MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 74. Zaturdag 1862. 21 Junlj. Editie van vrijdag avond S ure. De commissaris des konings in de provincie Zeeland maakt bekend, dat de Zomervergadering der staten van dit gewest zal geopend worden op dirigsdag den 1 julij aanstaande, des avonds ten half acht ure, in de daarvoor bestemde zaal in de Abdij te Middelburg, en dat de toegang voor bet publiek tot die zaal zal zijn door de deur ter zijde van het gebouw der Concertzaal, op de Groenmarkt aldaar. Middelburg, den 19 junij 1862. De commissaris des konings voornoemd, R. W. v. LIJNDEN. De burgemeester en wethouders van Vlissingen Maken bekend dat de Kermis of Jaarmarkt binnen die gemeente zal aanvangen op maandag den 21 julij 1862 en eindigen op zaturdag den 26 daaraanvolgende; zullende geene bedelaars, horoskooptrekkers, loterijspelers, houders van draaiborden of kwakzalvers op gezegde kermis worden toegelaten, noch zulke personen als, voor zoo ver gevorderd, van geen patent zijn voorzien. Wordende de kooplieden enz. üitgenoodigd, om tot het bekomen van plaatsen, zich tijdig en wel uiterlijk binnen vier dagen, vóór den aanvang, in persoon of met vrachtvrije brie ven en met opgaaf der grootte hunner tenten of kramen, in nederlandsche maat, aan te melden bij den marktmeester. Vlissingen, den 6 junij 1862. De burgemeester en wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P. FORBES WELS. KIWEVLiV». fóiddclburg SO «Junij» Onze stad heeft sedert eenige dagen een feestelijk voorko men nationale vlaggen wapperen van openbare gebouwen en uit een groot aantal woonhuizen; het bezoek van eene menigte vreemdelingen zet aan het verkeer in onze straten eene ongewone levendigheid bij; koncerten en vauxhallen spelen een groote rol, en alles getuigt van den zin dér ingeze tenen om aan het NVIIe landluiishoudkundig kongres door feestviering luister bij te zetten. Onder dat alles zet het kongres zoo in de afdeelingen als in de openbare vergadering zijne werkzaamheden voort. In de algemeene vergadering gisteren morgen weder ten elf ure gehouden, waren omstreeks eenlSOtal leden tegen woordig. Bij de opening der vergadering deelt de voorzitter mede dat de beide stenografen, die voor het kongres werkzaam j waren, naar hunnen werkkring bij de staten generaal, waar- j van ile heide kamers nu gelijktijdig vergaderd zijn, zijn terug geroepen. liet stenografisch verslag zal daarom worden ver- l vangen door een laehygrafisch, tot het opmaken waarvan de heer C». ten Bruimneler zich de moeite wel wil getroosten. De voorzitter herinnert dat er veel moeite is besteed om de boekhandelaren to bewegen tot het inzenden van boekwerken over de landhuishoudkunde op dc tentoonstellingen. Ten ge volge der klagt dat dergelijke ingezonden boekwerken bij de kongressen overliet algemeen geen koopers vinden, is het voor nemen ontstaan om zoodanige werken als prijzen in de verlo ting op (e nemen; doch daar de voorgenomen verloting nu niet zal plaats hebben, meent hij de leden te moeten aanbe velen om vele van de tentoongestelde hoeken te koopen, op dat in een volgend jaar de boekhandelaars niet zullen kunnen zeggen dut hier geene boeken verkocht zijn. Onder de ingekomen en ter tafel gebragte missives komen onder anderen voor eene van den minister van buitenlundsche zaken, waaruit blijkt liet goede resultaat van den op het kon gres te Amersfoort geuiten wensch, dat eene ruiling van boek werken tusschen verschillende landen mogt plaats hebben eu waaraan door Pruissen en België gevolg is gegeven benevens een brief van gelijke strekking van Zr. Ms. gezant te Ber lijn. Voorts eene missive van de voormalige rijkskommissie voor statistiek, waarbij zij berigt bij koninklijk besluit te zijn ontbonden. De voorzitter merkt hierbij