MIDDELBURGSCHE
r 67.
Donderdag
5 Junij.
1862.
NT.
donbükgschü: jaarmarkt.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel,
bevattende
1. Lijst der 55 hoogst aangeslageneri in "s rijks direkte
belastingen in de provincie Zeeland.
2. Verslag der kommissie uit de tweede kamer, benoemd
tot onderzoek van de indische begrooting voor 1860.
Burgemeester en we> boude: s der gemeente Domburg, bren
gen ter kennis, dat de Kennis of Jaarmarkt aldaar zal aan
vangen op donderdag den 26 dezer maand zijnde toestem
ming verleend om des vrijdags naar de gaai te schieteu en des
zaturdags naar den ring te rijden.
Domburg, den 4 junij 1862.
J. J. I. SPRENGER. voorzitter.
L. L. WOUTERSEN. fung. secret.
BIN\E\LAND.
Middelhitrs A Juni).
lieden zijn ons nog onderscheidene benoemingen bekend
geworden in verschillende klassen der orde van de Eiken
kroon, tengevolge van Zr. Ms. bezoek aan Zeeland.
Bij de mededeeling, welke wij hier laten volgen, nemen
wij ook nog die benoemingen op, welke wij reeds vroeger heb
ben vermeld.
Tot ridder-grootkruis deluiienant-generaal van der Linden,
in dienst van Z. M. den koning der belgen
tot groot-officier de lieeren B. Vramhout, goeverneur van
West-Vlaanderen; E. de Jaegher. goeverneur van Ooat-Vlaan-
dei en en R. W. baron van Lijnden, kouiuiissaris des konings
in Zeeland
tot kommandcur de heeren mr. A. M. Becius. lid der gede
puteerde staten van Zeelandmr. J. F. Bijleveld van Seroos-
kerke. burgemeester van Middelburg; mr. W. C. M. dc
Jonge van Èllemeet, kommandant der middelburgsche eerc-
wacht; A. Caland. president dercentrale direktie van Walche
ren en jhr. J. R. T. Ortt. hoofdingenieur van den waterstaat;
tot officier: de heeren dr. JW. Gallen fels. burgemeester
van Vlissingen, J. C. Peeters. kapitein der marechaussee te
Sas van Gen'. J. II. Ilennequin. P. P. T. Pierssens, mr. M. P.
Blaauheen, C. J. de Vulder van Noorden en B. C. Cau, burge
meesters respektivelijk der gemeentenSluis. Hulst. Goes, Tho-
len en Zierikzee, W. C. de Crane, kommandant der eerewacht
te Zierikzee en N. M. J. KroefF. luitenant ter zee le klasse,
adjudant van den direkteur en kommandant der marine te
Vlissingen
tot ridders de heeren jhr. mr. L. W. A. Schuurbeque Boeije
en mr. W. C. Borsius. onderkommandanten der eerewacht
te Middelburg; W. C. van Duuren Dutilh, kommandant
der eerewacht te Vlissingen; J. Snijder, J. H. Bybau, J.
Schalkwijk, J. M. Locker de Bruyne. N. Kerkluiert, burge
meesters van Veere. Colijnsplaat, Ellemeet. Brouwershaven
en Sas van Gent; J. M. Henneqnin, wethouder te Sluis: T. C.
Dommisse, kommandant der dienstdoende schutterij te Vlis
singen; B. J. Tideman. ingenieur der le klasse bij de marine
te Vlissingen en P. J. Dirksen. chef van het bureau van statis
tiek ter provinciale griffie van Zeeland te Middelburg.
Verder is benoemd tot kamerjonker mr. J. C. E. baron van
Lijnden te Middelburg.
lieden morgen is voor het provinciaal geregtshof in Zeeland
de behandeling aangevangen van de bekende zaak tegen J P.
Smith. Van de 7S getuigen, waarvan 2 niet zijn verschenen,
zijn er 88 in deze zitting gehoord.
In ons volgend nommer geven wij van deze zitting verslag.
Door den gemeenteraad alhier zal vrijdag namiddag, om
half twee ure. eene openbare zitting worden gehouden ter
behandeling der volgende onderwerpen missive van gedepu
teerde staten, goedkeuring van raadsbesluiten, vaststelling
van het gewijzigd kohier hoofdelijken omslag 1862; benoe
ming der leden voor het stembureauidem van een gemeente
bouwmeester; beslissing tot verpachting van den heer en de
vuilnis c. a.rekwest van Robbé comp., overdragt van het
gaskontrakt.
