MIDDELBÜRGSCHE
C O R A N T.
r 6i.
Donderdag
1862.
22 Mei.
Editie van woensdag avond 8 ure.
Middelburg 31 Mei.
De feestelijke stemming, die zich in de laatste dagen onder
de ingezetenen van Zeelands hoofdstad vertoonde, werd leven
diger naarmate liet oogenblik naderde, waarop Z. M. de
koning te Middelburg zou aan wal stapper.. Bijna overal
waren ec-repoorten, guirlandes en verdere versierselen aan-
gebragt, en de stad. in feestgewaad gehuld, wachtte inet onge
duld op het uur der aankomst van het vorstelijk sloomjagt.
Reeds vroeg in den namiddag begon zich langs pleinen
en straten, langs kaden en grachten eene volksmenigte te
bewegen, die, niettegenstaande het weder, hetwelk in de laat
ste dagen zoo gunstig was geweest, een ongunstige wending
had genomen, zoo dat voortdurend regenwolken zich over de
stad ontlastten, langzamerhand meer en meer aangroeijende,
eindelijk eene digt opeen gedrongen volksmassa was gewor
den. Ten zes uur gaf de vlag, op den Abdijtorengeheschen,
het teeken dat het koninklijk vaartuig, onder hevel van
den kapitein-luitenant ter zee jhr. J. li. van Capellen, Zr. Ms.
adjudant, waarop Z. M. zich bevond, de Middelburgsche
haven was ingestevend. Omstreeks ter zelfder tijd klaarde
het weder open werd delucht helderder; zelfs kwamen eenige
lang gewenschte zonnestralen te voorschijn.
Een half uur later had het stoomjagt de aanlegplaats in de
kade bereikt en was met een uitbundig gejuich door de aldaar
verzamelde volksmenigte ontvangen. Aan boord bevonden
zich, behalve Z. M, de koning en zijn gevolg, bestaande uit
den generaal majoor graaf van Lijnden, groot officier van
's konings huis, jhr, mr. F. L. W. de Koek, kamerheer en
direkteur van hei kabinet, mr. W. F. baron van Doorn van
Westkapeile, kamerheer, jhr. J. II. van Capellen, adjudant,
en de !e luitenant E. baron van Aylva llengers, ordon-
nance-ofticier. de kommissaris des konings in deze provincie,
de leden van gedeputeerde staten en de bevelhebber in de üe
militaire aftk'thng. <1 je zich reeds des morgens ten 10 uur
van hier naar liet Zijpe hadden begeven om Z. M. bij de aan
komst in Zeeland te verwelkomen, en va» deze plaats naar
Middelburg te begeleiden.
Op de plaats der ontscheping aan den trap voor het Oost-
Indisch huis op de Rotierdamsche kade, waren geschaard de
dienstdoende schutterij unMiddelburg.de eerewacht te paard,
uit 28 leden bestaande, gekommaudeerd door den heer mr.
W. C. M. de Jonge van Ellemeet, in twee afdeelingen, en ein
delijk de leden der 2e afdeeling Middelburg van de.vereeni»
ging Het metalen kruis. Z. M. werd in een daartoe opgeslagen
en versierde tent opgewacht, en door den burgemeester der
gemeente, de wethouders, de leden van den gemeenteraad en
den sekretaris, namens de ingezetenen, met hartelijkheid
verwelkomd. Z. M. beantwoordde de toespraak van het
hoofd des gemeen tcbestuurs met heuschheid. waarop Z. M.
zich in hel daartoe bestemd rijtuig plaatste met den kommis
saris des konings en den burgemeester, en de trein zich naar
het paleis in beweging stelde, onder gejuich der volksmenigte,
en het spelen der klokken. Een peloton van het 2ereg. infan
terie opende den trein, daarop volgde het korps hoornblazers
van dat regenten t hetwelk nu en da neen marsch uitvoerde. Ver
volgeus zag men voorbij trekken de eerste kompanjie der schut
terij en de 2e afdeeling van de vereeniging Het metalen kruis.
Het kollege van gedeputeerde staten had daarop eene plaatsin
den trein ingenomen vóór de eerste helft der middelburgsche
eerewacht, onder den onder-kommanilant mr. W. C. Bursitis.
Nu kwam het vorstelijk rijtuig, dat door de kommandanten
der eerewacht en der schutterij te paard werd begeleid.
