BIJVOEGSEL
VAN DE
MIDDELIHJKGSCIIE COURANT
van dingsdag 6 mei 1862. No. 54.
Amerika.
Omtrent het tweede gevecht tusschen den Merrimac en de
vijandelijke vaartuigen verneemt men de volgende bijzonder
heden. Nadat de Merrimac gedurende eenigen tijd getracht
had den Monitor in ondiep water te lokken, begon hij het
eerst te vuren terwijl deschepen welke hem vergezelden in slag
orde lagen. Het derde schot dat aan boord van den Merrimac
gelost werd uit een stuk, dat van buitengewoon zwaar kaliber
was, deed het kanon springen, waardoor het schip zulke
schade schijnt te hebben ontvangen, dat het langzaam naar
Norfolk terug moest stoomen. De andere schepen der gekon-
federeerden bleven nog in linie gedurende twee uren, waarop
zij, na twee vaartuigen te hebben prijs gemaakt, zich te
rugtrokken.
In Mexiko ziet men eerlangbelangrijke gevechten te ge-
moet, daar de geallieerden naar de hoofdstad zijn opgetrokken.
De engelsche dagbladpers schtjnt dit „handelen" van Frank
rijk aldaar niet ongaarne te zien. The morning post zegt
dat men niet langer manschappen aan de verdeeldheden van
Mexiko moet opofferen en dat de tijd van handelen is geko
men. The times bevat de volgende veel beteekenende woorden.
„Dat wij ons verheugen, nu de interventie in Mexiko eene
werkelijkheid zal worden. Als Frankrijk met minder hinder
palen en betere inzigten dan Spanje maatregelen kan nemen,
dat het dan geheel het hestuur over de onderneming in handen
krijge. Als Frankrijk van den beginne af het opperbevel over
de onderneming had gehad, dan zou thans alles afgedaan zijn
en vele rampen voorgekomen."
Men schrijft dit gevoelen van Engeland toe aan het berigt
dat er van eene overeenkomst sprake zou zijn tusschen de
regering van Washington en J uarez, welke het ten allen koste
wil beletten.
Engeland.
Op 1 mei heeft de opening plaats gehad van de londensche
tentoonstelling. Een groot aantal autoriteiten, genoodigden
en buitenlansclie kommissarissen waren daarbij tegenwoordig.
Eene talrijke volksmenigte vertoonde zich overal in de stra
ten en de groote wereldstad had een buitengewoon feestelijk
aanzien. Wij onileenen aan het Journal (les de'bats de vol
gende beschrijving van den heer John Lemoinne.
„Londen, 1 mei 1802.
„Ik heb de opening der algemeene tentoonstelling bijge
woond die zich door buitengewone feestelijkheid kenmerkte.
Voor een groot deel moest men dit toeschrijven ann de zon
die ook daarbij tegenwoordig scheen te willen zijn. Want wat
men er ook van zeggen moge. er bestaat ook in Engeland zon
licht; ik heb hei gewezen aan fransche reizigers die bet nog
niet gelooven wilden, en wien men altijd bad gezegd dat dit
land hier steeds met gas werd verlicht. Wat de plegtigheid
zelve betreft, deze kwam overeen met alle feestelijkheden van
dien aard. Wij kunnen in Frankrijk veel beter soortgelijke
voorstellingen regelen, en daar wij er altijd soldaten van
allerlei soort bij te pas brengen, hebben deze plegtigheden
altijd den schijn van groote wapenschouwingen. Hier geven
de wonderbaarlijke kleedijen der hooge waardigheidsbekle
ders, het uitzigt als of zij uit het museum van den Tower
kwamen. De rouw der koningin heeft natuurlijk eene zekere
koelheid aan de plegtigheid gegeven; de schim van prins Al-
bert, waarvan men thans waarlijk misbruik begint te maken,
waarde rond over het programma. Wat in den optogt voor
vreemdelingen het meest bijzonder kan genoemd worden was
dat zoo veel op vroegere oude tijden betrekking had de lord-
kanselier en de bisschoppen met hunne groote pruiken.de
president van het lagerhuis met de teekenen zijner waar
digheid.
„Toen de feeststoet was binnengetrokken, zong het orkest
het engelsche volkslied God save the queen, dat unisoni door
eenige honderde vrouwenstemmen werd aangeheven, waar
mede ik slechts vergelijken kan het Domine salvum van de
Orpheonisten.
