toekomst tegen gaat, en dat, bij de onvermijdelijke wijziging,
welke de staten-inrigting van Europa te geraoet gaat, Neder
land eene uitbreiding zijner grenzen te wachten heeft door de
aanhechting der vlaamsch-sprekende gewesten van België en
het zoogenaamde Oost-Friesland. Nederland moet, volgens
Napoleons oordeel, een magtig rijk van den tweeden rang
worden, dat,naauw aan Frankrijk verbonden, een bolwerk zou
kunnen opleveren tegen aanmatiging van Engeland. Ook met
betrekking tot onze koloniën, wier voortdurend bezit de napo
leontische staatkunde zou wenschen te waarborgen, stelt deze
voor Nederland het wensohelijke dier alliantie vast, enhet
schijnt dat onze koning deze plannen niet zoo zeer onmo
gelijk acht, van wier uitvoering alleen sprake kan komen
na den dood van koning Leopold, wiens vlaamsche onder
danen, in dagbladen en vergadering, reeds iederen dag
op het wensohelijke eener vereeniging met Holland wor
den opmerkzaam gemaakt. Met die plannen in verband
staat een naauwe vereeniging van het huis van Oranje
niet eene prinses der napoleontische dynastie, en de keuze
viel toen op prinses Murat, eene schoone en verstandige
vorstin, welke daarenboven tot de hervormde godsdienst be
hoort, zoo dat het religie-bezwaar, tegen elke andere prins
ses uit de famielje Bonaparte, vervalt. En nu zegge men niet
dat huwelijk is opgegeven. Neen, er is nog altijd sprake van,
en de ten hove wel onderrigte lieden zullen zeggen datde
jonge prinses uren lang bij onze koningin heeft doorgehragt,
die haar al lagchende reeds eenige volzinnen leerde der
schoone taal van het volk, waarover zij eenmaal kan geroe
pen worden koningin te zijn.
„Voor de verloving en de mededeeling aan de staten gene
raal, wier toestemming de prins volgens de grondwet behoort
te vragen, zou prinses Murat ons hof en onze voornaamste
steden echter bezoeken, en men twijfelt niet of eene nadere
kennismaking met de prinses zal bij onze landgenooten alles
weg nemen, wat nog riekt naar vooringenomenheid tegen
deze echtverbindtenis, zoo dat men ook niet aan eene goed
keuring di i echtverbindtenis door de staten generaal twijfelt.
„C'est un ange," zei de grootmeesteres onzer koningin dezer
dagen tot iemand, die haar over de prinses onderhield.
„Na het bezoek van Napoleon op het Loo. zal prinses Mu
rat zich dan ook metprinsés Mathildonaar 's Ilage begeven
en vier of vijf weken bij ons ten hove doorbrengen. Geschiedt
dit, dan zal het eerst later blijken dat ik goed zag."
Bij de verkiezingen van leden voor de provinciale staten in
het hoofdkiesdistrikt Zierikzee, waarvan wij den uitslag reeds
in ons vorig nomtner hebben medegedeeld, zijn, behalve de
reeds genoemden, het meest in aanmerking gekomen de heeren
W. F. del Catnpo genaamd Camp met 1U0, J. M. Locker de
Bruijne met Gó, K. Hocke Hoogenboom met 46 en II. A. van j
1 Jsselsteyn met 41 stemmen.
In het hoofdkiesdistrikt Goes hebben van rle 9G7 stemge-
regtigden482 biljetten uitgebragt,waaronder 1G van onwaarde.
Blijkens de opgave in ons vorig nominer zijn al de aftreden-
den herkozen. Voorts hebben stemmen bekomen de heeren
mr. C. van Citters 12, P. 1. Buteux 10. J. A. A. Fransen
van de Putte 9, mr. de Knokke van der Meulen 8, mr. C. P.
Lenshoek 7. C. C. van den Bosch 6, mr. J. II. de Laat de
Kanter G, W. J. Janssen en J. H. L. Vader beide 5. Overi
gens kregen 3 personen ieder 4, 3 ieder 3, il ieder 2 en 30
ieder 1 stein.
