BIJVOEGSEL van de ilIIDDELBURGSCIIE COURANT van dingsdag 3junij 1862. No. 66. Vervolg der berigten omtrent 'j konings bezoek in Zeeland Na Neuzen, Sas van Gent en Axel te hebben bezocht kwam Z. M. te Hulst. Omtrent de komst van den koning aldaar schrijft men ons uit die gemeente het volgende Hulst 26 mei. „Omstreeks 4A ure in den namiddag kon digde het luiden der klokken en liet bespelen van hetkariljon, de komst aan van Z. M. den koning in de nabij gelegene buurtschap Absdale. waar dwars over den grooten weg. met kolossale letters, het volgende opschrift hing Absdale, eens rookend van Castieljes oorlogsgloed, Maai* toen ook schouwplaats van Nassauschen heldenmoed, Bedauwd en vrij gekocht door Nassausch edel bloed, 1) Biedt zijn' Oranje-vorst den blijden huldegroet. Omringd van de eerewacht te paard, uit een 25tal leden bestaande, onder kom mand o van den neer A. Hombach, be nevens de sektie-kommandanten, de heeren A. vanWaes- berghe, L. Maertensen J.Voet, die den koning opdescheiding van Axel hadden afgehaald, werd Z. M. buiten de Gentsche poort, door den burgemeester aan het hoofd van den gemeen teraad, benevens een talrijken stoet ontvangen en met gepaste bewoordingen in het historisch vermaarde Hulst verwelkomd. Hierop werd de koning in het sierlijk open rij tuig gezeten van den heerW. Seijdlitz, wethouder en oud-notaris alhier, omge ven van het gemeentebestuur en een peloton der eerewacht, in den trein opgenomen, uit zeven zoo schutters-als andere gilden bestaande, voorzien van hunne prachtige met medaljes versierde banieren en andere insigniën, en voorafgegaan door het muziekgezelschap Harmonie, terwijl de stoet door een peloton der eerewacht geopend en gesloten werd. Onder luid gejuich en geroep van „leve de koning" had de intogt plaats door de smaakvol versierde Gentsche poort en vervolgens door de Gentsche straat langs de Markt naar het raadhuis. Even als in het overige gedeelte der stad, was ook hier letter lijk algemeen gekroond en gegroend. Rijk en arm had zamen- gewerkt en bijgedragen tot de versiering. Overal wapperden de oranje en nationale kleuren. Eerepoorten van toepasselijke opschriften voorzien, waren er in menigte opgerigt. Z. M. oplettendheid werd onder anderen bijzonder aangetrokken door een transparant boven de deur eener bakkerij, waarop een bakker was voorgesteld, een' man als een broocl den oven inschietende, met deze inskriptie: Die zijn koning niet wil minnen, Schuif ik zoo den oven binnen. Aan den hoek der Groote markt gekomen, viel Z.M.oogen- blikkelijk het kolossaal opschrift aan het gildehuis van de handboogschutterij De batavieren in het oog, die in 1851 op het Loo zoo veel roem behaalden, en aan welk gezelschap Z. M. toondé nog altijd gedachtig te zijn. Te midden eener onafzienbare menschen-massa, bij dui zenden ook uit het naburige België te zamen gevloeid, die hun „vive le roi 1" met ons „leve de koning!" zamenraengelden en mede algemeen van oranjelinten voorzien waren, bereikte de trein het stadhuis, dat op eene waardige wijze voor de ont vangst van Z. M. in orde gebragt en versierd was, en waar de beminde vorst, bij zijne nadering door de leerlingen der muziekschool begroet werd met de volgende koepletten; daarbij geakkompagneerd wordende door de Harmonie onder direklie van den heer Ch. Pierssens, zoon des burgemeesters. Heil, heil u, vorst van Nederland! Wees welkom binnen d' ouden wal, Dien sleutel eens van Vlaandrens strand, Oranje's eerzuil! Vreugdgeschal Dringt juichend uit de trouwe borst Van d' opgetogen hulstenaar, Bij d' aanblik van den besten