„Ik weet niet of het aan het spreekwoord te wijten is dat
het nooit meer zulk schoon weder is als eertijds, maar ditgroot
internationaal feest had voor mij niet zoo veel aantrekkelijk
heid als het allereerste. Elf jaren geleden was het iets nieuws;
het tentoonstellingspaleis was zelf eene nieuwe uitvinding.
De glas-bouwkunde was eene schepping die welligt het schoon
ste voortbrengsel was van die nijverheid, welke zij moest be
schutten. Wanneer echter thans het tentoonstellings-gebouw
den naam draagt van glazen paleis, dan is dit. geloof ik. vol
gens de oude afleidinglucus a non lucendo. Men wandelteen
mijl langs een grooten steencn muur welke doet denken
aan eene gevangenis, en waarin men ter naauwemood ope
ningen aantreft. Alles wat betrekking heeft op de glas-bouw
kunde bestaat in twee glazen koepels, geplaatst aan de heide
uitersten van het gebouwen die den aanblik hebben van twee
ontzaggelijke deksels van ijzergaas op schotels gezet om de
vliegen van den inhoud af tc weren. Men moet zich dan ook
niet inet het buitenste gedeelte van het gebouw bezig houden,
waaraan niets te zien is dat bewondering wekt, of liever, otn
het juiste woord te gebruiken, dat zeer leelijk is. Van liet be
gin der wereld af heeft men getracht het nuttige met het
schoone te verbinden, en zelden heeft men het een zonder het
ander aangetroffen.
„Gelukkig; dat hier het innerlijke het viterlijkeovertreft.
Als men is binnen getreden is de indruk geheel anders, en de
tentoonstelling van 1S62 is ontwijfelbaar verre verbeven boven
die van 1851. Ik wil u daarover thans echter niet spreken,
daar ik niets gezien heb, en alles ook nog niet gereed is.
„Zoo veel weet ik echter dat een der voornaamste karakter
trekken van dit feest des vredes de meerdere volmaaktheid
van de oorlogswapenen en vernielingswerktuigen zal zijn
Punch geeft dezer dagen eene leekening, voorstellende het
ontwerp van een standbeeld, op te rigten in het tentoonstel
lingspaleis. Het stelt voor het beeld des vredes met een olijf
tak in de hand. gezeten op een getrokken kanon. Men zou
ook zeggen achtervolgd te worden door afbeeldingen van den
Merrimac en den Monitor. Het helmdak is dan o >k tegen
woordig de modevorm; de twee koepels die het expositie
gebouw bedekken zijn zelf hel indaken -, tot zelfs de pruik van
den lord-kanselier en van den „speaker" gelijken op helm-
daken.
„Wat de engelschen zelve betreft, deze zouden voor iemand
die hen niet gezien had sedert de eerste tentoonstelling niet
te herkennen zijn. Zij hebben thans allen baard en knevels.
Waar zijn de spotprenten van vroeger, waarin de traditionele
franschman van Leicester square werd afgebeeld met zijne,
ruwe knevels! Thans zijn het de engelsehen die op gorillas ge
lijken. Slechts de engelsche dames zijn niet veranderd. Zij
waren daar straks ook in grooten getale tegenwoordig met
het veelkleurig toilet dat haar eigen is.
„Als onderneming gelooft men dat de tentoonstelling vele
voordeelen zal opleveren. !)e smaak voor reizen en de mid
delen van vervoer zijn beide in de laatste tien jaren aanmer
kelijk vooruitgegaan. In 185] werd de tentoonstelling bezocht
door meer dan zes uidlioen personen. Thans echter kan de
spoorweg dagelijks in plaats van 40.000 reizigers. 180,(100 per
dag vervoeren, en velen zullen zich dus thans naar Londen
kunnen begeven."
Kclgië.
In de zitting van den belgischen senaat op 2 mei is met 28
tegen 11 stemmen het wetsontwerp aangenomen strekkende
om aan de regering de bevoegdheid toe te kennen aan de
maatschappij Pauwels en comp. een voorschot te doen van
vijf millioen franken, op de werkzaamheden, welke die
maatschappij verrigt aan de fortifikatiën van Antwerpen.
Vervolgens is. ten gevolge van een amendement van den
heer d'Anethan.om het uitgetrokken cijfer op het budget voor
het gezantschap bij Victor Emmanuel met 12.000 franks te
verminderen, gesproken over de erkenning van Italië, waarbij
de heer van Schoor deed opmerken „hoe betreurenswaardig
het was dat de nationaliteit van het italiaansche volk niet
vroeger erkend is, die toch den zelfden oorsprong bezit als de
belgische."
