waren. Begunstigd door heerlijk weder, maakte het geheel
een schoon effekt.
Bij de aankomst nam Z. M. deel aan een dejeuner door den
heer de Jonge van Ellemeet aangeboden. Behalve de koning
en zijn gevolg, waren er alleen tegenwoordig mevrouw de ba
ronnesse van Lynden, echtgenoot van den heer kotnmissaris
des konings, benevens de gastheer en zijne huisgenooten.
Tegen 4 ure verliet Z. M. het dejeuner en begaf zich naar
buiten. Ai de genoodigden op de buitenplaats hadden vrije
wandeling en wachtten nu Z. M. op. Onder .le vele landlieden
en boerinnen die daar geschaard stonden bevond zich ook een
rustend landbouwer vande geineenteSerooskerke. Jan Jausen
Meijers gehéeten. Deze sprak den kotung aan. „Sire,
zetde hij in hoofdzaak ik heb uw grootvader en uw vader
de haud gedrukt, en wenschte dit ook u te doen ik hoop dat
uwe majesteit nog lang als koning over Nederland regeren
moge." Aan het verlangen van den landman werd bereid-
vvjllig voldaan door Z. M. die hem hartelijk de hand schudde.
Vervolgens bezigtigde de koning tuet belangstelling de
heerlijke oranjerie, waar hem eenige ververschingen werden
aangeboden; daarop de met vee gevulde schuur der hofstede,
het wagenhuis, de zolders enz.
Het korps hoornblazers van het 2e regement infanterie
voerde bj afwisseling muziek- èn zangstukken uit, en de
feestelijke stemming bij de landlieden werd niet weinig ver
hoogd door het gezigt van eene tafel welke voor hen was
aa'ngerigt en op welke bier, brood en ham in o\ervloed voor
handen waren. Even vijf ure verliet Z. M. Overduin oin zich
naar Domburg te begeven.
Aldaar aangekomen, onder begeleiding eencr eerewacht
welke Z. M. tol aan Overduin was te gemoet gereden, werd
Z. M. aan het rijtuig iloor het gemeentel) uur gekomplimen-
teerd. Vervolgens reed Z. M. naar liet badhuis, waar hij werd
begroet door eenige boerinnetjes die voor Z. M. bloemen
strooiden en een welkomsgroet zongen. Ook hier onderhield
Z. M. zich zeer minzaam met vele. Onder meerder stootte hij
bij liet drinken van een glas wijn aan met haar die Z. M. het
welkom had toegesproken. Deze en meer andere blijken van
welwillendheid hebben de liefde der domburgsche dorpelin
gen voor Z. M. niet weinig vermeerderd. Na hot bezigtigen
van het plateau enz. nam Z. M. afscheid, om over Oostkapelle
en Serooskerkc naar Middelburg terug te keeren. In beide
gemeenten werd Z. M. ook blijkbaar verwacht, gelijk de aan-
gebragte versieringen getuigden. In beide werd Z. M. aan het
rijtuig door de gemeentebesturen begroet, terwijl te Scroos-
kerke een lied ter eere van Z. M. werd aangeheven. Door de
beide gemeenten was een eerewacht georganiseerd oiu Z. M.
te begeleiden en de laatste dezer werd onder de gemeente St.
Laurens vervangen door die uit Middelburg welke daar Z. M.
opwachtte.
Eerst ten S| uur van dezen togt teruggekeerd vereerde Z. M.
het diner dat door den konunissaris des konings gegeven werd
met zijne tegenwoordigheid. Onder de gasten bevonden zich
d,e leden van gedeputeerde staten, de griffierderstaten.de
prokureur-generual hij het provinciaal geregishof in Zeeland,
de provinciale dïrekieur der belastingen, militaire autoritei
ten, ile kommandanten der schutterij en eerewacht, de burge
meester en de beide wethouders dezer gemeente.
lieden morgen vroeg was eene op dat uur anders ongewone
volksmenigte op de been. ten einde Z. M. bij het verlaten de
zer gemeente voor het laatst, te zien. Ten half acht ure verza
melden zich dc leden van den gemeenteraad met burgemeester
en wethouders, benevens den sekretaris, ontvanger en ar
chivaris der gemeente buiten de VJissingsche poort, alwaar de
dienstdoende schutterij en de leden van de afdeeling Middel
burg van het metalen kruis stonden geschaard, terwijl de
hoofd-otficieren van het garnizoen en de weeskinderen uit de
beide gestichten mede aanwezig waren.
