ÖuitcnUmö. gen der stedelijke onderwijzers. Men zegt echter dat de ge meenteraad zijn dwalingen begint in te zien en plan heeft om te reorganiseren. En behalve de stads burgerschool mag men de overige inrigtingen voor onderwijs ook zeer voldoende en goed noemen. Bewaarschool, instituut voor meisjes, gymna sium met een tweede afdeeling voldoen allen evenzeer aan de eischen die men ze stellen mag. Aan 't gymnasium werd rnim een jaar geleden op verzoek van vele ingezetenen een tweede afdeeling toegevoegd, bestemd ter opleiding voor Breda, Delft en in 't algemeen ter voorbereiding voor maatschappe lijke betrekkingen. Maar ook hier heeft de zuinigheid voor gezeten. Bij raadsbesluit werd bepaald dat de helft der schoolgelden, voor de leerlingen in die tweede afdeeling te betalen, in de gemeentekas zou vloeijen, zonder dat men aan de leeraren, wien vroeger het geheele bedrag ten goede kwam, en ook nu nog kotnt, in zoo ver het de eerste afdeeling geldt, door een evenredige verhooging van traktement schadeloos stelling gaf. Het afgesletene „een dienaar is zijn loon waard," behoort tot het legio van waarheden, die nimmer weersproken worden, maar waar lang niet altijd naar wordt gehandeld. „Reeds heb ik welligt te veel ruimte voor deze achterhoek- sclie kovrespondentie van u gevraagd. Toch wil ik nog even aanstippen, dat het kerkje der gereformeerden in het nabu rige dorp Ellecom het tooneel dreigt te worden van nog grooter verwarring dan verleden zondag, toen twee voor zangers er elkaar het gestoelte der eere betwistten, en de predikant, geen kans ziende om de orde te handhaven, de kerk verliet. Men zegt namelijk, dat de zitplaatsen in de kerk verhuurd zijn èn op last van den eigenaar van het landgoed Middachten. die zoo wel hiertoe als tot het aanstellen vaneen voorzanger regt meende te hebben, èn door de kerkvoogden der gemeente, die even sterk op hun regt staan. Aanstaanden zondag gaat, zegt men, het huurjaar in. De vraag is nu. wat die verschillende huurders van de zelfde plaatsen zullen doen, om zich ieder in 't bezit van 't geen telkens aan twee te gelijk toekomt, te handhaven. Later schrijf ik u welligt, hoe dit pi\:l Vem >s opgelost. „Ge zult stellig reeds vernomen hebben.dat de schipbrug te Zutphen, die om den ijsgang was uitgenomen, losgeraakt en voor den stroom af tot bij Deventer is gedreven. Mtn zegt dat de deventersehen, 's ochtends het eigendom hunner vijan den in hun bereik ziende, het stuk brug met gejuich en mu ziek tot voor hun stad hebben gehaald. Of Zutphen reeds het verloren schaap terug heeft, weet ik niet." Marine en leger. Onder het garnizoen te Helder heerscht de griep op eene zoo geweldige wijze, dat de gewone dienst slechts moeijelijk kan worden verrigt en lokalen voor de lijders zijn ingerigt. Ook onder d* ingezetenen komen vele dezer gevallen voor. Naar men verzekert is door het departement van marine bepaald dat de schepelingen beneden den rang van onder officier. niet meer zullen mogen huwen. Bij koninklijk besluit van 3 dezer, is het volgende be paald Art. I. de voorzitter en het burgerlijk lid van eiken militieraad of hunne plaatsvervangers genieten, behalve ver goeding voor reis- en verblijfkosten, voor elke vergadering van dien aard welke zij bijwonen, een presentiegeld: de voorzitter of zijn plaatsvervanger van fG en betburgerlijk lid of zijn plaatsvervanger van f4-. Art. 2. De burgerlijke geneeskundigen genieten, behalve vergoeding van veis- en verblijfkosten, een presentiegeld voor elke vergadering van den militieraad welke zij bijwonen van f 6. Voor elke vergadering van gedeputeerde staten der provincie welke zij bijwonen f 5. Voor het onderzoek van lotelingen f 5 per dag. Art. 3. De sekretaris van den militieraad geniet, behalve vergoeding van reis-en verblijfkosten, cene jaarlijksche be zoldiging van f 200. Voorts bevat genoemd besluit het for mulier van den eed of de belofte, door de burgelijke genees kundigen en de officieren van gezondheid af te leggen. Eoioniën. De gisteren hier aangekomen landmail uit Oost-Indië met berigten van Batavia van 14- december, levert weinig nieuws op. Van de inneming van de vesting Tongka, waven nog weinig bijzonderheden bekend. De Javabode zegt er het volgende van „Telegrafische berigten van Soerabaija ontvangen, ver