vorst; Dat God den eedlen koning spaar! Eens blonk hier Nassau's heldenzwaard, En Fredrik Hendriks krijgsbeleid. Oranje-Nassau, nooit ontaard, Toont nog na eeuwen zich bereid, Voor 't volk te zijn: „Een hoop in nood, Een reddende engel in gevaar." O, derde Willem! waarlijk groot, Dat God u en uw huis bewaar! Inmiddels had Z. M. de trappen van het stadhuis bestegen; de leden van den raad, desekretarisen de gemeente-ontvanger werden aan Z. M. door den burgemeester voorgesteld, terwijl de dienstdoende brigadier der marechausse'e B. Manus, met de medalje voor den watersnood in 1861 prijkende, de hooge eer genoot door Z. M. opgemerkt en op eene zeer vleijende wijze toegesproken te worden, wegens zijn manmoedig gedrag bij die ramp, destijds onder 's konings oogen aan den dag gelegd, en nog niet uit het geheugen van Z. M. gewischt. De straks genoemde kinderen genoten de eer, hun lied nog maals voor Z. M. te herhalen, die het met genoegen aanhoorde en een afschrift daarvan welwillend uit handen van den jon genheer De'siré Danckaert aannam. Hierop begaf Z. M. zich nnar de beide kerken, wordende in de hervormde kerk dooi den predikant C. P. Buijze begroet en op treffende wijze toe gesproken, even gepast en hartelijk in de roomsch katholieke kerk door den heer deken en pastoor Augustinus van Hecke, terwijl Z. M. beide toespraken, met zijne geheel eigenaardige minzaamheid beantwoordde, voornamelijk doelende opgoede overeenstemming der beide gezindten iu deze plaats. Naar het raadhuis teruggekeerd nam Z. M. deel aan het dejeuner dinatoire, hoogstdenzelven door de stad aangeboden 1) In 1640 sneuvelde hier Hendrik Casimir I, uit liet huis van Nassau-Diets, en onderhield zich daarbij voortdurend op de minzaamste wijze met alien die er deel aan namen. Meermalen betuigde Z. M. zijne tevredenheid over de ontvangst in deze stad, en fioodigde den burgemeester wel nadrukkelijk uit, de ge meente hiermede bekend te maken, betuigende verder zijn leedwezen niet langer, als door het programma gebonden, te kunnen blijven in het midden eener burgerij, wier goede ge zindheid en verknochtheid zich zoo algemeen en op zoo on dubbelzinnige wijze openbaarden. Omstreeks 7£ uur nam Z. M. beneden aan het stadhuis afscheid van het gemeentebe stuur, welk oogenblik door twee vrouwen te baat werd geno men om Z. M. een verzoekschrift te overhandigen, strekkende om 's ko lings goedertierenheid in te roepen over hareechtge- nooten, de een wegens misdaad veroordeeld, de ander voort- vlugtig. Een welwillend woord, die bedrukten met blijkbaar meuedoogen toegevoegd, gaf nu ook in Hulst het bewijs, hoe gezind Z. M. is te troosten en te helpen waar het noodig en mogelijk is. Na bij zich in het rijtuig, thans bespannen met de paarden van den heer mr. F. van Deinse, opgenomen te hebben den burgemeester van Hontenisse, verliet Z. M. deze plaats begeleid door de eerewacht, tot aan de grens dier gemeente, welke daar hare eerewacht reeds had g. .schaard, om Z. M. t.e ontvangen eu tot geleide te dienen naar Kloosterzande en Walsoorden. Des avonds had hier eene algemeene en schitterende ver lichting plaats, niet slechts aan de eerepoorten, den muziek tempel op de markt en inzonderheid aan het raadhuis, maar ook aan verreweg de meeste partikuliere huizen. Uit een en ander blijke dat Hulst op verre na niet achter bleef, om onzen welbeminden en geëerbiedigden koning waar diglijk binnen hare grijze wallen te ontvangen, en alzoo op eene schitterende wijze het geheel onverdiende, maar toch vrij algemeen heerschend vooroordeel te logenstraffen, dat Hulst meer belgisch