worden teruggekomen. Hij vreest tevens dat de heer Simons, bij weigering van den raad, eene regtsvordering tegen de ge meente Vlissingen zal instellen, welke groote kosten kan na zich slepen. Hij herinnert voorts hoe de raad is terug gekomen op het besluit, ten opzigte van de zeemans- en visschersbeurs, alleen omdat gedeputeerde staten bezwaar maakten om hetgoed te keuren en men vreesde voor eene ver nietiging des konings. Ilij wijst er op dat bij aanname van het voorstel van den heer Schmidt, men zich van de gegrondheid of het niet bestaan der bezwaren zal kunnen overtuigen, en misschien blijkt alsdan dat er ter goeder trouw dwaling heeft plaats gehad, waarvoor niemand is gevrijwaard. De heer de Kruijtt' zegt dat op de teekening welke in de vorige vergadering is overgelegd niet waven opgenomen de gebouwen aan de overzijde van het perceel van den heer Wibant. Alsdan had men dadelijk de bezwaren van den heer Simons kunnen opmerken. Ook hij ondersteunt het voorstel van den heer Schmidt. Met het oog op het gehoorde, zegt de heer Uyttenhooveri dat hij niet beweert dat de vergadering onbevoegd is terug te komen op een genomen besluit, maar wel op dit hetwelk reeds door gedeputeerde staten is goedgekeurd. Dit zou een verkeerd aanzien geven als of de raad door het dagelijksch bestuur was misleid. De heer Rnysch zegt niets te hebben gehoord van het oppe ren van bezwaren ten opzigte van den heer Simons, zoo als door den heer Uyttenhooven is aangevoerd. Hij denkt overi gens dat er eene dwaling heeft plaats gehadhet besluit is genomen ten opzigte van eene oppervlakte van 90 ellen en nu hoort men spreken van 13l ellendaarom dringt hij aan op de aanname van het voorstel van den heer Schmidt. Nogmaals voert de heer van U'je Pieterse het woord 0111 op te merken dat men alleen ter wille van dwaling, volgens art. 1485 van het burgerlijk wetboek, op het genomen besluit kan terugkomen, zoo het blijkt dat de bezwaren van den heer Simons gegrond zijn. Andermaal drukt hij zijne vrees voor eene procedure uit. De voorzitter zegt voor eene procedure niet bevreesd te zijn. en meent zich te mogen overtuigd houden dat na gedaan onderzoek de bezwaren van den adressant, zoo zij al bestaan, zullen blijken wel eenigermate overdreven te zijn. Nadat de beraadslagingen zijn gesloten, wordt het voor stel van den heer Schmidt aangenomen en is alzoo besloten het terrein te doen afpalen, waarna de leden van den raad ge zamenlijk zullen worden opgeroepen tot het instellen van een onderzoek. Is ingekomen en wordt voorgelezen een vevzoek van den Sint-Jan C. Iwers c. s. om eene plaats tot berging van hunne wagens, daar hun het terrein, vroeger daartoe gebruikt, is ontnomen. Zij wijzen daarbij op de diensten welke zij bij hooge watervloeden en bij de ziekte op het stoomfregat de Ruyter door vervoer van zieken en lijken hebben verrigt, en verzoeken daarom öf een k'ein gedeelte van hun vroeger ter rein te mogen behouden óf eene andere gelegenheid te wor den aangewezen. Nadat de voorzitter gunstig voor dit verzoek heeft geadvi- 1 seerd, wordt besloten hun eene bergplaats aan te wijzen aan i de overzijde van het artillerie-magazijn. Nog is ingekomen een adres van J. P. Walther tot het bekomen van een stuk grond in erfpacht. Op voorstel van den heer Uyttenhooven wordt besloten dit adres tot de vol gende vergadering aan te houden, ten einde de leden zich persoonlijk kunnen overtuigen of het gevraagde perceel geen belang voor de gemeente heeft. Voor kennisgeving worden aangenomen a. eeue ingekomen dankbetuiging van de kommiezen bij de plaatselijke belastin gen voor de hun toegekende gratifikatie: en b. demededeeling des voorzitters dat hem een persoonlijke dankbetuiging na mens de rijks kommiezen is afgedaan. De heer van Uije Pieterse vestigt de aandacht op het wen- schelijke dat er worde toegezien op de naleving der bepalingen ten opzigte van het vervoeren over de bruggen van zwaardere vrachten dan van 1500 pond. Bij het bezit van goede bruggen in de gemeente, buigen soms de draaibruggen onder de wigt van eene zeer zware vracht, waardoor wel eens kon bedorven worden wat met groote kosten is verkregen. Nadat hierover nog in het kort is gesproken, zegt de voor zitter dat het dagelijksch bestuur zich den wenk zal ten nutte maken, waarna de vergadering is gesloten. SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS, UITGEVERS VAN DE MIDDELBÜRGSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 6