de Oostsluis tot het bezigtigen van het Zwin. Z. M. tverd al
daar ontvangen door den vice-president en leden der kommis
sie voor het graven eener nieuwe uitwatering, benevens den
aan die kommissie toegevoegd en burgerlijken ingenieur. Alles
was daar tot een behoorlijke ontvangst in gereedheid gebragt.
Op eene tafel lagen de teekeningen en plannen ontrold welke,
toegelicht door genoemde kommissie, de belangstelling van
Z. M. boeiden. Eene regenvlaag benam echter veel van het
genoegen eener dergelijke bezigtiging.
Vervolgens begaf de trein zich naar de woning des burge
meesters, waar Z. M. werd ontvangen door het gemeentebe
stuur, den gamizoens-kommandaut en verdere autoriteiten,
waarop Z. M. audiëntie verleende aan den gemeenteraad.
Daar de leerlingen der bijzondere school van den heer J. H.
van Dale gereed hadden gestaan om Z. M. ook een welkoms-
groet te brengen doch daarin door meergenoemde veran
derde orde inden togt waren verhinderd, noodigde de heer
van Dale den burgemeester uit om Z. M. te verzoeken
eenige zijner leerlingen, die waren teleurgesteld, toegang te
willen verleenen, welk verzoek welwillend werd toegestaan.
En nu bragten 22 net gekleede strooistertjes en jongentjes
ilen vorst eene wclkoinsgroete, welke dezen niet alleen wel
gevallig was zoo als bleek uit eenige hdogst vriendelijke woor
den, maar ook een der knapen, die Z. M. den groet toebragt,
in de gelegenheid stelde zich te kunnen beroemen op een ko
ninklijken handdruk.
Na afloop van een en ander begaf de trein zich naar het
raadhuis, waar Z. M. ontvangen en binnengeleid werd door
eene kommissie uit den gemeenteraad, ten einde deel te nemen
aaneen door de gemeente aan te bieden dejeuner-dinatoir,
bestaande uit 38 couverts. Verschillende autoriteiten en par-
tikuheren waren daarbij tegenwoordig. Men trof hier o. a.
aan den goeverneur van West-Vaanderen, zoo dat de beide
vlaamsche goeverneurs Z. M. den kon.ng op den zelfden dag
hebben ontmoet.
Gedurende het dejeuner-dinatoir bevond het muziekkorps
van het v: regeinent infanterie zich in het voorste gedeelte
van het raadhuis, grenzende aan de zaal waar het dejeuner-
dinatoir plaats had, en voerde daar onderscheidene muziek
stukken en later ook een paar zangstukken uit. De burge
meester stelde een toast in op het voortdurend welzijn van den
koning. Z. M. beantwoordde dien, onder dankzegging.voor
de welwillende gevoelens die geuit waren, en met de plegtige
verzekering dat hij zich steeds zal beijveren om die gevoelens
welke thans wederzijds bestaan te doen stand houden, naar
het voorbeeld onzer en zijner voorvaderen, die goed en bloed
daartoe hebben veil gehad. Beide toasten werden met een
luid: leve de koning! bekrachtigd.
Na afloop van het dejeuner-dinatoir, ruim half zeven ure,
werd Z. M. uitgeleide gedaan door het gemeentebestuur en
vertrok hij onder geleide der eerewacht, met schoon weder
begunstigd, naar Oostburg. Bij het vertrek uit Sluis was er
sprake om later in den avond vuurwerk te ontsteken.
