenscht te zien toegebragt. Nergens heeft hij eene zooda nige expositie van schapen gezien en hij stelt voor het kon gresbestuur te Leeuwarden uit te noodigen tot het houden van tentoonstellingen van de verschillende veerassen in Nederland. Hierop antwoordt de voorzitter dat het kongres zeker dank brengt aan de Zeeuwsche maatschappij van landbouw, en het doet hem genoegen het voorstel daartoe te hebben gehoord. Bij den dank der vergadering, die zich in luide toejuichingen kennen doet, voegt hij den wensch dat die maatschappij steeds moge voortgaan om de belangen van den landbouw te behar tigen. De tentoonstelling van schapen is uitgegaan van het bestuur van het kongres. Dit bestuur heeft gemeend het voor oordeel te moeten voorbijzien dat er tegenwoordig tegen het houden van schapen bestaat, vooral blijkbaar in het graafschap Zutphen en in Twente. De schoone verzameling schapen is men verschuldigd aan den waardigen sekretaris, mr. G. N. de Stoppelaar, die zijne zeer vele moeiten met goeden uitslag mogt bekroond zien. Hij stelt voor hem daarvoor, alsmede voor zijne vele andere verrigte werkzaamheden, den dank dei- vergadering toe te brengen, waartoe bij akklamatie wordt besloten. Voor het overige zal de wensch van den heer Bor gesius aan^het kongresbestuur te Leeuwarden worden te kennen gegeven. En hiermede is, volgens den voorzitter, de taak van het 17e nederlandsch landhuishoudkundig kongres besloten. Het be stuur brengt den vurigsten dank voor de talrijke opkomsten de wetenschappelijke medewerking der leden, waardoor dit kongres zoo luisterrijk aan zijn doel heeft beantwoord; bet bestuur brengt zijn dank voor de ondervondene groote wel willendheid. „Dit kongres zegt de voorzitter- heeft ge toond dat het geen ijdel woord is geweest hetwelk ik sprak bij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 1