dan nederlandsch, dan Oranje-gezind zou zijn. In weerwil dat het slechts 6 dagen te voren, even algemeen als nu, èn kosten èn moeiten had veil gehad, om op eene luis terrijke wijze het jubelfeest van den waardigen roomsch ka tholieken pastoor en deken te vieren, had men niet geschroomd de toen gediend hebbende versierselen weg te ruimen en op nieuw bijdragen te verzamelen en met elkander zamen te werken tot het daarstellen van eene nieuwe krooning, den verwacht wordende hoogen bezoeker waardig. Over den goe den uitslag diene ten slotte alleenlijk, dat zelfs bezoekers uit Gent, Antwerpen enz. verklaren moesten: Hulst is unique in dit genre van feesten, en wie er eenigzins mede bekend is, moet dit toestemmen. Bij dergelijke gelegenheden handelt niet elk partikulier op zich zelf, inaar wijk aan wijk vereenigt zich onderling, de eene buurt wedijvert met de andere, zich niet alleen bepalende tot de hoofdstraten, maar zich uitbrei dende tot in de meest afgelegene achterwijken der stad. Zoo was dan ook de 20 mei waarvan ik nu ook nog met een woord spreken wil een ware feestdag voor Hulst, toen het gulden jubelfeest werd gevierd van den heer Augus tinus van Hecke, pastoor en deken bij de roomsch katholieke gemeente alhier. Onverdeeld en onbeschrijfelijk groot was de deelneming bij roomsch en onrooinsch. Niet slechts blijkbaar uit de algemeene versiering der stad, maar ook uit de bezoe ken ter gelukwensching welke den jubelaris gebragt werden, en wanraan ook de hervormde predikant niet ontbrak. Ten 10 ure had in de kerk de groote dienst plaats, welke treffende plegtigheid geopend werd met eene indrukwek kende feestrede door den heer assistent-bisschop van Breda, mons. van Genk. die opzettelijk voor dit feest was opgekomen. Na het eindigen dier plegtige mis, waarvan de muziek ge- komponeerd was door den kapelmeester van het muziekge zelschap Harmonie, den heer Pius de Pauw, begon de optogt door de straten der stad, waarbij de geachte jubelaris in een open rijtuig gezeten was, en zoo langzaam naar de pastorij keerde. Een en ander had plaats onder den toevloed eener menigte aanschouwers, van alle kanten herwaarts te zamen gevloeid. In tien vooravond bragt de Harmonie den jubilaris eene serenade, waarna de leerlingen der gemeenteschool een zege lied hem ter eere aanhieven. Het feest van den dag. die voor Hulst altijd gedenkwaardig zal blij ven, werd met eene alge meene schitterende verlichting besloten. Ook de algemeene armen hadden hun aandeel aan de feestvreugde, daar er van wege den jubilariseene algemeene brood uitdeeling plaats had. De heer van Hecke in 1788 te St. Nicolaas geboren, kwam in 1817 als assistent bij den toen bejaarden pastoor L. Alders te Hulst, die aldaar van 1768 totlSiB in geestelijke bediening was, terwijl deze voorafgegaan was door den heer Sanders, welke hier mede 47 jaren als geestelijk herder stond." Na Hulst te hebben verlaten kwam Z. M. de koning te Hontenisse, waaromtrent ons het volgende wordt gemeld Hontenisse 27 mei. „Gisteren was het de zoo lang gewenschte dag, op welken wij onzen geliefden koningin ons midden zouden zien. De geheele gemeente, voor zoo ver Z. M. die moest door trekken, had een regt feestelijk aanzien. Overal vlaggen, overal eerebogen. Reeds vóór en om den middag bewogen zich geheele scharen van Kloosterzande naar Walsoorden en omgekeerd. Op de eerste plaats bewonderde ieder, behalve een aantal schoone eerebogen, den praclitigen koepel op last van het gemeentebestuur naar eene teekeningvan den heer A. Fagel gebouwd, en tot de ontvangst des konings ingerigt. Op