hem ontrouw zijnhij dankt ze niet, maar bedankt ze in den
letterlijken zin des woords; hij zegt tot hen: „nu hebt ge
leelijk met mij gehandeldnu hebt ge uw woord verbroken
als ge zoo voortgaat, zal ik een anderen heilige kiezenlaat
ons zien wilt ge weder goed voor mij zijn gelijk voorheen?"
„En de tweede indruk, dien Douwes Dekker ons onwille
keurig heeft gegeven, is deze. Ofschoon hij geene leerstellige
overtuiging bezit, gevoelt hij ten volle het teedere en geheim
zinnige der vroomheid, en kwetst niet gaarne den geloovige.
Het eigenaardige der godsdienst schijnt volgens hem te zijn
het gebed, de omgang van den mensch met een goddelijk per
soon of goddelijke personen. Boven alle plaatselijke religies
plaatst hij de algemeene godsdienst der liefde en bereidvaar
digheid, welke de menschen uit alle tijden en landen tot elk
ander brengt en de waarde van ieder mensch afzonderlijk
bepaalt.
„Nog e'éne aanmerking. Douwes Dekker is een vriend der
natuur. Hij is een geslagen vijand van alles, wat den geest
beknellen kan. En toch scheen het mij gisteren avond dat die
vriend der natuur zich soms aan onnatuurlijkheid schuldig
maakt. Of is het niet onnatuurlijk dat iemand zich zelf steeds
op den voorgrond durft plaatsen, als of hij het middelpunt
ware des heelals? De vreemdeling, de twijfelaar (Douwes
Dekker natuurlijk, ofschoon ongenoemd) heeft geen kerke
lijk geloof noodig om zijn pligt te betrachten onder al de
passagiers van de stoomboot is hij de brave man bij uitne
mendheid; op hem valt het volle licht; hij durft aanspraak
maken opalier liefde en bewondering; hij is de interessante
persoon, die aller oogen tot zich trekt. Wij zouden zoo gaarne
zien dat de heer Douwes Dekker wat meer christelijke be
scheidenheid bezat en de regelen der kieschheid wat beter
wist in het oog te houden. De ten volle achtenswaardige man
is ingetogen: schaamte, gevoel en maagdelijke trots beletten
hem om de ligtzinnig dartelende en onheilige menigte te doen
schouwen in de schuilhoeken van zijn hart; hij wacht er
zich wel voor, aan een ligtekooi gelijk, den geheimzinnigen
sluijer vo'»1 den eerstkomende op te heffen. Velerlei geruch
ten zijn aangaande Douwes Dekker in omloop; wij zouden
zijn talenten vereeren, al waren zijne fouten onvergeefelijk,
maar onze ingenomenheid met dien grooten geest belet ons
niet het te erkennen onwaarschijnlijk is het dat iemand, die
zijne vernoudiflg tegenover het groote publiek zoo slecht be
grijpt. onberispelijk tegenover bepaalde individuen zou zijn."
Benoemingen en beslatten.
ridderorden Vergunning verleend aan den heer J. van
Hervverde, konsulair agent van Rusland aan den Helder, tot
het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde
van St. Stanislas .'3e klasse, hem door Z. M. den keizer aller
russen geschonken, en aan den baron E. Sirtema van Groves-
tins, 's konings buitengewoon gezanten gevolmagtigd minis
ter bij het hof van Madrid, tot het aannemen en dragen der
versierselen van ridder-grootkruis der Adolfs-orde, hem door
Z. II. den hertog van Nassau geschonken.
Kerk- en schoolnieaws.
De bevestiging van den heer F. H. Michelsen, beroepen
predikant bij de evangelisch luthersche gemeente alhier, die
op zondag avond den 27 dezer zijne intrêerede zal houden,
zal naar wij vernemen in den morgen van dien dag plaats
hebben door den heer F. J. Dornela Nieuwenhuis, hoog
leeraar aan het Koninklijk evangelisch luthersch seminarium
te Amsterdam.
De heer K. ICleinendorst, predikant bij de christelijk
afgescheidene gemeente te Hoogeveeu, heeft voor het op hem
uitgebragt beroep naar Sluis bedankt.
Koloniën.