Ook Oostbuvg had getracht niet achter te blij ven bij an
dere gemeenten in het betoonen van feestvreugde. Eene
schoone eerepoort muntte zelfs bijzonder uit. De eerewacht
te paard telde ö2 leden en reed Z M. te gemoet. Ten uur
werd Z. M. aan den grens der gemeente ontvangen en begroet
door liet gemeen.ebestuur; voorts waren ter welkomst van
Z. M. aanwezig de afdeeling van het metalen kruis en de
leden van het daar bestaande tooneelgezelschapIJveren
leerzucht, die alle den trein vergezelden. Voor iie school werd
opgehouden en zongen de kinderen een paar koepletten van
een door den onderwijzer vervaardigd lied. Vervolgens ging
cle optogt voort naar de woning van den burgemeester waar
Z. M. ontvangen werd en een half uur vertoefde. Hier wer
den aan Z. M. voorgesteld, de gemeenteraad, de kantonregter
en c.'e gntSer, de koutroleur en ontvanger der belastingen,
de predikant der hervormde gemeente en eene deputatie uit
de ridders van het metalen kruis, welke laatste,bij monde van
twee hunner, eene gepaste toespraak tot Z. M. rigtten en de
meeste gehechtheid aan Zr. Ms. troon en huis ook namens
hunne mederidders betuigden.
Alle tot den koning gerigte woorden werden met welwil
lendheid aangehoord en aller minzaamst beantwoord.
De versiering der stralen was van wege liet gemeentebe
stuur daargesteld en bestond in het beplanten met sparren
verbonden door gutrlanders van groen, hier en daar door
vlochten met nationale en oranje vlaggen. De op de markt
staantle lantaarnpaal tvas herschapen in eene trofee van
oranje, nationale en wurtemburgsche vl.iggen, terwijl op vier
punten eerepoorten waren opgerigt, waarvan liet model was
genomen naar die welke den 1 jnnij i 73i te Veere waren
opgerigt, toen Z. II. Willem Karei Hendrik Friso, markgraaf
Van Veere, oor de eerste maal die plaats bezocht. Sommige
dier poorten waren met groen en vlaggen, anderen met de
wapens van Oranje,Nederland, Zeeland en Oostburg versierd,
terwijl men daarop verschillende opschriften las. Ten 8 ure
vertrok Z. M. over Schoondijke naar Breskens. In beide ge
meenten werd Z. M. door het gemeentebestuur verwelkomd.
Te Schoondijke zag men hier en daar illuminatie ontstoken en
te Breskens was dit meer algemeen, Hetgarnizoen aldaar stond
geschaard en deed Z. M. en gevolg uitgeleide tot aan de plaats
waar de sloep gereed lag om naar het jagt te roeijen en naar
Vlissingen terug te koeren. De eerewacht nam ook daar af
scheid. en hiermede was het bezoek aan het ie distnkt van
Zeeland afgeloopen. Meermalen had Z. M. zich dien dag op
minzame wijze onderhouden met kinderen of grijzen; meer
malen legde hij de verzekering af dat het eene schoone land
streek is welke hij bezocht en dal hij ten zeerste is ingenomen
met cle wijze waarop hij overal is ontvangen; meermalen hoorde
men van de zijde der autoriteiten en andere ingezetenen
betuigingen van ingenomenheid over de vriendelijke bejege
ning van den vorstelijken bezoeker.
Bij aankomst te Vlissingen werd het koninklijk jagt met
salutschoten en even uitbundig gejuich als des morgens bij
liet vertrek ontvangen. Z. M. werd weder opgewacht door
verschillende autoriteiten, waarbij ook de schutterij énhetgar-
nizoen stonden geschaard. De stad was weder schitterend geïl
lumineerd. en de verschillende eerebogen, de verlichting van
het standbeeld, de guirlandes om de kaden en eenige par-
tikuiiere huizen, maakten een schoon effekt. Na te zijn ver
welkomd zette Z. M. den terug togt naar Middelburg voort
langs den Vlissingschen rijweg. De uitspanning De zwaan,
de gemeente Oost-Souburg, de Grooie en Kleine Abeeie
waren verlicht en even zoo de op dien weg geplaatste eere
poorten. Ten 10£ ure kwam Z. M. te Middelburg aan, verge
zeld van de eerewacht die hem was tegemoet gereden.
De illuminatie die donderdag avond had moeten plaats
hebben, doch door het ongunstige weder was uitgesteld, was
nu ontstoken en maakte een indruk die zeker ieders verwach
ting overtrof. Dehoofdstraten, pleinen en kaden waren gelijk
vormig doch onderling op verschillende wijze geïllumineerd,
maar daarenboven muntte nog een aantal woonhuizen en
openbare gebouwen door meerdere verlichting uit. Vau
menig aanzienlijke woning waren «le vensters met prachtige
verzamelingen van bloemen bezet. Niet alleen echter hel
voornaamste gedeelte der stad toonde ook op deze wijze aan
Nederlands koning hulde te brengen, zelfs in de uieest afge
legene wijken prijkte menige nederige woning met eene een
voudige verlichting.
