Tegen zaturdag is aan de orde gesteld de beraadslaging
over bet koloniaal batig slot van 1859.
In de zitting van beden zijn alle aan de orde gestelde wets
ontwerpen aangenomen.
Bij de tweede kamer zijn heden de geloofsbrieven ingeko
men van mr. C. J. a. Heijdenrijek. onlang» gekozen tot lid
ter vervanging van jhr. G. E. G. C. K. Dommer van Polders-
veldt, overleden. De geloofsbrieven zijn onderzocht en in
orde bevonden.
Alsnog zijn ingekomen vier wetsontwerpen tot geneeskun
dige staatsregeling en een tot ontbinding van den raad der
gemeente Heemstede.
Zoo als in de zitting van woensdag is bepaald is heden in
behandeling genomen het wetsontwerp tot wijziging van het
tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer. Onderschei
dene leden heloben daarover het woord gevoerd. Morgen zul
len de beraadslagingen worden voortgezet.
Onze gewone verslagen der zittingen van de beide kamers
van de laatste dagen zijn we genoodzaakt tot een volgend
nommer te laten liggen.
Kan ons vaderland op de wereldtentoonstelling tc Londen
geen plaats innemen onder de staten, die uitmunten door den
rij! «dom, de pracht en de grootschheid van de produkten
hunner nijverheid, op liet gebied der kunst, der schilder
kunst althans, wordt het er voortreffelijk vertegenwoordigd.
Elk nederlandsch hart moet het goed doen, te zien of te ver
nemen, hoe luistervol de eer der eenmaal zoo wereldberoemde
hollandsehe schilderschool er gehandhaafd wordt. Het is niet
de partijdige landgenoot, die blinde ingenomenheid met eigen
volk zoo oordeelen doet: Groot-Brittanje zelf kent door den
mond van zeer bevoegde en geachte tolken een eerekrans toe
aan de schilderschool van Nederland. Zoo vermeldt o. a.
The athenaeum, een weekblad dat uitstekend wordt ge
redigeerd, in Engeland groote autoriteit heeft, en dat er verre
van verwijderd is altijd,gelijk zoo menig onzer dagbladen en
tijdschriften, veel milder te zijn in het geven van goedkeuring
dan van berisping, een aantal voortbrengselen dier school
met ondubbelzinnigen lof. Wel wordt er de bewering uitge
sproken, dat de nederlander geen zeeën kan schilderen zonder
ze te maken tot. eene bewogene massa van modder en zand
(ecne bewering die alle vermoeden van partijdigheid ten voor-
deele onzer natie doet verdwijnen) maar toch in menig opzigt
worden echte verdiensten hier naar waarde gehuldigd. „Het
staclhuis in den Haag," van C. Springer, en meer nog. „De
groote kerk en het weeshuis te Leiden" van den zelfden
schilder worden zeer geprezen terwijl de Bloemen enVruch-
ten'- van H. Uppink genoemd worden als aan de meesterhand
van van Os herinnerende. „Een boschtooneel in Gelderland"
en „Op de heide," beiden van J.W. Bilders, zijn. volgens The
athenaeum, uitstekende boschgezigten, en Kuytenbrouvvers
Boschtooneel geeft het karakteristieke van de zware stammen
en bogtige takken der eiken en beuken met veel gevoel weder.
Een tooneel op de heide in Drenthe van den utrechtschen A.
Mollinger, is krachtig geteekend, goed van kleur en toon.
Ook afbeeldingen van dijken en kanalen ontbreken niet, en
onder deze munt een Landschap na een regenbui, van den
genoemden A. Mollinger, door de waarheid der opvatting
bijzonder uit. A. Waldorps schilderijen van dit genre zijn
voortreffelijk, vooral zijn „Water." „Een Hollandsehe weide"
vanW. Roelofs getuigt van veel talent, en „Huiswaartsgaande"
van A. Barnier is goed van kleur en flink van teekenin».
