In akticve dienst hersteld bij het 3e regement vesting-artil lerie de kapitein der artillerie A. W. Muijsken, sedert julij 1859 om redenen van gezondheid op non-aktiviteit. ridderorden. Benoemd tot ridder-grootkruis der orde van de Eikenkroon de heer Sloet van de Beele, goeverneur- generaal van Nederlandsch-Indië. Marine en leger. Door het departement van oorlog is bepaald dat er voor- loopig geene onderofficieren, korporaals en manschappen van het wapen der kavallerie. als ook onderofficieren en korpo raals van het wapen der infanterie en onderofficieren en man schappen van het wapen der artillerie b;j liet oosl-indisch leger zullen overgeplaatst worden, zijnde gemelde overgang voor de kategorie dier militairen gesloten. Gemengde berigten. De baron van Brienen van de Groote Lindt, kommissaris voor het koningrijk der Nederlanden bij de algemeene ten toonstelling te Londen, is dezer dagen derwaarts vertrokken en zal aldaar het Claridge hotel betrekken. Eenige bijbel- verspreiders hebben aan de kommissie voor de lonilensche tentoonstelling vier zalen ieder van 30 voet aangevraagd, ten einde daarin een magazijn van bijbelsin zeven verschillende talen te vestigen en daardoor den velen bezoekers gelegenheid te geven tot kennismaking nietfcde heilige schrift. Daar de kommissie dit verzoek heeft afgewezen, en graaf Granville, bij wien de aanvragers een gehoor hadden gevraagd, dit had geweigerd, hebben zij zich bij verzoekschrift tot de koningin gewend. Wordt hun verzoek ook nu afgeslagen, dan zullen zij in de nabijheid van het tentoonstellingsgebouw een bijbel- magazijn aanleggen, terwijl kleine karren met bijbels bevracht zullen rondrijden. Jl. zaturdag heeft op den spoorweg tus- schen Mil ford en Londen een ernstigongeluk plaatsgegrepen. Terwijl een passagierstrein, bestaande uit de lokomotief. ko lenwagen en drie rijtuigen, met eene snelheid van 50 mijlen per uur voortsnelde, sprongen eensklaps lokomotief en kolen- uii '.iet spoor, liepen nog 100 ellen voort en sloegen vervolgens om, waarbij machinist en stoker deerlijk gekwetst werden twee der rijtuigen geraakten aan de andere zijde uit het spoor en werden tegen een goederengebouw ten deele verbrijzeld, ten gevolge waarvan een reiziger gedood en ver scheidene anderen werden gekwetst. De verzakking der Waalkade te Nijmegen blijft bij den lagen waterstand dei- rivier sterk aanhouden. In korten tijd is de kade weder bijna een voet gezakt. Onder de groote mannen die dezer dagen overleden zijn behoort de reus Murphy, die den 18 dezer te Marseille aan de kinderziekte is bezweken. Zijn lijk is voorloopig aldaar bijgezet om later waarschijnlijk naar het museum te Parijs te worden opgezonden. Destaten-bijbel, die onlangs aan Z. M. den koning ten geschenke is aangebo den. zal in de hofkapel op het Loo geplaatst worden. Vol gens den nieuw verschenen jaargang van de Annuaire mili taire telde het fran«che staande leger in het begin dezes jaars het volgende getal officieren: groote staf 207. generale staf 580, gendarmerie 810, infanterie 10.93-1, kavallerie 36 15, artil lerie 1651, artillerie-trein 110, genie 739 en transport-trein 297. liet korps intendanten was 1559 personen sterk, de ge neeskundige dienst had een personeel van 2612 personen, behalve 385 veeartsen, 10 tolken voorliet leger in Afrika. 567 geëmployeerden voor de artillerie en 581 voor de genie. Het leger buiten het land was den 1 januarij aldus ingedeeld in Afrika 6 reg. infanterie van linie. 1 reg. huzaren, 2 reg. jagers te paard, 1 reg. artillerie, 2 komp. pontonniers, buiten het staande leger. Te llome: 8 reg. infanterie van linie, 2 bat. jagers te voet, 2 eskadrons huzaren. 1 batterijen artillerie In Mexiko bevonden zich op het aangegeven tijdstip 1 reg. infanterie van linie. 