MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
l\° 63.
Dingsdag
1862.
27 Mei.
Editie van maandag avond 8 ure.
PUBLICATIE.
liet is voor het gemeentebestuur van Vlissingen een stree-
lend genoegen, aan de bevolking dier gemeente mededeeling
te doen, van het herhaaldelijk en uitdrukkelijk door Zijne
Majesteit den koning geuit verlangen ooi h;j publicatie
bekend te maken
dat Zijne Majesteit hoogst deszelfs innic/en dank aan de bevolking
van y lissingen betuigt voor de hartelijke ontvangst in haar mid
den en voor de vele bewijzen van gehechtheid aan hoogstdeszelfs
persoon en regering, zoo duidelijk aan den dag gelegd
Vlissingen, den 2 L mei 1862.
Het gemeentebestuur van Vlissingen,
De burgemeester.
J. W. CALLENFELS.
De secretaris,
P. FORBES WELS.
BIAAEALAN».
Middelburg 2G Mei.
Naden vermoeijenden togt welken Z. M. de koning vrijdag
door een belangrijk deel van het eiland Walcheren had afge
legd en het bezoeken van eenige merkwaardigheden die Vlis
singen oplevert waarvan we in ons vorig nommer hebben
gesproken nam Z. M. deel aan het diner hem door de ge
meente Vlissingen aangeboden.
De inrigting van de eetzaal en tafel was prachtig, en zoo
slechts weinigen het genoegen mogten smaken zich daan an
vooraf te overtuigen, dan is dit alleen daaraan toe te schrijven
dat de benoodigdheden eerst laat waren aangekomen en men
zich den tijd ten nutte moest inaken om alles in gereedheid
te hebben.
De burgemeester betuigde de tolk te zijn der ingezetenen,
die met eene dankbare vreugde waren bezield, door de komst
van 'L. M. den koning in (lit gewest en in deze gemeente te
weeg gebrngt. Hij beval de behingen der laatste bij voortdu
ring aan in de booge bescherming van Z. M. en drukte einde
lijk d"n wenseh uit dat de moeijelijkheden er. bezwaren,
eigenaardig verhonden aan de regering des konings. ligter
zouden gemaakt worden door de liefde en toegenegenheid
des volks.
Z. M. de koning uitte daarop eenige woorden van dank
voor de ontvangst hem in deze gemeente bereid en zei.Ie
dat de bezwaren aan de regering verbonden te ligter konden
worden geacht, naar mate de liefde en toegenegenheid der
zeeuwen en van alle zijne onderdanen grooter waren, terwijl
Z. M. betuigde dat de voorspoed van het huis van Oranje aan
de welvaart van Nederland onafscheidelijk verbonden was.
Op het diner waren behalve Z. M. en gevolg de volgende
plToo.ien 'renoodigd: twaalf leden van den raad, de sekre-
taris, de k:. .tonregter, de kommandant der schutterij, de ge
neraal en z- adjudant, de kolonel der infanterie, de majoors
der genie c artillerie, benevens de kommandant van het
korps mariniers. de eerst aanwezende officier van gezondheid,
de direkteur en kommandant der marine met zijn adjudant,
de kommandanten van het wachtschip, der Muilusa en van
den Prins Maurits der Nederlanden, de ^hoofdingenieur der
marine, de ekipa.emeester. de kommissaris des konings der
provincie, de griffier der provinciale staten, twee leden der
gedeputeerde staten, de inspekteur van het loodswezen, de
hoofdingenieur van de waterstaat, de rijks-kontroleurde
eerstaanwezende officier van gezondheid der marine en de
kommandant van de eerewacht aldaar.
Na afloop van het diner behaagde het Z. M. de verlichting
der stad in oogenscbouw te nemen; deze was echter slechts
gedeeltelijk ontstoken, daar de hevige wind belette om hieraan
algemeen deel te nemen, hetgeen evenwel eenigzins vergoed
werd door dat men hier en daar bengaalsch vuur liet branden
op den weg dien Z. M. volgens programma thans volgde. De
gas-illuminatie voor het stadhuis was zeer schoon en bleef ook
goed branden.