Ook de schoone schilderij van J. II. L. de Haas: „Na de
overstrooming," een stuk dat op de tentoonstelling te Utrecht
in 1861 boven alle anderen de groote gouden medalje werd
waardig gekeurd, wordt te Londen bewonderd. Maar bovenal
wordt onze geniale J. Israels geroemd als Neerlands beste
landschap- of strandschilder. Zijne „Schipbreukeling," eene
uiterst schoone schilderij, wordt, door geen enkel werk van
dit genre op de geheide tentoonstelling overtroffen, zegt ons
tijdschrift; terwijl ook zijn „Wieg," waar het onderwerp ge
heel anders maar toch met niet minder gevoel en bekwaamheid
behandeld is, Israels (loet kennen als een groot meester in de
kunst. Des visschers wederkomst van H. Bouvée is een ver
dienstelijk stuk. De geestige J. Bles heeft verscheidene voort
brengselen van zijn penseel geëxposeerd, waaronder Eene
hollandsehe eetkamer in 1795, een Wiegetooneel en vooral de
Muzieklief hebber uitmunten. „Moeder en kind" is een dei-
liefste en eenvoudigste genrestukken in de gehcele zaal. De
eenigc historiestukken, uit Nederland ingezonden, zijn die
van Ch. Rochussen; ze zijn klein maar vol geest. Het beste
is Graaf Floris V op den dijk bij Vroone, maar ook De water
geuzen voor Leiden verdient veel lof. H. Romers Koopman
in zand is vol uitdrukking.
Zeer in het kort hebben wij het gunstige oordeel weerge
geven, door den engelschen recensent uitgesproken over
eenige der schilderijen, die Nederland in hetreuzengebouwin
Kensington heeft bijeengebragt. De enkele afkeurende aan
merkingen zijn van zeer weinig belang. Moge ook dit oor
deel bijdragen om de miskenning, die ons vaderland zoo dik
wijls buiten zijne grenzen te beurt valt, te verminderen, om
menig nederlandsch schilder met nieuwen moed te bezielen,
en om aan de nederlandsche kunst eene men vergeve ons
het prozaïsche woord goede markt in den vreemde te
verschaffen.
Benoemingen en besluiten.
regterlijke magt. Benoemd tot raadsheer in den hoo-
gen raad der Nederlanden mr. J. A. Jolles, thans minister
voor de zaken der hervormde en andere eerediensten behalve
die der roomsch katholieke.
notarissen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan mr.
K. Wagtho uit zijne betrekking van notaris te Tholen, en in
zijne plaats tot die betrekking benoemd mr. T. A. Wa°-tho,
plaatsvervangend kantonregter, advokaat, kandidaat-notaris
en gemeente-sekretaris aldaar.
BUITENLAND.
Algemeen overligt.
Hetgeen de Moniteur universel dezer dagen nog slechts in
bedekte termen mededeelde,is thans een onbetwistbaar feit ge
worden het fransche expeditieleger in Mexiko heeft voor de
muren van Puebla een belangrijk verlies geleden. Te vergeefs
hebben de dappere zouaven met gevelde bajonet zich trach
ten meester te maken van de moedig verdedigde stellingen
des vijands; te vergeefs werd na iederen vruchteloozen aanval
weder „voorwaarts" gekommandeerd en stormden de fransche
soldaten de hoogten op, alwaar telkens vernieuwde mexikaan-
sche troepen hen ontvingen. Eindelijk werd het onmogelijk
de handvol uitgeputte manschappen langer tegen den vijand
aan te voeren; het leger trok terug met een verlies van 1200
man aan dooden en gekwetsten, terwijl eenige kanonnen in
handen des vijands achter bleven, die tevens verscheidene
krijgsgevangenen had gemaakt. Thans wordt het fransche
leger van alle zijden bestookt door vijandelijke benden, die
dag en nacht het expeditiekorps omringen, dat alzoo afgesne
den van bet punt waarvan de operation uitgingen, aan (lui
zend gevaren bloot staat.