De zaturdag hier aangekomen landmail uit Nederlandsch-
lndië bevat berigten van Batavia loopende tot 2S februarij.
Omtrent het gedrag van Hidayat waren geene verdere
bijzonderheden vernomen. Ook de Javabode gelooft vol
strekt niet aan de zuiverheid der bedoelingen van het onder
worpen hoofd der opstandelingen. Dat blad laat zich aldus uit:
„Het doet ons leed thans te moeten zeggen dat er op dezen
oogenblik niets naders is bekend geworden omtrent zijne
onderwerping. Naar het oordeel van velen heeft hij eene voor
treffelijke komedie gespeeld, waarvan het rekest der hadji's
om hem daar te houden, aan de eene, en zijne proklamatie
aan de opstandelingen, overal verspreid ter Zuid- en Oostkust
van Borneo, waarin hij hen onder bedreiging van verschrik
kelijke vervloekingen tot onderwerping aan hun soeverein,
het nederlandsch goevernement, aanspoort, aan de andere
zijde de bewijzen zijn. Wij durven gerust zeggen, dat dit het
algemeen gevoelen is. Slechts enkelen zijn er die de onder
werping van I-Iidayat voor gemeend houden, even als die van
Demang Lehman, aan wiens opregtheid de algemeene opinie
ook nog steeds blijft twijfelen. Vox populi, vox Deitoch
hopen wij dat deze spreuk ditmaal blijke onjuist te zijn,
maar wij vreezen er voor.
„Ten gevolge van een en ander wint flan ook de meening
meer en meer veld, dat het volstrekt noodig is onze troepen-
magt aldaar aanzienlijk te vermeerderen, opdat er sterke
mobiele kolonnes geformeerd kunnen worden, om het land in
alle rigtingen te doorkruisen, zonder de bezetting onzer ben-
tings reeds zwak genoeg te verminderen."
Gemengde berigten.
Van de drie gebroeders T., die onlangs korten tijd na elk
ander met de noorderzon van hier vertrokken zijn, heeft zich
een, naar wij vernemen, bij het pauselijke leger te Rome in
dienst begeven. Het bekende engelsche stoomschip Great
Eastern zal in het begin der volgende maand van Milford-
Haven, waar het belangrijke vertimmeringen ondergaan heeft,
weder eene reis naar New-York ondernemen, en in het mid
den van junij van daar naar Liverpool terugkeeren. In de
vorige week heeft het provinciaal geregtshof van Gelderland
de vier personen, beschuldigd van vergiftiging van hunnen
75jarigen vader en schoonvader Evert Schipbroek, te Garder
broek, allen ter dood veroordeeld. Van eene te Londen
voor de tentoonstelling aangekomen schilderij van Eugène
Lacroix wordt het volgende verhaaldDe afzender had geen
adres op zijn stuk gezet maar alleen den naarö der schilderij
„De bisschop van Luik." Debeambten van hetstation bezorg
den het stuk aan den bisschop wiens titel daarop stond ver
meld, die met het onverwachtgeschenk bijzonder was ingeno
men. Na zich veertien dagen in het ongestoord bezit er vau
te hebben mogen verheugen, werd de vergissing ontdekt en
de bisschop tot zijn leedwezen verpligt de schilderij weder af
te staan. Ook is een monsterkaas uit Canada voor de ten
toonstelling ontvangen welke, bij een omtrek van 12 voet,
101-2 pond weegt. Wegens te late ontvangst is zij echter afge
wezen. Te Keulen bestaan nog vele riolen, welke vóór
omstreeks 2000 jaren door de romeinen in hunne Colonia
Agrippina zijn aangelegd, doch thans liggen zij ongeveer v25
voet beneden den tegenwoordigen grondslag. Deze bijzon
derheid wordt aangevoerd als een bewijs voor de aanmerke
lijke verhooging der gronden in lang bewoonde plaatsen.-
Te Leiden hebben vijf ouderlingen der nederduitsche her
vormde gemeente na het beroepen van dr. A. Pierson hun
ontslag aan den algemeenen kerkeraad ingezonden. De
koning van Zweden en Noorwegen heeft 20,000 thalers
toegestaan om een aantal bekwame werktuigkundigen te
zenden naar de londensche tentoonstelling. Het hof van
appèl te Bordeaux h^eft tiener dagen uitgemaakt, dat een
priester het regt niet heefteen kind, dat zijn cathechisinus niet