Uit Arnemuiden wordt ons medegedeeld dat de vischschuit
welke aanstaande zaturdag aldaar verkocht wordt, nog de
zelfde is waarmede op den 25 julij 1779, door Frans Naere-
bout, het volk van de wrakken is gered, van het oost-indische
kompanjie schip Woestduin vergaan op de Noorderrasseu.
Uit Goes meldt men ons, dat maandag morgen dadelijk
na het bekend worden der benoeming van den burgemeester,
den heer mr. M. P. Blaaubeen, tot officier der orde van de
Eikenkroon, algemeen gevlagd werd. Des avonds werd door
De sociëteit Jacoba van Beijeren aan den benoemde bij fak
kellicht eene serenade gebragt.
Men schrijft ons uit Zierikzee 2 junij
„lieden avond werd aan de heeren mr. B. C. Cau en W. C.
de Crane, benoemd tot officieren der orde van de Eikenkroon,
eene serenade gebragt door het korps muziekanten en eene
eerewacht der schutterij. Daarbij hadden zich gevoegd de ar
beiders van het voor.naligSt. Jansg, 1de en de ekipage van den
reddingschokker. Door het ontsteken v an bengaalsch vuur
en flambouwen, het oplaten van vuurpijlen, eene prachtige
illuminatie, die doorliet heerlijke weder het schoonste effekt
maakte en het uitstek etrvat? cïe vlaggen, had 6 e stad een
feestelijk aanzien terwijl zich eene groote menigte tot midder
nacht op de been bevond."
Een door de Staatscourant van heden medegedeeld rege-
ringstelegram. gedagteekend Batavia 80 april, luidt„A Lou
don terug uit Siam. De zending heeft een gunstigen uitslag
gehad."
Tot kandidaten voor het lidmaatschap van de tweede ka
mer der staten generaal zijn nog gekozen door de vereniging
Concordia, te Sneek, jhr. J. A. Lijcklema a. Nijeholt. te Beer-
terzwaag; de kiezersvereeniging Vaderland en koning, te
Alkmaar, de heer J. J. Rochussen. minister van staat te 's Gra-
veuhage; de kiezersvereeniging De grondwet, te Alkmaar, het
aftredend lid mr. K. A. Poortman de kiezersvereeniging De
eend ragt te Amersfoort, mr. H. Verloren van Themaat.
Men verneemt dat de generaal-mnjoor Happé benoemd is
tot opperbevelhebber van bet leger in Nederlandsch-Indië.
Tot kassier-generaal der nederlandsche bank is benoemd
de heer mr. J. H. Molkenhoer.
Den 10 junij zal te Delft door de daartoe benoemde
kommissie een aanvang gemaakt worden met het afnemen van
admissie-examen voor de delftsche akademie. Behalve den
direkteur. den heer dc Keurenaer. telt die kommissie slechts
twee personen, die tevens tot de delftsche akademie in betrek
king staan, onder hare leden, de heeren Burger en Grinwis,
leeraars in mathesis en physica. De heeren Huberts van het
zutphensche, van Deventer van het dordtscheen Masthoff van
het delftsche gymnasium z'jn met het examen in geschiedenis
en geographie, nederjar.dseli v. vreemde talen belast.
Uit Amsterdam meldt men ons 2 dezer:
„Als aanvulling van hetgeen ik u aangaande het genoot
schap Zeemanshoop heb medegedeeld, kan ik u nog melden
dat bij akklamatie, d. i. zonder eenige oppositie, de voorge
stelde wijzigingen in de wet zijn aangenomen en dus de Isra
ëlieten voortaan niet zijn uitgesloten.
„Ook dat de schikking met de eigenaren van het tolhuis,
waarvoor Zeemanshoop eene huilen sociëteit heeft gekregen,
voornamelijk is te danken aan één persoon, een aanzienlijk
heer van (ie arasterdamsche beurs. d,e reeds zeer veel voor
nutt ige ondernemingen alhier heeft opgeofferd. Deze regeling
kost hem jaarlijks eene aanzienlijke som. volgens eenige vijf
en twintig honderd, volgens anderen drie duizend gulden.
Het kost mij moeite den naam niet openbaar te maken, maai
de kiesehe gever heeft dringend verzocht het niet te doen. Ik
meen echter dat eene zóó edele en goed begrepen daad, tot
voorbeeld van anderen, niet onder de korenmaat mag blij en."