De droomen, welke men zich omtrent den uitslag der raexi-
kaansche expiditie had gevormd zijn dus op treurige wijze
vernietigd en het fransche leger, dat men meende als bevrij
ders te zullen zien begroet van de tyrannie van den president
Juarez, ziet zich thans door slechts zeer weinigen ondersteund.
Het goevernement dat men zich in Frankrijk afschilderde
als geheel in strijd met den volksgeest in het leven geroepen
blijkt thans sterk en krachtig te kunnen optreden.en het inexi-
kaansche leger dat men weldra meende uit een te zien gaan
op het gezicht van den franschen standaard, bestrijdt thans
met moed en dapperheid de bevrijdersop zegevierende wijze.
De intogt der fransche troepen in Mexiko welke men
telken dage door het kanon van het hotel des invalides
meende te zullen hooren verkondigen aan het verheugde
volk, zal zoo ooit, ilau toch nu eerst na langen tijd geschieden.
Een groote verantwoordelijkheid rust in allen gevalle op
de staatslieden, die den keizer Napoleon er toe hebben ge-
bïagt zijne troepen naav deze verre gewesten te zenden
om door het zwaard om te komen of ten prooi te strekken
van de vreesselijke ziekten aan dat klimaat eigen.
Er verheft zich thans dan ook slechts e'ëne stem in Frakrijk
welke het zenden van talrijke versterking als het eenigeniid-
del aanprijst om de eer der fransche vlag te redden. De
generaal Forey zal met een korps van 15 of 20 duizend man
naar Mexiko worden gezonden, om de fout der regering te
herstellen, welke in dezen tijd het beginsel schijntte heb
ben aangenomen om overal te interveniëren. Welligt zal
zij thans te worstelen hebben met eene interventie van de
noord-amerikanen tusschen liet fransche en mexikaansche
goevernement. De mexikaansche kwestie is thans echter eene
kwestie der nationale eer geworden, iets dat zoo zeer in staat
is om de gemoederen in Frankrijk in spanning te brengen.
De nationale eer was ook in de tijden van het eerste keizerrijk
de hefboom om het volk in gisting te brengen. En waartoe
heeft dit geleid tot Waterloo.
De tijdingen van het oorlogstooneel bij Memphis melden
dat de vloot der zuidelijken door de bondstroepen is vernield,
die daarop (leze stad hebben bezet. Een aanval op Charleston
is echter door de zuidelijken teruggeslagen, terwijl ook de
generaal Fremont bij Harrisonburg in eene hinderlaag is
gevallen en zware verliezen heeft geleden. Hoewel nog wei
nig bijzonderheden omtrent deze overwinningen en nederla
gen hekend zijn, blijkt het toch dat de zuidelijken thans in
den toestand verkeeren, die volgens de beschouwingen der
fransche dagbladen, weinige dagen geleden geleverd, eene in
terventie van Frankrijk mogelijk maakte. De mexikaansche
verwikkelingen schijnen echter dit interventie plan bij de
fransche regering op den achtergrond te hebben doen komen,
zoo als dan ook wel te verwachten was. De fransche regering
organen dringen zelfs in de laatste dagen niet meer aan op de
verwezenlijking van het denkbeeld van bemiddeling; het is
ook hier een geheel ander standpunt hetwelk Frankrijk zou
innemen dan vroeger bij hunne intervention in Italië, in Ja
pan in China het geval was. De mexikaansche interventie
kan daarvan reeds een oppervlakkig denkbeeld doen vormen.
Overigens laat het zich niet. denken dat keizer Napoleon,
terwijl de gansche bevolking zoo luide op bezuinigingen aan
dringt, en de afschaffing wil van zware belastingen, daaraan
ten minste niet in zoo verre zou toe geven dat hij zich van
verdere onnoodige en geldroovende interventiën onthoude.
