MIDDELBURGSCHE
C O ERA N T.
i\°- 2-S.
Donderdag
6 Maart.
Editie van woensdag avond 8 tire.
Middelburg 5 Maart.
Gisteren middag heeft in eene plegtige openbare zitting
van het provinciaal geregtshof in Zeeland de installatie plaats
gehad van den heer mr. Johan Willem de Bruijn van Melis-
en Mariekerke, bij koninkl.j.. besluit van den 12 februarij
benoemd tot raadsheer in dat hof.
Alvorens tot het nemen van zijn rekwisitoor over te gaan,
hield de prokureur-generaal eene rede waarbij hij er op wees
dat, al moge het waar zijn dat eene spoedige herhaling van de
zelfde plegtigheid, naar het oordeel van velen, den indruk
daarvan verzwakt, die gevolgen daarvan toch minder te duch
ten zijn dan het nalaten derzeive. om voor te komen onver
schilligheid omtrent het bestaan, den bloei en de eer van hen
die bij, in en als het ware door het betrokken ligchaam leven.
Daarenboven heeft iedere installatie niet de zelfde betee-
kenis. De tegenwoordige vindt haren grond in de vervulling
der plaats van den heer mr. C. W. E. Vaillant, thans voorzit
ter, en de aanvulling van het reeds zoo beperkte en door die
benoeming nog kleiner geworden getal raden kon niet ach
terwege blijven. Spreker betoogt verder dat het niet onver
schillig is aan wien de hooge betrekking van raadsheer wordt
opgedragen, een betrekking welke ontzag moet vragen maar
tevens ook vertrouwen inboezemen. Om zoodanige betrek
king overeenkomstig de haar door spreker hier toegekende
waarde naar behooren te kunnen vervullen mag. onvermin
derd de door spreker in het breeile opgesomde vereischten,
eene onderlinge goede gezindheid bij de regtsprekenden
als een eerste geteld worden, en alles moet worden aange
wend wat daartoe leiden kan en door spreker nader wordt
opgegeven.
Daarna rigt de prokureur-generaal zich tot den nieuw be
noemde met de verzekering dat het aangevoerde niet ten doel
bad om hem zijne groote verpligtingen voor te houden. Sinds
jaren toch was hij reeds aan de regterlijke magt verbonden en
had hij ruimschoots gelegenheid om de verschillende zienswij
zen en gevoelens, zoo in straf-als burgerlijke zaken, te leeren
kennen. Spreker ziet in de benoeming door.den koning eene
belooning voor een veeljarig getrouw dienstbetoon, en hoopt
dat de benoemde dan ook nog lange jaren deel van het hof
moge uitmaken en de eer er van handhaven. Hij acht eene
aanbeveling van den benoemde bij de lede an het hof als
overbodig, daar zij voorzeker gaarne den ma" in hun midden
zullen opnemen, dien zij zelve hebben aangewezen. Nahem
verder met een kort woord bij den waarnetnenden griffier en
de leden der balie te hebben ingeleid, besluit de prokureur-
generaal zijne rede. rekwirerende voorlezing van hetkonink-
lijk besluit van benoeming en der akte van eedsaflegging bij
den hoogen raad der Nederlanden.
Nadat hieraan door den waarnemenden griffier, op last van
het hof, is voldaan, neemt de voorzitter inr. C. W. E. Vaillant
het woord. Daar de henoerade meer dan 23 jaren bij ver
schillende regterlijke kollegiën werkzaam is geweest, meent
de voorzitter dat het niet noodig is de pligten die op een raads
heer rusten te schetsen. In dien tijd toch heeft de benoemde
eene rijke ervaring in burgerlijke en strafzaken opgedaan, en
met die ervaring zal hij in dit kollege optreden. In de plaats
van spreker bij de voordragt bovenaan gesteld, heeft
's konings keuze die aanbeveling bevestigd, en hiermede
vvenseht hij den benoemde geluk, terwijl het overbodig zijn
zou hem te verzekeren dat hij den leden van het hof welkom
is, bij wie ook de overtuigingaanwezig is dat het heilig voorne
men en de vaste wil om hetregt te handhaven bij den benoemde
niet te betwijfelen valt. liet hof vertrouwt evenzeer op zijne
medewerking, overtuigd dat hij den goeden geest in dit kol
lege zal aankweeken en bevorderen. Met den wensch dat
het den nieuwen raadsheer voor korteren of langeren tijd
moge gegeven zijn met zijne ambtgenooten te streven om in
het algemeen belang werkzaam te zijn, verklaart de voorzitter
den benoemde geïnstalleerd en verzoekt hem de voor hem
bestemde zitplaats te willen innemen.