op dat het belangrijk archief dezer gewezen kommissieisgeplaaisfin de koninklijke bibliotheek te 'sHage, hoewel er geene beslissing is gevolgd op het gedaan verzoek om die kollektie geschriften, meest van periodieken aard, aan te houden. Op zijn voorstel is besloten om voorloopig de verslagen der kongressen aan de koninklijke bibliotheek te 's Gravenhage toe te zenden. Op een bij missive gedaan verzoek van de heeren J. P. G. Moorrees en prof. L. Mulder is besloten de bestaande kom missie voor de hulpmeststoffen, uit gebrek aan genoegzame belangstelling, te ontbinden. Deze missive lokt een zeer lang durige diskussie uit, waarbij de redenen worden nagegaan voor het geuns aan belangstelling in, alsmede de hoedanigheid van de kunstmeststof en de door het gebruik verkregene uit komsten. De verschillende zienswijzen over dit punt, uitge drukt door den voorzitter, de heeren J. Boeke uit Groningen, mr. J. Amersfoordt uit Haarlemmermeer, dr. W. C. II. Sta ring uit Amsterdam P. \an der Poll uit Loosdrecht, II. J. P. van derWijck uit Klenke en anderen, zullen in het verslag van het kongres worden medegedeeld. Mede zijn twee missives ingekomen van burgemeester en wethouders van Leeuwarden en van de afdeeling Sloten der Nederlandsche maatschappij \'an landbouw, beide met ver zoek om het 18e kongres in het volgende jaar op die plaatsen te houden. Het bestuur van dit kongres, gedachtig aan het aangenomen beginsel om de volgorde in de beurt van iedere provincie in acht te nemen, stelt voor om Friesland en niet Holland tot het houden van het 1 Se landhuishoudkundig kongres aan te wijzen, daar het tegenover Friesland, aan de beurt zijnde, eene vreemde houding zou zijn wanneer die provincie werd achtergesteld; de belangstelling van Sloten wordt door hetbestuur echter op hoogen prijs geschat. Ten slotte is besloten dat het 18e kongres te Leeuwarden zal wor den gehouden. Een voorstel van den heer Amersfoordt, om het bestuur van het volgend kongres op te dragen aan de Friessche maat schappij van landbouw, en het eere-voorzitterschap aan den voorzitter van het tegenwoordige kongres, stuit af op een gedane voorilragtvan bestuurders voor het 18e kongres. Deze bestuurders zullen echter worden üitgenoodigd zich te willen verstaan met de Friessche en Hollandsche maatschappijen van landbouw. Met het oog op de vele kosten en het groote tijdverlies verbonden aan het bezoeken van alle tentoonstellingen en wijdstrijden welke jaarlijks door verschillende maatschap pijen van landbouw worden gehouden, betoogt de heer Amersfoordt het wenschelijke dat die verschillende krachten zich konden vereenigen tot één geheel, naar het voorbeeld der Koninklijke maatschappij van landbouw in Engeland, en dat de kongressen voortaan in augustus in plaats van junij werden gehouden, waardoor men in de gelegenheid zou zijn na gebragt bezoek aan Engeland het daar geziene te bespre ken. Dit gevoelen zal later worden ter sprake gebragt. Op de klagt van den heer Boeke dat in Groningen geen biljetten der kongressen worden aangeplakt, welke aanplak king hij zoo geschikt acht oüü den lu.-~ tot een bezoek aan het kongres op te wekken, en bij zijn verzoek om daarop de aan dacht van het bestuur van Leeuwarden te vestigen, ant woordt de sekretaris dat er vier honderd aanplakbiljetten van dit kongres buiten deze provincie zijn verzonden, waaronder ook Groningen is begrepen; doch dat, even als vroeger, de biljetten daar ontvangen niet zijn aangeplakt. De aandacht der besturen zal hierop worden bepaald. Ten slotte deelt de voorzitter mede dat de pogingen oin berigten nopens den toestand der veldgewassen in te winnen in de verschillende provinciën, met uitzondering van Utrecht, gelukkig zijn geslaagd en daaraan zoo spoedig doenlijk de uoodige