De toestand der bevolking van St. Petersburg schijnt verre
van kalm te zijn. Verscheidene besluiten des keizers om de
agitatie te doen verminderen schijnen echter, zoo als meer bij
dergelijke gelegenheden geschiedt, juist die gisting te ver
meerderen. Onder deze besluiten behoort de sluiting van den
schaakklub als het broeinest van allerlei valsche geruchten en
der leesinrigtingen voor het volk, wegens de aldaar voorhan
den zijnde heftige geschriften.
Ten gevolge van diplomatieke onderhandelingen tusschen
Frankrijk en Rusland ziet men weldra de erkenning tegemoet
van het koningrijk Italië door deze laatste mogendheid.
Pruissen zal dus onder de groote mogendheden weldra slechts
de eenige meer zijn die daartoe nog niet heeft willen over
gaan.
Men meent in den laatsten tijd belangrijke orleanistische
woelingen te hebben waargenomen, zoowel in Engeland als
in Zwitserland, alwaar de graaf van Chambord zich thans be
vindt. Mogt dit waar zijn, dan zou dit slechts weder eene
nieuwe moeijelijkheid voor den keizer van Frankrijk kunnen
zijn, dat, mogt het eens ontwaken uit den doodslaap waarin
het door den ijzeren hand der dwingelandij is gedompeld,'
wederom revolutie en verwarring over ons werelddeel zoli
verspreiden.
De meening dat het wetgevend lïgchaam na afloop van
deze zitting zal ontbonden worden wint meer en meer velt!,.
zoodat bij deze buitenlandsche verwikkelingen, in dat geval
de binnenlandsche niet zouden achterblijven op het tooneel
der verkiezingen.
Buitschland.
De K ölnische Zeitung bevat een artikel over den politieker*
toestand van Pruissen en over de houding der kroon.
Het antwoord van koning Wilhelm I op het adres der
kamer, zegt de schrijver van dit artikel, laat slechts weinig
hoop over omtrent eene meer vruchtbare zitting dan die van
januarij. Wel zegt de koning telken male dat hij zich bepaal
delijk gedraagt volgens de bezworene konstitutie, maar uit
ieder zijner woorden blijkt duidelijk dat hij niets anders daar
door verstaat dan het voorregt, dat hij op deze wijze aan het
parlement bij zijne krooning te Koenigsberg omschreven
heeft: „gij zult mij raad geven en ik zal dien aanhooren."
Daar, waar deze raad in strijd is met den bepaalden wil der
„kroon door de genade Gods," kan het geen twijfel lijden
welke partij terug moet treden. Men zegt ons daarbij dat het
leger en zijne inrigting behooren tot de magt van den opper
bevelhebber, en dat dit niet anders zijn kan in een militairen
staat, zoo als Pruissen. In kort men ziet de bewering bewaar
heid dat bij alle zaken, welke door de kvoon voor belangrijk
worden gehouden, haai' wil alleen zegeviert en dat het parle
ment slechts naast haar kan blijven bestaan op voorwaarde
van in deze soort van zaken voor haar terug te treden, en zich
meer als handlanger te gedragen, dan als een staatsinstelling
die in gelijke regten deelt wat vraagstukken van wetgeving
betreft.
In de pinksterdagen heeft te Frankfort eene bijeenkomst
plaats gehad van pruissische oud-liberalen, waartoe ook vele
afgevaardigden waren opgekomen. De duitsche eenheid,
waarvan het denkbeeldgelijk wij dezer dagen deden op
merken zich thans weder meer en meer verspreidt, schijnt
het hoofdpunt van de beraadslagingen te hebben uitgemaakt.
Omtrent maatregelen in dezen zin, welke aldaar mogten be
sproken zijn, is nog niets bekend.
Italië.
