berigt. zich daarmede vereenigt, en het hof zich met een en
ander vereenigende het bestaan dier feiten als in regten be
wezen vaststelt; en evenzeer dat de beschuldigde binnen 8
dagen vóór 3 oktober 11. is bevallen van een voldragen of bijna
voldragen kinddat overtuigend is bewezen dat de be
schuldigde is de moeder van het kind waarvan het lijkje
gevonden is, op de volgende gronden onder anderen dat de
omslagdoek, waarin het gewikkeld was, aan de beschuldigde
heeft toebehoord dat die doek door de getuigen Cornelia
Gerritse en Catharina Gerritse is herkend als de zelfde in
welken, tijdens hij in het bezit van eerstgenoemde was, toe
vallig door brand gaten zijn ontstaan en daarna aan de be
schuldigde door Cornelia Gerritse, in bijzijn hater zuster, is
weggegeven; dat de getuige vrouw Schoenmaker dien doek
ook heeft herkend; dat de beschuldigde het geschenk van
dien doek niet ontkent, maar dat zij verklaart hem aan eene
vreemde liedjeszangster te hebben weggegeven, zoo dat de in
het water gevonden doek niet de hare is dat volgens verkla
ring van vrouw Schoenmaker, de beschuldigde in den namid
dag van woensdag 25 september door haar naar huis is ge
zonden, bij een haar gebragt bezoek op den volgenden dag te
bed is gevonden, en vrijdag sporen eener plaats gehad heb
bende bevalling zijn ontdekt; dat de beschuldigde steeds
heeft ontkend van een kind bevallen te zijn, en zij verschil
lende wijzen heeft opgegeven, waarop zij de voorwerpen die
hare bevalling aantoonen zou hebben verwijderd; dat die
voorgevens echter niet afdoende zijn tegen de reeds vermelde
wettig gestaafde daadzaken dat op 25 of 26 september 1861
de beschuldigde is bevallen van een kind welks lijk op
3 oktober is gevonden in liet water en waarvan de dood aan
gebrek van de noodige voorzorg bij de moeder moet worden
geweten; dat niet kan bewezen worden dat de dood opzet
telijk is veroorzaakt; dat echter het verheimelijken barer
zwangerschap en der geboorte, en in verband daarmede het
weigeren van alle hulp bij have bevalling en het verzuimen
van alle voorzorgen, voor het kind den dood hebben veroor
zaakt. lif. zoo zij verleend waren, dien dood zouden voor
komen hebben; dat de beschuldigde toch steeds hare zwan
gerschap heeft ontkend en het haar gedane aanbod tot het
verschaffen van de benoodigde kleederen als anderzins heeft
afgeslagen; dat zij ook op den 26 of 27 september hare be
valling heeft ontkend of althans anders voorgestelddat de
beschuldigde volgens verklaring der vroedvrouw Cornelia
Kouwen, bij twee vroegere bevallingen van het noodige was
voorzien, en de beschuldigde alzoo wist wat voor haar en haar
kind noodig zijn kon.
Derhalve is aangenomen dat, niettegenstaande de ontken-
tenis van de beschuldigde, regtens en overtuigend is bewezen
dat de dood van het kind zonder opzet door haar is veroor
zaakt. welk feit moet worden gekwalificeerd als doodslag
onwillig veroorzaakt door achteloosheid en verzuim van voor
zorgen.
Het hof verklaart mitsdien de beschuldigde niet schuldig
aan de haar ten laste gelegde misdaad van kindennoord, en
schuldig aan den dood van haar kind zonder opzet te hebben
veroorzaakt door achteloosheid en verzuim van voorzorg.
Dien ten gevolge wordt Helena Pompoene. op grond van
art. 319 wetboek van strafregt, art. 207 Ie lid wetboek van
strafvordering, art. 52 wetboek van strafregt en art. 216 wet
boek van strafvordering, veroordeeld tot eene korrektionnele
gevangenisstraf van twee jaren en eene geldboete van f 25,
met verwijzing in de kosten van het proces, des noodig te ver
halen bij lijfsdwang.