Onder het spelen der klokken verlieten Z. M. en gevolg, ver
gezeld van de eerewacht, ten acht ure het paleis in de Abdij
en onder het hoera der menigte reed Z. M. tot buiten de poort.
Aldaar ophoudende vverd Z. M.aan het rijtuig, bij monde van
den burgemeester,namenslietgemeentehestuur toegesproken.
De burgemeester dankte den vorst voor het hezoek aan Zee
land en vooral aan deze gemeente gebragt. Hij durfde ver
trouwen dat door dit bezoek de banden die reeds de zeeuwen
aan den koning verbonden naauwer zouden worden toege
haald. Mij wenschte dat welvaart en voorspoed Z. M. op
hoogstdeszelfs schreden mogen vergezellen, en met de verze
kering dat dit vorstelijk hezoek steedsonvergetlijk zal blijven
besloot hij zijne toespraak, onder aanbeveling van de belan
gen dezer gemeente en hare burgerij.
De koning antwoordde hierop met een kort woord. Z. M.
dankte voor de genoten ontvangst en betuigde daarover zijne
bijzondere tevredenheid, terwijl zij ookheui onvergetelijk zou
blijven, „En wat betreft de helangen dezer gemeente en hare
burgerij sprak Z. M. ik geef u de verzekering dat ik mij
daarmede dikwijls zal onledig houden."
Een herhaald hoera! leve de koning! vergezelde Z. M. die
alsnu met zijn gevolg voortreed, terwijl van verschillende
kanten boeketten in het rijtuig waarin Z. M. gezeten was
werden geworpen.
Na Zr. Ms. vertrek betuigde de burgemeester aan de overige
leden van liet gemeentebestuur de tevredenheid van Z. M.
over hoogstdeszelfs verblijf in Middelburg en het daar geno
ten onthaal, waarop door eenige omstanders een luid leve de
burgemeester van Middelburg! werd aangeheven. Ook de
kominandant der stedelijke schutterij dankte de manschappen
voor hunne houding gedurende Zr. Ms. verblijf alhier.
Omstreeks f)^ uur kwam Z. M. te VLssingen en reed, bege
leid door de autoriteiten en de eerewacht der burgers naar de
Marinehaven. Aldaar aangekomen en afgestapt bedankte de
burgemeester Z. M. voor zi jn bezoek aan de gemeente gebragt,
daarbij de hoop uitdrukkende dat de verdere reis van Z. M.
voorspoedig iriogt zijn en in welstand naar de residentie mogt
terugkeeren. Z. M. antwoordde daarop de hartelijke be
wijzen van gehechtheid aldaar ondervonden, zeer op prijs te
stellen, en verzocht dit ter kennisse te brengen van de bevol
king. Verder nam Z. M. afscheid van de militaire eri verdere
autoriteiten, waarop de reis naar Neuzen werd voortgezet. Op
een der loodskotters bevonden zich de leden van de boog-
schnttersvereeniging Willem IH en van de afdeeling het Me
talen kruis, die aan Z. M. een laatsten afscheidsgroet toehrag-
ten. Eene talrijke bevolking vergezelde nog gedurende
dit kortstondig verblijf Z. M. en deed den koning onder
daverende hoera's uitgeleide, terwijl van het oogenblik dat
Z. M. de vesting was binnengereden het koninklijk salnt
van de wallen en van het op de roede liggend oorlogschip
gelost werd.
