Thcrmomcierstand.
26 maart's av. 11 u. 53 gr.
27 's morg. 7 u. 52 's midd. 1 u. 66 "s av. 11 u. 55 gr.
28 's morg. 7 u. 54 's midd. 1 u. 64 gr.
Gemeenteraad van 3IiddelI>iirg.
Zitting van 26 maart.
Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke.
Afwezig de heeren Lambrechtsen van Ritthem, Lantsheer
en Damme. De heer van Deinse komt later ter vergadering.
De notulen gelezen en goedgekeurd zijnde, wordt voor
kennisgeving aangenomen de mededeeling van den voorzitter
dat de volgende stukken zijn ingekomen
a. Schriftelijk berigt van verhindering van den heer Lam
brechtsen van Ritthem.
b. Eene missive van gedeputeerde staten dezer provincie,
waarbij zij magtiging verleenen tot onderhandsche verhuring
van eenige gemeente-eigendommen overeenkomstig het daar
toe genomen raadsbesluit van 3 dezer. Burgemeester en
wethouders zullen mitsdien tot die verhuring overgaan.
c. Eene missive van de zelfden, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 3 dezer tot af-en overschrijvingen
op de gemeentebegrooting voor 1861.
d. Eene missive van dé zelfden, waafrbij de wijziging der
gemeentebegrooting voor 1862 wordt goedgekeurd, met te
rugzending van een exemplaar dier begrooting, benevens een
exemplaar der gewijzigde. Daarbij is ook goedgekeurd het
besluit van den 23 oktober 1S61 tot het aangaan eener geld-
leening van f16000, ten behoeve van de uitdieping van het
scheepsdok en de demping van hetspuikanaal, waarvan f8000
als eerste serie op de gemeentebegrooting voor 1S62 is ge-
bragt. De voorzitter berigt hierbij dat de aanbesteding van
het dempen van het spui enz. den 3 april e. k. zal plaats
hebben.
e. Eene missive van de zelfden, houdende bedenkingen
tegen het kohier van den hoofdelijken omslag, daar het niet
bij klassen is ingerigt. gelijk zij zulks hadden gewenscht, en
waarom zij ook zwarigheid maken het goed te keuren. Niet
alleen is zulk eene verdeeiing in klassen voor eene juiste be
oordeeling van het kohier noodzakelijk maar zij ligt ook,
volgens het gevoelen van gedeputeerde staten, in de bedoe
ling van de artt. 3 en 4 van de verordening regelende het
bedrag en de grondslagen van den hoofdelijken omslag in
deze gemeente, vastgesteld in de raadsvergadering van den
20 oktober 1858.
Daar in deze missive van gedeputeerde staten ook gespro
ken wordt van een bij klassen ingerigt kohier, dat bij den
raad zou aanwezig zijn, merkt de voorzitter aan dat zulks
eene misvatting is. Het kohier is op de zelfde wijze als vroe
ger ingerigtalleen op verzoek van e'én lid van den raad is er
eene lijst met klassen opgemaakt, waarvan echter geen ge
bruik gemaakt is.
Nadat de notulen waarin de disknssien over deze zaak zijn
opgeteekend, voorgelezen zijn, wordt met 11 tegen 2 stemmen
(van de heeren Caland en Fokker) besloten om. op grond van
art. 200 der gemeentewet, de beslissing dezer kwestie aan den
koning te verzoeken. Burgemeester en wethouders zullen
daarbij de motieven van den raad opzenden.
Nog zijn ingekomen de volgende stukken
a. Jaarverslag van de kamer van koophandel en fabrieken
betreffende handel, fabriekwezen en scheepvaart in 1861.
Wordt ter inzage gelegd.
b. Idem van de kommissie van bestuur over de geneeskun
dige school over 1861. In de geleidende missive wordt de aan
dacht gevestigd op eene wenschelijke traktenientsverhooging
met f 100 van den lector in de schei- en artsenijmengkunde
met 1 januarij 1863. Voorts wordt daarin kennis gegeven
dat dr. S. de Wind zich de herbenoeming tot lid dier kom
missie heeft laten welgevallen, terwijl met lof wordt gewaagd
van de zorg welke door heeren lectoren voor het onderwijs
gedragen wordt, alsmede van den ijver dien deleerlingen aan
den dag leggen. Dit verslag wordt mede ter visie gelegd
en de beraadslaging over genoemde traktenientsverhooging
aangehouden tot aan de behandeling dergemeentebegrooting
voor 1863.
c. Rekening van het burgerlijk armbestuur, wegens het
schoonhouden der straten, grachten, kaden en pleinen, met
een te kort van f 326,88^, met bijgaand verzoek om die werk
zaamheden door tusschenkomst van genoemde instelling te
doen blijven uitvoeren. Wordt besloten deze rekening,
welke is akkoord bevonden, goed te keuren, het verzoek in te
willigen en het te kort te brengen op onvoorzien van de be
grooting van 1861.
