van koophandel als een eigen ligchaam adviesen aan de rege
ring uitbrengen, het is ook wenschelijk dat zij op den han
del en industrie zelve invloed uitoefenen.
Wij verheugen ons daarom zeer, dat de kamer van koop
handel te Amsterdam een eigen verslag van den handel,
scheepvaart en nijverheid over 1801 heeft publiek gemaakt,
liet is natuurlijk dat zulk een verslag van onderscheidene
zijden zal besproken worden, maar niet minder zeker is het,
dat juist dat bespreken de onvolledigheid van vele opgaven
in het licht zal stellen en aanleiding zai geven tot zeer nuttige
gedachten wisseling. Het verslag is verdeeld in vijf hoofdstuk
ken I. algemeene beschouwingen, II. handel. III. scheep
vaart, IV. nijverheid, V. inrigtingen in verband staande met
de uitoefening van handel, scheepvaart en nijverheid. Wij
wenschen zeer. dat de kamer van koophandel te Rotterdam
het door Amsterdam gegeven voorbeeld volge.
Publiciteit is de wet onzer eeuwzullen instellingen nuttig
werken, dan moet publiciteit gegeven worden aan de gedach
ten, die de inrigtingen bezielen. Volksblad
Naar men verneemt wordt voor het professoraat in het
staatsregt, opengevallen door het bedanken van jhr. mr. de
Bosch Kemper, aan den gemeenteraad van Amsterdam voor
gesteld het volgende drietal1. mr. J. T. Buys te Leiden 2.
mr. W. R. Boer te Utrecht; 3. mr. S, J. Ilingst te Amsterdam.
Voor het nieuwe professoraat in het hedendaagsche regt is
de volgende nominatie bekend geworden 1. mr. M. J. Pijn
appel 2. mr. T. M. C. Asser; 3. mr. P. R. Feith.
Het provinciaal geregtshofin Noord-Braband heeft vrijdag
uitspraak gedaan in de bekende zaak van K. F. C. baron van
Ilemert tot Dingshoff, ontvanger der domeinen te Arnhem,
Breda, 's Uertogenbosch en nu laatstelijk te Amsterdam, be
schuldigd van knevelarij. Het hof heeft alsovertuigend bewe
zen aangenomen, dat door den beschuldigde op onderschei
dene tijdstippen te Breda en te 's Bosch, wegens het doen van
in- en overschrijvingen ruim f 3,300 te veel aan salaris gevor
derd is, doordien de regels minder lettergrepen bevatten, dan
bij de wet van 14 december 1844 is voorgeschreven, voor
welke feiten hij dan ook langs administratieven weg is berispt
geworden en gedwongen het aldus te veel ontvangene te
restitueren, ingevolge art. 7 van genoemde wet. Doch, bij een
breedvoerig arrest heeft dat zelfde hof overwogen, dat het
bewijs niet is geleverd, dat hij daardoor de misdaad van kne
velarij zou begaan hebben, daar de kenteekenen dier misdaad,
als boos opzet, bedrog en list, aanzetting van derden, niet
uit het proces gebleken waren, evenmin als bewezen is, dat
op zijn register immer minder salaris geboekt is, dan hij
wezenlijk ontvangen had dat uit het getuigenverhoor geble
ken is, dat de beschuldigde steeds zijne klerken en schrijvers
op het hart drukte, zich stipt naar de bepalingen der wet
te gedragen en hij zich ter goeder trouw op hen erliet, daar
het tocli niet van hem kon gevorderd worden, dat hij zelfs de
lettergrepen van elke akte zou natellen dat de beschuldigde
steeds de achting zijner superieuren genoten heeft, enz., enz.
Het hof heeft derhalve beslist, dat hier aan geen opzettelijk
plegen van misdaad van knevelarij te denken viel en die mis
daad in den processe geheel onbewezen is gebleven, en der
halve den beschuldigde van die hem ten laste gelegde misdaad
vrijgesproken en zijne onmiddellijke in vrijheid stelling bevo
len, indien hij niet om andere redenen in hechtenis moest ge
houden worden. De kosten te dragen door den staat.