Ongetwijfeld heeft 's konings bezoek bij de ingezetenen
een aller gunstigsten indruk achtergelaten, en bedriegen wij
ons niet dan was ook Z. M. over zijn verblijf alhier bijzonder
voldaan. Herhaaldelijk toch gafZ. M. te kennen dat hij over
de ontvangst hij zonder tevreden was.
Het verslag dat we van 's konings togten en verblijf alhier
tot nu toe gaven was zeker verre van volledig. Enkele on-
naauwkeurigheden sprongen ons zelfs onder of kort na het
afdrukken in het oog. Zoo zijn bijv. onder de genoodigden
op het dejeuner bij den burgemeester dezer gemeente, ineen
gedeelte der oplage van onsnommer van vrijdagmet genoemd
de komrnandanten der schutterij en eerewacht. Meerdere
onjuistheden zullen welligt later aan het licht komen. Wij
hopen echter dat de lezers, die er ons op mogten betrappen,
wel zullen willen bedenken dat niet alle inlichtingen gemak
kelijk te bekomen waren. Van vele zijden echter zijn wij
daarentegen met welwillendheid en voorkomendheid tot het
opmaken der verslagen in staat gesteld. Hiervoor betuigen
wij onzen bijzonderen dank.
Voor de beschrijving van den verderen togt des konings
door Zeeland, zijn wij voor een groot deel van den ijver onzer
korrespondenten afhankelijk.
Wij vernemen dat door Z. M. de volgende benoemingen
zijn gedaan in de orde van de Eikenkroon de heer 11. W.
baron van Lynden. Commissaris des konings in de provincie
Zeeland, tot groot-officier, de heer inr. W. C. M. de Jonge
van Ellemeet, kommandant der middelhurgsche eerewacht,
tot kommandeur, de heer dr. J. W. Callenfels. burgemeester
van Vlissingen, tot officier, en de lieeren rar. W. C. Borsius en
jhr. mr. L. W. A. Schuurbeque Boeije. ouder-kommandant m
der middelhurgsche eerewacht, en W. C. van Duren Dutilh,
komruandant der vlissmgsche eerewacht. tot ridders.
De tweede kamer heeft zatunlag in behandeling genomen
het wetsontwerp tot nadere regeling van het koloniaal batig
slot van 1859. Van de vele leden die daarover reeds het woord
hebben gevoerd drongen de meeste aan op meerdere inlichtin
gen omtrent de zienswijze van den minister aangaande ver
schillende punten het beheer der koloniën betreffende.
In de zitting van heden hebben de ministers van binnen-
laindsclie zaken en koloniëii onderscheidene/malen het woord
gevoerd en de verselnllende sprekers beantwoord.
De beraadslagingen over het wetsontwerp tot nadere rege
ling van het koloniaal batig slot van 1859 zijn gevorderd tot
de zevende paragraaf.
Het wetsontwerp tot naturalisatie van Onstee is verworpen.
Een meer uitvoerig verslag dezer beide zittingen kunnen we
wegens plaatsgebrek eerst in het volgend nommer opnemen.
De leden van de eerste kamer der staten generaal zijn ter
vergadering aangeschreven tegen donderdag den 12 junij a. s.
Men verzekert, dat de tweede kamer aanstaanden woens
dag of donderdag uiteen gaan. doch reeds den 17 junij. tot
het afdoen van de \erdere voorhandens werkzaamheden,
weder bijeen komen zal. Tevens is er sprake, dat de kommissie
voor de enquête naar den toestand onzer marine, kort na den
genoemden datum haar voorloopig gestaakt onderzoek weder
zal hervatten.
Wij vernemen, dat het wetsontwerp tot regeling van de
kultuuronderneiningeii in Nederlandsch-Indië, reeds aan
hangig is gemaakt bij den raad van state.
De heer Dommer van Poldersveldt, lid van de tweede ka
mer der staten-genernal. kiesdistrikt Nijmegen, die zich tot
herstel zijner gezondheid naar Bonn had begeven, is den 17
dezer aldaar overleden.