Indrukwekkend was het gezigt dat men op den Dam ter
plaatse van de graan beurs kon genieten. Aan beiden zijde van
de kade waren guirlandes van lampions aangebragt, die als
het ware te zamen kwamen bij een rijk verlichte eerepoort,
terwijl daar tusscben een aan den waterstaat toebehooreud jagt
met gioruo's en lampions prijkte, waarvan het licht door het
water dat juist een lioogen stand had bereikt weerkaatst werd.
Oji de groote markt trok degeheele verlichting van het raad
huis ieders aandacht, doch de manufaktuurwinkel vau de wed.
P. Dekker en zoon, die des daags door allersmaakvolste bloe
men versiering had uitgemunt, werd er niet door in de scha
duw geplaatst. Ook de woning van den ourgemeester muntte
uit door sierlijke verlichting bij eenvoudige maar nette deko
ratie. Z. M. reed een groot deel der stad door onder het
levendig gejuich der bevolking en ontving menigvuldige boe
ketten die o]) onderscheidene plaatsen in het rijtuig werden
geworpen. Moeijelijk zou het overigens vallen elke bijzon
der uitmuntende illuminatie op te geven, daar de liclttzee
waarin Middelburg zich baadde, zoo veel schoons m allerlei
kleuren opleverde, dat de grijze hoofdplaats tot laat iu den
nacht door een groot deel vier bevolking van Walcheren in
alle gedeelten werd doorkruisd. De orde, welke overal
heersekte, was uitstekend en maakte de glanzende hoeden,
glinsterende bajonetten en glimmende wapenen van pol.cie-
agenten of patroeljes om baldadigheden te voorkomen, zoo
als dit in andere steden bij dergelijke gelegenheden zoo dik
wijls het geval is, geheel ounoodig. Rustig en ordelijk bewoog
zich de talrijke volksmassa langs de straten, voorzigtig en
stapvoets reden de rijtuigen er door heen, en geene enkele
ongeregeldheid, geen enkel o/ige(uk was dit feest ten schaduw
zijde. Tallooze rijtuigen ei^eene onnoemelijke massa wande
laars zetteden tot laat in den nacht aan de stad eene zeldzame
levendigheid bij.
Gisteren morgen heeft Z. M. in de Nieuwekerk de gods
dienstoefening bijgewoond onder leiding van den predikant
dr. Sib.uacherZijnen. Deze had tot tekst gekozen 2 Kor.3:17
„Waar de geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.'" Naar aan
leiding van deze woorden werd kor.elijk ontwikkeld hoe de
geest des Heeren zich openbaart in een leven der liefde jegens
den Vader van allen en jegens elkander als broeders en zus
ters. Dat had Jezus gewild dat hebben de apostelen gepre
dikt. Die geest des Heeren is inde wereld doorgedrongen, en
die geest wekt vrijheid.Door dieu geest bezmld zegt men
niet langer tot den slaaf; ik ben sterk en gij zijt zwak, maar
men heeft den neger als een broeder liet'. Door dien
geest bezield eischen wij niet langer dat anderen oj> de zelfde
wijze zullen denken als wij, ofin de zelfde vormen God zul en
dienen als wij. Door den geest van Jezus zijn de brandstapels
van vroegere dagen gebluscht; zonder dien gcestisook nu nog
de maatschappij met anders dan een oorlog van allen tegen
allen. Alleen door dien geest kan het heerlijk ideaal van vrij
heid, gelijkheid en broederschap worden bereikt, dat men
vroeger dwaasselijk heeft willen overmeesteren met geweld,
buiten God om.Maar die geest des Heeren woont onder
ons nog veel te weinigbij ons is nog partijzucht en broeder
haat; ouder allerlei leuzen zoekt men elkander te bestrijden
en te verdringen, in plaats van elkander lief te hebben. Doch
men zij gewaarschuwd! ook het omgekeerde van den tekst is
waar: waar de geest des Heeren niet is, daar gaat de vrijheid
verloren. Een volk, dat tegen zich zei ven verdeeld is, is rijp
voor de verdrukking. Dat heeft God zelf ons doen zien in de
geschiedenis van ons eigen volk en bij andere volken toont
Hij dat nog.