Voorts wordt door het hof teruggave van de overtuigings
stukken bevolen, en door den president aan de veroordeelde
te kennen gegeven, dat de wet haar drie vrije dagen toekent
om van dit arrest in kassatie te komen, zoo zij meent dat daar
toe termen aanwezig zijn.
Eene schilderij van den beer J. F. Schutz, welke door goede
behandeling bijzondere opmerking verdient, is thans,benevens
een paar teekeningen, in de teekenakademie alhier ter bezig-
tiging gesteld. De schilderij is voor de wereldtentoonstelling
te Londen bestemd en zal binnen weinige dagen worden ver
zonden.
Het provinciaal blad no. 23 bevat de mededeeling dat de
pruissische konsul te Vlissingen, de beer D. Uijttenhooven,
tijdelijk belast is met de konsulaire zaken van Oostenrijk, en
dat. in plaats van den heer P. Smith, aan wien op zijn ver
zoek, ontslag is verleend als vice-konsul van Italië te Vlissin
gen, de heer L. de Groof. konsulair agent van Frankrijk,
tijdelijk belast is met de belangen van de italiaansche konsu
laire delegatie.
Een onzer korrespondenten te's Gravenliage meldt ons
het volgende:
„De tweede kamer zal, naar men zegt, eerst na paschen
bijeenkomen. De regering bereidt in den tusschentijd ver
schillende belangrijke wetsontwerpen voor. Het is echter te
verwachten, dat er veel verrigt zal worden sektie-onderzoek,
regeringsantwoorden, en weg is het zittingjaar.
„Onder de talrijke valsche geruchten die dezer dagen op
zettelijk verspreid worden, behoort ook dat aangaande eene
zeer onheusche bejegening welke den heer van der Ileiin door
den heer ïhovbecke zou zijn aangedaan. De heer van der
Ileim zou zóó zeer gekrenkt zijn geworden, dat hij zich tot
het vragen van zijn ontslag als kommissaris des konings in
Zuid-Holland gedrongen gevoelde. Het is mij echter zeer
aangenaam u te kunnen mededeelen dat de heer van der
Ileim deze geruchten in eene vergadering van liet kollege
van gedeputeerde staten bepaald heeft tegengesproken, on
der bijvoeging dat hij van den heer Thorbecke een zeer ver
eerenden brief had ontvangen. Hij verzocht daarom dan
ook aan de leden van genoemd kollege het gerucht zoo
veel mogelijk tegen te spreken."
De Staatscourant van woensdag bevat liet den minister van
binnenlandsche zaken door den raad van toezigt op de spoor
wegdiensten aangeboden verslag van den toestand der spoor
wegen en de daartoe behoovende werken en gebouwen, en
van de uitoefening der spoorwegdiensten in haren ganschen
omvang.
Aan de voorgenomen reis naar Oost-Indië van den heer
Gevers Deynoot, lid der tweede kamer, zal hij binnenkort
gevolg geven.
Volgens magtiging des konings heeft de minister van finan
ciën het verzoek van het bestuur van den Koninklijken zoÖlo-
gisch-botanischen tuin te 's Hage, om de Koekamp in huur te
verkrijgen, jl. dingsdag afgewezen.
Door de Nederlandsche handelmaatschappij is bekend ge
maakt dat voortaan, aanvangende met de bevrachting van
maart, door de schepen zullen moeten worden overgelegd
twee certifikaten van zeewaardigheid, een van de Nederland
sche vereeniging van assuradeuren en een van Veritas. Het
zelfde zal moeten worden geëischt van alle schepen op of na
1 april uit eene der nederlandsche zeehavens vertrekkende,
welke later in de gewone vetourbevrachting verlangen te wor
den opgenomen.