De advokaat generaal verklaarde, dat daar het hof de mis
daad als onbewezen had verklaard, hij zich niet verzette tegen
de onmiddellijke in vrijheid stelling van den vrijgesprokene.
SScnociningcn en besluiten.
ridderorden'. Benoemd tot Helder der orde van den
Nederlandschen leeuw de markies Andre'Taliacarne, laatst
zaakgelastigde der italiaansche regering bij die der Nederlan
den; en tot kommandeur der orde van de Eikenkroon jhr.
mr. J. A. Sand berg. lid van het kollege'van gedeputeerde
staten der provincie Overijssel.
leger. Definitief overgeplaatst bij het wapen der infan
terie van het leger in Oost-Indië de le luitenant der infanterie
van liet leger hier te lande P. F. Kraal, thans bij eerstgemeld
leger tijdelijk gedetacheerd.
Xckrologie.
Donderdag in den laten avond is Utrecht een barer meest
achtingswaardige medeburgeren, der hoogeschool een harer
grootste sieraden, der maatschappij een harer grootste wel
doeners, der wetenschapeen harer ijverigste beoefenaren, een
talrijk gezin een liefderijk vader, hun steun en hope, ont
vallen.
J. L. C. Schroeder van der Kolk, hoogleeraar in de genees
kunde aan de hoogeschool. inspekteur der krankzinnigen
gestichten in Nederland .ridder van denNederlandschen leeuw,
ridder van de zweedsehe orde van «le Poolstar, kommandeur
der orde van de Eikenkroon enz., enz., door een ieder
geacht en bemind, om de gaven van zijn hoofd en hart, die hij
voor de belangen der maatschappij veil had, bezweek in den
oudenlom van 65 jaar vooreene slepende ziekte, die zijne ge
zondheid reeds lang ondermijnde en hem aan een langdurig
ziekbed gekluisterd hield, waarvan hij kortstondig verrees,
doch lang genoeg, om het treurige van het verlies dubbel te
doen gevoelen, daar zich voor hem als het ware een nieuw
leven opende, waarvan hij de rigting niet zijn levendigen
geest reeds had afgebakend. (Jtrechtschc courant.)
Kcrli- en school nieuws.
Ter vervulling der vakature, ontstaan door het emeritaat
van den heer F. de Willigen, en voortdurende door het be
danken van den heer C. P. Hofsede «le Groot, heeft de kerke-
raad der nederduitsche hervormde gemeente te 'sGravenhage,
donderdag 11. het volgende negental van predikanten opge
maakt: de heeren H. Brouwer te Veemlam, W. Hoevers te
Leeuwarden, R. Koopmans van Boekeren te Harlingen, P. M.
Keiler van Hoorn te Dordrecht. A. Moens te Sneek. J. Post
humus Meijjes te Groningen, A.R. Ruitenschild te Oegstgeest,
B. Ter Haar Bz. te Nijmegen en F. T. de Mazure te Benne-
broek.
Marine en leger.
Naar men verneemt is Zr. Ms. schroefstoomschip Zoutman
te Willemsoord bestemd oin primitief, zoodra het gereed is,
naar Curagao te vertrekken, om Zr. Ms. schroefstoomschip
Djambi, liggende aldaar, aftelossen; vervolgens zou eerstge-
melde bodem eene reis doen naar Oost-Indië, Japan en de
Stille Zuidzee.
De Djambi zou bij zijne terugkomst in Nederland voor
Oost-Indië worden klaar gemaakt en in het laatst van dit jaar
nog derwaarts worden gezonden.
Koloniën.
bijdrage tot de geschiedenis van
Hidaijats onderwerping.
j XJiteen partikuliere /correspondentie gedagt. van Martapoera).
i Waren mijne laatste tijdingen van het oorlogstooneel zeer
gunstig en droomden wij al van vrede, ten gevolge van de
bijkans zekere onderwerping van Hidaijat, hei ontwaken uit
dien droom was vreesselijk; de krijg moest hervat worden
met nooit gekende woede. De wijze waarop wij in onze ver-
wachting teleurgesteld verden is overbekend. Ik zal daar
I niets bijvoegen. Maar alleen moet ik gewag maken van onze
aller verontwaardiging over een zoo groot woord breken
en meineed. De hoofden, die in het laatste half jaar trouw
aan het goevernement gezworen hadden, hebben allen deel
aan dit verraad genomen en zijn afvallig geworden,
i Gedurende de onderhandelingen kwam Hidaijat gedurig
in de versterking, zoo dat wij ons gemakkelijk van zijn per-
soon hadden kunnen meester maken, doch daar hij een vrij
geleide had, zou zulks van onzen kant een schandelijk ver-
1 raad geweest zijn.