Daarop volgde de andere hel it der eerewacht, onuer hun
onder-kommanilant jhr. mr. L. W. A. Schuurbeque Boeije,
de bevelhebber der 5e militaire afdeeling en het gevolg van
L. M. in rijtuigen gezeten, de leden van het gemeentebe
stuur eveneens in rijtuigen en het muziekkorps der schut
terij, dat mede bij afwisseling muziekstukken uitvoerde,
waarop het overige gedeelte der schutterij tien trein sloot.
Vergezeld van eene onafzienbare menigte trok de trein
stapvoets langs de Rotterdamsche kade, de Noordzijde van
den Dam efi den Kortendelft. In den Langendelft gekomen
aan de school voor minvermogenden, hield de trein eenige
oogenblikken stilen werden door de leerlingen dier
school den koning de volgende dichtregelen ten welkomsgroet
toegezongen
Wij telgen uit den nijvren burgerstand,
Wat roept ons zaam tot hulde en eerbetooning?
Als kindren van het eigen vaderland
Begroeten wij vol hoop en vreugd den koning.
Zijn harte klopt ook voor de breede schaar
Uit Godsgestieht en kleine burgerwoning;
Waar hij kan helpen, telt hij geen gevaar
De noodkreet stijg', dan ziet men dra den koning.
Het onderwijs van Neerlands jeugdig kroost
Deelt in zijn gunst, hij schenkt der kunst belooning.
Hij mint zijn volk hij zegent, redt en troost;
Heel Neerland juicht„lang leev', lung leev' de koning!"
Daarop vervolgde Z. M. den togt door het overig ge
deelte van den Langendelft, over de Groote markt, door
de Lange noordstraat, over het Hofplein, door de Wage-
naarstvaat, over de Balans naar de Abdij, alwaar Z. M. de
koning aan het paleis ontvangen werd (ioor den kommis
saris des konings, het kollege van gedeputeerde staten, den
griffier der stnlenden geqeraajjoajopr bevelhebber der 5e
militaire afdeeling, den bitygenieésfe van Middelburg, zij
ner majesteits adjudanten in buitengewone dienst den ge-
pensionneerden vice-admivaal A. J. de Smit van den Broecke
en den schout hij nacht H. Wipff en den heer J. Fransen van
de Putte, lid van de eerste kamer der staten generaal.
De verschillende gedeelten van den trein detileerden ver
volgens voor Z. M., en terwijl thans de tijd van „afdrukken"
is verschenen strekt de feestvreugde, welke zich overal ver-
toont, voortdurend nog ten bewijze dat het gewenschtbezoek
van koning Willem III door de ingezetenen wordt gewaar
deerd.
In de zitting van de tweede kamer der staten generaal van
maandag zijn ingekomen tvvee wetsontwerpen, als: 1. tot
voorziening in het nadeelig slot der begrooting van ontvang
sten en uitgaven wegens den arbeid der gevangenen over
1858, en 2. tot inkoop en amortisatie van rentegevende natio
nale schuld.
Tot rapporteurs zijn benoemd: over het wetsontwerp tot
regeling der pensioenen van protestantsche pvedikanteu en
hunne weduwen, de heeren van Eek, Van Lijnden, van Heiden
Reinestein, van Iioëvell en van Bosse-, over het wetsontwerp
tot onteigening van perceelen voor den aanleg van den staats
spoorweg van Nieuwediep naar Niedorperverlaat. de heeren
Taets van Amerongen, van Ileukelom, Tutein Noltheuius,
Mensouides en van Foreest; over het wetsontwerp tot verlen
ging van den termijn vastgesteld bij art. 8 van de wet op het i
Indisch muntwezen, de heeren Duymaer van Twist, Dumbar,
Storm van 's Gravesaiule, Fransen van de Putteen Dirks;
over het wetsontwerp tot afkoophaarstelling der tienden, de j
heeren Poortman, Meylink, de llaadt, van der Linden en j
Dullert.
Hef eiïulversiiöfg-'is tritgébr over de wetsoutwerpeu tot
onteigening van perceelen voor den spoorweg van Utrecht
naar Kuilenburg en de begrooting der staatsspoorwegen
over 1862.