Te Tholen, waar moesten aftreden de heeren M. W. J. de
Visser eu jhr. F. O. de Casembroot, zijn beide aftredenden
herkozen.
In bet hoofdkiesdistrikt Sluis, waar aan de beurt van aftre
ding waren de heeren I. C. O. Benteijn, mr. J. E. Risseeinv en
C. Schout Velthuvs, zijn uitgebragt 318 stemmen, waarvan 3
van onwaarde, zoo dat het getal geldige stemmen blijft 315en
de volstrekte meerderheid 158. Herkozen zijn (ie heeren
I. C. O. Benteijn met 205, mr. J. E. Risseeuw met 212 en C.
Schout Velthuys met 165 stemmen.
Voorts bekwamen de heeren A. B. Carpreau 91. J.M. Hen-
nequin 40, D. Bekaar 24 en M. M. Meijer 10stemmen, terwijl
nog eenige personen 1 tot 6 stemmen erlangden.
In het hoofdkiesdistrikt Hulst, waar aftraden de heeren dr.
II. J. van Eek, mr. J. P. Dronkers, mr. F. van Deinse en i
dr. L. H. Janssen, zijn 283 biljetten ingeleverd, waarvan 12
van onwaarde. Van de 271 overblijvende geldige stemmen
bekwamen de heeren mr. H. J. van Eek 247, uir. F. van
Deinse 246, mr. J. P. Dronkers 240 en dr. L.H.Janssen
221 stemmen, zoo dat de aft red en den allen zijn herkozen.
Voorts bekwamen de heeren II. J. van den Berghe 9, J.
Vereecken 5 en A. A. Vermaridel 3 stemmen, terwijl de ove
rigen over 38 personen waren verdeeld.
Door de provinciale geneeskundige kommissie in Zeeland
zijn geëxamineerd en bevorderd tot plattelands heelmeesters
de heeren \Y. de Bruyne en M. J. Bybau.
De gemeenteraad alhier heeft in zijne heden namiddag
gehouden zitting de voorwaarden behandeld tot verpachting
van het regt voor het ophalen van den beer, ascli en vuilnis,
in de adressen te dien aanzien door eenige ingezetenen inge
zonden. Met het oog op die adressen zijn de volgende voor
stellen van burgemeester en wethouders, in overleg met de
kommissie ad hoe, aangenomen
1. Geene betaling van de ingezetenen te vorderen voor het
zich in den put bevindende water, en alzoo te doen vervallen
de bij vroeger raadsbesluit gemaakte bepaling dat voor elke
kar. welke door den pachler van den beerput wordt wegge
haald, 50 cent door de ingezetenen zal moeten worden be
taald;
2. voortaan eerst den beerafzonderlijken daarna te zatnen
met de asch en vuilnis te verpachten
3. den pachter van den beer de verpligting op te leggen
om, des noodig, bij liet ledigen der putten een door het ge-
meentebestunr aan te wijzen persoon als opzigter aan te stel- I
len, zoo dit door de ingezetenen wordt verlangd, als waarborg
voor eene goede orde bij de uitvoering van bet nachtwerk
4. hem, die zulk een opzigter bij het ledigen vjm den put
verlangt, aan dezen f 1 te doen betalen, onder verpligting om
daarvan 24 uren te voren aan het bureau van policiekennis te
geven
5. de nadere goedkeuring van den raad in te roepen nadat
de verpachting eerst afzonderlijk en daarna te zamen zal
hebben plaats gehad;
G. Den rekwestranten kennis te geven datde raad aan hun
verlangen heeft voldaan.
Een voorstel van een der leden bij de behandeling van het
kontrakt der verpachting (strekkende om bij het ruimen van
sekreten of riolen de specie reukeloos te doen maken, door
middel van gloorkalk, gelijk zulks o. a. in Utrecht plaats
vindt, waarvan de kosten worden berekend tegen 75 cent per
put van minder dan 20 ton en tegen f 1,50 per put van meer
dan 20 ton) wordt aangemerkt als een policie-maatregel,
waarop eerst bij de herziening van het policiereglement zal
kunnen worden gelet. Met het oog op het wenschelijke eener
zoodanige bepaling is echter besloten bij het kontrakt den
pachter de verpligting op te leggen, om bij eventuele te maken
gezondheidsbepalingen ten opzigte van het ruimen van den
beer de ingezetenen daarin behulpzaam te zijn, het zij zulks
als een maatregel der policie^, of vrijwillig geschiedde.