De geestdrift te beschrijven die bij dezen togt aan den dag
gelegd werd is niet moge'ijk. Alles juichte en jubelde; men
zag de inensclien als ée'ne massa voortbewegen. ITet rijtuig
van den koning was letterlijk van rondom ingesloten rijk en
arm, bnrgers en militairen, 't was alles door elkander. Nog-
tans gebeurde er geen enkele onordelijklieid, want allen wa
ren met uitmuntenden geest bezield. In één woord, 'twas
een algemeene geestdrift zoo als men slechts hoogst zelden
aantreft. Op het dok gekomen, werd op de aldaar liggende
oorlogschepen blikvuur ontstoken op al de nokken der ra's.
hetgeen een verrassende en schitterende uitwerking deed.
Wat de versiering der stad aangaat, deze was mede alge
meen. Tot in de armste wijken had elk gedaan wat hij kon
om de heugelijke komst van Z. M. den koning op te luisteren.
De eerepoorten, hoewel weinig in getal, waren uiterst fraai.
Een er van had tot opschrift „Hulde aan den weldoener des
vaderlands, Wateisnood 1861, Brand 18b2,"en getuigde, dat
de opofferingen die Z. M. zich bij die gelegenheden getroost
heeft in levendige herinnering gehouden waren. Ook door
partikulieren waren hier en daar eerebogen gesteld.
Aan de poort gekomen, nam de burgemeester afscheid van
den koning, die thans weder naar Middelburg vertrok, waarbij
de menigte nogmaals de meest ondubbezinnige blijken van
hare feestvreugde gaf. Z. M. kwam ten 10} ure aan het pa
leis aan.
De soirée dien zelfden avond'door den kommissavis des ko
nings gegeven kon alzoo slechts laat door Z. M. worden bijge
woond. Eeu aantal autoriteiten en hunne dames, rijk en
smaakvol getoiletteerd, die zich reeds tijdig derwaarts hadden
begeven, verbeidde met verlangen 's konings komst. Z. M.
diegeenc vennoeijenis schijnt te kennen verscheen weinige
oogenblikken na zijne aankomst in de feestzalen die schitte
rend verlicht waren en met prachtige bloemen prijkten. Na
eenige dames te hebben toegesproken heeft Z. M. zich ge-
ruimen tijil onderhouden met den hoofd-ingenietir van den
waterstaat jhr. Ortt, en zich spoedig daarop naar zijne appar
tementen begeven.
Even als den vorigen dag verliet Z. M. zatnrdag morgen
stipt ten 8 ure het paleis, vergezeld van hoogstdeszelfs kom
missaris, den adjudant in buitengewone dienst, de Smit van
denBroecke. en Zr. Ms. gevolg. Deze keer werden de Balans.
Spanjaardstraat. Koe poortstraat, Molenwater, Zuidsingel,
Noordsiraten, Markt en Lange\ ijle doorgereden, om door de
Langevijle poort den Koudekerkschen weg te bereiken. Gelijk
ov eral, zoo waren ook daar versieringen aangebragt en gaven
de meeste bewoners der aan dien weg gelegen buitenplaatsen
waarvan o. a. dat van den heer C. J. Boogaert aller beval-
ligst met bloemen was versierd van hunne belangstelling
blijk, door, niettegenstaande het weder niet zeer gunstig was,
Z. M. aan den weg op te wachten en in het voorbijrijden te
begroeten. Toen men Koudekerke. dat rijk met vlaggen en
groen was versierd, onder het gelui der klok was binnengere
den, werd Z. M. door het gemeentebestuur en den predikant
aan het rijtuig begroef. Dc inuldelburgsche eerewacht. die tot
hiertoe had uitgeleide gedaan, nam afscheid en werd vervan
gen door eene uit die gemeente, bestaande uit 19 leden, bene
vens de lieeren Aarnoutse als kommandant en Heuse als
onder-kommandant. Daarop werd de reis naar Vlissingen
voortgezet, waar het koninklijk stoomjagt De leeuw in de
dokhaven gereed lag om naar het voormalig 4e distrikt over te
steken. Bij de ligplaats van het jagt werd zijne majesteit opge
wacht en gekomplimenteerd door burgemeester en wethou-
ders.den sek ret aris der gemeen te, eenige burgerlijkeen militaire
autoriteiten, terwijl schutterij en garnizoen tevens daarbij
tegenwoordig waren.