Den dag na dc vlugt van Hidaijat trok ik mede uit, om de
j kampongs, die er deel aan hadden gehad, te verbranden en te
j vuur en te zwaard te verdelgen, hetgeen ook is uitgevoerd,
j Onze last was al wat wapens droeg neêr te schieten. Schade
I en schande werd dus het lot van de bevolking, wier deel in
j de laatste tijden voorspoed door handel en nijverheid geweest
I was,en in wier midden allesbegon te bloeijen en te herleven on-
J der den ontluikenden vrede, en wier have en goed, ten gevolge
harer ontrouw, is verwoest. Verschillende kolonnes rukten
uit om de vlugtelingen den overtogt over de rivier te belet-
j ten. Ik werd gestationneerd bij Limornein met 35 hajon-
netten. Eerst voer ik de rivier op tot eenige uren afstands
I van die plaats en ging toen te land verder door een prachtige,
j bergachtige landstreek die veel overeenkomst heeft inet soin-
tnige gedeelten van Java. Mijn troepje was zeer eigenaardig
I zamengesteld. Er waren (i of 7 hollanders onder, 4 fntnschen
I (oude zouaven), 2 of 3 zwitsers, een paar duitschersti ita-
liaan, 4 belgen, verder javanen, boeginezen en madurezen,
terwijl mijne koelies uit maleijers bestonden. Het weder was
alles behalve gunstig: het regende weder onophoudelijk en
I hevigestortbuijen bemoeijelijkien een dergelijken marsch.Wij
ontmoetten echter niets, en na 24 uren op het voorgeschreven I
punt te hebben doorgebragl. kreeg ik last in te rukken, want I
I Hidaijat was een geheel anderen kant op.
Hoe laf over het geheel de maleijer is. zijn geduld in het I
j lijden voor zijn vorsten kent geen grenzen. Enkele volgelin-
gen van Hidaijat waren in onze handen gevallen. Zij wilden, j
zelf toen zij 100 rottingslagen ontvangen hadden, nog
niet zeggen waarheen hun vorst zich begeven had. Onder de
straf doen zij niets dan bidden als echte martelaren. Waarach
tig, uit dat oogpunt moet men respekt voor dat volk krijgen.
Wij lijden allen veel door dien stand van zaken, want al de
kleinigheden, die men vroeger kon koopen, miste men, daar
niets ter markt werd gebragt.
Van tijd tot tijd hooren wij meer van het verraad, dat men
heeft willen plegen door priesters die wij gevangen hebben
genomen. Ik zal u daarvan een kort relaas geven.
Vóór zijn vertrek, dat op maandag 3 februarij zou plaats
hebben, begaf Hidaijat zich naar de graven zijner vaderen
om te bidden. Daar scheen hij berouw te gevoelen over zijne
belofte om naar Java te vertrekken, en besloten zijne volge
lingen dit te beletten, waartoe zij het volgende op touw had
den gezet.
De avonds van den tweeden dag, nadat Hidaijat voor het
I laatst naar de versterking geweest was. zou Demang Lehman
meteen 60tal resolute kerels zich naar de benting begeven,
kwanswijs om nog eens over het vertrek te spreken. Bij den
I majoor Koch gekomen, en na met dezen wat gepraat te heb-
ben, zou Lehman een tceken geven, waarop de anderen amok
zouden maken en ons'over hoop steken, ten einde op Marta-
poera de tooneelen van de „Onrast" te herhalen.