Plaatsgebrek heeft ons tot heden verhinderd voort te
gaan met de beschouwing van de tentoonstelling van schilde
rijen te Rotterdam. Met het artikel dat wij hier laten volgen
is het verslag, in ons nommer van 8 mei aangevangen en in
dat van 10 mei voortgezet, ten einde.
„Het genre is een zeer uitgebreid vak van schilderkunst, als
het ware het neutraal gebied waarop men alles te huis brengt,
wat onder geen ander vak kan gerangschikt worden. Op de
rotterdamsche tentoonstellng is het zeer rijk vertegenwoor
digd, doch ook hier weder vindt men niet. e'én tafereel, zoo
zeer boven de overige uitmuntende, dat het als het ware een
licht-en rustpunt uitmaakt. David Bles, wiens stukken op
onze tentoonstellingen daarvoor het meest in aanmerking
komen, wegens de gedachte die er uit spreekt en de uitste
kende penseelbehandeling, is bij deze gelegenheid hardvoch-
tig geweest. Zijn Huiselijk genoegen (4-2) is lief. maar spreekt
niettwee echtgenooten, rustig en met de teekenen van te
vredenheid op het gelaat, beschouwen hun dochtertje dat aan
de piano gezeten isals nader zinnebeeld van de huiselijkheid
en de rust die hier heerschen, staat poes op den voorgrond
met eene kalme waardigheid en den staart in de hoogte. De
bijtende geest, waardoor de meeste schilderijen van dezen
kunstenaar zedelessen in beeld waren, ontbreekt hier, en hoe
aangenaam het tafereel den beschouwer aandoe, gevoelt deze
het gemis van het pikante. Dien weg, door Bles gebaand en
met zoo veel roem bewandeld, wordt ook ingeslagen door
Bakker Korfl', doch met minder talent van gedachte en uit
voering. De verontrustende droom (23) stelt ons een binnen
vertrek voor, met drie totebellen aan eene tafel gezeten twee
schijnen zusters en ééne daarvan is ziekelijkdeze heeft e,eu'
droom gehad welke de derde, eene bezoekster want'-rij^
beeft den hoed op haar uitlegt; het drietal aanztfmflèy
kan men begrijpen dat die uitlegging zoo somber en'nêód?
lottig mogelijk is, en dat de dood voorspeld wordt, zotfwtar
als iets. De verschillende aandoeningen bij de bezoekster, dïe
met volkomen zekerheid en overtuiging zit te spreken, en de
schrik bij de twee andere is zeer goed uitgedrukt. Op het
stukje De herstelde (24) ziet men het zelfde drietalde voor
spelling is gelogenstraft, want de zieke is hersteld, doch dit
deert de vriendin niet, die zeker wel eene verklaring voor de
schijnbare onjuistheid der profetie zal vinden en ondertusschén
met den meesten smaak een glaasje „rood" op de algeheele
herstelling der zieke drinkt. De uitdrukking der gewaarwor
dingen op de beide tafereeltjes is verdienstelijk, doch het
koloriet schijnt min of meer troebel. Veel gedachte spreekt er
uit Moeders dwingeland (2) door A. Allebe' te Amsterdam
een jongman uit den werkenden stand, met een ongunstig ge
laat en den pet schuin op het hoofd, zit lusteloos en te gelijk
met een botte dwingzucht in de trekken, op een stoel, en heeft
blijkbaar op nieuw geld afgedwongen van zijne moeder, die
het met een bedrukt gelaat uit eene ladetafel neemt; men ziet
het den jongen schavuit aan. dat hij lui en lekker teert van moe
ders armoedje, want het binnenvertrek getuigt van geene
weelde. De Zakkerollersschool (49) door E. Bosch te Dussel-
dorp schijnt op duitschen bodem te spelen, doch zou ons eer
doen denken aan een tafereel uit een der achterbuurten van
Engelunds hoofdstad, eene akademie van pickpockets. In een
gering vertrek hangt de volledige kleeding van i.-.i h ervan
den zolder afelk stuk is bezet met schelletjes, en nu is het de
taak van een kleinen knaap, om den half uit een zak hangen
den zakdoek er uit te stelen, zonder dat een der schelletjes
klinkt. Een emeritus-gaauwdief zit er aandachtig het oog
op te houden en verbetert waarschijnlijk door zijne wijze
raadgevingen de feilen an den onervaren aanvanger, terwijl