Na eenige oogenblikken toevensbegaf Z. M. zich aan boord
van het jagt. Hier voegde zich bij Z. M. en gelenlende auto
riteiten de hoofdingenieur in het 1 le distrikt van den water
staat. jhr. J. R. T. Ortt, en onder het lossen van saliuschoten
van de batterij, van den wal en van Z. M. korvet Prins Mau
rits der Nederlanden, terwijl door de bemanning der verschil
lende oorlogschepen in het wand geparadeerd werd, verliet
het koninklijk jagt den wal. Toen het zich daarvan meer en
meer verwijderde, was het een schoon gezigtd ie inensclien massa
op de wallen en kaden zaamgepakt te zien, wier gejuich hij
het vertrek het geluid der salutschoten schier verdoofde.
Omstreeks een half uur later kwain Z. M. tc Hoofdplaat
aan wal. Ook daar had men zich op Zr. Ms. komst voorbereid,
en behalve groen en eerepoorten en bloemen was er een eere
wacht georganiseerd, de eerste van de velen en daaronder bij
u.tstek net gekleede. welke den koning bij zijn bezoek in dit
gedeelte van Zeeland bij afwisseling zouden vergezellen. Na
door het gemeentebestuur te zijn verwelkomd en in de aan
wezige rijtuigen te hebben plaats genomen, zetten Z. M. en
gevolg de reis voort naar Biervliet, alwaar men te half elf aan
kwam en de burgemeester Z. M. welkom heette. Eene eere
wacht te paard en te voet. de eerste van 48 leden, deleden van
den gemeenteraad, de afdeeling van het metalen kruis, de
predikant en pastoor, benevens eene menigte belangstellen
den waren daarbij tegenwoordig. Z. M. bezigtigde in de eerste
plaats de domeingoederen, waarvan hoogstdenzelven op tee-
keningen de vereischte inlichtingen werden gegeven. Met
klem werd het wenschelijke eener bedijking dier gronden be
toogd en gewe/en op de belangrijke voonleelen welke daar
van worden verwacht. Daarna noodigde Z. M. den predikant,
den heer N. Krom. uit hem te geleiden naar de kerk, waar de
afbeelding van Willem Beukelsz aan de uitvinding van het
haringkaken herinnert en waarheen Z. .VI. gevolgd werd door
de plaatselijke autoriteiten. Na aandachtig cle geschilderde
glazen in (ie kerk te hebben beschouwd en onder geleide des
predikants het overige te hebben in oogenschouw genomen,
verliet Z. M. deze gemeente, onder betuiging van zijne
tevredenheid over de genoten ontvangst, en begaf zich naar
IJzendijke.
liet scheen wel bij den intogt in deze gemeente of men zich
beijverde om bij geene andere achter te blijven in bewijzen
van de ingenomenheid met het vorstelijk bezoek. Althans die
intogt was bijzonder luisterrijk. Omstreeks kwartier vóór
elf uur kwain Z. M. onder het gelui der klokken aan, en
werd ontvangen door de wethouders (de burgemeester, als
zijnde tevens burgemeester van de door Z. M. bezochte ge
meenten Hoofdplaat en Biervliet, bevond zich bij Z. M. en
was reeds vroegtijdig naar Hoofdplaat, vertrokken). Nadat
de wethouder, de heer Benteijn, Z. M. had toegesproken en
de eerewacht aan hoogstdenzelven was voorgesteld, zette de
stoet zich op de volgende wijze in beweging: de eerste helft
der eerewacht, het muziekkorps De harmonie van IJzendijke
met zijne banier, de leden van twee boogschutter ij en met
bogen en pijlen en de banieren, eenige burgers, versierd met
het metalen kruis, de triumfwagen getrokken door vier paar
den, een twaalftal jongentjes, van zes tot acht jaar. gekleed
met wiite broeken, blaauwe kieltjes en roode met oranjelint
versierde mutsjes en oranjesjerpen, dragende voortbrengselen
van den landbouw, een aanial meisjes gekleed in het wit en
de hooiden met kransjes versierd, waarvan eenige strooiden,
andere eene versierde W droegen, Z. M. den koning.'s ko
nings kommissaris, Z. M. adjudant in buiietigewone dienst,
de heer de Smit van den Broecke, en de burgemeester van
IJzendijke, de kommandant en onderkominandant van de
eerewacht ter regter- en linkerzijde van het rijtuig, het gevolg
van Z. M., gezeten in drie rijtuigen en het overige gedeelte
der eerewacht.
De trein nam den weg naar het huis van den heer Benteyn.
op de markt, alwaar Z. M. door de leden van den raad werd
ontvangen.
