vuur in ons hart ontstoken voelen en u huldigen als prieste ressen van den nederlandschen landbouw Na het eindigen zijner voor de vuist uitgesproken rede waarvan het ons leed doet wegens den weinig beschikbaren tijd slechts vlugtig de hoofdtrekken te kunnen aanstippen deed de voorzitter mededeeling dat, ten gerieve van verschil lende leden, het bestuur heeft gemeend de le en 3e afdeeling bijeen te voegen en zoo ook de 2e en 4e. Voorts worden de leden der le cn 3e afdeeling uitgenoodigd zich morgen och tend ten half negen ure in eene gekombineerde zitting te willen vereenigen in het lokaal der 3e afdeeling, tot het be spreken der punten betreffende de tienden. Door deu sekretaris worden een drietal missives, respek- tivelijk van HH. KK. HM. den prins van Oranje, prins Frederik en prins Hendrik, inhoudende dankzegging voor de toezending van het programma en de uitnoodiging tot bij woning van het 17e landhuishoudkur.digkongres, met berigt van verhindering om aan die uitnoodiging te voldoen. Deze missives zijn aangenomen voor kennisgeving. De voorzitter deelt der vergadering mede dat aan het voor nemen tot het houden van eene verloting van landbouwwerk tuigen en boeken door het bestuur niet kan worden gevolg gegeven, daar eerst gistereh antwoord is ingekomen op het aan de regering dd. 1 april gedaan verzoek om vrijdom van zegel enz.; en hoewel dit antwoord eene gunstige beschikking inhoudt, is de tijd thans te kort om eene dergelijke verloting te doen plaats hebben. De rapporten van het reeds verrigte worden niet voorgele zen, maar gedeponeerd bij den sekretaris, om later in het archief te worden opgenomen. Van den heer van Rees. oud resident van Java, c. s. is eene missive ingekomen welke wordt voorgelezen, en bevigt inhoudt van de aanvaarding van het lidmaatschap der kommissie be noemd tot onderzoek, welke landbouwwerktuigen, uit Neder land naar Indic gezonden, aldaar met vrucht kunnen worden gebruikt. Naar aanleiding van eene ingekomen missive, heeft nog eenige gedachtenvvisseling plaats over de wijze waarop de vervaUching der boter in het algemeen en vooral bij uitvoer naar Engeland kan worden te keer gegaan, waarvan melding zal worden gemaakt in het verslag van het kongres, ten einde daaraan de gewenschte openbaarheid te geven. Na afloop der vergadering begaven zich vele leden naar het terrein gelegen aan de buitenplaats Torenvliet, alwaar ten half twee ure de beproeving van werktuigen en gereedschap pen een aanvang nam. Onder de maaiwerktuigen trok bij zonder de aandacht het amerikaansch gras maaiwerktuig van Wood voor 2 paarden. De door het gemeentebestuur en het landhuishoudkundig kongres voor de Vereeniging tot bevordering van den tuin bouw beschikbaar gestelde gouden medaljes zijn toegekend aan J. P. Langejan. tuinbaas bij mejufvrouw C. G. A. Acker- mans, voor eene v.erzamehng kas-en oranjerieplanten, uit muntende door grootte, bloei en kweek; en C. van de Putte, bloemist alhier, voor tien nieuwe planten, gedurende de twee laatste jaren in Nederland ingevoerd. De overige bekvoonin- gen zijn nog niet bekend. De vier en veertigste verjaardag van PI. M. de koningin werd gisteren alhier op de gewone wijze gevierd door het uit steken der vlaggen van de openbare gebouwen en van de woningen van vele ingezetenen, het spelen van het klokken spel enz. Door de kamer van koophandel en fabrieken alhier is ont vangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage eene opgave nopens den handel en de scheepvaart van Groot-Brittanje en Ierland, gedurende de maand en de vier maanden, geëindigd 30 april 1S62. In de zitting der eerste kamer van maandag heeft de voor zitter medegedeeld, dat door de afdeelingen zijn benoemd tot voorzitters, dé heeren: van Svvinderen, vanBeeck Vollenho ven, van Nispen tot Pannerden en Blankenheym tot onder- t'oorzitters de heeren: van Eysinga, Villers de Pité, van Wessem en van Aylva van Pallandt. De voorzitter deelt verder mede dat door de afdeelingen tot rapporteurs zijn benoemd over het wetsontwerp houdende wijziging der bepalingen van den akcijns op hetbinnenlandsch gedistilleerd de heeren: van der Oudermeulen, Hartevelt, Hartsen en Sasse van 1 Jsselt; 2. tot definitieve vaststelling dev hoofdstukken V en III der staatsbegrooting voor 1862, de heeren van Eysinga, de Vos van Steen wijk, van Rliemen tot