Voorts is onder anderen ingekomen eene missive van de
firma Robbé eomp., waarbij zij verklaart het ontwerp-kon-
trakt voor de gasverlichting goed te keuren, behoudens eene
wijziging in de redaktie van art. 1waaraan is voldaan. Dit
kontrakt zal alzoo geteekend en tergoedkeuring aan gedepu
teerde staten worden opgezonden.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is ont
vangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage: een tabella
risch overzigt van den handel van Bremen, gedurende 1861.
Door de te Goes gevormde kommissie is ten behoeve van
het ongelukkige Enschede* ongeveer f500 gekollekteerd.
Uit Zuid-Beveland schrijft men ons 1 5 dezer
„De werkzaamheden aan het kanaal door dit. eiland wor
den tusschen Vlake en den postweg nog sieeds op eene kleine
schaal voortgezet. De ongeschiktheid van den grond houdt
aan. Met de graving der waterleidingen die door de Breede
watering naar de in de nahijheid van Hanswest gelegd wor
dende suatie-sluis gemaakt moeten worden, zal men. naar het
schijnt, vooreerst nog geen begin kunnen maken. Hoewel de
gronden daartoe reeds zijn aangekocht is men het echter over
den koopprijs niet eens, en moet men erkennen dat het, èn
vroeger èn nu niet zeer voorspoedig gaat.
„De werkzaamheden aan bovengenoemde sluis zijn zoo ver
gevorderd dat men eerstdaags met. het metselwerk een aan
vang zal maken."
Uit Zierikzee schrijft men ons 15 dezer:
Bij de laatste veyhuvitig dci^ staats-visscherijen onder
Oudetonge en Herkingen werd daarvoor als jaarlijksche
huurprijs, voor den tijd van twaalf jaren, uitgeloofd de zeer
aanzienlijke som van f1700. Als men hierbij in aanmerking
neemt dat voor de laatst vorige 12 jaren f360 'sjaara en voor
de daaraan voorafgaande 20 jaren slecht f 40 per jaar als huur
is besteed, dan mag wel met regt gezegd worden dat de oester-
handel zeer in bloei is toegenomen, gelijk deze ook een bron
van welvaart is voor de gemeente Bruinisse, alwaar de huur
ders wonen."
Te Enschedé is men thans druk bezig met het om\ er halen
der muren, terwijl alle inwoners voorloopig onder dak ziju
gebragt, op eene wijze zoo als dit in de bestaande omstandig
heden het best kon geschieden. Velen inogt het gelukken bij
famielje of vrienden eene schuilplaats te vinden en in menige
kleine woning zijn vier a vijf gezinnen te zamen gehuisvest.
Volgens de Zwolsche courant bestond Enschedé tijdens de
volkstelling op 31 december 1859 uit: bewoonde huizen 798,
onbewoonde huizen (waaronder de publieke gebouwen, de
meeste fabrieken, stallen, pakhuizen enz.) 134, tezamen 932
hiervan zijn door den brand geheel vernield bewoonde hui
zen 675 en onbewoonde huizen 116, te zamen 791dus over
gebleven 1 11. Er is alzoo vernield I7/2Ü van de stad.
Het gedeelte binnen de gracht, uitmakende 362 gebouwen
(285 bewoonde en 77 onbewoonde) is geheel verwoest. Onder
de groote en publieke gebouwen die vernield zijn behooren
het raadhuis, 4 kerken. 4 scholen, 1 weeshuis, ruim 20 fabrie
ken. Onder de behoudene behooren de gasfabriek, de groote
katoenspinnerij, een vijftal andere fabrieken, het huis van
bewaring, de bewaarschool. De pander., weike als verbrand
zijn opgegeven, zijn zonder uitzondering geheel uitgebrand.