Het japansche gezantschap zal in het begin van junij Neder
land komen bezoeken, en van Londen afgehaald worden door
het stoomschip Anljoeno, waarover liet hevel zal worden
opgedragen aan den kapitein ter zee G. C. C. Pels Rijcken.
Aan boord van dat stoomschip zal zich mede inschepen de
kommissie, door Z. M. belast met de ontvangst en het. geleide
van het gezantschap, gedurende zijn bezoek in Nederland, en
welke kommissie bestaat uit de volgende heerenJ. M. gvaaf
van Lijnden, generaal-majoor, sous-chef van het militaire huis
des konings; leden: mr. J. II. Donker Curtius, oud-opper
hoofd van den nederlandschen handel in Japan; J. Hoffman,
hoogleeraar te Leiden; G. C. C. Pels Rijcken. kapitein ter
zee, vroeger hoofd van het onderwijs aan de japansche zee
officieren, te Decima; N. C. Mulder, hoofd-ambtenaar aan liet
departement van koloniën. B:j de aankomst der Anljoeno te
Hellevoetsluis, zal hetgezantschapzich overschepen aan boord
van 's konings stooinjagt De leeuw, ten einde zich daarmede
naar Rotterdam, en van Rotterdam met extra-trein naar den
Haag te begeven. De regering schijnt geene kosten en moeite
te willen ontzien, om de japannezen zoo luisterrijk mogelijk
te ontvangen.
Z. M. heeft besloten om dc betrekkingen van ontvanger der
domeinen te 's Gravenhage en te Breda, niet den ill decemhofy
1S62 op te heften, en het beheer door deze ontvangers uitgeef
oefend, op te dragen aan de ontvangers der registratiepn
domeinen, onder wier kantoren de goederen, inkomsten èn
baten zijn gelegen, terwijl alsdan eervol ontslag uit 's rijks
dienst wordt \erleend aan de heeren mr. H. baron.Coïlot
d'Escury. als ontvanger der domeinen te 's Gravenhage, en
jhr. mr. P. Six. als ontvanger der domeinen te Breda, met toe
kenning vooreerst van wachtgeld en met behoud van regt op
pensioen, alsmede .met dankbetuiging voor hunne aan den
staat bewezen diensten.
De heer Duymaer van Twist, lid van de tweede kamer der
staten generaal, heeft aan den voorzitter der kiezers- vereeni-
ging de Grondwet, te Amsterdam, een schrijven gerigt. waarin
hij te kennen geeft, dat hij. dit jaar moetende afgetreden, bij
de aanstaande verkiezingen van afgevaardigden ter twee.de
kamer, niet weder in aanmerking wenscht te komen.
Door de afdeeling letterkunde enz. der Koninklijke aka-
deinie van wetenschappen te Amsterdam zijn in antwoord op
de vijf uitgeschreven prijsvragen (latijnsche gedichten) voor
het legaat Hoeufft, even zoo vele antwoorden ontvangen, die
zij echter dei bekrooning niet waardig heeft gekeurd. Zij
heeft die vragen derhalve op nieuw uitgeschreven om voor
den 1 januarij 18G3 te worden ingezonden bij den heer
H. J. Koenen, sekretaris der afdeeling.
De direkteur der Koninkl.,ke akadeinie te Delft heeft aan
de studenten voor Oost-Indische ambtenaren an het 1ste
en 2de siudiejaar kennis gegeven, daartoe gcmagiigd door
den minister van koloniën, dat zij, bij het afgelegde eind
examen voor ambtenaren 2de klasse in Nederlaoilscll-Itjdië,
eveneens benoembaar zullen worden als vóór het koninklijk
besluit van 12 maart 11.
De minister van buitenlandsche zaken heeft bekend ge
maakt dat, blijkens eene uiededeeling dertieijersche regering,
de paspoorten van vreemdelingen, die zich naar Begeren
begeven, niet tneer behoeven geviseerd tc zijn door de diplo
matieke of konsulaire agenten van dat rijk ta den vreemde.