Wordt besloten den volgenden dag te doen plaats hebben
het opmaken van eene nominatielijst voor de vakante betrek
king van lid van den hoogen raad der Nederlanden en om
vooraf te behandelen de wetsontwerpen: tot verevening dei-
door de algemeene rekenkamer afgewezen betalingen over
I860 en 1801; tot goedkeuring eener provinciale belasting
m Groningen; tot wijziging der begrooting voor de gestich
ten te Ommerschans en Veenhuizen; betrekkelijk de ver
strekkingen door het departement van marine, en de kon-
klusiën over het verslag omtrent de inlichtingen van den j
minister van financiën over eert adres van de kamer van
koophandel te Breda, over de rijkstollen en van het verslag
wegens den verkoop van domeinen en domauiale tienden.
In de zitting van gisteren zijn al de maandag aan de orde
gestelde wetsontwerpen aangenomen. Tevens is opgemaakt
de nominatielijst voor een lid van den hoogen raad dei-
Nederlanden, ter voorziening in de vakature in dat kollege,
ontstaan door het overlijden van den raadsheer mr. P. A. vau
Steenbergen. Daarop komen voor de heeren mrs. J. A. Jolles,
minister voor de hervormde en andere eerediensten, behalve
die voor de zaken der voomsch katholiekenJ. F. Pringle,
advokaat-generaai hij liet provinciaal geregtshof in Gelder
land G. de Vries Az., griffier der staten van Noord-Holland;
M. II. s'Jacob, advokaat te Amsterdam, en A. Oudeman,
raadsheer in het provinciaal geregtshof te Groningen.
Voorts is bepaald dat de in de zitting van 17 april jl. inge
diende begrooiing voor 1802 voor den aanleg van staats
spoorwegen donderdag in behandeling zal worden genomen.
De Nederlandsche handelmaatschappij heeft 22 schepen
bevrachtwaaronder 12 voor Amsterdam. 7 voor Rotterdam,
I voor Dordrecht, 1 voor Schiedam en 1 voor Middelburg,
zijnde het barkschip Commercie-cotupaguie, gezagvoerder
G. J. Bruker.
Uit Vlissingen schrijft men ons heden
„Door den heer burgemeester alhier is gisteren avond op
plegtige wijze aan de eerewacht het vaandel uitgereikt, door
haar bij gelegenheid van het verblijf des konings binnen deze
gemeente te gebruiken-, het muziekgezelschap Apollo had
zicli welwillend hierbij aangesloten om door de uitvoering
van eenige muziekstukken aan de overhandiging meerderen
luister bij te zetten."
Men schrijft ons uit Dordrecht, 18 mei, het volgende,
reeds in een gedeelte van ons vorig nommer opgenomen
„Üe stad is vol van eene gebeurtenis, die niemand verwacht
had. De boekhouder van een bekende firma alhier, die gedu
rende 14 jaar met grooien ijver en onbezweken trouw zijne
patroons gediend heeft, is gisteren morgen ten 12 uur per
boot naar Rotterdam vertrokken, medenemende eene som van
f6500. Eerst's avonds ontdekten zijne patroons den diefstal.
Men vermoedt dat de dader met de boot die ten half twee
naar Londen vertrok is uietlegegaan. De policie is ijverig in
de weer geweest. De telegraaf heeft druk gewerkt. Een dei-
leden der bestolene firma is terstond naar Londen, een ander
naar Calais vertrokken om te trachten den dief op het spoor
te komen en aan te houden. De policie te Londen is nog gis
teren avond gewaarschuwd. Algemeen geloofi-ruea data! die
pogingen ij del zullen worden bevonden."
H. M. de koningin, die vim Parijs hare reis naar Stuttgart
heeft voortgezet, is jl. zaturdag aldaar aangekomen en werd
door haren vader aan het stationsgebouw verwelkomd.
De Staatscourant van gisteren bevat een regeringstelegram,
gedagteekend Buitenzorg 18 april 1862. Het luidt: „Niets
bijzonders."
Tot aandenken aan de plaatsing te Dordrecht van het stand
beeld ter eere van wijlen Ary Schetter, is door den hulpgra
veur aan 's rijks munt te Utrecht, den héér. J. Ph. van der
Keilen, eene medalje van aanzienlijke grootte vervaardigd.