kent, harde voorwerpen naar het hoofd te werpen. De zaak
scheen twijfelachtig, want de abt Thory, van Libourne, die
een klein meisje het hoofd aan bloeden wierp met een stok,
die zoo hard aankwam dat het kind neerviel, was door de
korrektionele regtbank van Libourne vrijgesproken. Dead-
vokaat van den abt beweerde, dat hij slechts zóó gehandeld
had„in de uitoefening zijner funktiën"en dat men hem dus niet
kon vervolgen zonder verlof van den raad van state. De regt
bank, die deze zienswijze niet deelde, veroordeelde den abt
tot eene boete van 15 fr. en 150 fr. schadevergoeding. Een
schot, Macdonald geheeten, vervult bij het japansche gezant
schap dat zich thans te Parijs bevindt de eervolle betrekking
van tolk. Vóór weinige jaren was bij nogslechtsjagtopziener,
maar toegerust met bijzondere taalkennis. Hij trok bij eene
jagtpartij de aandacht van een aanzienlijken engelschman,
die hem liet studeren. Na volbragte studiën kreeg hij eene
betrekking in Indië en ook daar werd zijne uitgebreide taal
kennis opgemerkt. Hieraan heeft hij dus de op hem uitge-
bragte keuze voor de eervolle betrekking van tolk te danken.
Een ameriwaansch blad somt de maandelijltsche behoefte
van het bondsleger, gerekend op 600,000 man, in dier voege
op: 11,625.000 pond spek of 2-4,375,000 pond versch rund-
vleeseh, 136,99-1- vaatjes ineel, 18,750 bushels boonen of
1,050,000 pond rijst, 1,950,000 pond cacao, 2,S92,000 pond
koffij, 195,000 gallons azijn, 12,449 bushels zout, 8,580,000
pond aardappelen, 1170 pond kaarsen en 3,120,000 pond
zeep. Volgens statistieke opgaven zijn in Oostenrijk in de
onderscheidene gestichten opgenomen 120,020 vondelingen,
in Frankrijk 102,000, Rusland en Polen 53.533, Spanje 16,250,
Portugal 35,111, Italië 37,360, België 757-1, Kerkelijke staten
3500, Denemarken 1172, Engeland 967 en Zweden S17.
Dezer dagen is een der molens tusschen Breskens en Schoon-
dijke door den bliksem getroffen en daardoor belangrijk
beschadigd. Men berekent de schade op ongeveer f 500.
Het goevernement der Vereenigde staten heeft een kanon
neerboot doen vervaardigen met een kanon voor 100 ponders.
De inrigting van dit vaartuig is zoodanig dat het door twee
stoomschroeven bewogen wordt en men het tot ruim drievoet
onder de oppervlakte des waters kan laten zinken, terwijl het
op den vijand toestevent en hem in den grond boort, zonder
gevaar te loopen zelfbelangrijk beschadigd te worden. In
het lokaal der teekenakademie te 's Gravenhage is gedurende
deze week ten toon gesteld een kunstig bewerkt tafelkleed,
waaraan zes jaren is gearbeid. Het is uit ruim 4200 stukjes
laken vervaardigd met zinnebeeldige voorstellingen van vo
gels, bloemen enz. Te Zevenhuizen woont een grijsaard die
in het jaar 1762 is geboren. Hij heeft 13 kinderen gehad
waarvan er thans nog 3 in leven zijnvan zijne kleinkinderen
leven er nog 29, van zijne achterkleinkinderen 75 en van zijne
achter-achterkleinkinderen 7. Prins en prinses Frederik
hebben eene bijdrage van f 300 gezonden aan de hoofdkom-
missie tot stichting van een gedenkteeken aan Joost van den
Vondel. De senaat van de hoogeschool te Groningen heeft
besloten het doktoraat in de wis- en natuurkundige weten
schappen honoris causa aan te bieden aan mr. S. C.Snellen
van Vollenhoven, konservator aan 's rijks museum van natuur
lijke historie te Leiden. Dat de verpleegden in de Ommer-
schans de gevangenis boven het gesticht verkiezen blijkt wel
daaruit dat een kolonist zich dezer dagen vrijwillig aangaf als
brandstichter op een der hoeven, welk feit reeds vóór tien
jaren gepleegd en geheel vergeten was. Zijn wensch is dan
ook vervuld door hem in verzekerde bewaring te nemen, ge
lijktijdig met eenige andere verpleegden die onlangs brand
hebben trachten te stichten.
meteorologische waarnemingen,
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure.