Uit Docsborgh schrijft men ons 21 dezer:
De oneenigheden ie Ellecom schenen nog al vrij wat be
langstelling te wekken, dit maak ik daaruit op dat bijna alle
groote bladen uwe berigten hebben overgenomen. Om die
reden wil ik u het vervolg mededeelen van den twist die op
kerkelijk gebied wordt voortgezet.
„Zoo als gij weet, bestaat er in onze proiestantsche kerk
eene zoogenaamde kerkvisitatie, waarbij vragen worden ge-
daan die sommigen niet kunnen of willen beantwoorden. Bij
die plegtige gelegenheid dan heeft de kerkeraad te Ellecom
de volgende klagien ingediend tegen den predikant:
„J. dat hij I 9 januarij 11., onder voorgeven dat de opgetre'
-den koster onwettig was opgetreden, den kansel weer heeft
verlaten
„2. dat hij ook 2 fehruarij, zonder medeweten van den ker
keraad, geen dienst heeft gedaan
„8. dat hij niet geregeld bediening houdt en zelfs nadat hij
die had aangekondigd, ze weder heeft opgezegd omdat hij den
koster, door den heer van Midilachteu benoemd, weigert te
erkennen en daardoor de diensten mist d.e hem door dezen
zouden worden bewezen, terwijl hij om die zelfde reden met
drinkwater heeft moeten doopen, en er daarom niet wordt
voorgelezen noch gezongen
„4-. dat hij de kerkelijke rekening der diakenen tegenwerkt.
„5. dat hij weigert aan den kerkeraad de notulen van het
vroeger verhandelde in vroegere vergaderingen betreffende
eene schuld van f 1UU'sjaarlijks, waarvoor hij zich ten be
hoeve der diakonie vei honden heeft, voorteleggen, met de
betaling dier som vier jaren ten ach; eren is en een en ander
maakt dat de diakonie thans hare gewone bedeelingen moet
inkrimpen, deels staken en bovendien zeer ten achteren is.
„Zie daar kortelijk de akte van beschuldiging."
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandschen leeuw de heeren: mr. J. Cornelissen, lid van
het kollege van gedeputeerde staten van OverijsselC. T.
Stork, fabrikant te Olden/.aal; en II. J. van Heek, fabri
kant te Enschedé.
leger. Benoemd tot 2en luitenant bij het wapen der in
fanterie van het leger in Oost-lndiëde fourner W. H. Aus-
sumsen de sergeant H. W. Mijnders. beiden van het ie rege
ment; de sergeant W. V. van Erp, van het öe regeuient de
fourrier H'Gorter, van het 7c regement, alsmede de founder
C. E. J. Scliweys, van het le regement dragonders.
Benoemd bij het wapen der infanterie bij het 5e regement,
tot kolonel, de luuenant kolonel E. M. E. van Thielen, kom
mandant van het korps.
konsulaten. Benoeuultot vice-konsulsrespektievelijk to
Caracas en la Guagra, de heeren N. F. Hellinunil en C. Hell-
mund.
registratie en domeinen. Opgeheven met 31 december
de betrekking van ontvanger der domeinen te 's Gravenhage
en Breda, en alzoo met dien datum eervol uit 's rijks dienst
ontslagen mr. II. baron Collot d'Escury te 's Gravenhage en
jhr. mr. P. Six te Breda, inet toekenning van wachtgeld en
behoud van regt op pensioen.
Kerk - en schoolnieuws.
De heer F. J. van Stipriaan Luiscius, predikant bij de her
vormde gemeente te Oosterland, heeft voor het beroep naar
Jutpliaas bedankt.
Beroepen tot predikant hij de nederduitsche hervormde
gemeente te Leiden, den heer P. H. Hugenholtz jr. te Rens-
wonde.-
C. V Koloniën.
qost-in d)scke landmail, via Marseille, is heden hier nan-
gekoin'on.f-bërlgten medebrengende van Batavia tot 14 april.
De tijdingen zijn van geen groot belang. Op de oostkust van
"Java hebben zich zeeroovers vertoond, clie thans door ver-