MIDDELRURGSCHE COURANT. r 55. Donderdag 8 Mei. 1862. Editie vail woensdag avond 8 ure. middelburg 7 Mei. In de maandag gehouden zitting van tie tweede kamer der staten generaal is het wetsontwerp houdende „bepalingen omtrent den akcijns op het hinnenlandseh gedistilleerd" niet algemeene stemmen aangenomen. Deze wet heeft gedurende vier jaren een onderwerp van schriftelijke behandeling tjis- schen de opvolgende ministers van finnnc.ëtt en de kamer uitgemaakt; zij is geheel van technecium aard en treedt in de biizonderhedeti van het bedrijf van tien brander, zoo dat voorzeker weinigen als deskundigen over dit onderwerp het woord konden voeren. De heer Mackay had dan ook wel eenig bezwaar tegen den omslag en de vele formaliteiten, ver gezeld gaande bij de heffing en het toezigt. maar nam de wet aan. in vertrouwen op de regering. Wij gelooven dat bij der gelijke onderwerpen wel niet anders kan geschieden en hopen het beste van de werking der nieuwe bepalingen, waarbij zoo veel mogelijk aan de bedenkingen der belanghebbenden is te gemoet gekomen, hoezeer elke akcijns drukkend is en met formaliteiten gepaard gaat, zoo als de minister te regt op merkte. Voorts is nog door de heeren Mackay. Cool en Dirksover enkele punten gehandeld, als: de maatregelen te nemen tegen het ontduiken van akcijns bij uitvoer uit de gemeenten, waarbij restitutie plaats heeft; de weiiscliehjkhcid van ver hooging van den akcijns bij gelegenheid van eene algemeene herziening van het belastingstelsel en over het algemeen maken van den akcijns in alle gemeenten. De minister wees er te regt op dat al die punten bij deze wet niet te regelen waren. Over de artikelen is weinig gesproken. Enkele amende menten zijn door de heeren Poortman. Westerhoff en Heems kerk Az. voorgesteld, waarover dit* heeren met denbeer va Bosse en den minister het woord voerden. Een paar wijzigin gen van ondergeschikt belang weiden daardoor in de wet gehragt; de tne.ste artikelen werden met hamerslag aange nomen. In deze zitting is ingekomen eene aanbevelinglijst van den hoogen raad der Nederlanden, ter voorziening in de vaka ure van een lid in dat kollege, ontstaan door het o\erlijden tan den raadsheer mr. P. A. van Steenbergen. Die lijst behelst de volgende namen1. mr. H. van Log- hem. regt er in de regt bank te Deventer; 2. J. F. Prmgle, advokaat-generaal bij liet provinciaal gereglshof m Gelder land; 3. mr. J. A. Jolles, minister voor de hervormde en andere eerediensten behalve the v oor de zaken der roomseh katholieken 4. mr. G. de Vries Agriffier der staten van 1 Noord Holland 5. mr. M. II. s'Jacob, advokaat te Ainsier- dam. en (i. mr. A. Ouden.an. raadsheer in het. piovmeiaal ge- regtshofin Groningen. De dag der nominatie zal later bepaald worden. Tot rapporteurs over de wet tot emancipatie der slaven in West-Indië zijn door de afdeelingen benoemd de heeren IIu- genholtz. Del prat. Cool. Mackay en Dullert. Voorts zijn ingekomen eenige petitiën, o. a. van mr. P. J. Schillemans, advokaat te Amsterdam, houdende eene nadere toelichting van zijn adres aan de kamer over de uitzetting van den graaf d'Hombres. naar aanleiding van de inlichtingen door den minister van justitie aan de kamer gegeven. Voorts is bepaald dat donderdag ten II ure beraadslaagd zal worden over de wetsontwerpen1. tot onteigening van perceelen ten behoeve van de verbreedmg der Pompenstraat te Maastricht; 2. tot verbooging van hoofdstukVJJJ (marine) der staatsbegrooting voor IS61 (loodsgelden); 3. tot onteige ning van perceelen voor den aanleg van stralen te Rotterdam; 4. tot onteigening van perceelen ten behoeve van den aan leg van een kaunal van Apeldoorn naar