Beiioeiniiiücn e» besluiten.
leger. Benoemd bij het wapen der kavallerie. bij het 5e
regement dragonders, tot 2en luitenant de kadet P. van
Tienhoven, herkomstig van de Koninklijke militaire akade-
mie, en bij het korps ingenieurs, mineurs en sapeurs, tot
2en luitenant de kadet II. S. Nederburgh, mede van de
Koninklijke militaire akademie.
polderbesturen. Benoemd tot beheerder van den
Joanna-Maria-polder (Zeeland) de heer A. J. Bierens.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der direkte belas
tingen in-en uitgaande regten en akcijnzen te Terschelling de
heer G. J. van Kerkwijk en te Wouw de heer P. Altena.
akademie van beeldende kunsten. Op Verzoek eei'-
vol ontslag verleend aan den heer II. F. C. ten Kate, uit de
betrekking van direkteur hoofdonderwijzer der schilder-en
teekenschool bij de Koninklijke akademie van beeldende
kunsten te Amsterdam.
Kerk- en sckoolnieuws.
Door den grooten kerkeraad der evangelisch luthersche
gemeente te Rotterdam is dingsdag avond, ter voorziening in
de vakature bij die gemeente, door het emeritaat, verleend aan
den heer J. C. Schultz Jacobi, het volgende achttal predikan
ten geformeerdde heeren W. F. Loman te Vlissingen, J. W.
T. Lublink Weddik te Utrecht. J. P. G. Westhoff te 's Hage,
H. Ileyen te Leiden, J, W. Beversen te Kampen, G.T.Bruyn
te Monnickendam, J. G. D. Martens aan den Helder en W.
F. Barbiers te Gouda, waaruit onmiddellijk het volgende zes
tal is geformeerd, als H. Ileyen. J. W. Beversen. W. F. Lo
man, J. P. G. Westhoff, J. G. D. Martens en J. W.T. Lublink
Weddik.
Marine en leger.
Ingevolge bet door Z. M. bepaalde kontingent suppletie
troepen van 1547 militairen, dat in den loop van dit jaar naar
Nederlandsch Indië zal worden uitgezonden, zijn door het
departement van oorlog de kommanderende officieren van de
legerkorpsen uitgenoodigd, hunne onderhebbende manschap
pen met de gunstige gelegenheid hekend te maken, welke er
voor hen bestaat om met eene nieuwe verbindtenis bij het
indisch legerover te gaan en voorts niets onbeproefd te laten,
om den overgang van militairen bij gemeld leger door gepaste
middelen aan te moedigen en te bevorderen.
Gemengde berigten.
Dingsdag is door de kommissie voor de staatsspoorwegen
aanbesteed het maken van de aardenbaan, het bouwen van
kunstwerken, het leveren van ballast, het leggen van sporen
en verdere werken voor den spoorweg tusschen Roosendaal
en Bergen op Zoom. Aannemer is geworden deheerTerwindt,
te Pannerden, voor f 250,000. Tijdens het verblijf van den
prins van Wallis te Weenen waren in het hotel Zum Erzher-
zog Karl twintig vertrekken voor hem bestemd. Daarvoor wer
den 2ÜU0 florijnen daags in rekening gebragt. Den hofmaar
schalk kwam deze som zo O gering voor dat hij deed onderzoe
ken of men niet abusievelijk florijnen voor ponden sterling
had geschreven, hetgeen echter bleek niet het geval te zijn.
Iu de vorige week is in den IJssel verdronken een persoon
die voor de gemeente Vreeswijk teIJsselstein verpleegd werd.