Rhemenhuizen en Boreel van Hogelanden3. tot vaststelling van het koloniaal batig slot, de heeren van der Oudermeulen, Cremers, Hartsen en Sasse van Ysselt; 4. tot naturalisatie van Steek en anderen, de heeren Taeïs van Amerongen, Michiels van Kessenich, Fransen van de Putte en van Weel; 5. tot vast- stsllingder begrooting voor de staatsspoorwegen voor 1862, de heeren Taets van Amerongen, Michiels van Kessenich van der Lek de Clercq en van Weel; 6. tot onteigening van per- ceelen tot verbreeding van de Pompenstraat te Maastricht, voor den aanleg van een kanaal van Apeldoorn naar Dieren, voor den aanleg van straten tot uitbreiding van Rotterdam en voor den spoorweg Nieuwediep-Niedorperverlaat, de heeren Huydeeoper van'Maarsseveen, van Heeckeren van Wassenaer, van Wessem en van Goltstein 7. tot onteigening van percee len voor den spoorweg Utrecht-Kuilenburg. Arnhem-Zutphen, Utrecht tot den Yssel en Maastricht-Roermond, de heeren Huydeeoper van Maarsseveen, van Heeckeren van Wassenaer, van Andringa de Kempenaer en van Goltstein. Wordt besloten woensdag ten 11 ure de diskussie achter eenvolgens te doen plaats hebben1. over den akcijns op het binnenlandsch gedistilleerd2. over hoofdstukken V en III der begrooting voor 1862; 3. over deu spoorweg Nieuwe diep-Niedorperverlaat; 4. over den spoorweg Utrecht-Kui lenburg; 5. ovér den spoorweg Arnhem-Zutphen; 6. over den spoorweg Utrecht tot den Yssel7-over den spoorweg Maastricht-Roermond8. over de onteigening van perceelen voor de verbreeding van de Pompenstraat te Maastricht; 9. voor het kanaal van Apeldoorn-Dieren, en 10. voor de ver breeding van straten te Rotterdam. In de zitting van heden zijn aangenomen de vijf eerste wetsontwerpen hierboven vermeld. De beraadslagingen zullen morgen worden voortgezet. De minister van binnenlandsche zaken heeft te kennen gegeven dat hij hoopte in deze zitting nog in te dienen de wet tot bekrachtiging der koncessiën van de waterwegen naar zee van Amsterdam en Rotterdam. Gisteren heeft de tweede kamer hare werkzaamheden her vat. Behalve de wetsontwerpen, waarvan de indiening bekend is (zijnde die op het middelbaar onderwijs, tot wijziging der wet op de militaire pensioenen en tot wijziging van hoofdstuk X der begrooting voor 1861zijn ingekomen twee wetsont werpen tot onteigening van perceelen ten behoeve van den staatsspoorweg van Rosendaal op Bergen op Zoom en van den spoorweg van Utrecht op Zwolle. Voorts zijn onderscheidene stukken, petitiën en boekwer ken ingekomen. Tegen vrijdag is aan de orde gesteld het wetsontwerp tot wijziging van het tarief van regten op den in-, uit- en door voer. In de zitting van heden is benoemd tot lid van de kommis sie der enqnête betrekkelijk de marine, de heer van Heukelom. De reis van het japansche gezantschap door Europa heeft meer dan ooit de aandacht gevestigd op een volk welker staat van beschaving de zonderlingste verschijnselen aanbiedt. De schijnbaar meest tegenstrijdige eigenschappen geven aan het onderzoek naar bet karakter der japannezen eene buitenge wone belangrijkheid. Wij nederlanders zijn mogelijk meer dan andere natiën gewoon hetgeen van onze gewoonten en zeden afwijkt, dwaas te noemen of met eene zekere minach ting te bejegenen, en hetgeen onze haagsche korrespond.ent in ons vorig nommer schreef, doet ons zien dat althans het pu bliek van de residentie deze onbeschaafde eigenschap ten ten opzigte der eigenaardig gekostumeerde bezoekers in toe passing brengt. Wie echter niet gewoon is met de oppervlakte van zaken zich te vergenoegen, zal spoedig bemerken dat de japannezen, zonder tot nog toe met europeanen in beduidende aanraking te zijn geweest, geenszins op eene lijn kunnen wor den gesteld met andere oostersche volken. Bij het bezoek door het gezantschap aan het fransche hof gebragt, bleek aldra dat noch opera, noch balletten, noch muziek, noch wedrennen hen boeiden, maar zij vroegen bij de verbaasde boekhandelaren naar de beste nieuwere boeken over schei- en natuurkunde en de moderne uitvindingen. De telegraaf droeg hunne bewon dering weg en degrootsche inrigting der keizerlijke drukkerij vervulde hen met geestdrift. Hetgeen echter beter dan iets anders een begrip kan geven van het inwendige leven van een volk dat zoo geheel anders is ontwikkeld dan men naar het uiterlijk te oordeelen zou verwachten, is ontegenzeggelijk