Dieren, en 5. tot onteigening van perceelen ten behoeve van den aanleg van den spoorweg van Leiden naar Woerden. Eindelijk is hei eindverslag over de definitieve begrooting van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) ter tafel gehragt. over welk wetsontwerp de dag der beraadslaging nader zal bepaald worden. „Een konstitutioneel koningschap en een nationaal stam huis is voor Nederland een eerste behoefte. Onze vaderland- sche geschiedenis wijst er op. hoe ons land gevaar loopt door allerlei partijschappen verdeeld te worden.wanneer er niet een krachtige algemeene koninklijke magt is. die hoven alle par tijen verheven is. Waar een koning, die de meest duidelijke bewijzen gegeven heeft, dat hij het vaderland bemint en dat hij een levendig belang stelt in den landbouw, handel en industrie, hei land bezoekt, is het een heugelijke gebeurtenis, dat hij wederkeerig alom de bewijzen inoogst van verknocht heid aan zijne regering. „Men biijve echter ook hier binnen de palen van hetgeen opregte waardering zijn kan. Wanneer dagbladen, die de koninklijke magt willen handhaven, te overdreven lof uit galmen krijgt het overdrevene vaak eene nadeelige werking. Onze landaard is naar zijn aanleg burgerlijk, eenigzins repu- blikeinsch. Wil men de koninklijke magt in waarheid ver heffen. dan moet men het doen'door den koning te verheffen als hoofd van een vrij volk. Overdreven artikelen, die meer een napoleontische}) of pruissischen monarehalen geest ade men, dan een opregt hollandschen, zullen eer het koningschap verzwakken dan versterken. Deze woorden, die wij in het vclkshlad van donderdag 11. aantroffen, en waarmede wij ons volkomen kunnen vereeni gen. drukken gedachten uit.welke ons ook vooral in de laatste dai'en dezer maand voorden geiV. zullen staan. De Staatscourant van gisteren bevat de officiële bekendina- j king dat. Z M. op den 22 dezer in het gouvernementsgebouw j alhier audiëntie zal verleenen van des voormiddag* 9i tot des namiddags 1 ure. De inschrijvingslijsten tot toelating liggen aan voornoemd gebouw ter teëkening van heden tot den 21 des namiddags ten 4 ure. De heer mr. Adriaan Jodocusvan Deinse heeft gisteren in de zitting van het provinciaal geregtshof in Zeeland (burger lijke zaken) den eed afgelegd als advokaat. In de Staatscourant van gisteren leest men het volgende berigt: „Z. M. de koning vertrekt den 0 mei naar Parijs, om er tot den 11- te verblijven. De reis heeft geen ander doel dan het brengen van een bezoek aan HH. MM. den keizer en de keizerin der franschen, gedurende het verblijf van H. M. de koningin aldaar." Naar men ons mededeelt, zou keizer Napoleon besloten hebben, op liet einde der maand junij oj) liet Loo een tegen bezoek te brengen aan Z. M. den koning. Of de keizer ook in de residentie zou komen, moet nog niet heslist zijn. {Nieuw Da ij blad van 's Gravenh.) Een regeringstelegram, gedagteekend Batavia 31 maart, luidt: „Nietsnieuws." Van tijd tot tijd vindt nier. in sommige dagbladen den twij fel opperen, of de japansche gezanten ons land wel zullen be zoeken-. men maakte er zelfs den minister van buitenlandsche j zaken een verwijt van dat deze niet aktief genoeg gehandeld l had. Nu weder wordt in een dagblad gemeld, dat de heer Hoff- I mmin naar Parijs is geweest, ten einde de gezanten uit te noo- j digen, ook Nederland te bezoeken. Het een zoo wel als bet ander is ten eenenmale onjuist, j Reeds meer dan zes maanden geleden, heeft onsgoevernement officiële rnededeeltng ontvangen, dat een japansch gezant- j scha]) naar Europa zou vertrekken en bij die gelegenheid ook Nederland zou bezoeken. De heer IJoft'man» is naar Parijs vertrokken, maar met