In de volgende zitting heeft de heer Delia Faille een hevige
redevoering geuit tegen de handelingen van de regering van
Victor Emmanuel, welke redevoering door groote onhandig
heid en ongepastheid werd gekenmerkt en waarop de minis
ter Frère met kracht en waardigheid antwoordde. „Wij
hebben wetten, zeide hij, om de soevereinen te beschermen
tegen lasterlijke aantijgingen, en thans durft men in eene
officiële vergadering van een onzer groote staatsligchamen.
een koning, eene regering en eene geheele natie behandelen
met eene zoo verregaande minachting van alle welvoegelijk-
heid, als tusschen bijzondere personen niet tedulden zou zijn."
Nadat over de erkenning van Italië nog verschillende
sprekers het woord hadden gevoerd, is het amendement van
den heer d'Anethan met 28 tegen 21 stemmen verworpen.
Frankrijk.
De Moniteur universel meldt in de volgende bewoordin
gen het begeleiden van Victor-Emmanuel op zijne reis door
fransche oorlogschepen. „De eerste divisie van het fransche
eskader dat den 26 april van Toulon was vertrokken, en gedu
rende een paar dagen door zwaren mist bij Pianosa was opge
houden, heeft den 28 nabij lsehia den koning van Italië ont
moet en is in den namiddag ter zelfder tijd als den koning te
Napels aangekomen. De tweede divisie wordt in den avond
van den 29 te Napels verwacht."
Een groot kontrast met deze koele taal van het fransche
dagblad levert de brief door Victor Emmanuel, na een bezoek
aan de fransche vloot op de reede van Napels, gezonden aan
Napoleon, met dankbetuiging voor zijne welwillendheid
jegenshem en zijne sympathie voor de italiaansche zaak waarin
o. a. het volgende voorkomt. „De orde welke waargenomen
wordt in de zuidelijke provinciën, de warme bewijzen van ge
hechtheid, die ik overal ontvang, beantwoorden op glorierijke
wijze de lasterlijke uitingen onzer vijanden en zullen Europa
overtuigen dat het denkbeeld van eenheid op hechte grond
slagen rusten diep in het hart is geprent van iederen italiaan."
Volgens La patrie zou de generaal Goyon bij zijne
terugkomst te Parijs tot lid van den senaat worden benoemd.
Hi| is op 1 mei vertrokken na den paus te Porto-d'Anzio te
hebben bezocht. Volgens een gerucht zou de generaal Niel
hem vervangen.
Le Charivari heeft eene waarschuwing ontvangen voor
zijn artikel getiteld: Quipioquo Goyon.
Italië.
Het romeinsche vraagstuk schijnt eene nieuwe phase te
zullen intreden. De verschillende verschijnselen, welke zich
dezer dagen hebben voorgedaan, zijn op zich zeiven be
schouwd van weinig beteekenis door hunnen ouderlingen
zamerihang bijzonder opmerkenswaardig. De terugroeping
van den generaal Goyon. de brochure van den heer Pietri,
iemand uit de onmiddellijke omgeving des keizers, de taal
door Victor Emmanuel te Genua gevoerd, de overeenstem
ming wat staatkunde betreft tusschen Ratazzi en de l.iii che
regering, dit alles te zamen genomen maakt zeker ceae i i-
derende oplossing van het romeinsche vraagstuk waar
schijnlijk.
De woorden door Victor Emmanuel fe Genua uitgesproken,
welke wij bedoelden, waren de volgende„Als de ojienbare
rust nog niet hersteld is. dan is Rome. het broeinest van zamen-
zwenngen, als de oorzaak daarvan te beschouwen. Maar ge
looft mij, het einde onzer rampen nadert: even levendig als
het verlangen der italianen is om hun hoofdstad terug te
verkrijgen, even levendig is het verlangen der franschen om
Rome te ontruimen."