De voorzitter herinnert dat met mei e.k. de pacht van beer
en vuilnis verstreken is, en dat alsdan zal moeten beslist wor
den of de heffing van 50 cent per kar van de ingezetenen al
dan niet aan den pachter zal blijven toegestaan. Teneinde
tot het regelen van die aangelegenheid meer ruimte van tijd
le hebben, worden burgemeester en wethouders, op zijn voor
stel, gemagtigd, om de pacht voor eene maand op den be-
staanden voet te doen voortduren, zoo de tegenwoordige
pachter daarmede genoegen neemt. De stukken hiertoe be
trekkelijk zullen inmiddels aan de kommissie ad hoe worden
ter hand gesteld.
Voorts is mede het voorstel des voorzitters aangenomen,
om voortaan te trachten de beer en vuilnis eerst afzonderlijk
en daarna te zamen te verpachten.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling des
voorzitters, dat de oude loskraan bij verkoop voor afbraak
heeft opgebragt f1210, terwijl daarvoor slechts f 1000 was
uitgetrokken.
Namens burgemeester en wethouders legt de voorzitter
over een geschenk van den heer J. Snijders, kraanmeester al
hier, bestaande in eene schilderij der oude loskraan van hare
wording af, opgedragen aan het gemeentebestuur.Deze
schilderij wordt voorde leden ter visie gelegd om haar later
in de oudheidskamer te plaatsende mededeeling dat burge
meester en wethouders den heer Snijders voor dat geschenk
eene dankbetuiging hebben toegezonden wordt voor kennis
geving aangenomen.
Eene missive van mevrouw wed. D. Borking, waarbij zij
kennis geeft van het overlijden haars echtgenoots. en welke
reeds door burgemeester en wethouders is beantwoord, wordt
mede aangenomen voor kennisgeving.
Is ingekomen een antwoord van de kamer van koophandel
en fabrieken alhier, op het gevraagd advies omtrenthetinvoe-
ren eener voorgestelde bepaling dat. even als voor de stoom-
booten, ook voor de beurtveren, bij de ontvangst van vracht
goederen, eene lijst door de geadresseerden geteekend worde.
De kamer acht het invoeren dezer bepaling niet wenscbelijk
1. omdat het teekenen eener lijstin strijd is met het bestaande
reglement; 2. omdat de meeste handelaars daartegen bezwaar
zullen maken, daar de namen der leveranciers of fabriekanten
daarop voorkomen, waarvan anderen alzoo ook zouden ken
nis nemen; en 3. omdat alle verlangde inlichtingen bij den
bestelmeester kunnen worden verkregen. Zij acht o-eheim-
houding vooral wenscbelijk; doch voor zoo ver met den
maatregel werd beoogd, om meerder vertrouwen in den be
stelmeester te kunnen stellen, adviseert zij dat met rood krijt
aanteekening moet worden gedaan in het register van de
vracht-, los- en bestelloonen.
De heer van Diggelen, van wieri in der tijd het denkbeeld
tot het invoeren dezer bepaling is uitgegaan, kan zich met de
zienswijze der kamer van koophandel en fabrieken vereeni
gen en keurt haar laatste voorstel mede goed, mits die aan
teekening op de gewone wijze in het register en niet met
rood krijt geschiede.
De voorzitter zegt dat hierin reeds is voorzien, waarna de
heer van Deinse ter vergaderingkomt.
Wordt overgegaan tot de uitloting van een aandeel in het
renteloos voorschot dat vroeger door eenige ingezetenen tot
verbreeding der Bellingbrug is gedaan. Ter aflossing wordt
getrokken no. 3.
Ter inzage van de leden wordt gelegd een staat van nog te
verleenen restitutie van hoofdelijken omslag over de jaren
1S561860.
De voorzitter legt ter vernietiging over tien stedelijke obli
gaties ad f 1000 en vier halve ad f500, te zamen f 12,000, tot
welke vernietiging.dadelijk wordt overgegaan.
Nog is ingekomen eene missive van het bestuur der gods
huizen ten geleide van den staat van baten en lasten, verge
zeld van eene memorie van toelichting, waarop de delibera
tion worden aangehouden.
De heer Sifflé brengt, namens de kommissie voor de school-
zaken, rapport uit omtrent de in hare handen gestelde missive
van gedeputeerde staten van 14 februarij jlbetreffende eene
nadere regeling der grondslagen voor de berekening van het
pensioen van mevrouw Rochat. Het komt der kommissie voor
dat de vroeger aangenomen som van f2268, als berekend naar
een verkeerden maatstaf, met f 800 zal moeten worden ver
minderd en mitsdien vastgesteld op eene som van f 1468.