hunne letterkunde. Als type daarvan mag men in zekeren zin aanmerken een roman in 1821teJeddo verschenen en waarvan het Album van buitenlandsche lettervruchten ons in de laatste junij-aflevering naar de duitsche vertalm» eene be schrijving en analise geeft. Het werk heeft tot titel„Zes ka merschutten met afbeeldingen van de vergankelijke wereld" en bevat in originelen tekst een aantal japansche houtsneden. De duitsche vertaling is mede op japansche wijze gedrukt, op rijstpapier, met dubbele bladen, om zoojuist mogelijk ook op die wijze kamerschutten na te bootsen, versierd met teekenin- gen die veel karakter bezitten en omlijst met eene hiero»lvfi- schen japanschen tekst. Het belangrijkste zijn echter de denkbeelden in den roman ontwikkeld, welke ons bijna altijd aan de westerscbe toestanden doen denken. Men schrijft ons uit 's Gravenhage den 17 junij „In weerwil van het min gunstige weder, dat gedurende de eerste helft van dezen dag heerschte, heeft, ter gelegenheid van den verjaardag der koningin de gewone parade toch plaats gehad, daar het op het midden van den dag ten minste droog was. Op hetoogenblik dat ik dit schrijf, maakt men de toebereidselen voor de illuminatie in het bosch, die, wanneer de dreigende regenbuijen niet nedervalien, zeer fraai belooft te zijn. „De japanners zijn en blijven het onderwerp van alle ge sprekken. Gisteren bezochten zij den minister van buiten landsche zaken en begaven zich vervolgens.naar de badinrig- ting. Heden legden zij een bezoek in het Mauritshitis af, doch men verneemt nog niet, hoe zij de japansche verzameling aldaar gevonden hebben; men onderstelt, dat zij ereenige kleine aanmerkingen op zullen hebben te maken. Gelijk ik vermoedde, laat het gedrag van het publiek ten aanzien van de ambassade nog altijd veel te wenschen over. Den ganschen dag schoolt er een onoverzienbare tnenscbenhooj) voorliet hotel Bellevue zarnen, en naauwelijksgaatereen venster open of er vertoont zich eene gedaante achter de ruiten of er gaat een gejoel onder het volk op, dat verre van aangenaam is. Enkelen uit het gevolg kiezen de wijze partij, om er zich niet aan te storen, en in tegendeel het publiek tot hun speelbal te maken, door er kleine voorwerpjes of papiertjes onder te werpen, waarnaar dan een algemeen gekrabbel plaats vindt. Met het bekende karakter der oosterlingen, zullen zij zich wel diets maken, dat zij de barbaren naar hunne pijpen heb ben laten dansen. Heden morgen hadden er tijdens de parade in de Maliebaan, die door de ambassade werd bijgewoond, weder vrij ergerlijke tooneelen plaats; ettelijke personen onderstonden zich, tegen de rijtuigen op te klimmen en maakten het zoo lastig, dat zij met de kolven der geweren van de wacht tot bezadigdheid moesten aangemaand worden men verzekert dat een der hardnekkigsten een bajonetsteek bij die gelegenheid ontvangen heeft. Het is zeker te be treuren, dat het publiek der residentie niet meer wellevend heid in acht neemt tegenover personen die vooreerst als am bassadeurs geëerbiedigd moesten worden, maar die voorts zei ven toonbeelden van hoffelijkheid zijn en tot een volk behooren waar beleefdheid eene der hoogste en meest ge schatte deugden is. Het is te vreezen, dat de indruk die nu gemaakt wordt niet gunstig zal wezen. Zij kunnen zich ner gens vertoonen of er heeft gejoel en geschreeuw plaats; wat zal het wel zijn, wanneer zij er eenmaal toe overgaan, om wandelingen te voet te doen. Men verhaalt reeds verscheidene anekdoten van de schran derheid en weetgierigheid onzer japansche gasten. Omtrental wat zij zien, vragen zij inlichtingen die dadelijk opgeschreven worden. Jl. zaturdag avond stond een bekend inwoner dezer stad aan de deur van Bellevue met iemand te spreken, toen plotseling een japanner voor den dag kwam en zich tot hem rigtte mei de vraag, op hoe veel graden breedte men zich hier bevond. De dokter van het gezantschap spreekt zeer goed hollandsch en verscheidenen verstaan onze taal, doch men doet hun genoegen als men langzaam spreekt, daar zij den zin dan beter kunnen volgen. Omtrent den stand der veldgewassen uit het voormalig 5e distrikt van Zeeland, schrijft men ons het volgende Nog nimmer misschien heeft er zich een jaar voorgedaan, waarin men beter dan in dit, bij het doorkruisen der met allerhande soort van gewassen bezette akkers, van