openbaarheid is gegeven. De algemeene vergadering van heden voormiddag werd door ongeveer een honderdtal leden bijgewoond. De voorzitter deelt mede dat eenige stukken zijn ingeko- j men, als: van den heer A. van Alphen, een schrijven betref fende de koffijkultuur op Java; van den heer Duparc, te j Leeuwarden, een belangrijk verslag over de longziekte van i het rundvee in Friesland. Deze heide stukken zullen in het verslag worden opgenomen. Voorts zijn verschillende opgaven ingekomen betrekkelijk de tentoongestelde schapenrassen eu kaassoorten, welke in handen van dr. Ballot zullen worden gesteld, die naar aanlei ding daarvan een uitgewerkt rapport zal leveren over de schapen rassen en kaassoorten hier te lande. Met het oog op het 74e vraagpunt van het programma is eene missive ingekomen waarin het belangrijk wordt geacht om premiën uit te loven aan hen die op liet 18e kongres de eenvoudigste en tevens volledigste handleiding voor de laiul- bouw-statistiek inleveren. Bij deze missive is de toezegging van f 1U0 voor dat doel door dg&dnzender, den heer van den Berg. gedaan, waarvoor hern schriftelijk zal worden dank ge zegd. Tevens heeft de lieer van den Berg bij eene nadere missive verzocht dat het 130e punt van liet 16e, zijnde het 63e punt van dit kongres, andermaal in het programma zal wor den opgenomen, hetgeen aan het bestuur van het kongres te Leeuwarden, volgens besluit der vergadering, zal worden aan bevolen. Van den heer C. J. Forsterman van Oije is eene missive ingekomen, waarin het wenschelijke wordt aangewezen van de oprigting eener tuinbouwschool, volgens het daarbij over gelegde plan eener dusdanige school te Vilvoorden. De voor zitter erkent liet nut eener school voor tuinbouw, maar wijst op het reeds bestaan eener dergelijke school (e Deventer, onder leiding van den hoogleeraar Mulder. Versnippering van krachten, door bij de te Deventer bestaande inrigting eene bepaalde tuinbouwschool op te rigten. acht hij niet wenscbe lijk, terwijl aan die oprigting daarenboven groote financiële bezwaren verbonden zijn. Bij de wet op het middelbaar ouderwijs wordt ook hec onderwijs in de landhuishoudkunde geregeld, zoo dat men bij aanname van liet voorstel mis schien op die wet zou anticiperen. Na eenige diskussie van de heeren H, M. Ilartog uitBarne- veld, J. Boeke uit Groningen en den voorzitter, is besloten de aandacht van het volgend kongres op dit punt te vestigen., terwijl het van belang is geacht het plan nopens de inrigting te Vilvoorden door opname in het verslag of eenig ander periodiek geschrift ter algemeene kennis ie brengen. De voorzitter meent dat het kongres een bijzonder,belang moet stellen in de twee republieken welke zich in de wilder nissen van Afrika hebben gevormd en bestaan uit oud-hol landsche boeren, die getrouw zijn gebleven aan den holland- schen aard en de hollandsche taal. en die met Nederland een vriendschappelijken broederband wenschen te ondprhomJen. Daarom doet hij, namens «le 3e afdeeling van dit kongres, het voorstel, dat bij akklainatie is aangenomen, om aan de heide residenten dier hollandsch-afrikaansche republieken een prachtexemplaar van het verslag toe te zenden benevens eene missive waarin dit kongres zijne beste wenschen uit voor den verderen bloei dier gewesten. Tot lieden was het, naar de voorzitter herinnert, de ge woonte dat in de algemeene vergadering de rapporten wer den uitgebragt van hetgeen in de afdeelingen was verhandeld. Die rapporten waren meestal,uit gebrek aan den noodigen tijd bij de rapporteurs, zeer onvolledig, en bepaalden iel; meest al tot mondelinge mededeelingensommige afdeelingen ble ven daarin zelfs wel geheel in gebreke. Het uitbrengen dier rapporten rooft veel tijd en is overbodig te achten daar het in de afdeelingen