Eindelijk wendde zich de spreker tot den koning zeiven.
Zoo men elders ter wille der vrijheid wel eens opstond tegen
zijne vorsten: hier bidden wij te vuriger voor ons koninklijk
huis juist omdat we de vrijheid liefhebben. Een Willem van
Oranje was de grondlegger onzer vrijheid, en nooit hebben
we minder vrijheid gehad dan in de treurige dagen toen het
huis van Oranje niet regeerde. De koning bezit hier de vrije
liefde van een vrij volk en hij zelf begeert niet anders. Moge
het zoo blijven en nooit iemand in lieui den man zien van eene
partij, in plaats van hetgeen hij zelf zijn wil en blijven zal:
de man van geheel zijn volk."
Met een hartelijk gebed waarin koning en volk zich veree-
nigden voor God, die allen roept tot vrijheid door liefde, en
met het zingen van het laatste vers van psalm 133 werd de
godsdienstoefening besloten.
Na afloop der godsdienstoefening bragt Z. M. nog een be
zoek aan het burgerweeshuis, welk bezoek jl. donderdag was
uitgesteld. Aan den trap werd Z. M. ontvangen door de hee
ren II. Rekker en dr. L. J. de Marree, die Z. M. naar de re
genten-kamer geleidden, alwaar de regenten en regentessen
zich hadden veveenigd.
Nadat Z. M. hoofdzakelijk het beneden gedeelte van het
gesticht had bezigtigd en naar onderscheidene zaken met
belangstelling gevraagd had, begaf hij zich naar de plaats
alwaar de weezen geschaard stonden. Vier meisjes strooiden
voor Z. M. bloemen, terwijl het jongste meisje uit liet gesticht
Z. M. een boeketje aanbood, dat met welwillendheid werd
ontvangen en later als ge>chenk door den koning aan het
kind teruggegeven. Een der jongens trad nu uit de rijen sprak
Z. M. aldus aan: Vergun ook ons, sire! U. M. onze hulde
aan te bieden en onzen dank te betuigen voor uw bezoek in
dit gesticht. Hier opgevoed in gevoelens van eerbied en liefde
voor U. M. en uw doorluchtig geslacht, zoo naauw verbonden
aan dat van het dierbare vaderland, hopen wij ons steeds als
brave burgers te gedragen en te toonen dat wij er alles voor
veil hebben. God zegene U. M. tot in ver gevordenden ouder
dom. Dat wenschen. dal bidden wij.
De koning sprak daaroji een woord van dank onder bijvoe
ging „als 't noodig is doe dan even als van Sjieijck," waarna
Z. M. het gesticht verliet onder mededeel in g van zijne hooge
ingenomenheid met de inrigting en met achterlating eener
gift van f 65. ten einde de kinderen te onthalen.
Ten lij ure begaf de koning zich met zijn gevolg naar
Veere. gedeeltelijk vergezeld door de eerewacht.
Aan de grens der gemeente ter hoogte der hoeve Trouw,
voor goud js Z. M. opgewacht door de civiele autoriteiten als
mede door den generaal-majoor, hevelhebber in deze ptovincie,
den garnizocnskommaridant te paard aan het hoofd van de
onderscheidene chefs van dienst; voorts stonden a'daar be
halve de dragers van liet metalen kruis en de eerewacht vaan
deldragers, de vier tiraljeur-ko npanjiën geschaard.