de tweede zag men omstreeks twee uren na den middag 's konings stoomjagt onder den wal voor anker komen. Naauwelijks lag het daar. of er werd met den wal gemeen schap aangeknoopt, en vele der rotidwandelenden kregen ge legenheid, om dit keurige vaartuig ook van binnen te bewonde ren. Even na zeven uren werd op het dorp Kloosterzande het teeken van vertrek gegeven, waarop de hier bestaande socië teiten, voorafgegaan door de feestkommissie, en gevolgd door den raad dezer gemeente, zich naar dc hun aangewezen plaat sen begaven, ten einde aldaar l. M. te verwelkomen. Om streeks een uur later ontwaarde men in de verte eene digte stofwolk, en al spoedig daarna den standaard der eerewacht te paard, uit een vijftigtal fraai uitgedoste ruiters bestaande, en aangevoerd door den heer L. Deijers, geneesheer alhier, die Z.M. aan de grens der gemeente nabij Hulst had afgehaald.Tot de plaats genaderd waar de feestkommissie geschaard stond, werd Z. M. bij monde van haren voorzitter den heer A. Fagel, hartelijk welkom geheeten, en werden daarna de hoofdlieden der sociëteiten voorgesteld, waarna de stoet zich stapvoets in beweging stelde tot aan den ingang des dorps, alwaar Z.M. door den eersten wethouder, namens het gemeentebestuur werd toegesproken. De lieer J. SerjantLz., burgemeester dezer gemeente, die zich van Hulst af in 's konings rijtuig bevond, verzocht Z. M. op het dorp Kloosterzande af te stappen, al waar de vorst door eene onafzienbare menigte met luide vivats ontvangen en nog in zijn rijtuig als met bloemen over dekt werd. Drie in het wit gekleede meisjes boden Z. M. onder het uitspreken eener hartelijke heilbede, een bloem ruiker aan en gingen Z. M. vervolgens tot aan den trap van den koepel al strooijende vooruit. Door de sociëteit St. Ceci lia werd hier een toepasselijk zangstuk aangeheven, waarvan de woorden in sierlijk schrift gebragt, door een der jemplige leden aan Z. M. werd aangeboden, waarna de direk'te'urcler sociëteit de heer J. van Braband, eenige woordeq'tot -Jf. M. rigtte, welk een en ander minzaam door den vorst beantwoord werd. Ofschoon eenige ververschingen werden aangèbojlen, werd door Z. M. niets gebruikt en al spoedig het v'erlaogfh, te kennen gegeven om de reis naar Walsoorden te vervolgen.' Deze togt van omstreeks 20 minuten werd stapvoeW-afge* legd. De trein werd geopend door de eerste helft der eerei— wacht te paard, gevolgd door de feestkommissie, de sociëteiten en den gemeenteraad, waarop Zr. Ms. rijtuig volgde, terwijl het tweede gedeelte der eerewacht den trein sloot. Nabij Walsoorden, dat met eerebogen en groen aller prachtigst ge tooid was, nam de komraandant der eerewacht van Z. M. afscheid, nadat te voren nog een drietal in het wit gekleede meisjes den vorst gekomplimenteerd en hoogtsdenzelven een fraaijen ruiker hadden aangeboden. Eenige stappen verder verliet Z. M. het rijtuig om, langs het daartoe ingerigte hoofd, de sloep te bereikenhier nam de heer burgemeester van Z. M. afscheid, waarna men onmiddellijk van wal stak. De vreugde kreten, die langs den geheelen togt weergalmden, verdubhel den op dit oogenblik en hielden nog aan toen Z. M. het jagt reeds bereikt had, dat hier gedurende den nacht voor anker zou blijven. Het weder dat in den voormiddag brandend heet was en later voor onweer deed vreezen, ging tegen den avond over in eene zachte, bedekte avondlucht, met bijna volkomen windstilte. Daaraan was het dan ook zeker te danken dat de verlichting van huizen en eerebogen, even als het prachtige vuurwerk dat omstreeks tien ure in den avond werd afgesto ken en