verhandelde in het verslag wordt opgenomen, waarvan ieder lid een exemplaar in bezit krijgt. Daarom is besloten het uitbrengen dier rapporten achterwege te laten, maar, wanneer er in de afdeelingen voorstellen zijn gedaan, die te brengen in de algemeene vergadering. Op de uitnoodiging de bedoelde voorstellen, zoo die zijn gedatm, kenbaar te willen maken, neemt de heer J. Boeke uit Groningen het woord. Hij deelt mede dat de vergaderingen van de le afdeeling van dit kongres, waarvan hij voorzitter was, zich hebben gekenmerkt door belangrijke resultaten. Onder meerder is daarin ter sprake gebragt de teelt van mee krap, en is er veel gesproken over proeven met nieuwe soor ten, waarover door den heer Kakcbeeke belangrijke uiede- declin'gen zijn gedaan, tfkTke hij voorstelt in het verslag op te nemen en waartoe is besloten. Onder de jmnten van behandeling welke het wenscbelijk is in het volgend programma op te nemen behoort het 55e punt van dit programma, beplanting van duirigronden. De lieer Boeke is door zijn afdeeling gemagtigd om aan de alge meene vergadering kennis te geven, dat de afdeeling de mede deelingen van dr. L. J. de Marree al hier betreffen de dat vraag punt zeer belangrijk acht. en het wenscbelijk beschouwt dat er stappen worden gedaan om kennis te nemen van de ver schillende resultaten van duinbeplanting. De heer van den Bosch merkt op dat vele jaren geleden reeds proeven zijn genomen om gelijk bij bedoeld vraag punt wordt aangegeven de duinen met Jennenbosschen te beplanten, welke echter zijn mislukt. Volgens den voorzitter bestaat er eene geheele letterkunde over duin-kuituur en daaronder komt o. a. een rapport voor dat men misschien bij deze kwestie zou kunnen benuttigen. Hij acht echter eene beplanting der duinen inet dennen in de eerste plaats niet met goeden uitslag uitvoerbaar, en ten andere zou hij het jammer vinden indien de aardappel- en erwten-kuituur voor denuenbosschen zou moeten plaats maken. Hij zou op het volgend kongres wenschen besproken te zien niet alleen de beplanting der duinen met denuenbos schen maar in het algemeen op welke wijze men van de kui tuur der duinen voordeel kan trekken. De heer de Marree, ter vergadering tegenwoordig, licht zijn gevoelen, in de afdeeling kenbaar gemaakt, mondeling toe en toont der vergadering een ten vorigenjare in de duinen geplant dennenplantje, dat de voorzitter de gelegenheid geeft om Zeeland geluk le wenschen met zijn duingrond, daar de grond waarin het plantje geworteld is meer aarde dan zand bevat. Ten slotte is besloten dit punt voor het volgend kongres ter opname aan te bevelen. De heer Boeke brengt vervolgens den wensch zijner afdee ling ter kennis der vergadering, om de vraag betreffende de holsteinsche boterbereiding in het programma op te nemen. Hij herinnert daarbij hoe het de aandacht had getrokken dat, volgens de marktberigten, in Engeland de holsteinsche boter veel hooger werd betaald dan de hollandsche, en zelfs dan de friessche. Daarom is op het vorig kongres besloten een onder zoek naar de holsteinsche boterbereiding te doen, gelijk in het verslag van dat kongres is opgenomen. Ofschoon hiervan geen vraagpunt voor dit kongres gemaakt is, heeft 't bestuur die holsteinsche boter aangevraagd, zoo dat zij ook op de ten toonstelling aanwezig is. De sekretaris voegt hierbij dat het bestuur, niet tevreden met hollandsche-boter welke op holsteinsche wijze is bereid, boter uit Holstein heeft aangevraagd en tentoongesteld, om die beide soorten te keuren en bij elkander te vergelijken. Volgens den heer Ilartog. die ook hollandsch-holsteinsche boter heeft vervaardigd en ingezonden, is er in den smaak tus schen de hollandsche en de nagemaakte holsteinsche geen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 1