In 1 SI2 trok hij met het fransche leger naar Spanje en Rus
land en in 1813 woonde hij den slag hij Leipzig bij. In de
nabijheid van Harderwijk zijn twee veldwachters door eene
spookverschijning verrast. Eerst nadat zij met den meesten
spoed naar de stad gevlugt waren.mogt het hun gelukken
hunne geweren te kunnen afschieten. In den handel treft
men te Breda tegenwoordig bijna geen andere dan helgi-
sche munt aan. Vele bazen betalen er ook hunne werklieden
mede. -- Door de Nederlandsche handelmaatschappij zijn 21
schepen bevracht, waarvan 7 voor Amsterdam, 7 voor Rotter
dam, 4 voor Dordrecht en 3 voor Schiedam. Te 's Graven
liage is onder de ambtenaren bij verschillende departementen
van algemeen bestuur eene herinnering rondgegaan aan de
cirkulaire van jan narij 1844, waarbij zij aangemaand worden
zich op een vroeg uur in de bureaux te bevinden. Er is
sprake om te Parijs een schouwburg te bouwen grooter dan die
in de Champs Elysées. Naast het opvoeren van andere stuk
ken zou het hoofddoel zijn om ten behoeve van de te Parijs
vertoevende engelschen de werken van Shakespeare op te
voeren. Deze schouwburg zou den naam moeten voeren The
atre anglo-fran<;ais. De negers op de plantage Bergen daal
hebben zich, volgens berigten uit Paramaribo, vrij verklaard
omdat de emancipatie der slaven bun te lang duurde. Tot
herstel der orde zou echter een honderdtal soldaten daar
heen worden gezonden. Op de markt te Poissy zijn door
een vermaard vetweider vier paaschossen ten toongesteld, die
hij de namen heeft gegeven van Le cochin-chinois, Le mexico,
Le bien-hoa en Le gaëtana. Het museum van het Louvre
te Parijs heeft van een liefhebber van oudheden uit Dublin
eenige geschenken ontvangen, waaronder uitmunten twaalf
borstbeelden van romeinsche keizers, elk vijf duimen hoog,
waarvan de op zilveren rompen geplaatste hoofden bestaan
uit keurig bewerkte edelgesteenten, terwijl de bustes met goud
en edelgesteenten zijn bezet; en voorts twee prachtige gouden
avondinaalbekers, die eene gezamenlijke waarde hebben van
50.000 franken. Blijkens openbaar gemaakt overzigt is de
opbrengst der middelen (hoofdsom en opcenten) over de
maand januarij geweest f 4,616,282,49 tegen f4,275,954,49£
in het zelfde tijdvak van 1861.
Tliermomefcrstand.
19febr. 's av. 11 u. 50 gr.
20 's morg. 7 u. 46 'smidd. 1 u. 56 's av. 11 u. 46 gr.
21 's morg. 7 u. 40 's midd. 1 u. 54 gr.
IIVITËWLAND.
Algemeen overzigt.
De gekonfedereerden der Vereenigde Staten hebben
weder eeri aanzienlijk verlies geleden. Het fort Henry aan
de rivier Tenessee is in handen der noordelijken gevallen,
die thans een aanval rigten op een ander fort, dat even zeer
van groot.strategisch gewigt is. Te Richmond hebben onge
regeldheden plaats gehad, waarbij onderscheidene kreten ten
gunste van de unie vernomen zijn. In de noordelijke staten
wordt het bouwen van kannonneerbooten krachtig voortge-
gezet; de senaat heeft daarvoor tien millioen toegestaan.
Het gerucht van eene nederlaag door de spaansche troepen
in Mexiko geleden, dat wij in ons vorig nommer als zeer on
waarschijnlijk hebben voorgesteld, wordt thans door La
patrie tegengesproken. Een onjuist berigt in een dagblad
van Puebla had tot dat gerucht aanleiding gegeven.
Het spaansche dagblad Epoca bevat den tekst van de pro-
klamatie, welke den 10 januarij door de vertegenwoordigers
der drie verbondene mogendheden tot de tnexikanen gerigt
is. In dat staatsstuk wordt uitdrukkelijk verklaard, dat
Frankrijk, Engeland en Spanje alleen ten doel hebben her
stelling te bekomen van hunne regtmatige grieven en bescher
ming te verleenen aan hunne landgenooten. Tegen de ge
vochten, welke aan de mogendheden plannen tot verovering
en inmenging in de binnenlandsche aangelegenheden van
Mexikp toeschrijven, wordt nadrukkelijk geprotesteerd.