spreiden alhier de tijding der inname van Tongka, den hoofdzetel van Antassarie; deze zege werd echter weder duur betaald met bet leven van den braven kapitein van Vloten en eenige onzer dappere manschappen. Antassarie moet het ook ditmaal weder ontkomen zijn. „De voortduring van dezen kostbaren banjerraassiugsehen oorlog is zoo veel te verdrietiger, wanneer men het oog ves tigt. op de bedroevende resultaten van Borneos mijnwezen. Steenkool wordt, ondanks de tonnen schats, door de regering besteed, met eene spaarzaamheid aan den borneoschen bodem ontwoekerd, als ware het diamant, en toch heeft deze zwarte delfstof voor Indië eene tieuvoudige waarde boven hare schitterende zustervorming. Verder leest men in den Javabode: „Een zonderling bijgeloof verontrust dezer dagen de in- landsche bevolking alhier op bedenkelijke wijze, en van ver schillende zijden heeft men ons verzocht daarop de aandacht te vestigen. Tot den aanbouw van grootsche werken behoort naar eene algemeen verspreide meeningeen aantal menschen- oogen of ook mensehenhoofden te worden geofferd. Ter verkrijging daarvan waren de verzamelaars dier offerande, tjoeliek tjoeliek genaamd, des nachts rond in de kampongs, rooveri kinderen of volwassenen en steeken hun de oogen uit of slaan hun het hoofd af. Zulke tjoeliek tjoeliek zouden dezer dagen weder druk aan liet werk zijn. De een meent dat de aanleg van een brug, de ander de oprigting der gasfabriek en een derde de opbouw eenev woning van zekeren ondernemer op Buitenzorg weder de offerande vereischt, die volgens dezen uit drie gantangs (kleine tonnen) met mensehenoogen, vol gensgenen uit drie honderd mensehenhoofden moet bestaan. „De eigenaar van het werk is natuurlijk degene die den last geeft en naar het meest verspreide vertelsel zou thans het goevernement zelf het offer vorderen voor de in aanbouw zijnde bruggen. Deze gevaarlijke, voor het bestuur in de volksschatting zoo onteerende, verdichtselen, verspreiden tlinns hier algemeen zulk een schrik onder de bevolking, dat ieder des nachts eene veilige schuilplaats zoekt, moeders hare kinderen angstig bewaken en elks mond vol is van angstige verhalen. Wij durven niet zeker zeggen of godsdienstd wee pers met min of meer gevaarlijke bedoelingen tot die praatjes hebben aanleiding gegeven, ook niet of er werkelijk boos doeners gevonden worden, die zich aan de bedoelde wreed heden schuldig maken, (de policie moet eenige verdachten gevat maar na onderzoek weder op vrije voeten gesteld heb ben) maar waar is, dat dieven van den beerscbemlen angst gebruik maken, om door liet geroep van tjoeliek tjoeliek bewoners uit de huizen te jagen en dan te stelen. Sommigen onderstellen dat de zaak van kwaadwilligen uitgaat, die tegen de gasverlichting gezind zijn, het zij uit vrees voor die geheimzinnige nieuwigheid, het zij uit besef dat daardoor de gelegenheid tot nachtelijke diefstallen zal verminderen. Mogt de policie aan hareeven gC^'igtigeals moeijelijke taak kunnen beautwoonlen, om het gevaarlijk bijgeloof beleidvol te keer te gaan en het vertrouwen in het bestuur onder de bevolking te bevestigen Aangaande bovenstaand bijgeloof schrijft men nog het volgende „Eergisteren nacht hebben de tjoeliek tjoeliek. ten getale van vier, de kampong Embrat (over de race-loods) veront rust. De gansche bevolking dier kampong was dadelijk op de been, doch den misdadigers, begunstigd door eenen van zware en aanhoudende regens vergezelden donkeren nacht, gelukte het te ontkomen -, aan veywenschingen, nu ook al jegens de jaren en maanden lang onvoltooid liggende Wil- lems- en Noord wij ksbruggen, ontbrak het bij die gelegenheid niet. Men mag dus nu ook weder te regt uitroepen „Waarom betalen wij toch een waterstaat?" „Aan de bevolking is onder bedreiging van rottingslagen verboden het woord tjoeliek tjoeliek te schreeuwen en de voorvallen daaromtrent aau europeanen mede te deelen. „Zoo lang er berigtgevers en persen bestaan, wat beduidt dan een verbod van dien aard?" Aan het Bataviaasch handelsblad ontleenen wij het volgende „Het gewigtigste (eigenlijk het eenige gewigtige) nieuws dat wij ditmaal te melden hebben, is de afloop der reeds maanden geleden op touw gezette expeditie onder kapitein van Vloten tegen Antassarie. Schoon de bijzonderheden nog niet 