waarvan het eerste gedeelte bestond in een ballon met de woorden „Leve de koning," die door eene verlichting met bengaalsch vuur duidelijk uitkwamen,zoo volkomen gelukten. Tot Iaat in den nacht bleven velen vrolijk bij elkander, ter wijl menige feestdronk op het heil van vorst en vaderland werd ingesteld. Heden morgen omstreeks acht ure ligtte men het anker, ter wijl den vorst, dien men reeds vroegtijdig aan boord wande lende zag, door de op nieuw toegestroomde menigte een laatst vaarwel werd toegeroejien. Lang zal deze dag het onderwerp der gesprekken uitmaken, en zeer zeker bij allen de aange naamste herinneringen nalaten." Het koninklijk vaartuig stoomde nu de Schelde op tot aan liet fort Bath, van welke plaats men ons het volgende berigt: Fort Bath, 27 mei. „Terwijl geheel Zeeland zich verblijdt met 's konings vereerend en op waren prijs gesteld bezoek, en daarvan op de luisterrijkste en hartelijkste wijze doet blij ken. deelde ook het Fort Bath in die provinciale belangstelling, welke echter nog hooger steeg, toen er van ter zijde werd mede gedeeld, dat de waarschijnlijkheid bestond binnen d;e wal len dat 's konings voeten dien grond zouden betreden. En om Z. M. te overtuigen hoezeer het algemeen ook hier de warmste liefde koesterde voor het geëerbiedigde hoofd van den staat, toog ieder met die liefde in het hart aan het werk. en in een kort tijdsbestek wapperde van het rijksgebouw der adminis tratie der in- en uitgaande regten een ontelbare menigte vlaggen, versierd met bloemen, groen en guirlandes. Binnen in het Fort prijkte een fraaije eereboog, terwijl de poort, mede doeltreffend versierd, met een driekleur prijkte en alle inwo ners door vlaggen en wimpels hunne vreugde kenbaar maak ten. Het hoopvolle oogenblik brak aan. In de verte gaf rook en stoom liet teeken der nadering. De salutschoten brag- ten met luider stemmen de blijde boodschap, dat de geliefde vorst omstreeks 8£ uur zich vóór het fort bevond. Het garni zoen was op den dijk geschaard, de burgemeester begeleid door het gemeentebestuur en verdere autoriteiten, zoo wel militaire als burgerlijke; dobberende tusschen hoop en ver wachting, zagen duizende het fraaije koninklijke jagt door- stoomen, koers nemende tot de grensscheiding van ons rijk, en van daar terug keerende tot ons havenhoofd, doch allen werden teleurgesteld, onze hoop was ijdelonder het kanon gebulder en een hartelijk hoera zagen wij het jagt voorbij stroomen, terwijl Z. M. op H. D. minzame wijze het hartelijke gejuich en kanongebulder met hand en groet welwillend be antwoordde. Onder de zaamgevloeide menigte bevonden zich verscheidene belgische officieren en ambtenaren. Nadat Z. M. te Hansweert de kanaalwerken had in oogen- schouw genomen begaf hij zich over Schore, Biezelinge, Ka- pelle en Kloetinge alwaar Z. M. door het gemeentebestuur werd begroet en niet door den gemeente-sekretaris zoo als men ons tot onze verwondering gemeld had, maar door den burgemeester werd toegesjiroken naar Goes. Vervolgens zette Z. M. zijne reis voort over 's Gravenpol der en Nisse. Te Heinkenszand omstreeks 5 ure aangekomen, begaf Z. M., onder geleide eener eerewacht onder kommando van den heer B. J. Vermande, zich naar de ruime en sierlijke plaats van den burgemeester mr. C. van Citters. Aldaar be vond zich hel muziekkorps van het 2e regement infanterie, daartoe door den burgemeester uitgenoodigd, datdadelijk het Wilhelmuslied uitvoerde onder het herhaald gejuich der vau wijd en zijd toegestroomde menigte. In de woning des bur-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 5