De vlammen hebben letterlijk niets, wat voor vernieling vat
baar was, gespaard.
Z.K.II. prins Frederik heeft f1000 voor de noodlijdenden
van Enschedé naar Zwolle gezonden.
JHariue en leger.
Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Zeeland, onder bevel
van den kapitein ter zee G. Fabius, zal waarschijnlijk in het
begin van junij van Curasao vertrekken en dus niet, zoo als
in de Nieuwe rotterdamsche courant wordt gemeld, binnen
weinige dagen te Vhssingen binnen komen.
Staten generaal.
Wetsontwerpen.
Afkoopbaarstelling der tienden,
Alle vóór de invoering van het burgerlijk wetboek geves
tigde schuldpligtigheid van tienden of van eenige andere
evenredige hoeveelheid van vruchten, het zij in deze, het
zij in geld te voldoen, is, al ware het tegendeel bedongen,
op de vordering van den pligtige af koopbaar (art. 1). De
schuldpligtigheid, welke zich als een geheel over zekere op
pervlakte uitstrekt, of die, hoezeer op onderscheidene gron
den gevestigd, een geheel uitmaakt, is, tenzij de heffer met
gedeeltelijken afkoop genoegen neme, slechts afkoopbaar
voor het geheel, op de vordering der pligtigen, die te zamen
meer dan de helft bezitten van de gronden aan de schuldplig
tigheid onderworpen. In dit geval treden deze in de plaats
des heffers over die gronden, van welke de schuldpligtigheid
niet is afgekocht (art. 2). Bij gebreke van overeenkomst tus
schen schuldpligtige en heffer, bestaat de af koopprijs in het
twintigvoud van de jaarlij ksche opbrengst. Tot maatstaf
daarvan strekt de gemiddelde zuivere opbrengst der vijftien
laatste jaren, na aftrek der twee voordeeligste en der twee
nadeeligste. De waarde der jaarlijksche opbrengst wordt be
paald doorde verpachtingen over die jaren na gelijken aftrek,
en bij gebreke van verpachtingen, door de landelijke markt
prijzen der laatste tien jaren door elkander gerekend. Kan
de waarde aldus niet worden bepaald, de afkoopprijs wordt,
na verhoor van deskundigen, vastgesteld door de arrondisse-
ments-regtbank, onder wier gebied de met schuldpligtigheid
belaste grond of het voornaamste deel daarvan, naar het ka
dastraal inkomen berekend, is gelegen (art. 3). Deregten der
hypotheekhouders op het af te koopen regt worden door ver
schillende bepalingen gewaarborgd (.artt. 422). Deze wet
treedt in werking op den 1 januarij 18G3 (art. 23.)
Regeling van de pensioenen der predikanten
en van hunne weduwen.
Art. 1. Ten laste van den staat wordt pensioen verleend
aan predikanten, die aanspraak hebben op de van landswege
verzekerde inkomsten, en aan de weduwen dier predikanten.
De predikanten, bij deze wet bedoeld, zijn de leeraars van
het hervormd kerkgenootschap (waaronder behooren zoo wel
de waalsche de presbytcriaansch- engelsche en de schot-
sche, als de nederduiische hervormde gemeenten), voorts die
der evangelisch-luthersche, der hersteld evangeliseh-Iuther-
sche, der reuionstrantsche en der doopsgezinde gemeenten.
Art. 2. Het pensioen regelt zich naar het aanzien der
standplaats, in verband met het zielental der kerkelijke ge
meente. De kerkelijke gemeenten worden dien overeenkom
stig in zes klassen verdeeld. Het pensioen bedraagt voor de
predikanten in gemeenten dereerste klasse f ISOU. der tweede
f 1600, der derde f 1400, der vierde f 1200, der vijfde f 1000,
der zesde f 800.
Art. 3. Tot de eerste klasse behooren de nederduitsche her
vormde gemeenten te Amsterdam, 's Gravenhage en Rotter
dam.
Tot de tweede klasse behooren de nederduitsche hervormde
gemeenten te Utrecht, Leiden en Groningen, benevens de
waalsche. de presbyteriaansch-engelschede schotsche, de
evangelisch-luthersche, de hersteld- evangelisch-huhersche,
de reuionstrantsche en de doopsgezinde gemeenten te Am
sterdam, 's Gravenhage en Rotterdam.
