achterhaven door derden zaken worden neergelegd en
geworpen die hem nadeel berokkenen, verzoekende dat daarin
moge voorzien worden.
Burgemeester en wethouders zeggen dat het hun gebleken
is, dat de misbruiken waarover adressant klaagt werkelijk
door mejufvrouw Cru que zijn bedreven en stellen voor hem
te magtigen om dit in der minne te keer te gaan en des noods
door regtsmiddelen te beletten, hetgeen goedgekeurd wordt.
Voor de vakatnre van hulponderwijzer op de school van
den lieer van Hiele, zijn ingekomen 10 sollicitatiën, waaruit
met 9 stemmen wordt gekozen J. D. van Noppen.
De voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen 1Het goed
gekeurd kohier van den hoofdelijken omslag; 2. dito der
hondenbelasting; 3. goedkeuring der uitgifte van grond in
erfpacht aan den heer C. Pilaar 4. goedkeuring van de ver
hoogde jaarwedde der hulponderwijzers: 5. aanschrijving tot
inzending der gemeenterekening voor ultimo augustus; (5. de
processen verbaal van verkiezing van ledeu der provinciale
staten7. berigt van den heer rar. B. N. van der Bilt, dat hij
zijn benoeming als direkteur van het middel van straat-en
zandwegen aanneemt-, 8. het proces verbaal van kasopne-
ming; 9. van den heer Wittouck te Geerd, verzoek om ruim
2 bunders grond aan de haven in erfpacht, tot het stichten
eener suikerfabriek, dat wordt aangehouden 10. verzoeken
om kwijtschelding van hoofdelijken omslag en hondenbelas
ting en 11. eenige staatsbladen.
Gemeenteraad van Zierlkzee.
Zitting van 11 junij.
Voorzitter de heer Cau.
Afwezig de heereu van Dongen, Landsknegt en Ochtman.
De notulen der beide vorige vergaderingen worden gelezen
en goedgekeurd.
Wordt voor notifikatie aangenomen de mededeeling dat
het kohier van den hoofdelijken omslag en der hondenbelas
ting door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd en gesteld in
handen van den gemeenteontvanger ter invordering.
In handen der heeren Fokker, Keiler en Goemans, wordt
ten fine van onderzoek gesteld de rekening van het roomsch-
katholiek armbestuur over 1861.
Komt ter tafel eene missive van den heer W. F. del Campo,
genaamd Camp, burgemeester te St. Philipsland, houdende
verzoek tot ondersteuning van een adres aan de provinciale
staten omtrent de afdamming van het Slaak.
Burgemeester en wethouders stellen vooraan dit verzoek
te voldoen en doen een koncept-adres voorlezen. De heer van
der Lek de Clercq verklaart deze zaak van meer belang voor
den Anna Jacoba Polder dan voor Schouwen en üuiveland,
waarop door den voorzitter wordt gerepliceerd en daarna kon-
forra het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Wordt gelezen de cirkulaire vau den kommissaris des
konings houdende mededeeling van 's konings tevredenheid
wegens hoogstdeszelfs bezoek in Zeeland. Voor notifikatie
is aangenomen.
De voorzitter doet eenige inededeelingen betrekkelijk de
kosten van het koninklijk bezoek en stelt voor, als zijnde
eene buitengewone uitgaaf, die uiteen buitengewoon middel
eu wel uit den opbrengst der zelkasch te vinden. Aldus
is besloten.
Wordt medegedeeld eene missive van de sub-kominissie
voor het fonds van de gewapende dienst betrekkelijk de te
houden jaarlijksche kollekte; als raadsleden welke die kom
missie bij het doen der kollekte zullen vergezellen worden na
herhaalde stemmingen gekozen de heeren van der Grijp en
Landsknegt.
Komt in behandeling eene missive van gedeputeerde staten
betrekkelijk de verhoogde subsidie van het burgerlijk armbe
stuur, verzoekende ingevolge de bepalingen der armenwet,
een gemotiveerd besluit van den raad met de rekening van
het vorige en de begrooting voor het volgende jaar.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders, daaraan gevolg te geven en mitsdien
het konceptbesluit tot verhooging van subsidie nalezing vast
gesteld. Hierna wordt de vergadering gesloten.