April 1862.
a
c3
O
Wind
ti
c
rt
Kracht.
Barometer
bij 0°.
Thermometer
c. 1
fa
Spanning van
den damp.
Regen in24u||
Laagste
temperat.
en verschil
met de
hoogste.
Aanmer
hingen.
6
w.zw.
8
763.3
11.8
0.77
8.30
0.7
bcw.betr.heij.
7
ZO.t.O
2
767.4
13.9
0.8fl
10.34
0.0
bcw. en reg.
8
NOost.
5
767.3
12.8
0.80
9.78
7.3
reg.bew. heij.
9
N.t. W.
2
762.7
13.4
0.85
10.04
0.0
bew.reg.onw.
10
W. t.N.
2.5
762.3
9.7
0.91
8.70
19.7
betr.bew. lieij
11
Nüost.
10
764.3
8.6
0.87
7.80
0.0
bcw.betr. he ij
12
Noord.
9
768.4
4.6
0.68
4.78
0.0
ligt bew.buij.
Thermometerstand.
12 april 's morg. 7 u. 40 'stnirfrf. I u. 46 's av. 11 u. 36 gr.
13 's morg. 7 u. 36 's midd. 1 u. 43 's av. 11 u. 40 gr.
14 's morg. 7 u. 40 's midd. 1 u. 45 gr.
Staten generaal.
tweede kamer.
Wetsontwerp tot definitieve vaststelling van hoofdstuk V.
der staatsbegrooting voor 1862.
(Departement van binnenlandsche zaken.)
Ten gevolge der verwerping van dit hoofdstuk, gelijk het
door den heer van Heemstra was voorgedragen, is den 5
januarij dezes jaars eene kredietvvet vastgesteld, die zoo spoe
dig mogelijk door eene definitieve begrootingswet moest ver
vangen worden. Daartoe strekt het hierboven genoemde
wetsontwerp, onder dagteekening van 9 april jl. door den
heer Thorbecke bij de tweede kamer ingezonden. De korte
memorie van toelichting begint met de mededeelinf, dat de
minister, ofschoon hij gaarne vermindering gewenscht had,
zijns ondanks gedwongen is verhooging te vragen. In ver»e-
lijking met de nog loopende kredietvvet zijn sommige artike
len verhoogd, andere verminderd en eenige vervallen, zoo dat
als slotsom nu een totaal gevraagd wordt van f 17,383,566,73,
tegen fï7,27\,hSl,7'ó volgens de kredietvvet. De belangrijkste
verhoogingen zijn die van art. 89, herstelling van buitenge
wone winter- en stormschade, rnetf 110,000, wegens eene door
braak onder Werkendam op 18 januarij jl., en van art. 112,
bijdragen aan gemeenten, voor eene behoorlijke inrigting van
haar lager onderwijs, met f 30,000.
Bij art. 90, subsidiën aan maatschappijen en instellingen
tot het bekostigen van werken, dat met f 900 verhoogd is,
teekent de minister het volgende aan:
„Hoezeer daarvoor thans geene uitgave wordt gebragt,
meent de regering te dezer plaatse te moeten gewagen van
eene verbetering, waarop ook in de tweede kamer der staten-
generaal meermalen de aandacht werd gevestigd, de verbete
ring namelijk van den staat van verval, waarin de haven van
Brouwershaven is geraakt.
„Toen in november 1857 een raad van den waterstaat werd
ingesteld, ten einde de plannen te onderzoeken die voor eene
verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee waren
ontworpen, behoorde de verbetering der haven van Brou
wershaven tot die punten, waaromtrent het gevoelen van die
kommissie werd gevraagd, Op bladzijde 27 van haar in 1S58
uitgebragt en algemeen verkrijgbaar gesteld rapport bespreekt
de raad de verbetering dezer haven en beveelt daartoe een
ontwerp aan, waarvan de kosten op f108,630 worden begroot.