De geïnstalleerde spreekt zijne levendige overtuiging uit
in tie verklaring, dat het besluit vau Z. M. waarbij hij is be
noemd tot zijne nieuwe betrekking, hoewel zeer gewenscht.
hem toch met eenige huivering vervult. Een groot verschil
toch bestaat in den aard en omvang zijner nieuwe betrekking
en dien zijner vroegere. Hij aanvaardt de hein toegekende
onderscheiding in de hoop op de welwillendheid zijner ambt
genooten, welke is gegromI op vroegere ervaring daarvan.
Onder verzekering zijner dienstvaardigheid dankt hij den
voorzitter en den prokureur-generaal voor de tot hem gespro
ken woorden.
Vervolgens brengt hij zijnen dank aan den waarnemenden
griffier jlir. mr. W. C. de Jonge, die hem gedurende eene
reeks van jaren in zijne betrekking van griffier heeft ter zijde
gestaan, en biedt hem de verzekering zijner voortdurende
hoogachting en vriendschap aan.
Ook den leden der balie beveelt hij zich met vertrouwen
aan. steunende op vroeger ondervondene blijken van mede
werking.
De deken der orde van advokaten mr. Ph. van den Broecke
verklaart dat de advokaten en prokureurs de tot hen gerigte
toespraak niet onbeantwoord willen laten. Den wensch van
twee geachte sprekers maken zij tot den hunnen en voegen
daarbij een woord van dank voor de welwillendheid gedu
rende eene reeks van jaren, althans door velen hunner, onder
vonden. Het is hen aangenaam dit te mogen verklaren. En
ofschoon er voortaan eene andere verhouding tusschen hen
en den benoemde zal bestaan, unrvén zij zich voortdurend
bij hem aanbevelen, onder verzekering hunner beste wen-
schen voor de toekomst.
Gisteren is voor het provinciaal'geregtshof in Zeeland be-
eedigd de heer mr. Anthonij Pieter Snouck Ilurgronje,
onlangs bij koninklijk besluit benoemd tot regter-plaatsver-
vanger bij de arrondissernents regtbank alhier.
De nieuw benoemde is heden in eene openbare zitting dier
regtbank plegtig geïnstalleerd.
De officier van justitie, mr. J. Spoor, herinnert in zijne
voorafspraak hoetnr. D. A. Benlenis van Berlekoin, na gedu
rende bijna 5 jaren de betrekking van regter-plaatsvervanger
te hebben bekleed, zijn ontslag als zoodanig gevraagd en eer
vol van Z. M. ontvangen heeft. Zonder te treden in een
onderzoek naar de redenen tot aanvrage van dat ontslag,
meent hij hier de getuigenis te mogen afleggen dat de heer
van Berlekom zijne betrekking met kunde, ij ver en bereid
willigheid vervuld heeft. Daarop vvenseht hij den nieuw be
noemde geluk met 's konings vereerende keuze, wijst hem
op de door de regtbank opgemaakte voordragt als het bewijs
dat hij zijnen ambtgenooten welkom moet wezen, en hoopt
dat hem een genoegelijke werkkring wachten moge.
Ingevolge het rekwisitoor van den officier van justitie ge
schiedt vervolgens voorlezing van de akte van eedsaflegging.
De president der regtbank, mr. A. P. van Deinse, begroet
den nieuw benoemde als een lid der regterlijke magt, dat
geroepen is om bij ontstentenis van een der regters in diens
plaats te helpen regt spreken. Ook hij herinnert aan hem in
wiens plaats de benoemde gekozen is, en die gedurende vijf
jaren zijne betrekking eervol heeft waargenomen ten dienste
der regtbaok en maatschappij. Hij w;j>t er op dat bij de
twee laatste vakatures voor regter de heer van Berlekom was
aanbevolen, wiens ontslag den leden der regtbank heeft leed
gedaan.