Ongeveer lL2j uur aankomende is Z. M. door den burge
meester ontvangen en toegesproken. Daarna heeft zich de
trein onder het gejuich der menigte en der troepen in bewe
ging gesteld om de stad binnen te trekken. Aan de kazerne
gekomen heeft de koning terstond een begin gemaakt otn
deze in oogenschouw te nemen waarbij alle kamers en lokalen,
als apotheek, keuken, magazijnen enz. door Z. M. bezocht
zijn. Na afloop daarvan heeft de trein zijnen weg vervolgd
naar het raadhuis. Daar stond in de vestibule een gedeelte van
Veeres schoo jeugd geschaard die Z. M. een welkomslied toe
zong, met bloemen strooide en een ruiker aanbood bij
welken laatsten —door het zoontje van den burgmeester aan
geboden een afdruk was gevoegd van het lied, 't welk aldus
luidt:
Welkom zij u toegezongen,
Welkom in het oud Ter Veer!
Alle harten, alle tongen
Juichen hier ook u tot eer.
Wij ook zijn hier zaamgeschaard,
Koning, ons zoo lief en waard!
Ja, het diep,gezonken Veere
Vest op ii zijn hoop, o vorst!
Dat zijn lot zich gunstig keere,
Daar uw hand den schepter toracht.
En het oude Marquisaat
Met ontferming gadeslaat.
Sinds den kampstrijd tegen Spanje.
Was het eens vermaard Ter Veer
Trouw verbonden aan Oranje,
Aan zijn markgraaf, aan zijn heer.
Ja. .1 it mogfen wij verstaan
Uit des lands historieblaan.
Veeres schooljeugd paart de stemmen
Met geheel de burgerij
Laat nu niets ons hart beklemmen
Daar wij juichen vrj en blij!
Één is aller wenseh en zang:
Derde Willem leve lang!
Z. M. in de raadkamer ontvangen, heeft zich m;.t de meeste
leden van den raad onderhouden en zich met de belangen van
Veere bekend gemaakt. De haven in beteren toestand te
brengen, voornamelijk door liet aanbrengen van eenspuisluis,
ziedaar voor Veere de levenskwestie. De koning heeft verlangd
dat een onderzoek worde ingesteld omtrent liet wenschelijke
en noodzakelijke daarvan en ten slotte de haven zelve
willen zien zij deed zich op dat oogenblik echter bij hoog
water in vrij gunstigen toestand voor. De trein die Z. M. bij
dat bezoek aan de haven volgde, bragt hem buiten de stad
alwaar de koning afscheid nam van den garnizoens-komman-
dant, met betuiging van zijne hooge tevredenheid over het
voorkomen der troepen, zindelijkheid, goede orde en netheid
der versieringen in de kazerne aangebragt. Aan de troepen
moet worden kenbaar gemaakt, dat het Z. M. leed deed door
gebrek aan tijd buiten de gelegenheid te zijn geweest om de
troepen voor Z. M. te doen defileren.
Vóór half drie uur had Z. M. de stad verlaten, zoo «lat het
bezoek geen twee uur geduurd heeft. De koning was zeer
minzaam, heeft zich veel mettle militaire autoriteiten onder
houden en met belangstelling van alles kennisgenomen.
Van Veere vertrok Z. M.. vergezeld van den h urge meester
en begeleid door de eerewacht, naar Vrouwepolder dat fees
telijk was versierd. Bij aankomst aldaar nam de burgemeester
van Veere, tevens burgemeester van Vrouwepolder, afscheid
en werd ook de veersebe eerewacht vervangen door eene uit
Vrouwepolder, die alsnu den trein volgde.
Omstreeks 2 ij uur kwamZ. M. op de buitenplaats Overduin
aan en werd aldaar ontvangen door den eigenaar mr. de Jonge
van Ellerneet, in liet kostuum van de voormalige betrekking
van adjunkt-holitvester. Zeer vele personen van hier en
elders hadden uitnoodigingskaarten ontvangen om hij het
bezoek van Z. M. op de buitenplaats tegenwoordig te zijn en.
daarvan is dan ook gretig gebruik gemaakt. Het lossen van
twee veldstukken kondigde Zr. Ms. komst aan. Het geheele
buitenverblijf was keurig versierd. Overal zag men de natio
nale driekleur wapperen, en zij die beproefden de vlaggen te
tellen waren verknoeid toen zij tot een 130 a I4Qtal genaderd