Tot de derde klasse behooren de nederduitsche hervormde
gemeenten te Leeuwarden, Zwolle, Deventer. Arnhem. Haar
lem. Dordrecht, Delft en Middelburg, benevens de waalsche
presbyteriaansch-engelsche, de schotsche, de evangelisch-
luthersche, de hersleld-evangelisch-luthersclie, de reuion
strantsche en de doopsgezinde gemeenten ie Utrecht, Leiden
en,Groningen.
Tot de vierde klasse behooren de nederduitsche hervormde
genieenten te 's Hertogenbosch, Maastricht, Harlingen. Sneek,
Kampen, Nijmegen, Zutphen, Amersfoort, Hoorn. Alkmaar,
den Helder, Schiedam, Gouda, Gorinchem, Vhssingen en
Breda, benevens de waalsche, de presbyteriaansch-engelsche,
de schotsche, de evangelisch-luthersche. de hersteld-evange-
lisch-luthersche, de reuionstrantsche en de doopsgezinde ge
meenten te Leeuwarden, Zwolle, Deventer, Arnhem, Haar
lem, Dordrecht, Delft en Middelburg.
Tot de vijfde klasse bebooren al de kerkelijke gemeenten
welke niet vallen in eene der vorige klassen en waar de dienst
waargenomen wordt door twee of meer predikanten, bene
vens de waalsche, de presbyteriaansch-engelsche, de schotsche,
de evangelisch-luthersche, de hersteld-evangelisch-luthersche,
de remonstrantsche en de doopsgezinde gemeenten te 's Her
togenbosch, Maastricht, Harlinge Snoek, Kampen, Nijme
gen, Zutphen, Amersfoort, Iloorn, Alkmaar, den Helder,
Schiedam, Gouda, Gorinchem, Vlissingen en Breda.
Tot de zesde klasse behooren alle overige kerkelijke ge
meenten.
Art. 6. De predikanten hebben regt op het volle pensioen,
wanneer zij den leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en min
stens 40 dienstjaren lellen.
Art. 7. Aan predikanten kan ook pensioen worden toege
kend wanneer zij na vijfjarige dienst, ten gevolge van ziels-
of ligchaamsgebreken, buiten staat zijn hunne betrekking
naar eiseb waar te nemen.
De vijfjarige diensttijd wordt niet gevorderd wanneer de
ongeschikiheid tot waarneming der betrekking van predikant
een gevolg is van wonden of gebreken, bekomen in of ter
zake van de uitoefening hunner betrekking.
Het pensioen bedraagt in de bij dit artikel bedoelde geval
len 1/10 van het volle pensioen voor elk ten einde gebragt
dienstjaar, evenwel met dien verstande, dat het nooit minder
zij dan van liet volle pensioen.
Art. S. Predikanten, die, ten gevolge van maatregelen van
bestuur, hetzij van liet burgerlijk, hetzij van het bevoegd
kerkelijk gezag uitgegaan, buiten hun toedoen ontslagen
worden, genieten een pensioen (wachtgeld) ten bedrage van
van het volle pensioen voor elk volbragt dienstjaar, even
wel met dien verstande, dat dit pensioen (wachtgeld) nooit
minder zij dan het halve en nooit meer dan het geheele volle
pensioen.
Art. 10. Alle aanspraak op pensioen gaat verloren 1. wan
neer de predikant, behalve in de gevallen van de artt. G en 7,
op eigen verzoek wordt ontslagen 2. wanneer hij zijne be
diening eigendunkelijk nederlegt; 3. wanneer het ontslag
niet eervol is; een en ander behoudens het bepaalde bij de
artt. 11 en 12.
Art. 11. Voor den predikant, die, na op eigen verzoek eer
vol ontslagen te zijn geweest, later wederom wordt beroepen,
zijn de diensten vóór het ontslag en na de herplaatsing bewe
zen gelijkelijk geldig.
Art. 12. Voor den predikant, die zijne bediening eigen-