Aan dat plan is geen gevolg gegeven, omdat de daarvoor ge
vorderde gelden niet konden worden bijeengebragt. Door
den gemeenteraad is later een gewijzigd ontwerp voor eene
verbetering op kleiner schaal in bedenking gegeven. Dit ont
werp bevat de verdieping der haven en het bouwen eener
spuisluis; de uitvoering daarvan is geraamd op f33,830.
„Hoezeer de belangen der zuid-hollandsche koopsteden
kunnen gerekend worden'bij de verbetering dezer haven be
trokken te zijn, hebben de gemeentebesturen van Rotterdam,
Dordrecht en Schiedam zich ongenegen betoond voor het
werk eenige bijdrage te verleenen. Ten gevolge van deze
weigering maakten ook gedeputeerde staten van Zuid-Hol
land bezwaar, het verleenen van een provinciaal subsidie
aan de staten voor ie dragen. De staten van Zeeland echter
verklaarden zich bereid tot het geven eener bijdrage van
f8,000, waarna het gemeentebestuur van Brouwershaven
besloten heeft de verbetering der haven voor zijne rekening
te doen uitvoeren, indien door het rijk een subsidie ten be
drage van f 11.2S0 of 1/3 der geraamde kosten werd verleend.
„De regering meent dat daarvoor allezins termen bestaan.
De belangen der groote scheepvaart zijn bij eene verbetering
dezer haven in hooge mate betrokken. Alle naar de zuid-
hollandsche hoofdsteden bestemde schepen van eenigen diep
gang moeten te Brouwershaven binnenloopen en een gedeelte
hunner lading aldaar in ligterschepen overladen. Nu vinden
deze ligterschepenvooral wanneer zij geladen zijn, niet
alleen geene veilige ligplaats in de haven, maar ten gevolge
van den slechten toestand der binnenhaven is deze dikwijls
geheel ontoegankelijk en het verkeer met de steeds druk
bezochte reede volkomen gestremd. Dit heeft reeds meer
malen aanleiding gegeven tot allerlei klagten en moeijelijk-
heden, en is ook voor de dienst van het rijksloodswezen en
van de belastingen in hooge mate belemmerend. Alle hulp
middelen om in dit ongerief te gemoet te komen zijn gebleken
onvoldoende te zijn. zoo lang niet tot eene verbetering dei-
haven zelve wordt besloten.
„Een en ander regtvaardigt, naar het oordeel der rege
ring, het verleenen eener rijks-ondersteuning aan de gemeente
Brouwershaven, wier welvaart en ontwikkeling van deze ver
betering harer haven afhangt, en die bereid is daarvoor een
offer te brengen, dat schier boven hare krachten gaat.
„De ondergeteekende (Thorbecke) denkt in het ontwerp
der begrooting voor 1863 de te dier zake benoodigde gelden
aan te vragen."
De bovenvermelde verhooging van art. 112 is meer eene
administratieve regeling, dan eene eigenlijke aanvrage om
verhooging. In het oorspronkelijk ontwerp van begrooting
voor 1862 was voor dit onderwerp f150,000 uitgetrokken,
welke som ter gelegenheid der diskussiën tot f 100,000 ver
minderd werd. De toenmalige minister heeft niet aange
toond, hetgeen den tegenwoordigen minister sedert bleek,
dat men op dat tijdstip reeds eene uitgaaf van f130.000 te
voorzien had. Ten gevolge van aanvragen van verschillende
gemeentebesturen, was reeds door den koning aangewezen
welk bedrag ten laste der vragende gemeenten zou komen,
en bepaald dat het verder benoodigde door de provincie en
het rijk ieder voor de helft gedragen zou worden. De minister
onderstelt, dat, indien bij de diskussie van regeringswege
inlichtingen in dien zin waren gegeven, het cijfer van het
amendement wijziging zou hebben ondergaan.
Bij de diskussiën in de tweede kamer is ook de som van
f2000 voor het groot nederlandsch woordenboek, bij amen
dement onder een afzonderlijk artikel gebragt, aldus om
schreven: „Voortzetting en voltooijing van het algemeen
Nederlandsch woordenboek, eerste een-derlicnde." De mi-