BOTESiLASD.
Algemeen overzigt.
Het adres door het huis van afgevaardigden in Pruissen aan
den koning gerigt was in zeer gematigden toon opgesteld, en
vooral dat gedeelte waar gesproken werd van den invloed op
de kiezers uitgeoefend, getuigde zoo niet van zwakheid dan
toch van zeer groote toegevendheid van de zijde der liberale
leden. Toch is de kommissie die het adres aan den koning
moest aanbieden en aan welker hoofd de president von Gra-
bow zich bevond door den koning met eene koelheid en
terughoudendheid ontvangen, welke niet alleen in Pruissen
maar door geheel Europa algemeen sensatie hebben verwekt.
Onder de voorlezing van het adres schudde de koning meer
malen afkeurend het hoofd en nadat hij het zeer korte ant
woord, dat we reeds in ons nonimer van dingsdag hebben ver
meld, had voorgelezen, verliet Z.M. haastig het vertrek zonder
het adres van den heer Grabow aan te nemen. Velen zijn nu
weder beducht voor een aanstaanden coup d'état., doch naar
onze meening ten onregte. We hebben meermalen onze over-
tuiging uitgesproken dat het karakter van koning Wilhelm
geen grond geeft om hem zulk eene bedoeling toe te dichten.
Zijn onvolledig begrip van hetgeen de toepassing van konsti-
tutionele instellingen eischt, hebben hem welligt doen be
proeven de voorregteu van een vertegenwoordigend stelsel te
genieten zonder van het stelsel van absoluutgezag af te wijken,
maar zoo de kamer, zonder den eerbied voqi- de kroon uit het
oog te verliezen, eene waardige en onafhankelijke houdin»
aanneemt, twijfelen wij er geen oogenblik aan of de tegen
woordige verwikkelingen zullen slechts dit onmiddellijk ge
volg hebben dat de bevoegdheid der beide staatsmagten met
juister omtrekken wordt afgeteekend.
Op de toespraak door den paus den 9 dezer gehouden, bij
gelegenheid der heiligverklaring der japansche martelaren,
hebben 21 kardinalen en 241- bisschoppen door de aanbieding
van een adt-es geantwoord. De inhoud is nog zoo goed als
onbekend, want uit het kort resume door de telegraaf
overgebragt blijkt alleen dat de geestelijken de verdrukking
der kerk betreuren; dat zij het wereldlijk gezag voor de onaf
hankelijkheid van den paus noodzakelijk achten; dat zij alles
goedkeuven wat door den paus is verrigt tot verdediging van
de regten van den heiligen stoeldat de dwalingen door hem
vervloekt ook door hen vervloekt worden, en eindelijk dat
Pins IX tot onwrikbaren tegenstand wordt aangespoord.
Le monde, het merkwaardig en onvergetelijk schouwspel
besprekende dat Rome gedurende de pinksterdagen heeft
opgeleverd, laat zich o. a. in deze woorden uit: „Drie belang
rijke wonden zijn derkerktoegebragtsederthetkapitooldoov
het kruis is vermeesterdde eerste werd geslagen toen de kerk
van het oosten zich van den apostolischen zetel afscheidde;
de tweede bestond in de afscheiding der germaansche stam
men in de XVI eeuw; de derde vervreemde eene zeer groote
menigte van het christendom. De scheiding van het oosten,
het protestantisme en het ongeloof, zie daar drie geopende
wonden die zich steeds verwijden en elk in het bijzonder de
noodlottigste gevolgen na zich slepen."