Zij kwamen ook werkelijk in de benting, doch Demang
Lehman gaf het begeerde teeken niet. en de troep trokafzon-
j der iets uit te rigten en zonder dat wij het minste vermoeden
i koesterden van het gevaar dat ons gedreigd had. Daarop werd
J het plan gevormd om den volgenden dag den stoomsleper van
Os af te loopen.doch aangezien Hidaijat niet vertrok, hebben
zij dit plan ook opgegeven. We zijn dus op het punt geweest
wederom het slagtoffer te worden van onze goede trouw, want
hoewel wij Hidaijat terstond hadden kunnen inrekenen, ge-
(loogde dit ons eens gegeven woord niet.
Vele vergeefsche pogingen, in uw blad reeds vermeld, zijn
I door ons gedaan om de vlugtelingen weder in handen te krij
gen. We hebben ons bijna dood geloopen. Daarbij regende
i het ongelukkig als of het met bakken uit den hemel gegooid
1 werd, hetgeen onze operatie zeer belemmerde. Als wij in het
noorden zochten, hoorden wij dat de meineedige naar het wes-
1 ten was gegaan, en zoo ging het eenige dagen. De spionnen
I misleidden ons telkens. Den 13 februarij werd ik ter aflossing
van een andere kolonne gezonden met 40 bajonnetten, bene-
vens de linganezen van Kalie Ochan, om het terrein van op
standelingen te zuiveren. Veertien dagen heb ik in ondoor-
dringbare bosschen en moerassen doorgebragt, altijd een
onzigtbaren vijand achtervolgende. De linganesche hulphen-
den zijn juist (lelieden, die we hiernoodig hebben. Afkomstig
van het eiland Riview en omstreken, en meest gewezen zee-
roovers, zijn ze zeer gezeggelijk, en gemakkelijk te komman-
deren. Zij achterhaalden de brandeis, die wij niet zouden
kunnen bereiken, omdat wij ons zoo moeijelijk in de moe
rassen en bosschen konden bewegen. Den 25 kon ikgoddank
weer naar Martapoera terugkeeren. want zoo 14 dagen in
weer en wind in zulk een onherbergzaam oord, alle dagen
door en door nat, is alles behalve aangenaam.
Maar hoe vond ik alles bij mijn terugkomst veranderd.
Welk een gelukkige ommekeer had er plaats gehad. Het was
een heugelijke tijding voor mij, toen ik vernam dat Hidaijat
zich onderworpen had. De bijzonderheden van die onder
werpingen van zijn vertrek en aankomst te Batavia zijn u be
kend uit de javasche couranten. 1) Wat zullen de benijders
van onzen beroemden overste Verspijck lange gezigten trek
ken. Demang Lehman heeft de plaat gepoetst. Hem moeten we
hebben. Een duchtige afrekening wacht hem: dien verrader
en trouwelooze. die bij zijn ander misdrijf nog het snoode
opzet koesterde een tweede „Onrust" te veroveren. Ik hoop
maar dat dit wederom niette veel bloed kosten zal. Bijna alle
die debet zijn aan de vlugt van Hidaijat zijn reeds in onze
handen en hebben hun geregte straf met ontgaan. Ik voor
mij heh er zes te pakken gekregen en zonder vorm van proces
door de lihganezen laten overhoop steken. Zij ondergaan
aiie een duchtig lot, want zij zelve hebben hun slagtofiërs
doodgemarteld.
1) Zie Middelburgsche courant, donderdag 1 mei.
Gemengde berigtcn.