De president drukt echter de overtuiging der regtbank uit
dat de nieuw benoemde bereid is om tot handhaving van
orde, regt en veiligheid aan hare werkzaamheden deel te
nemen, welke hij schetst als velerlei, vnoeij el ijk en van tee-
deren aard. Ilij verheugt er zich tevens in dat er grond be
staat om te onders:ellen dat de heer Snouck Ilurgronje met
ijver en volgens pligt zal regt spreken, waartoe hij hem allen
voorspoed toewenscht, zoo tot genoegen van zich zeiven als
ten nutte van het algemeen.
Daarop beiïgt de president dat de benoemde gedurende
het loopende zittingjaar lid der korrektionnele kamer zal
uitmaken.
De geïnstalleerde zegt dat het steeds aangenaam is een
gekoesterden wensch vervuld te zien door eene benoeming
van Z. M. den koning, en zulks vooral als dit voor de eerste
maal plaats heeft. Acht hij het onnoodig te verzekeren dat
zijne benoeming ook hem genoegen doet, gaarne wil hij ver
klaren dat die benoeming door hem te meer wordt gewaar
deerd daar zij het gevolg is van eene aanbeveling der
regtbank. In die aanbeveling vindt hij de zekerheid dat hij
niet is benoemd tegen den zin der regtbank, welke zekerheid
wordt versterkt door de woorden welke doordien officier van
justitie en den president tot hem gesproken zijn. Daarvoor
brengt hij hun zijnen dank. Hij aanvaardt zijne betrekking
in het besef van de vele moeiten en het groot gewigt daaraan
verbonden, maar meer nog in het bewustzijn zijner geringe
krachten en weinige ervaring. Daar hij behoefte gevoelt
aan welwillendheid en toegevendheid, roept hij die ook voor
zich in, onder aanbieding zijner wederzijdsche achting en
vriendschap.
Vervolgens beveelt de geïnstalleerde zich aan bij den grif
fier en substituut-griffier, en eindelijk bij de leden der balie.
In zijne toespraak aan dezelaatsten merkt hij op dat hier niet,
zoo als meestal het geval is bij dergelijke plegtigheden, een
woord van afscheid moet worden gesproken, daar de wet niet
verbiedt zijne nieuwe betrekking aan het lidmaatschap der
balie te verbinden. Ilij hoopt steeds als een hunner te worden
beschouwd, onder verzekering dat zijne gevoelens voor hen
steeds de zelfde zullen blijven, welk eene wijziging er ook
in elkander onderlinge betrekking komen moge.
De deken der orde van advokaten brengt namens de advo
katen en prokureurs den geïnstalleerde hunnen dank voor
de gehoorde woorden. Zij wenschen hem geluk met de eer
volle onderscheiding hem te beurt gevallen, ter vervanging
van een confrère die door de balie steeds geacht is en dat blij
ven zal. Zij bevelen zich overigens in de welwillendheid van
den geïnstalleerde aan, terwijl zij hem daarbij de verzekering
van de hunne aanbieden.
Wij vernemen dat in de volgende week in eene vergade
ring met dames van het departement Middelburg der maat
schappij Tot nut van 't algemeen, als spreker zal optreden de
heer W. J. Hofdijk.
Gisteren avond werden de winterlessen op de Industrie
school alhier gesloten. De laatste les werd gegeven in tegen
woordigheid van het bestuur der school; leden uit de bestu
ren der subsidiërende instellingen en enkele genoodigden.
Zijn wij wel ingelicht dan moet uit de vorderingen der leer
lingen gebleken zijn dat de meeste met vrucht van het on
derwijs hadden gebruik gemaakt. Voornamelijk trokken de
aandacht de ten toon gestelde voorwerpen, in houtverbindin-
gen en metselverbanden bestaande, welke door de 25 leer
lingen der eerste afdeeling waren vervaardigd naar de prak
tische leerwijze, die gedurende dezen winter onder de leidin»
van den heer C. Krijger werd gevolgd, terwijl de tweede
afdeeling door het onderwijs van den lieer dr. G. van Hen-
nekeler lot die praktische oefeningen werd voorbereid.
Op de werf van den heer Fop Smit te Kinderdijk, isjl.
maandag de kiel gelegd van een ijzeren sleepboot voor de
dienst van en naar zee en op de rivieren. Deze boot zal ver
moedelijk te Brouwershaven worden gestationeerd.