Hierna werden door den kommissaris des konings. de goe-
verneur van Oost-Vlaanderen en daarna de vice-konsul van
Nederland, de heer A.Grenier, te Gent. die Z. M. namens den
koning van België kwamen komplnnenteren. aan Z. M. voor
gesteld, en door den burgemeester van IJzendijke de leden
van den raad, de geestelijken der protestantsche en roomsch-
katholieke gemeenten, de ontvanger derdirekte belastingen
en die der in- en uitgaande regten, de heer J. A. Bekaai- enz.
Daarna na n Z. M. deel aan een hem door den heer Benteijn
aangeboden dejeuner ?i la fourchette, waarbij door den burge
meester een toast op Z. M. werd uitgebragt, die door hoogst
denzelven werd beantwoord.
De namiddag van dien dag zou in gepaste vreugde worden
doorgebragt, door het houden van volksspelen, de ee.rewacht
zou naar den ring rijden en het bestuur had voor elk dier
spelen een aantal prijzen uitgeloofd.
Wij moeten nog melden dat de heeren de Volder en de ba
ron Hendrix.grondeigenaren te Gent. voor twee hunner hof
steden, welkeZ. M. moest voorbij trekken, fraaije eerebogen
versierd met de hollandsche en belgische vlagden, hadden
doen oprigten, hetgeen een bewijs is dat ook door die heeren
het bezoek van Z. M. in Zeeuwsch-Vlaanderen zeer werd op
prijs gesteld.
Onder het gejuich Leve de koning! en uit enkele vlaam-
sche monden Vive le roi! werd Z. M. ruim 12 ure, vergezeld
van de eerewacht, door de verschillende korporatiëu enz.
uitgeleide gedaan tot aan den grens van het dorp.
Yzendijke verlatende, reed Z. M. door Waterlandkerkje
naar Aardenburg. In beide gemeenten werd Z. M. door het
gemeentebestuur de verzekering aangeboden van de groote
waarde waarop de ingezetenen het koninklijk bezoek schatten;
en het was hier gelijk overal eldersniets was gespaard wat
van eene goede gezindheid kon doen blijken. In de laat
ste gemeente deden zich twee muzijkkorpsen hooren. terwijl
eene eerewacht van ruim zestig ledeo. onder bevel van den
heer de Muijnk, het koninklijk rijtuig vergezelde. Eeneonaf-
zienbare volksmenigte volgde <1 e rijtuigen of ging die vooraf,
terwijl zij met ieder oogenblik aangroeide. Na een-kort op
onthoud werd de reis naar Sluis voortgezet, waar men teil
drie ure onder het gelui der klokken aankwam. De afdeeling
Sluis van het metalen kruis, het korps hoornblazers van het
2e regeinent infanterie, daartoe uit Vlissingen herwaarts ge
komen, een eerewacht te paard, onder ko nmando van den
heer Lakko. benevens het gemeentebestuur en verdere auto
riteiten wachtten Z. M. op den straatweg der gemeente op, t.-n
einde hoogstdenzelven te verwelkomen. Vervolgens stelde do
trein zich in beweging als volgt: eene sektie der tnaréchans-
sée, het korps hoornblazers, de afdeeling Sluis en omstreken
van het metalen kruis, met haar vaandel, de eerste helft der
sluissche eerewacht te paard, aangevoerd door deft eersten
onder-kommandant, met haar vaandel, Z. M. de koning met
hoogstdeszelfs kommissaris en de burgemeester van Sluis, met
den kommandant der eerewacht ter linkerzijde van het rijtuig,
de tweede helft der sluissche eerewacht, aangevoerd door den
tweeden onder-kommandant, den generaal-majoor, bevelheb
ber in de öe militaire afdeeling en het gevolg van Z. M. in
rijtuigen, de leden van het gemeentebestuur en de overige
autoriteiten mede in rijtuigen cn eindelijk weder eene sektie
der maréchaussée. Met afwijking van het vastgestelde pro
gramma werd eerst een bezoek gebragt aan de kantwerk
school „Doet wel en ziet niet om," onder bescherming van
II. M. <ie koningin, alwaar Z. M. d oor eenige leerlingen een
welkomsgroet werd toegezongen. Z. M. betuigde zijne tevre
denheid en onderhield zich eenige oogenblikken minzaam
met het bestuur en enkele leerlingen.
Na afloop van dit bezoek begaf de trein zich in de voorge
stelde orde door verschillende straten langs den Zuiddijk naar