1 bat. jagers te voet, 1 bat. zouaven, 1 eskadron afrikaansche jagers en 1 batterij artillerie. In China en Cochin-China stonden alstoen 1 bat. jagers te voet, 1 bat. ligte afrikaansche infanterie en 1 batterij artillerie. Uit Rome meldt men, dat een abt de vlagt heeft genomen en 18,000 seudi medegevoerd, bestemd voor de wapening en uit rusting der pausselijke troepen. De zalinplanting in den IJssel heeft zaturdag aan het Katerveer bij Zwolle plaats ge had; 5000 jonge zalmen, van de kunstmatige vischteeltin Artis afkomstig, zijn in tegenwoordigheid van vele belangstel lenden van de veerpont in den eertijds zoo rijken zalmstroom neergelaten. Te's Hertogenbosch is regtsingang verleend tegen drie personen, terzake van hetomkoopen voorstemmen bij de jongste verkiezingen van leden voor den gemeenteraad. Volgens berigten uit Californie, hebben de bevers, welke aldaar in grooten getale gevonden worden, in de rivier de Scott een dam opgerigt (lie aller kunstigst zamengesteld en - een vierde mijl lang is. De bewondering hierover is zoo groot dat de bewoners besloten hebben om deze talentvolle inge nieurs niet te doodende bevers schijnen, terwijl zij dus niet gestoord worden, langzamerhand minder schuw te worden. Verhoopingen en aanbestedingen. Jl. woensdag zijn alhier ten verkoop aangeboden de navol gende perceelcn I. Een huis en gevolgen, met daarbij behoo- rend Schoenmakers pothuis, op de Turfkaai. Verkocht voor f925,75. II. Een huis en gevolgen in de Vlissir.gsche straat, wijk K no. 47. Verkocht voor f420. III. Een huis en ge volgen in de Schuitvlotstraat, wijk O no. 297. Verkocht voor f 450. Tbermometerstand. 23 april 's av. II u. 49 gr. 24 's morg. 7 u. 51 's midd. 1 u. 64 's av. 11 u. 5S gr. 25 's morg. 7 u. 56 's midd. I u. 73 gr. Staten generaal. tweede kamer. Definitieve vaststelling van Hoofdstuk III der staatsbegroo- ting voor 1862 Departement van buitenlandsche zaken). Ten gevolge der aftreding van den minister van buiten- J landsche zaken, mr. J. P. P. baron van Zuylen van Nyevelt, in het laatst des vorigen jaars, nog vóór dat de wetsontwerpen tot vaststelling der staatsbegrooting voor 1862 in behandeling waren gekomen bij de tweede kamer, was door het toenmalige ministerie eene kredietwet voor het departement van buiten landsche zaken ingediend, die over de eerste helft van het jaar 1862 zouloopen en den 2 januarij jl. vastgesteld is. Het hier boven genoemde wetsontwerp strekt nu tot. vervanging van die kredietwet. Het bevat weinig of niets, wat van den gebruikelijken regel afwijkt, want de tegenwoordige minister, de heer van der Maesen de Sombreff, verklaart in de memorie van toelichting dat hij, in liet korte tijdsbestek sedert zijne benoeming ver- loopen, niet in de gelegenheid is geweest, met de vereischte zorg te overwegen of er verschillende onderwerpen van uit gaaf zijn die verandering behoeven, en het is hem uit dien hoofde wenschelijk voorgekomen de sommen, bij de begroo ting voor 1S61 toegestaan, tot maatstaf te nemen der raming van behoeften voor 1862, behoudens de wijzigingen die ten opzigte van enkele artikelen noodzakelijk moesten geacht worden. Door die wijzigingen echter overtreft het eindcijfer van het tegenwoordig wetsontwerp dat van de begrooting voor 1 SO L met f 11,074. Er wordt namelijk meer gevraagd voor art. 5, traktementen van de gezantschappen t' 1500 art. 14. kosten wegens den duitschen bond f 7500art. 16, pensioenen f 2074. Bij art. 1, traktement vjja deij minister f 12,000t is uitge trokken voor representatiekosten f 4000. Wetsontwerp, gelastende de verevening door de algemeene rekenkamer van door haar afgewezen betalingen wegens pensioenen en onderstanden ten laste van den staat, dienstjaren 1860 en 1861. B:j eene wet van 7 junij 1860 werden mildere bepalingen vastgesteld ten opzigte van liet buiten's lands vertéren van pensioenen of onderstanden uit de schatkist. Die wet bepaalde tevens dat degenen, welke van die be voegheid gebruik wilden maken, eene verklaring moesten afleggen waar zij hier te lande domicilie bleven kiezen. Op ettelijke kategoriën van gepensio neerden, die reeds vroeger soortgelijke verklaringen hadden afgelegd of die vroeger zonder eenige voorwaarde vergunning hadden gekregen om hun pensioen buiten 'slands te verteren, werd door de regering die nieuwe bepaling niet toegepast. Daarop weigerde de rekenkamer de aan die personen uitge keerde pensioenen te verevenen, en het tegenwoordige wets ontwerp strekt nu om aan dal kollegie voor te schrijven, die verevening alsnog te bewerkstelligen. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van 23 april. Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke. Volgens mededeeling des voorzitters, welke voor kennis geving wordt aangenomen, zijn om verschillende redenen afwezig de heeren Calami. Damme, Snijder, van de Graft en Snouck Hnrgronje; en worden de werkzaamheden van den sekretaris, bij zijne afwezigheid, waargenomen door den lieer J. W. de Raad, hoofd-kommies ter sekretarie. Nadat de notulen der vorige vergadering zijn gelezen en goedgekeurd, ontvouwt de voorzitter de redenen waarom deze zitting is belegd namelijk om den raad mede te deelen dat. volgens eene officiële kennisgeving van den heer kommis saris des konings in dit gewest, Z. M. de koning voornemens is in de volgende maand deze provincie te bezoeken en den 21 mei alhier zal aankomen, om gedurende twee of drie dagen te vertoeven. Namens burgemeester en wethouders stelt hij voor, Z. M. op een daartoe nader aan te wijzen dag van zijn verblijf alhier een diner op het raadhuis aan te bieden, en voorts alles aan te wenden om Z. M. zoo gepast mogelijk te ontvangen. Dit voorstel wordt bij akklamatie goedgekeurd, terwijl aan b urge meester en wethouders de verdere maatregelen tot eene gepaste ontvangst worden overgelaten. Is ingekomen eene missive van den heer Willem Kok, rijks opzigter van den waterstaat te Ellewoutsdijk, houdende ver zoek om te worden aangesteld als gemeentebouwmeester in de plaats van wijlen den heer G. II. Grauss. Deze missive gaat vergezeld van de noodige bescheiden. De voorzitter stelt voor en dien overeenkomstig wordt besloten, om dit ver zoekschrift te deponeren hij de anderen, waarover de beraad slagingen zijn aangehouden. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling dat de gewone drie maandelijksche opname der boeken en kas van den gemeente ontvanger heeft plaats gehad en alles is in orde bevonden, zijnde in kas f 42,667,08£. De heer Siffle brengt, mede namens de heeren Lantsheeren Fokker, rapport uit omtrent de in de zitting van 9 april jl. in hunne handen gestelde missive van de plaatselijke school- kommissie, waarbij wordt gewezen op het wensclielijke eener verbetering van den treurigen toestand der gymnastiek in deze gemeente. Daar de plaatselijke schoolkom missie zich bereid heeft ver klaard om mede te werken tot die verbetering en uitbreiding, stelt de kommissie bij de konklusie van haar rapport voor, aan de schoolkomtnissie te antwoorden dat de raad die verbe tering in het algemeen maar voornamelijk in het belang der openbare scholen wenschelijk acht; niet uitnoodiging tevens van de plaatselijke schoolkonimissie tot het inzenden van de noodige plans en opgaaf van kosten. De beraadslagingen hierover worden aangehouden en daarna de openbare zitting gesloten. BUITENEAND. Algemeen overligt. Met de meeste belangstelling ziet men thans uit naar bij zonderheden omtrent het moorddadig gevecht dat tusschen de beide legers der Verecnigde Staten in de nabijheid van Corinth heeft plaats gehad. Op het eerste berigt afgaande, dat uit New-York in Engeland aangekomen en van daar spoedig per telegraaf algemeen verspreidis, zou men al ligt geneigd zijn aan te nemen rlat de noordelijken eene beslis sende overwinning hebben behaald. De opgave van het ont zaggelijke getal der aan beide zijden geleden verliezen moest echter reeds dadelijk omtrent de juistheid achterdocht wek ken. en daar, na het eerste berigt, bijna niets meer aangaande het gevecht is bekend geworden, is het nog geheel onmogelijk het gewigt er van aan te wijzen. Eenige engelsche dagbladen geven echter reeds hunne vrees te kennen dat door de noor delijken in gecnen deele iets gewonnen is. „Het verdient althans opmerking, zegt de Morning post. dat geen der be rigten ons aantoont dat de noordelijken een enkelen stap voorwaarts hebben gedaan." De Morning herald gaat verder, en beweert reeds dat de veldslag bij Corinth voor de noorde lijken een bepaalde nederlaag is geweest. Het weinige dat we na de ontvangst van liet eerste telegram nog uit de engel sche dagbladen omtrent het gevecht zelf vernomen hebben bepaalt zich tot hef volgende: De slag begon in den morgen vau 6 april en duurde demganschen dag. De zuidelijken wa ren het sterkst in aantal en behaalden eenig voordeel. Den volgenden dag werd met zonsopgang het geveebt door de noordelijken hervat, die gedurende den nacht met een groot aantal troepen onder generaal Buell versterkt waren. De zuidelijken wérden nu tot den terugtogt gedwongen en keer den ten vier ure weder naar Corinth terug, door de ruiterij van het Hondslager achtervolgd. Berigten uit New-York van 12 dezer leeren ons dat men ook op een ander