De eerste zitting der militieraden voor de ligting van
dit jaar, in alle plaatsen des rijks, zal vermoedelijk worden
geopend op maandag den 10 dezer. Daarin zullen de voor
schriften der nieuwe inilitiewet, die den 1 junuarij 11. in wer
king is getreden, gevolgd worden.
Naar men verneemt worden de ontwerpen van geneeskun
dige wetgeving bij het departement van binnenlantlsche zaken
voorbereid. De minister heeft eene kommissie benoemd, die
zich bereids eenige dagen met hem over dit onderwerp heeft
bezig gehouden, en eerlang nader in overleg met de betrok
ken ambtenaren werkzaam zal zijn tot de vaststelling der
wetsvoordragten. De kommissie bestaat uit de heeren dr.
Penn, van Amsterdam, dr. Ali Cohen, van Groningen en dr.
Blom Coster, van 's Gravenhage.
Jl. zaturdag heeft de deputatie van hollandsche kunste
naars aan het Kunstverbond (Cercle artistique. littéraire et
scientifique) te Antwerpen het album uitgereikt, dat door de
nederlandsche kunstenaars en letterkundigen als eene herin
nering aan het in augustus jl. gehouden kunstkongres en uit
erkentelijkheid voor de genoten ontvangst was bijeengebra°-t.
Het album is smaakvol vervaardigd en bevat de namen van
allen die er toe hebben bijgedragen. De kommissie, bestaande
uit de heeren D. Bles, A. Ising, J. Kruseman, S. L. Verveer
en T. van Westrheene Wz., werd weder op de zelfde hartelijke
wijze als vroeger ontvangen en bij de uitreiking van het album
werden wederzijdsche toespraken gehouden waaruit de onder
linge goede gezindheid duidelijk blijken mogt.
Den heer Loos, burgemeester vau Antwerpen, werd namens
de kommissie als persoonlijk aandenken een album aangebo
den dat ruim SO fotografische portretten van de nederlandsche
genoodigden op het kongres inhield.
Na afloop van een en ander nam de kommissie deel aan een
banket dat haar door een honderdtal leden van den Cercle
werd aangeboden, terwijl haar voorts verschillende uitnoodi-
gingen van vele ingezetenen werden gedaan, waardoor haar
verblijf te Antwerpen alzoo weder hoogst aangenaam werd
gemaakt.
IScnoeniingcn en besluite».
ridderordenBenoemd tot officier van de orde der
Eikenkroon jhr. J. T. A. van Panhuys. majoor van dengene-
ralen staf en adjudant des konings; en tot ridder dier orde de
heer J. van Dam, rijks veearts te Aarlanderveen.
leger. Op de meest eervolle wijze uit de militaire dienst
ontslagen, behoudens aanspraak op pensioen, ingaande met
1 julij a. s., de adjudant des konings in buitengewone dienst,
luitenant-generaal J. van Swieten, kommandant van het
leger in Nederlandsch Indie, onder dankbetuiging voor de
langdurige goede en trouwe diensten doorhem aan den lande
bewezen.
Benoemd met ingang van 1 julij a. s. tot luitenant-generaal
en kommandant van het leger in Nederlandsch-Indië de
adjudant des konings in buitengewone dienst generaal-
raajoor van het leger in Nederlandsch-Indië C. A. de Brauw,
civiel en militair goeverneur van Sumatras westkust.
Pensioen verleend, ten, bedrage van f990 's jaars. aan den
kapitein van het ie regement infanterie G. J. J. Frackers,
tijdelijk gedetacheerd bij het koloniaal werfdepót.
schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan;
den 2en luitenant der rustende schutterij in deze provincie,
half bataljon no. 2, W. de Bruijue Jzn. den 1 en luitenant-
adjudant, bataljon no. 4, S. A. de Smidt, den kapitein L. Pa
teer en den 2en luitenant J. Schraver.
Benoemd bij het half bataljon no. 2 tot 2en luitenant de
schutter N. L. de Oude; bij het bataljon no. 3 tot 2en luite
nant W. J. Vader; bij het bataljon no. 4 totlen luitenant
adjudant de 2e luitenant J. Lansen Crointot kapitein de le