den stand der veldvruchten tot den aard en ondergane bewerking ter vruchtbaarmaking der landen kon besluiten. Uitgenomen toch een weinig laat ingevallen vorst, hier en daar voor gekomen hagelvlagen, of wel wat al te sterk koude noor dewinden, kon men de uitwerkselen der bij afwisseling geheerscht hebbende matige warmte en het niet overtollige vocht bij beurtelings heldere en bedekte atmosfeer-toestand voor alle planten en landen, als de groei uiterst bevorderlijk, over het algemeen en slechts bij eenige oplettendheid duide lijk aanschouwen. Door deze voordeelige omstandigheden, wat lucht betreft, ontwikkelde zich alles zeer vroeg en goed op alle akkersdie invloed bleef niet alleen voortduren op goed bezorgden grond maar werd nog vermeerderd door de gunstige gesteldheid daarvan, terwijl op minder goed verzorgde en bewerkte gron den aan den nadeeligeninvloed van eenige schadelijke omstan digheden geen genoegzame tegenstand kon geboden worden, waardoor de schadelijke uitwerkselen van dag tot dag meer en meer werden waargenomen. Van daar dat, ofschoon over het algemeen de toestand der veldvruchten veel belovend moet geacht worden, er evenwel zich hier en daar nog al uitzonderingen op doen, blijkbaar door haar dunnen stand, schraalheid, geel worden derbla deren, weinig ontwikkelde aren, neiging tot legeren of kwade koppen. Overvloed van welig opschietend onkruid bij dik wijls, ofschoon toch niet in te groote mate voorkomend vocht, vermeerderde bovendien nog den nadeeligen invloed van deze minder gunstige gesteldheid, terwijl het moeijelijk verdelgbaar en daardoor schadelijker werd. Om kort te gaan de natuur komt ons voor dit jaar als zeer goedgunstig geroemd te mogen worden, terwijl het nalaten van nuttige en noodige, of het aanwenden van vekeerder be werkingen in vele gevallen den mensch als oorzaak van min goede uitslagen zou kunnen aanduiden. Van den stand der veldgewassen over het algemeen in dc eerste helft dezer maand kan men het volgende melden. Tarwe, vrij goed, is op vele velden reeds geheel en al uitge- aard,en toont eene welbezette aarde niet zoo ver gevorderde doet zich voor als eene stevige plant. Rogge geheel en al in de aren en uitgebloeid, ziet er op ve le plaatsen maar dungezeten schraal uit. Haver staat schoon als plant. Garst doet zich zeer voordeelig voor. Meekrap, nieuw geplante en jarige, groeit vrijwel, schijnt evenwel eene meer gestadige warmte te verlangen. Cichorei peeën, mangelwortels en peeën zijn goed opgeko men en worden druk behakt en bewied. Vlas staat over het algemeen uitmuntend, hier en daar leed het evenwel aan kwade koppen, door windof koude aangc- bragt, welke nogtans op goed bezorgde akkers door de groo te groeikracht, grootendeels wederom verdwenen. Boonen en erwten staan voorbeeldeloos schoon, blijven over het algemeen vrij van de die planten zoo dikwerf teiste rende insekten, zetten veel vruchten en belooven een aller- voordeeligsten oogst. Koolzaad laat weinig te wenschen over en bleef ook vrij van zijn vijand. Aardappelen kunnen zich niet beter voordoen van dc in Februarij geplante worden er reeds vrij algemeen ten verkoop uitgeroeid, de hoeveelheid is voldoende, doch de hoedanig heid laat evenwel veel te wenschen over. De vruchtboomen zijn allen wel beladen, doch de onder dit schrijven heerschenden storm zal wel oorzaak zijn, dat er vele vruchten zullen afwaaijen. De klavers lieten nog al te wenschen over en nu pas begin nen de grasweiden van onder goed bezet te worden, zoodat de hooioogst weldra zal moeten aangevangen worden. Uit Axel schrijft men ons 9 dezer: „Heden was het de dag waarop alhier de jaarlijksche door het bestuur der Zeeuwsche vereeniging tot verbetering van het paardenras, onder het beschermheerschap van Z. M. den koning der Nederlanden, uitgeschreven keuring, ringsteking, wedren en harddraverij zouden plaatshebben. Ofschoon het ongunstige regenachtige weder aanvankelijk eene geiinge deelneming en weinig toeschouwers deed verwachten, raag men zeggen dat de vrees niet is verwezenlijkt en dat het feest in allen deele wel geslaagd is. Niettegenstaande den aanhou denden regen, vereenigde zich het bestuur der vereeniging des middags 12 uren op de renbaan, zijnde eene weide nabij Axel, daartoe welwillend door den eigenaar jbr. Ch. de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2