punt, bij Yorktown aan de Cliesapeake-baaï, belangrijke gebeurtenissen kan te gemoet zien. De zuidelij ken zouden daar reeds A0,000 man bijeen hebben en nog onophoudelijk van Richmond versterking bekomen. Victor Emmanuel heeft dingsdag een aanvang gemaakt met zijn reis door de zuidelijke provinciën van zijn nieuw koningrijk. Te Livorno is hij met geestdrift ontvangen. Voor die stad liggen thans de engelsche en fransche eskaders vriend schappelijk naast elkander. De berigten welke op hetitaliaan.sclie vraagstuk betrekking hebben, bepalen zich tot geruchten die meerendeels weinig waarschijnlijk zijn. Een engelscli dagblad bespreekt de vermoedelijke benoe ming van den heer de Lavallette tot Frankrijks minister van buitenlandsche zaken, en voorspelt dat van zijn optreden even veel ophef zal worden gemaakt als iti der tijd van dat van den lieer Fould tot minister van financiën. Te Parijs is thans natuurlijk de vrijspraak van Mirès het onderwerp dat iedereen bezig houdt. Onder de vele bijzon derheden die men van de zitting, waarin liet arrest werd uit gesproken, in de dagbladen aantreft, lezen we ook dat. toen Mirès de konklusie hoorde voorlezen, hem de tranen in (le oogen kwamen en dat de gewapende magt er niet dan met moeite in geslaagd is het zeer talrijke publiek, dat de audiën tie bijwoonde en eene manifestatie te zijner eere aan den dag legde, eenigzins in bedwang te houden. Zoodra prins de Polignac, schoonzoon van Mirès, het berigt der vrijspraak ontving, spoedde hij zich naar de bu reaux van Le constitutionnel en Le pays, die het eigendom van Mirès zijn gebleven, en verscheidene menschen die hem op de straat tegenkwamen, werden getroffen door de gemengde aandoeningen waarvan zijn gelaatde sporen droeg. Ter beurze was de opgewondenheid zeer groot. Als een treffend kontrast herinnert menigeen zich hoe Mirès op de beurs werd uitge jouwd weinige dagen vóór zijne arrestatie, bij de uitgifte der turksche leenmg, en hoe zij, die destijds lu-t hardst schreeuw den, ook nu het hardst toejuichen. Als Mirès zich thans weder op de beurs vertoont, zal men elkander verdringen omhein de hand te gaan geven. Op nieuw wordt de inneming van Nauplia door de konink lijke troepen gemeld. Mogt dit berigt thans al waarheid be vatten, men zou daaruit nog niets kunnen afleiden voor een verbeterden toestand in Griekenland, daar de opstand reeds te vaste wortelen heeft geschoten in den griekschen bodera, dan dat de overgave van Nauplia daarop van grooten invloed zal kunnen zijn. Van meer belang is liet voor de kroon dat de opstandelingen verdeeld zijn in drie partijen, die niet ligt tot overeenstemming zullen komen. In de volgende week komen de kamers in buitengewone zitting bijeen om een ontwerp betrekkelijk de zamenstelling eener nationale garde in behandeling te nemen. Zj zullen tevens beraadslagen over maatregelen van inwendig bestuur niet het oog op gebeurtenissen die zich in het Oosten kunnen voordoen. MENGELINGEN. Deportatie naar Orenburg. Wanneer men in den laatsten tijd al heeft liooren spreken van den vooruitgang, die zich in het russische rijk begint te vertoonen, dan moet men toch bedenken dat er nog vele over blijfselen gevonden worden in zeden en gewoonten, die niet in 't minst den invloed der liberale denkbeelden hebben on dervonden. Een enkel voorbeeld hiervan willen wij aanhalen. De deportatie naar de streek Orenburg is onder de artike len van het russische strafwetboek, een dergenen, welke zeer dikwijls worden toegepast. Keizer Nicolaas heeft er menig maal gebruik van gemaakt; Alexander II volgt de voetstap pen zijns vaders, hetgeen ook wel te venvachten was van een vorst, die bij zijne troonsbeklimming aan de polen zeide: „alles wat mijn vader heeft gedaan is wel gedaan." Tot het doen kennen der deportatie naar Orenburg en liet zedelijk en ligchamelijk lijden daarmede gepaard, gaf eene beschrijving welke wij dezer dagen in liet fransche dagblad La presse aantroffen, ons aanleiding. Wat de feiten betreft volgen wij de beschrijving waarvan we de meerdere of min dere juistheid echter niet kunnen beoordeelen. Deze deportatie dan, is eene verwijzing tot de krijgsdienst in verre gewesten, alwaar men afgezonderd van het vaderland, het vroeger leven voor altijd ziet afgebroken, alle denkbeel-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2