Overeenkomstig de konklusie van dit rapport wordt beslo
ten, en daarna is de openbare zitting gesloten.
ItiriTEKLAKD.
Algemeen overzigt.
The times schijnt, met betrekking tot de italiaansche zaken,
eenigzins van gevoelen te zijn veranderd. Hij doet thans op
merken dat <le italianen zich eerst moesten verzekeren van
het rustig bezit der napelsche provinciën, alvorens te idealise
ren omtrent het erlangen van Rome en Venetië, waardoor zij
zich in een oorlog zouden kunnen wikkelen met Frankrijk en
Engeland. Dit betoog is echter minder goed overeen te bren
gen met het berigt dat eene aanstaande vereffening der itali
aansche zaak wordt te gemoet gezien, waarbij Rome tot vrije
stad zou verklaard worden, tot dat de omstandigheden baar
zouden veroorloven de hoofdstad van Italië te worden. Voor
't oogenblik is er weer sprake om het garnizoen door italiaan
sche troepen te doen vervangen. De verwijdering van Frans
II en de uitkeering eener schadevergoeding aan den paus.
zouden mede tot de voorbereidende maatregelen behooren.
Het veranderde gevoelen van The times schijnt het gevolg
te zijn van de meerdere toenadering, welke in de laatste dagen
is tot stand gekomen tu.-schen de kabinetten van Londen en
Weenen, als een tegenwigt voor de dagelijks inniger wor
dende vertrouwelijkheid en eensgezindheid van llatazzi met
de fransche regering.
Het gerucht dat een italiaansch eskader naar den Pyraeus
zou worden gezonden, hetgeen zeker het oostenrijksche hof
't welk Italië steeds blijft beschuldigen van inmenging in den
griekschen opstand in geweldige onrust zou brengen,
schijnt zich te bevestigen. Vergissen wij ons niet, dan blijkt
uit al deze berigten dat de diplomatie in Italië thans zeer
werkzaam is, terwijl Ratazzi, door het fransche goevernement
ondersteund, zelfs blijken van sympathie geeft aan Garibaldi,
die overal den patriottischen kruistogt predikt.
Er hebben voortdurend demonstratiën plaats te Venetië en
te Mantua, waarvan talrijke arrestatien het gevolg zijn.
De terugkeer van den franschen gezant te Rome, de Lava-
lette, naar Parijs schijnt het gevolg geweest te zijn van hevige
oneenigheden tussehen dezen en den generaal Goyon, welke
van dien aard zijn, dat de terugroeping van een hunner nood
zakelijk is geworden. Gedurende zijne afwezigheid te Rome
zal de hertog de Bellune, eerste sekretaris der ambassade, met
zijne werkzaamheden belast worden.
Te Weenen hebben op 26 maart debatten plaatsgehad over
financiële maatregelen. De memorie van den minister van
financiën is door hem verdedigd met het oog op de verhoogde
uitgaven voor het krijgswezen, wegens den politieken toestand.
Bij keizerlijk dekreet zijn wijzigingen gebragt in Rusland
met betrekking tot de censuur, en is eene kommissie benoemd
om de drukpers-wetgeving te herzien. De censuur op weten
schappelijke werken door wetenschappelijke genootschappen
uitgegeven, is inmiddels afgeschaft.
De opstand in Herzegowina wint dagelijks veld. Dezer
dagen heeft een korps van 600 turken, de bezetting der ves
ting Grinitza, zich aan de opstandelingen moeten overgeven,
nadat deze een ander turksch legerkorps, tot ontzet aanruk
kende, hadden terug gedreven.
De meer liberale ideën schijnen langzamerhand ook in het
zoo lang slapende gebleven Spanje eenigen ingang te vinden.
Ten gevolge van de afkeuring die de in de laatste tijden ge-
houdene auto-da-fe's van alle kanten hebben ondervonden,
heeft het goevernement daarin eenigzins voorzien. Aan de
grenswachters is thans bevel gegeven om zich van dit ver
branden der ingevoerde boeken, die min of meer met de katho
lieke godsdienst in strijd zijn, te onthouden. De werken van
Voltaire en zoo veel anderen zullen dus nu in het vervolg
kunnen worden over de grenzen gebragt, zonder gevaar te
loopen aangehouden en in het publiek te worden verbrand.
Het vervolgen der protestanten heeft echter daarom geene
vermindering ondergaan. De fanatieke priesterschap woedt
nog even zinneloos als vroeger tegen deze ongelukkigen.
Dezer dagen zijn er te Malaga weder zes personen, wegens
schuldigverklaring aan protestantsche gevoelens, tot de galei-
jen verwezen.
JSclgië.