een andere knaap, die zijn kursus reeds doorloopen heeft
of hem nog moet beginnen, achter hem staat. H. J. Bur
gers te Amsterdam die zich bij voorkeur Hein Burgers
noemt, heeft op deze tentoonstelling zijne geaftëkteerde ma
nier en jagt op gedachten, die er niet waren, laten varen en
zich, tot zijn voordeel, bepaald tot onderwerpen die binnen
het hereik zijner talenten liggen. Zijn Graveur (61en Een
entresol (62). studiën van liclueffekten. zijn uitmuntend. De
graveur zit voor zijn raam met mat glas. dat voo. het venster
is geplaatst, en waarachter hij zijne koperplaat bearbeidt. Het
entresol is een tusschenkaraertje (oud-hollandsch „een in
steek") waar een meisje op de breede vensterbank een brief
staat te schrijven, bij het licht dat overblijft aan den beneden
rand van de gordijn, die voor de zon nedergelaten is. Vooral
dit laatste stuk is een juweeltje, en de speling der lichten, d.u
op velerlei manieren vallen, verraadt eene grondige studie en
een opregten wensch om zoo goed mogelijk te doen. J. de
Groot geeft in het Middagmaal van vader i 47) een getrouw
tafereel uitliet alledaagsche leven, twee kinderen die het eten
gaan brengen aan hun vader, een werkman; het knaapje,
voorop, draagt op zijn hoofd den in een doek geknoopten
schotel met waarschijnlijk blinde aardappelen,en aan zijne
linkerhand een blikken keteltje meteen of ander extra, terwijl
het meisje, dat hem op den voet volgt, genoeg te torschen heeft
aan de kruik met drinken, die zij aan een touw over den
schouder draagt. Nog niet ontwaakt 1 48) heeft eene minder
duidelijke beteekenis een meisje, misschien eene jonge vrouw
niet een ontbijtservies op een presenteerblad, klopt aan eene
kamerdeur. Wat bedoelt deze voorstelling? In de beide
tafereelen (167 en 168) van Ed. Hamman te Parijs mis
sen wij geheel en al de diepe beteekenis. welke de werken
van dien kunstenaar doorgaans onderscheidt. Beide spelen
opoud-venetiaansehen bodem. Het eerste.genaamd Eene vene-
tiaansche famielje, stelt een edelman der oude republiek en
zijne wouw voor, die met hun dochtertje van het balkon over
de lagunen heen zien. Het andere is een binnenvertrek waar
een dergelijk edelman naar de kleederdragtteoordeelen
met zijn kind speelt, dat hij boven zijn hoofd optilt, terwijl
zijne vrouw, op haar gemak in een stoel achterover leu
nende, dit aanziet. Geen dier tafereelen kan op een zeer
harmonisch koloriet bogen, ofschoon beide kleurig genoeg
zijn. Het Opstaan 170) van F. Haselaar te Brussel, schijnt,
wegens de keuze van het niets zeggende doch veel te den
ken gevende onderwerp, eene bloote spekulatie op de beurs
van dezen of genen bijzonderen liefhebbereen jong meisje,
vermoedelijk zoo even opgestaan, want zij zit voor het lede-
kaut, trekt eene kous aan. terwijl haar ander been, nog ge
heel naakt tot aan de knie, op den grond rust. De materiële
uitvoering is voortreffelijk, hetgeen echter eene algemeene
eigenschap is van de belgische school. liet stuk, getiteld
's Winters (189), zal tot gevoelende zielen meer zeggen het
stelt een meisje voor, dat bij de sneeuw en harre winterkoude
kruimpjes in haar vensterkozijn nedetTegtyvlm jvelke er reeds
een paar op die welkome gave zjttetji t$ wachten. De hnisge-
nooteu van de hofjufvrouw (202).door mejufvr. Annalmmer-
zeel te 's Gravenhage, werken minder op het gevoelhet zijn
de poes die op een stoel ligt, de traditionele „kneu." maar ook
-de~btjL«l, opgeslagen voor de plaats waar de jufvrouw zal zit-
^ent doclvdie thans ingenomen is door de kat. Meer te denken
-geeft bqt-^tuk van Israels, De dag vóór het scheiden (203),
'èerie boerj^ die met den arm onder het hoofd en met een kind
bij haaf cqj^en stoel, in de diepste droefenis gezeten is bij eene
met zwa*k)overdekte en op twee stoelen geplaatste doodkist,