In de zitting van 18 junij is in de kamer van afgevaardig
den het ontwerp-ailres aan den koning voorgelezen en met
bijna algemeene stemmen aangenomen. In dit adres wordt
het volgende ongeveer verklaard.
„Bisschoppen,welke bijna alle vreemdelingen zijn, hebben
tegen ons vaderland zware beleedigingen geuit, terwijl zij te
Rome waren vereenigd voor eene godsdienstige plegtigheid;
zij hebben het nationaal regt miskend, zij hebben vreemde
dwingelandij ingeroepen. Op de stelling volgens welke Rome
aan de katholieke wereld behoort, antwoorden wij slechts,
door ons om u te scharen sire! en ons bereid te verklaren om
het regt der natie op hare hoofdstad ongeschonden te be
waren, die door geweld aan eene magt is onderworpen, waar
aan zij vijandig is.
„Wij wenschen dat de dag weldra zal aanbreken waarop
wij onze hoop vervuld zullen zien.
„De woorden op het valikaan gesproken geven het blijk
dat alle transaktie onmogelijk is: eene dergelijke taal doet
allen grond vervallen voor aarseling, die de gematigdheid
en liet geduld van het italiaansche volk zoo lang op de proef
heeft gesteld.
„Wanneer wij de geestelijken, op deze wijze hun ambt ver
getende. wenschen zien uiten ten voordeele eener reaktion-
naire politiek; wanneer wij van uit het pausseltjk gebied
rooversbenden verwoestingen zien aanrigten in onze zuide
lijke provinciën, dan blijkt uit dit alles dat Europa zich over
tuigd moet houden, dat alleen het gezag van den koning en
van het italiaansche volk de italiaansche zaken kan regelen,
door Italië en Europa te bevrijden van eene verwarring van
magten, die de gemoederen in gisting en de vrede der wereld
in gevaar brengt."
Vervolgens werd in deze zitting nog voorgesteld om een
dag te bepalen voor de interpellation omtrent de romeinsche
kwestie. De heer Sirtori heeft het voorstel ondersteund, daar
bij betoogende dat men toch eindelijk nu eens uit dezen on-
zekeren toestand moet geraken. Hij keurde in het ministerie
hevig af dat zij onder den invloed stond van eene vreemde
mogendheid. De president van den ministerraad wierp deze
besehuldiging van zich af en noemde haar laster, „Wij hand
haven openlijk onze regten maar kunnen niet alle diploma
tieke uitingen openbaar maken."
Volgens berigten uit Napels zijn weder een aantal roo-
vers uit een gejaagd en gedood of gevangen genomen, zoodat
langzamerhand de bewoners van het platte land omtrent hun
ne personen en eigendommen meer gerust kunnen zijn dan
vroeger toen telkens des nachts de lucht werd rood gekleurd
door de brandende dorpen en hoeven, waarin de aanhangers
van Frans 11 den toorts hadden geworpen.
Dezer dagen is in Italië een dagblad verschenen dat,
zoo niet in Europa, dan toch in Italië eenig is het is getiteld
il Prezzo corrente (de loopende prijs) en geeft alle prijzen
der artikelen welke in- of uitgevoerd worden. Het blad staat
onder redaktie van Giovanni Coop broeder van den musicus-
ZEETIJ BIN» EN.
Aangekomen te Batavia, van Newcastle, het barkschip
Walcheren, gez. D. H. van der Heyde.
1IANOEL.SBEBIGTEN.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 18 junij. Tarwe en gerst vast. Raapolie op
zes'-'toeken^ 471- Lijnolie op zes weken f 42^.'
PojiuR]ÉQtffl' 19 junij. Tarwe en gerst waren heden 20 cent
hoog er, .'terwijl bruineboonen weder op hoogere prijzen wer-
den^elioudQff;/ Roggejen haver bleven onveranderd. In boek-
weit-gijtg' w«jtfig om. Lijnzaad werd f 5 hooger betaald.
IS junij. De aanvoer van granen was heden