Het hof van kassatie heeft op 26 maart uitspraak gedaan in
de voorziening van den auditeur-generaal bij het hoog militair
geregtshof tegen het vonnis, waarbij het hof zich inkoinpetent
verklaart in zake de aanklagt van den minister van oorlog
tegen den luitenant-kolonel Hayez. Het hof heeft zich met
de konklusie van den prokureur-generaal Leclercq vereenigd,
en in een breedvoerig gemotiveerd arrest de door den audi
teur-generaal van het militair geregtshof ingestelde voorzie
ning verworpen.
Een talrijk publiek woonde de zitting bij en men ziet met
belangstellig de verdere gevolgen van dit regtsgeding te ge-
moet. Men meent thans (lat de nederlaag den minister de
Chazal toegebragt, hem zal noodzaken af te treden, en ziet
nu ook het verzoek van den heer Hayez aan de kamers te
gemoet, om verlof tot het instellen eener aktie te bekomen
tegen den minister van oorlog, wegens onwettige en willekeu
rige vervolgingen.
Alle belgische prelaten, uitgezonderd de bisschop van
Gent, wegens ongesteldheid daarin verhinderd, zullen zich
naar het veelbesproken koncilie begeven, te Rome bijeenge
roepen, onder voorwendsel van de heilig-verklaringdcrjapan-
sche martelaars.
Frankrijk.
Le constitutionnel schijnt en vrij natuurlijk niets dan
afkeuring over te hebben voor de gehouden diskussiën in het
wetgevend ligchaam en rigt zijn pen vooral tegen de zes of
zeven oppositie-mannen, Jules Favre, Picard, de Pierre
Pouyer-Quertier, Jules Brarae, Keiler en Anatole Lemercier.
„Zij alleen," zegt Le constitutionnel, „zij alleen hebben met
hun aantal van zeven meer leven gemaakt en meer tijd doen
verloren gaan dan al de andere 242 afgevaardigden te zamen."
Maar. antwoordt Le journal des débats, niemand heeft aan
alle anderen belet even veel te spreken en even veel leven te
makenen dat deze verkozen hebben stelselmatig te zwijgen
kan toch moeijelijk aan Jules Favre en zijne politieke vrien
den geweten worden.
Omtrent een gerucht van wijziging in het ministerie zegt
Le constitutionnel, dat dit verspreid wordt door personen, die
de verkiezingen vreezende van het volgend jaar, een minister
duchten, dien tnen kent als openlijk beschermer der vrienden,
en als bestrijder der vijanden van liet goevernement.
De behandeling der zaak van Mirès is vastgesteld op 31
maart. Een verzoek om remise zal waarschijnlijk niet worden
ingewilligd.
Italië.
De nieuwe president der kamer van afgevaardigden Tec*
chio heeft eene redevoering gehouden bij de opening der
zitting die zeer is toegejuicht. Hij zeide o. a. uit de keuze
van de kamer, met betrekking tot hem die venetiaan was, te
kunnen opmerken, dat zij een blijk wilde geven van hare
vasthoudendheid aan het programma der italiaansche een
heid. Tecchio is een zeer geacht man, wiens politieke gevoe
lens met die van Ratazzi overeenkomen, van wien hij daaren
boven een vertrouwd vriend is.
Hierop zijn de beraadslagingen begonnen over het budget
van liet 2e halfjaar van 1862. Volgens het rapport van de
kommissie wenscht zij iedere vraag op politiek terrein hierbij
onaangeroerd te laten en het ontwerp slechts als eenvoudige
administratieve maatregel te zien aangenomen. ÜeheerMaga-
lis wijdt breedvoerig uit overliet verbond met Frankrijk, ter
wijl hij daarbij de houding van Engeland heftig aanvalt.
De heer Ratazzi antwoordt hierop dat hij het verdrag met
Frankrijk niet minder op prijs steltdan dat met Engeland. De
eensgezindheid tussehen deze twee groote natiën en Italië
verzekert de overwinning aan de liberale gevoelens in Europa;
en mogt er te eeniger tijd oueenigheid ontstaan tussehen
Engeland en Frankrijk, dan zou Italië slechts zijne beginselen
en belangen te verdedigen hebben.
De minister neemt het gevoelen der kommissie overigens
volkomen aan, om elke kwestie op politiek terrein te vermij
den, en bepaalt zich er dus hij, eenige redevoeringen te beant
woorden, welke, zoo als die van den heer Crispi, tegen het
ministerie gerigt waren. liet ontwerp is daarop aangenomen
met 233 tegen 20 stemmen.
Griekenland.
De berigten omtrent den opstand blijven nog steeds vrij
onzeker en ongeloofwaardig. De „schitterende overwinning"
waarover de officiële tijdingen met zoo veel ophef spraken
schijnt op het volgende neder te komen. Nadat op den 13
maart de generaal Hahn zijn leger van ongeveer 3000 man ver
eenigd had, naderde hij de buitenwerken van Nauplia van eene
zijde alwaar de opstandelingen slechts geringe versterkingen