Het bekende kaperschip Sumter heeft volgens een ander
dagblad van Madrid een schip in den grond geboord, 't welk,
hoewel onder amerikaansche vlag varende, met steenkolen
voor Spanje bevracht was. De bevelhebber van het instruktie
eskader van Algesiras heeft een agent naar Gibraltar gezon
den om aan den kommandant van het kaperschip ophelde
ringen te vragen. Die ophelderingen worden met belang
stelling verbeid.
Weder heeft het goevevnement van Napoleon inlichtingen
gevraagd omtrent het doel van de oproeping der bisschoppen
naar ltome. Kardinaal Antonelli heeft geantwoord dat deze
oproeping geen verpligtend karakter heeft, en slechts dient
om aan de plegtigheid van de kanonisatie der japannesche
martelaren luister bij te zetten. Het kabinet der Tuilerien is
echter door deze verklaring gansc-h niet gerustgesteld. Gelijk
men in den Moniteur lezen kan, beweert het dat de fransche
bisschoppen slechts in de hoogste noodzakelijkheid, en waar
het de belangen hunner diocesen geldt, het keizerrijk verlaten
mogen. Ée'ff ding is duidelijk: Napoleon wantrouwt de be
doelingen van het pauselijke goevevnement. De kloof tus
schen de katholieke partij en de napoleontische partij wordt
met iederen dag wijder.
Berigten uit Athene van 14 februarij maken gewag van een
nieuwen militairen opstand die te Nauplia is uitgebarsten.
De stad en de citadel waren in handen der opstandelingen.
Uit Konstan tin opel zijn te Marseille weer ongunstige
berigten ontvangen. De huisgezinnen der christenen waren
uit de voorstad Topphane verdreven.
Polen.
Gelijk reeds uit een onzer vorige nonuners blijken kon, zal
mgr. Felinski, de nieuwe aartsbisschop vanWarschau, als mid
delaar optreden. Hij wil tegelijker tijd zijn de vriend van liet
poolsche volk en die van den russischen czaar. In de preek,
door hem. bij de heropening der kerken, in de kathedraal uit
gesproken, spoorde hij liet volk aan om zich toch van alle
'handelingen te onthouden, welke den argwaan van het goe
vevnement zouden kunnen gaande maken, doch tegelijker
tijd het vaderland lief te hebben met een warm hart. Wij
willen uit deze rede de volgende merkwaardige woorden me
dedeelen
„Indien iemand u verbood voor het vaderland te bidden,
voor dat land, hetwelk wij allen beminnen; indien eenige
magt ter wereld u dit wilde verbieden, zoude ik tot u zeggen
gehoorzaamt niet aan die magt.
„Laat ons onze klagten brengen voor God en bedenken
dat alles is in Zijne handen, dat het kwaad op aarde gestraft
wordt, dat de schuldige zijn loon erlangt, en mogen wij het
niet zijn, die den toorn Gods doen nederdalen op onze hoof
den! Ik vermaan u dus. in den naam van God en in dien van
het vaderland, om geen liederen meer te zingen, maar tot den
Heiland te bidden. Stelt uw vertrouwen in mij, want ik be
doel het welzijn van uw geboortegrond."
Felinski, ofschoon een zeer jeugdig priester, had tot dus
verre de waardigheid van hoogleeraar aan de akademie van
St. Petersburg vervuld. Hij had dus geleefd onder de argus-
oogen van het goevernement. Zijne benoeming door den
paus tot aartsbisschop van Warschau schijnt op den czaar den
besten indruk te hebben gemaakt. Zelfs moet de czaar te
kennen hebben gegeven dat, indien de rust in Polen niet
weder op nieuw verbroken wordt, hij met de aanstaande lente
in eigen persoon een bezoek aan Warschau zal brengen.
Pr nis,sen.
De motie strekkende om het koningrijk Italië te erkennen,
welke, ten gevolge van de spanning tusschen Oostenrijk en
Pruissen, in de berlijnsche kamer van afgevaardigden is inge-