Op de voorzijde ziet men het borstbeeld van den schilder, met
het opschrift„Ary Scheffer.geb. te Dordrecht 17 febr. 17U5.
Overleden te Argenteud iSjunij 1858." Op de keerzijde ter-
toont zich de welgelukte af beelding van het bronzen stand
beeld des ontslapenen, omringd door de woorden: „Standbeeld
onthuld te Dordrecht den S mei 1862."
De kommissie, tot regeling van liet Vile nederJandsch taai
en letterkundig kóngres. hetwelk den 8 september aanstaande
te Brugge zal worden geopend, heeft, bij cirkulaire, de taai
en letterkundigen hier te lande tot bijwoning uitgenoodigd.
In eene vergadering van het Instituut van ingenieurs in
Engeland, den 18 januarij 11. te Londen gehouden, heeft de
lieer E. Olaudereene redevoering uitgesproken over de indij
king van land en den aanleg van zee- en andere dijken. Door
eene vriendelijke hand zijn wij in staat gesteld het volgende
uittreksel uit dat belangrijk st.uk aan onze lezers mede le
deelen.
Sprekende van zeer groote zinkstukken. ten einde gaten :a
dijken of openingen in den bodem van eenigsiroomend water
te digten, en van een bepaald werk, waarbij zgodanig middel
inderdaad was toegepast geworden, zeide de spreker:
„lk moet hier mededeeleri dat rnen in deze zaak zeer veel
aan den heer J. Muller, een lvollandsch ingenieur, verpligt is.
Hij toch had het bestuur over het geheele werk. en heeft door
zijne onvermoeide inspanning het geheele systeem, om met
zinkstukken galen te digten, tol meerdere volkomenheid in
dit land gebvagt. Op verschillende plaatsen van het bedoelde
werk zijn ongeveer vijf en twintig zinkstukken neergelaten,
en daarbij werd geen enkele teleurstelling of mislukking
ondervonden. Men zal hieruit kunnen begrijpen dat dit
gedeelte van het werk. ongeveer twee jaren geleden, door een
hollandsch ingenieur is ingevoerd, en dat men het welslagen
in deze geheel en al aan de bemoeijingen van den genoemden
heer J. Muller verschuldigd is." SCoomposi
Wij hebben in der tijd medegedeeld dat in eene koivespon-
dentie van L'étoile beige als steller van de utrechtsche petitie
met betrekking tot huwelijksplannen van den prins van
Oranje, genoemd werd de hoogleeraAi- Vreede. Thans vinden
wij in het nommer van gisteren een brief van genoemden
hoogleeraar, waarin hij dit ten stelligste ontkent, evenzeer als
het hoofdredakteurschap der Utrechtsche courant, hetgeen
ook trouwens door niemand werd geloofd, doch in bedoelde
korrespoudentie aan hem is toegeschreven. De hoogleeraar
eindigt zijn brief met de volgende woorden „ik vergenoeg mij
slechts nu en dan in dat blad (de Utrechtsche courant) mijne
gevoelens te openbaren en inet tnijn naaiuteekening daaron
der aan alle vroegere, tegenwoordige en toekomstige ministe-
riën vrijuit te zeggen wat ik als waarheid beschouw."
Rcnocuaingeiii cn besluiten.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der direkte belas
tingen en akcijnsen te Spanbroek c. a. de heer W. Ivlaassen,
thans kommies ter direktie van de direkte belastingen, in- en
uitgaande regteti en akcijnsen te Middelburg; tot ontvanger
der in- en uitgaande regten te Veenebrugge de heer C. van
Boekeren, thans in de zelfde betrekking te Knalhuttetot
ontvanger der in- en uitgaande regten en akcijnsen te. Knal
hutte de heer II. J. Calkoen, thans kommies der 2e klasse
van 's rijks belastingen in Gelderland; tot ontvangers der
direkte belastingen en akcijnsen te Oudenbosch c. a. de heer
J. B. de Plonnies, thans in de zelfde betrekking te Prinsen-
hage, en te Nieuwer Amstel c. a. de heer A.Hoogeveen, thans
in de zelfde betrekking te Beverwijk.
Marine en leger.
Ten gevolge van Zr. Ms. besluit van den ÏS dezer wordt het
te Willemsoord liggende sehroefstoomsehip der 1c klasse
Zoutman met den 16 junij aanstaande in dienst gesteld, aan-