„Neen antwoordt daarop een in protestantschen geest
geschreven blad aan de leer van Christus zijn drie zware
wonden toegebragt: die leer omvat de zuiverste zelfverloo
chening, en hare eerste wonde was het kloosterlijk egoïsme;
zij is geheel zachtheid, geheel overtuiging, geheel oarmhartig-
heid, en hare tweede wonde was de inkwisitie; zij is volkomene
opregtheid, zuiverheid en algemeenheid, en de derde wonde
was hetjesuitisme. Wij kunnen hier nog bijvoegen dat zij de
uitdrukking is der meest volkomene nederigheid, en dat de
diepste wonde die haar is toegebragt heeft bestaan in het
najagen van aardsche eer en rijkdom, waarvan wereldlijk ge
zag van den paus een onmiddellijk gevolg moest zijn."
Uit Turijn wordt gemeld dat de voornaamste hoofden der
legitimistischc partij den 17 dezer eene bijeenkomst zullen
hebben. Zij zou den graaf de Chambord tot voorzitter heb
ben en worden gehouden ten huize van de voormalige hertogin
van Parma, die, zoo als men weet, zich thans in Zwitserland
ophoudt.
Te Petersburg is in den nacht van 11. maandag een brand
uitgebarsten die eene ontzettende verwoesting heeft aangerigt.
Men schijnt de ramp aan misdadige bedoelingen toe te schrij
ven, althans dit moet men opmaken uit eenige gestrenge maat
regelen die dadelijk genomen zijn. Zoo is b. v. bij keizerlijk
dekreet gelast dat ieder, bij wien voorwerpen tot brandstich
ting dienstig worden gevonden, binnen 24 uur door eene
militaire regtbank moet gevonnisd worden. Eene kommissie
van algemeen onderzoek is ingesteld, en voorloopig is elke
wijk der stad onder een militairen bevelhebber gesteld. Tal
rijke arrestatiën moeten reeds hebben plaats gehad.
Velen maken zich reeds eene min of meer bepaalde voor
stelling omtrent eene aanstaande reorganisatie van het vroe
gere koningrijk Polen onder het bestuur van den groothertog
Konstantijn als onder-koning. Omtrent de maatregelen die
tot voorbereiding daarvan, naar men wil, thans te Petersburg
genomen worden, is echter nog niets met zekerheid bekend.
Inmiddels verzekert de Kölnische Zeitung dat de groothertog
zich eenige weken te Londen zal ophouden en zich vervolgens
naar zijn post begeven om voorloopig den titel van luitenant-
goeverneur en eerst later dien van onder-koning aan te nemen.
Het gerucht dat de fransehe troepen door het mexikaan-
sche leger zouden geslagen zijn wordt thans ook door Le mo-
niteur de l'armée nadrukkelijk tegengesproken.
BOEKBESCHOUWING.
De kloosterorden in Nederland, historisch onder
zocht en geschetstdoor W. J. Uofdijk en D.
van der Keilen jr.
De invloed door de kloosterorden op de ontwikkeling der
germaansche volken in de middeleeuwen uitgeoefend, is te
groot geweest, dan dat eene poging om ze beter doorliet
publiek te doen kennen, regtvaardiging behoeft. Wel is er
veel en velerlei over de kloosterorden in Nederland geschreven,
maar een werk dat zich uitsluitend met haar bezig houdt be
zitten we niet, gelijk Hofdijk teregt opmerkt. Met den heer
van der Keilen stelt hij zich daarom voor, eene beknopte
geschiedenis van het ontstaan der zich hier te lande gevestigd
hebbende kloosterorden te geven.
De aanvang van dit werk ligt voor onsdoch hoe ingeno
men met het plan, wij hadden van de bewerking meer gewacht.