De minister van binnenlamlsche zaken heeft op eene tot
hemgerigte vraag geantwoord dat de wet geen vrijstelling van
de militie toestaat aan den eenigen wettigen zoon, alle'e'n van
vaders of moeders zijde, wanneer hij e'e'n of meer halve broeders
heeft. De gemeenteraad van Utrecht heeft het plan tot op-
rigting eener korenbeursen overdekte graanmarkt verworpen,
en besloten tot de oprigting eener kolonnade op de Neude om
te dienen tot graanmarkt. Jl. woensdag zijn te Genua tien
gewapende dieven in de woning van een bankier gedrongen,
hebben dezen en zijne bedienden gebonden, en de kas met
eene waarde van SÓU.OOU franks benevens al het zilverwerk
gestolen. De policie is hen op het spoor. De officiële kaïa-
logus der londensche tentoonstelling m twee deelen, e'e'n voor
de fraaije kunsten en een ander voor industrie, heide a e'ën
shilling verkrijgbaar, is thans gereed. De eerste beslaat 3U0,
de tweede 4U0 bladzijden, niet kleine, maar zeer duidelijk en
nette letter zeer compres gedrukt. Het is opmerkenswaardig,
dat, ofschoon de drukkers, de heeren Truscott, Son, and Sim
mons, eerst woensdag ochtend de laatste kopij hebben ont
vangen. donderdag 2,iU.OUO exemplaren daarvan, behoorlijk
ingenaaid, aan het gebouw werden af.eleverd. Naar men
verzekert heeft de stereoscopic-company alleen voorliet voor-
regt om fotografiën van dc tentoonstelling te vervaardigen
aan de koninklijke kommissanssen eene som van lóUUguinjes
beraald. De vraag naar doorloopende entree-kaarten voor
de tentoonstelling wordt van dag tot daggrooter. In Exeter-
Hall werden woensdag alleen 2UUU biljetten verkocht en aan
het publiek werd bekend gemaakt dat ieder, uit hoofde van
den grooien toeloop, het geld voor de biljetten vooruit be
hoort afgepast te hebben, omdat men zich niet kan ophouden
met het wisselen of teruggeven van munt. De vakature van
wethouder te Wmseho en blijft steeds voortduren.- In iedere
raadszitting wordt bijna een wethouder benoemd, die echter
telkens voor de benoeming bedankt. In de vorige week
heeft te Dumfries de voltrekking der doodstraf plaats gehad
van eene vrouw, die, zoo men zegt. ten gevolge van jaloezij,
eene andere vrouw op de gruwelijkste wijze van het leven had
beroofd. In weerwil dat bij den minister van binnenlamlsche
zaken onderscheiden verzoekschriften, waarbij een door 3187
vrouwen onderteekend. waren ingekomen, konden geene ter
men gevonden worden om de koninklijke genade in te roe
pen,en werd dus aan de wet haar loop gelaten.
Siatcn generaal.
tweede kamer.
voorloopige verslagen.
Definitieve vaststelling van hoofdstuk III der staats-
begrooting voor 1862.
(Departement van buitenlandsche zaken.)
Sommige leden, die anders van meening zijn dat de memo-
riën van toelichting iets meer behooren te bevatten dan eene
dorre toelichting van cijfers, konden begrijpen dat de regering
deze tussehenbegrooting niet had aangegrepen om hare ziens
wijze kenbaar te maken èn over onze buitenlandsche politiek
in het algemeen èn over verschillende vraagstukken van inter
nationalen aard, want daartoe zal ruime gelegenheid in het
najaar bestaan en de bevoegdheid der kamer, om in den tus-
schentijd alle inlichtingen te vragen die zij zal verlangen, is
niet verkort.
Men meende te moeten aandringen op de geheeleopheffing
van tollen en scheepvaartregten op den Rijn. De vraag werd
gedaan, of er reeds eenige zekerheid te geven is omtrent de
bereidwilligheid van de naburige staten, met betrekking tot
de aansluiting der spoorwegen welke de stand is der door
België aangeknoopte onderhandelingen omtrent den afkoop
van den Scheldetol; en welke de houding der regering is ten
aanzien van het met België gesloten traktaat betrekkelijk de
Maasaftappingen. Inlichtingen werden verlangdoverde pogin
gen, onzerzijds aangewend om opeen meer gelijken grondslag
dan aanvankelijk door de fransche regering vooropgesteld is,
de onderhandelingen overeen nieuw handels- en scheepvaart-
verdrag met Frank.ijk voort te zetten. Men vertrouwt dat de
redering zal voortgaan maatregelen te nemen, om de afdoening
der zoo lang aanhangige zaak van de luxcmburgsche schuld te
verkrijgen. Ook op aanzuivering van hetgeen het japansche
rijk nog aan Nederland schuldig is. werd bij vernieuwing aan
gedrongen, en dit te meer, omdat uit de gedragingen der