een wetenschappelijk doel. Hij heeft zich met het gezantschap in betrekking gesteld en met de leden gesproken. Ook is hij in de gelegenheid geweest van dienst te zijn, door voor het fransch goevernement eenige stukken te vertalen. Als tolk heeft hij echter niet gefungeerd. Gelijk reeds gemeld is, zal het gezantschap te 's Hage zijn intrek nemen in het Hotel Bellevue, 't welk geheel tot ont vangst der ambassade wordt ingerigt. Dogblvan Zuid-Holl. en 's Gravenh.) tate. woorden van S. J. van den Bergh, muziek van F.Böhme, zullen uitvoeren repeteren druk. Invitatiekaarten totb., woning der plegtigbeid en toegangsbiljetten tot de afgesloten ruimte worden rondgezonden. De vlaggen ziet men voor den dag halen om de woningen te versieren. De houten loods rondom het beeld js reeds weggevallen en het standbeeld vertoont zich nu, gehuld in een helder wit kleed.datechter de vormen be hoorlijk doet onderscheiden. Toebereidselen worden gemaakt tot het officieel diner, dat luisterrijk belooft Ie zijn. en waarop <loo de hoofd kommissie n tseenoothgd zijn. de k ommissaris des konings in de provincie Zuid-Holland, hurgemeester en wethouders, de heeren Renan. Majohn, de leden der subkoin- missiën uit verschillende plaatsen, enz. enz. Men rekent op ongeveer 100 gasten. Degenen die, in welke betrekking ook, een toegang hebben op het beursplein, kunnen er tegen beta ling van f 10 aan deel nemen. „Het artikel der policie-verordening, hetivelk verbiedt dronken op straat zich te vertoonen of vuurwerk af te steken, is buiten werking gebeld op den 8 mei. „In alle hólels zal open tafel na afloop der volksvermake lijkheden gehouden worden. Uit het zoo even a 10 cent ver- kriigbaar gestelde feestprogramma deel ik ten besluite het volgende mede ,,'s Morgens 11 ure. Ontvangst der leden van de subkom- missien uit Parijs. Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, Leiden, Haarlem. Utrecht, Arnhem enz., alsmede van de kom missiën uit verschillende genootschappen buiten de stad in den schouwburg in de Wijnstraat, van waar zij ten 11 uur naar de plaats der onthulling worden geleid. „Ten 12 ure. Onthulling van het standbeeld, a. Feest- ouverture voor harmonie, b. Feest-cantate voor mannenkoor, woorden van S. J. van den Bergh. muziek van F. Böhme c. Redevoering van dr. Veder. d. Onthulling en overgave van het beeld aan het gemeentebestuur. „Ten 2 ure. Volksvermakelijkheden op de schuttersweide, bestaande in zakloopen, mastklunmen en ringsteken. „Ten r> ure. Feestmaaltijd in de Harmonie. ,,'s Avonds ten 8 ure. Soire'e musicale et dansante in de societeu de Harmonie, toegankelijk ook voor alle feestgenoo- ten met hunne dames. De muziek uit te voeren door de jl- terdauische kapel. „In andere sociëteiten eveneens soirees musicales en bah. „Het standbeeld zal lusschen 10 en 11 ure bij tusschenp jj- zen door bengaalseh vuur worden verlicht." Het Handelsblad van Antwerpen deelt het volgende mede: Dezer dagen zijn twee belangrijke ontdekkingen omtrent onzen ouden vlaamschen dichter Jakob van Maerlantgedaan. Men h eeft vooreerst fragmenten gevonden van den Spieghel historiael, uit welke blijkt, dat Maerlant zelf van dit werk niets meer heeft geschreven dan hetgeen in het manuskript van 's Gravenhage voorkomt, namelijk deeerstepartije.de derde partije en de drie eerste hoeken der vierde. De tweede partije werd gedicht door zekeren Philip Utenbroek. van Damme, welken Maerlant. uit vrees zijn werk. om zijnen hoo gen ouderdom, niet te kunnen voltooijen, hiermede belastte. Niet alleen de vijfde partij, zoo als men liet tot heden wist, maar ook de laatste boeken der vierde zijn aan den brabander Lodewijk van Velthem te