De heer Hofdijk schetst te kort en wijst te weinig den invloed
aan, dien de benediktijnen enz. hebben uitgeoefend. Zoo
wordt van deze laatste orde gezegd: „van de zesde tol de
negende eeuw bloeide zij met immer wassenden glans. Waar de
zwarte monniken zich nedersloegen, daar verscheen ook de
geest des Christendoms in volle kracht: daar werden boom
gaarden aangelegd en ontstonden uioezerijen en kruidhoven;
daar werd de wetenschap beoefend in schrijfkamer en cel,
en verrezen kloosterscholen ter vorming van de jeugddaar
werd een weldadige invloed uitgeoefend op de ruwheid der
zeden van de grooten en het lot der hoorigen, die der abdij
werden geschonken, onderging een aanmerkelijke verzach
ting; daar ging een geest van liefde en vrede uit, wiens wer
king in den omtrek niet onvruchtbaar bleef. Voorzeker de
klimmende mildheid, waarmede zoo menig godvreezend, be
rouwend of angstig gemoed de kloosters dezer stichting wel
dra of allengs tot minder of meerder rijkdom bragt, werd dei-
orde geen zegenhet kloeke en rustige gebouw barer arbeid
zame eenvoudigheid werd door verweekelijkende weelde lang
zaam ondermijnd maar toch mag men met volle regt blijven
Al mogen de benediktijnen meer dan anderen
hebben beoefend, zij zijn toch niet de eenigbn geweend
kloosterscholen hebben gesticht, den landbouw bevorderd enz.
Nog eene tweede opmerking mogen we niet achterwege
laten. Hofdijk is te zeer ingenomen met zijn onderwerp om
niet bij voorkeur de lichtzijden in het oog te doen springen
doch of het nietsoms ten koste der strenge waarheid geschiedt?
zoo wordt het leven in de schoone abdij van Rijnsburch in
deze trekken geteekend. „Dat rusteloos opleven van wereld-
schen zin en wereldselie zucht mag gewis ook ten deele worden
geweten aan het herhaald bezoek der landsvorsten en hooge
edelen in het gastvrij eu door hen zoo dikwerf verpligte ge
sticht. Met het huis van Beijeren werd het zelfs een vriend
schappelijk verkeer tusschen hof en abdij de hertogin hield
dikwerf in het godsgesticht verblijf, en de abdisse niet alleen
reed menigmaal Hagewaart, maar evenzeer somtijds eenigen
haver juffers gelijk de nonnen werden genoemd ook wel
onder het geleide des jongen graven van Oosterwart. Heer
Jan van Blois reed er in de tweede helft der veertiende eeuw
overdikwerf door de poort, dan eens slechts door zijne kna
pen, dan weder door andere edelen vergezeld, en hij kwam er
beurtelings om te ontbijten, te maaltijden, te dansen, te ho-
veeren en banketteren met de juffers, of om daar buiten met
zijne ridders en knapen jagt en vederspel te houden en er
steeds groote verteeringen te maken, die hij trouwens zelf
betaalde. En hij was niet de eenige bezoeker.
„Schier dagelijks werden de poorten geopend en daverde het
voorhof van het getrappel der snuivende rossen van ridders
en knapen. Schier dagelijks zien wij de abdijkerk gevuld
door den prachtigcn stoet des Barvons, die hier hoogtijd
vvenscht te vieren, zijne gebeden met die zijner verwanten
hemelwaarts te zenden, of op de graven zijner vaderen neder
te knielen. En waren de laatste galmen van den hoogheerlij-
ken zang weggestorven, en was de zegen van de lippen des
priesters gevloeid, dan betrad hij de staatsiezaal, om daar de
abdisseinden luisterrijken kring harer jonkvrouwen, die haar
als een eerewacht omringden, zijne hulde te brengen en de
geliefde bloedverwant of het kind zijns harten in dien stoet
der aan God gewijde maagden weder te zien."