„Nog gedurende dit jaar. zeide de koning verder, zal de
romeinsche kwestie geschikt worden. Wat de venetiaansche
betreft, deze zal daarop vervolgens worden uitgemaakt en ik
kan u verzekeren dat wij dan den bijstand zullen hebben van
een bondgenoot waarmede wij Italië zullen vrij maken tot
aan de Adriatische zee. Andere regeringen zijn ons niet
gunstig gezind, maar deze verkeeren thans in een toestand,
waarvan wij niets te duchten hebben,"
Met betrekking tot de italiaansche kwestie is dezer dagen
ook eene brochure uitgekomen van den heer Ferdinand Lag-
leize, waarin de volgende stelling wordt uitgewerkt en verde
digd De paus is in de uitoefening zijner wereldlijke magt de
person,fikatie van het katholicisme, de wereldlijke magt is
hem slechts door verkiezing gegeven voor zijn leven. Het
katholicisme is gehouden om zijne eigendommen te verdedi
gen, maar de paus heeft noch het regt deze met geweld van
wapenen te verdedigen, noch het regt daarvan door koneessiën
of overeenkomsten afstand te doen of zelfs zijn wereldlijk
gezag neder te leggen. Uit deze redenering volgt dat het
pausdom geen onderdanen of een leger kan hebben, het kan
slechts eene ondersteuning van katholieken hebben om de
orde te bewaren. De bewoners van het domein der kerk zijn
vrij om onderdanen van dezen of genen wereldlijken staat te
zijn. zij hebben een onmiskenbaar regtom zich totonderdanen
te verklaren van Victor Emmanuel, koning van Italië; zij zijn
vrij om onderdanen van geen enkelen staat te zijn en als vrije
en onafhankelijke katholieken te leven in het domein der
kerk. Het pausdom kan in de uitoefening zijner geestelijke
heerschappij, noch in die van zijn wereldlijk gezag over de
eigendommen der kerk. billijkerwijze zich verzetten tegen dat
regt van het romeinsche volk, van de bewoners der kerkelijke
staten.
Koning Victor Emmanuel is te Napels aangekomen,
en met gejuich ontvangen. De geestdrift der bevolking heeft
aldaar het toppunt bereikt. De ontevredenheid waaraan men
in den laatsten tijd de bewoners dier stad ten prooi waant
wordt toegeschreven aan eene soort van hoogmoedigheid, die
hen noode afhankelijk wil doen zijn van Turijn, terwijl zij
gaarne onder Rome zouden staan. Van daar de kreet der be
volking: Leve Victor Emmanuel op het kapitool! Deze soort
van napelsehe stadsij verzucht is. volgens sommige dagbladen,
de eenige reden van eene mindergroote tevredenheid waar
aan men Napels onderhevig meent, en deze zal ook weldra
verdwijnen, als de geruchten waarheid behelzen omtrent eene
aanstaande oplossing der kwestie, welke de europesche diplo
matie reeds zoo larig heeft bezig gehouden.
De berigten omtrent de zamenzwering te Milaan schijnen
thans te blijken zeer overdreven te zijn geweest en 11 pungolo,
te Milaan uitkomende, deelt aan zijne lezers mede dat het
arresteren van eenige soldaten heeft plaats gehad wegens
kleine vergrijpen tegen de krijgstucht.
De nieuwe regterlijke organisatie met 1 mei ingevoerd,
ondervindt overal veel goedkeuring.
ÏIELOADICHEID.
Diakenen der Nederduitsche hervormde gemeente te Mid
delburg, vermelden met dankzegging de ontvangst van f 5,
(2 ps: a f 2.50) in een verzegelden omslag met het opschrift
W. S.. gecollecteerd bij het einde der godsdienstoefening in
de Nieuwe kerk, zondag voormiddag den 4 mei 1862.
Middelburg, den 5 mei 1862.
Diakenen voornoemd,
A. P. SNOUCK HURGRONJE, voorz.
W. ALTORFFER, secretaris.
ADVERTEATIEN.
Vijf-en-twintigjarige Echtvereeniging
van 'v
'A M. CROMDOUW f
f en t
4j J. H. KAMPMAN. i
Middelburgden 5 Mei 1862. i~
Getrouwd
Driewegen
den 1 Mei 1S62.
Heden beviel, door Gods goedheid voorspoedig van een
welgeschapen Zoon, E. J. A. PRUD'HOMME VAN
REINE, hartelijk geliefde Echtgenoot van
Middelburg. J* J- THOMKINS.
den 2 Mei 1862.
Algemeene kennisgeving.
Bevallen van eene Dochter BALBINA VAN DER
ZEE, Echtgenoot van
Middelburg, E. BULTERIJS.
5 Mei 1862.
Bevallen van eene Dochter A. GERNLER, Echtge-'
noot van
Middelburg. P. J. VAN PUFFELEN.
den 5 Mei 1862.
Eenige kennisgeving.
C. ROTTIER Lz.
en
M. NIJSSE.