danken. Van Vel them droeg zijn werk in] 314op aan vrouwe Marie van Berlaer uit het adellijk huis der Berhouts. van Mechelen, welke Marie van Berlaer bij Antwerpen woonde. De ontdekte fragmenten van den Spieghel historiael zijn zeker hoogst belangrijk doch niet min gewigtig is de andere vond. Llekend is de latijnsche vertaling van den Wapen Mar- t ij lidoor Jan Bukfilaere (uitgegeven in het Vaderlandseh museum \ati professor Serrure); maar nu is er eene fransche vertaling insgelijks in rijm te voorschijn gekomen. De archi varis van Brugge vond aanzienlijke fragmenten van eenen zeer ouden druk dier vertaling. Hij haalde ze uit den rug van oude stedelijke registers, waarin zij bij het inbinden vóór een paar eeuwen geplakt waren. Men schrijft ons uit Dordrecht G mei „Overal worden toebereidselen gemaakt tot opluistering van het feest van S mei aanstaande. De zangers die de feest-eau- Mer. schrijft ons, onder dagleekening van G mei, het vol gende over de tentoonstelling van schilderijen en andere kunstwerken te Rotterdam „Een blik op het laatste blaclzijdje va» den katalogus doet zien, dat het aantal stukken minder is dan wij ui de laatste jaren op onze tentoonstellingen gewoon zij tl. Men vindt er namelijk even 5UU vermeld, dat twintig jaren geleden een hoog cijfe r zou zijn geweest, doch tegenwoordig middelmatig is. Nu weten wij zeer goed „n.et wat veel is, is wel, maar wat wel is, is veel," doch in zaken van dezen aard slaan degelijk heid en aantal in geen noodwendig verband mei elkander eene tentoonstelling zou even goed uit vele meesterstukken, als uit weinige prullen kunnen beslaan. De ondervinding (ter laatste jaren heeft doen zien hoe vele kunstrijke landgenooten wi] be/.itten, en waarom schitteren er dan nu op deze tentoon stelling zoo velen (en daaronder van degevieidste) door hunne afwezigheid? Waar zijn Rochussen, ten Kate, Louis Meijer, Tom? Zoo in een oogenhlik komen die namen voor onze pen bij het aandachtig duorloopen ian den katalogus zou men er zeker veel meer ontdekken. Wij gelooven dat de rotter- damsehe tentoonstelling lijdt, door het vooruitzigt op die welke in de aanstaande maand september van dit zelfde jaar 18G2 te Amsterdam zal gehouden worden. Vooral schilders, wier arbeid iets beteekent, zijn dikwijls te veel met werk, dat zijne bestemming reeds heeft, overladen, dan dat zij voor twee tentoonstellingen het penseel zouden kunnen op vallen. Dit valt nog sterker in het oog wanneer men let op het meer dan gewoon groote getal vreemde kunstenaars die hier geëxposeerd hebben: 33 uit Dusseldorp, 5lJ uit België, 25 uit Frankrijk, enz. „Om van meet af te beginnen, moeten wij een woord van lof en blaam spreken over den katalogus, waarop wij hierna geene geschikte gelegenheid meer zouden hebben, om terug te komen van lof wegens den netten druk en liet thans aan genomen klein oktavo formaat in plaats van het melige lG-iiio, gelijk tot nog toe gebruikelijk was, tevens mag niet onvermeld blijven, dat man zoo ver in kunstzin gevorderd is, dat men het der moeite waardig heeft geacht, voor den omslag eene uitmuntende houtsnede door Vennorc- ken te doen vervaardigen, een palloa-beeldje met speer en schild, in eene ronde omlijsting en iuet eenige los geteekende Attributenvan blaam, omdat men dezeu katalogus weder téven (ju\olledig gelaten heeft als al zijne voorgangers, door te Vei'rttihuAi bij de titels der schilderstukken en andere kuust- Werfeeii_qe prijzen te vermelden, die zij moeten opbrengen. Zou het eergevoel der heeren artisten daardoor gekwetst wor den Dit zou ons herinneren aan de eigenaardigheid van den

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 1