Wij brengen alle hulde aan de levendigheid en sierlijkheid
der teekening, maar kunnen ons niet van eenig meesmuilen
weerhouden, wanneer in de weelderige en zoo weinig gepaste
levenswijze der rijnsburgsche zusjes hier met zulke poëtische
kleuren zien geschilderd. Schotels abdij van Rijnsburch, waar
uit ook Hofdijk putte, is minder sierlijk van vorm, taaijer van
stijl, maar zij verontschuldigt minder. De monografie van
den tilburgschen geleerde verklaart evenzeer als Hofdijk de
oorzaken van het diep verval, maar zij billijkt minder. En dit
is een fout van Hofdijk. Het zoo weinig geestelijke leven der
rijnsburgsche nonnen deed de volksmenigte zeggen, dat zij
„des morgens geestelijk, des middags waereldiijk waren." Of
dit oordeel zoo geheel onjuist is, kan onze aanhaling van Hof-
dijks eigen woorden bewijzen. Doch in de plaats van dit
woord als een dier vele schimpscheuten op te vatten, waarin
het volk gewoon is zijn ongunstig oordeel uit te spreken,
zoekt Hofdijk de verklaring vrij gezocht ergens anders. „Toen
de Rijnsburchter Clunyacensters kanonikessen waren gewor
den NB. dit gebeurde in 1536 gingen zij geheel in wit
linnen, met een huive op het hoofd en een sluijer over het ge
laat in het choor; buiten het konvent droegen zij waereldlijke
kleederen, en van daar waarschijnlijk het sprookje dat de non
nen van Rijnsbuvcht des morgens geestelijk, des middags wae
reldiijk waren."
Waarschijnlijk.'neen, zeer onwaarschijnlijk. Of gingen
de nonnen dan altijd 's middags buiten het konvent?
Wij hebben er niets tegen dat men oude instellingen met
voorliefde het volk voorstelt, maar het zij onpartijdig, naar
strenge historische waarheid.
De teekeningen van den heer van der Keilen zijn hoogst ge
lukkig en een waar sieraad van het werk.
Wij wenschen aan deze kloosterorden een goede ontvangst
in Nederland.
ZEETIJDINGEN.
Volgens ontvangen brief was het barkschip JFestkappelle,
gez. A. B. Crucq, den 29 april 11. zeilende op 18 gr. 56 min.
W. L. 0 gr. 5S min. Z. B. Schip en ekipage waren in goeden
staat.
Het barkschip Maria, gez. E. N. F. van Wulven, is den 25
april van Cheribon teSoerabaya aangekomen om aldaar spoe
dig beladen te worden naar Rotterdam.
Volgens berigt van den gez. W. Blaakkert, voerende het
klipperschip Zeelandia, was hij van Passaroean op den 27
april 11. ter buitenreede van Batavia gearriveerd om den vol
genden dag de reis naar Rotterdam voort te zetten. Schip en
ekipage waren in goeden staat.
1IANDEL§BERIGTEN.
Graanmarkten en®.
Amsterdam 13 junij. Raapolie op zes weken f 46.
Lijnolie op zes weken f 41J.
Dordrecht 12 junij. Op de markt van heden bleven
tarwe en rogge onveranderd. Gerst ging williger. Spelt, ha
ver en boonen waren prijshoudend. Lijnolie werd f40 betaald
en koeken bleven prijshoudend.
OosTiiuuG 11 junij. De aanvoer zoo wel als de kooplust
waren heden uiterst beperkt, alleen eenige beste monsters
tarwe en gerst werden verkocht tegen iets lagere prijzen. Er
werd besteed voor tarwe f 11,20 af 11, voorts f 10,75 a f9.
Rogge aan gebruikers f S a f7.50. Wintel-gerst f 5,50, f 5,25,
f 5 en f 4,70. Zomer dito f4,75 a f 4,50 naar deugd. Haver
f3,70 a f 3. Paardenboonen f 6,75 a f 6,50.
Middelburg 12 junij. Door de plaats gehad hebbende
zeggen: „de beschaving van de kloosters der henediktrijnBfiv feestdagen was de aanvoer van heden onbeduidend en het
is de geschiedenis vau de beschaving der middeleenden.^gepasseerde in den handel van weinig beteeke'nis, daar alleen.
Schoon gezegd. Doch geldt deze teekenifiV^pieï" voor vqhr korasumtie werd gekocht om iu de behoefte te voorzien,
vele andere orden, in haar bloeitijd ten rainSt^,;^ep^eei^ >f^nvijl vorigen weekpvijs werd betaald. Houders zijn onge
il j_ l i '"Sen lager af te geven. Ook in Ae overige artikelen isgeene
fsverandering op te geven.