'bekend zijn, weet men dat de vesting Tongka na een ge vecht van 7 weken, waarbij o. a. genoemde aanvoerder zelf sneuvelde, ingenomen, doch Antassarie niet is gevat. Men vreesde trouwens dit laatste vooruit. Als men daarbij in aan merking neemt dat Demang Lebman de onderwerping van Hidavatnog niet heeft bewerkt, dan zal men het gevoelen van hen beamen, die de zaken in Banjermassing nog altijd donker inzien en weinig vertrouwen stellen in de vergoelij kende voorstellingen der officiële berigten. „Overigens moet ons overzigt zeer schraal zijn. „De nieuwe regering alhier heeft zich nog evenmin door karakteristieke besluiten gekenmerkt als liet ministerie in Nederland door belangrijke handelingen. Men verlangt hier echter liever weldoordachte, schoon ook wat langzame, maat regelen dan haastige al zij het liberale handelingen, en wan hoopt niet of de lettre circulaire van den heer van Zuylen, in den geest van liet kabinet (?):zal door het koloniaal bewind zoo in het vaderland als hier worden gelogenstraft." De Javabode geeft de volgende berigten uit Japau. „De konsul-generaal der Nederlanden is den 1G oktober op verzoek van de ministers van buitenlandsche zaken met Zr. Ms. brik Cachelot van Kanagawa naar Jeddo gezeild, al waar hij den 10 daaraanvolgende aan wal is gegaan, verge zeld door drie officieren van genoemden bodem en door den konsul der Nederlanden te Kanagawa. „Aan de landingsplaats werd hij opgewacht door twee goe- verneurs van buitenlandsche zaken met eenige andere amb tenaren, die hein vergezelden tot aan den voor zijn verblijf afgestanen tempel- Toen aldaar bij zijne komst de neder- landsche vlag geheschen werd, viel onmiddellijk van één dei- forten in de baai een saluut van 21 schoten, dat door Zr. Ms. brik Cachelot onder hethijschen van de japansehe vlag met het zelfde aantal schoten beantwoord werd. „Vergezeld door een talrijk eskorte, te voet en te paard, van japansehe ambtenaren, bragt de konsul-generaal vervol gens een bezoek bij de ministers van buitenlandsche zaken, die hem in het bijzonder de vriendschappelijke gezindheid van de japansehe regeling jegens Nederland betuigden en hem verzochten het terrein, voorde vreemde legation bestemd, te willen opnemen. „Dit terrein beslaat eene oppervlakte van ongeveer 346,560 vierkante ellen en is thans nog meest bouwland. De huizen, welke er nog op staan, zullen opgeruimd en tuinen aangelegd worden, terwijl een te graven kanaal verbinding metdereede zal geven. „De konsul-generaal der Nederlanden is alzoo met de zelfde eerbewijzen binnen Jeddo teruggekeerd, al# de minis ters van Engeland en Frankrijk na den aanval op de engel- sche legatie." De overland post, loopende tot 26 oktober, was den 7 december te Batavia aangekomen. Verltoopingcn en aanbestedingen. Gisteren is in een der lokalen van het ministerie van bin- nenlandsche zaken te 's Gravenhage onder nadere goedkeu ring aanbesteed 1. Het bouwen eenersteenen suatiesluismet bijbehoorende werken voor de breede watering bewesten Yerseke, nabij Hansweert, provincie Zeeland. Daarvoor was de minste in schrijver de heer van Spanje te Sliedrecht voor f 40,000. 2. Het maken van twee waterleidingen met bijbehoorende werken over de breede watering, bewesten Yerseke, in de gemeente Schore, en het leggen van een ijzeren duiker door den Kruiningschen zanddijk in de provincie Zeeland. Daar voor was de minste inschrijver de heer Dekker te Sliedrecht voor f 17,000. 3. Het gedeeltelijk graven van het kanaal door Zuid-Beve land. provincie Zeeland. Voor dat werk was mede de minste inschrijver de heer Dekker te Sliedrecht voor eene som van f 240.000. Gisteren is te Vlissingen ten verkoop aangeboden een woonhuis, op den hoek van de Beursstraat, wijkD.no. 44. Opgehouden. Gemengde berigten. De direktiën der londonsche telegraafmaatschappijen, welke regtstreeks in verbinding met het buitenland staan, zullen kantoren in het gebouw der tentoonstelling oprigten van waar zij gedurende de expositie ieder oogenblik naar het vasteland van Europa zullen kunnen telegraferen. De niet gegradueerde studenten der universiteit te Cambridge zullen kunnen wedijveren in de vervaardiging van een gedicht over den dood van prins Albert. De hertog van Devonshire, kan selier der universiteit, zal jaarlijks een gouden medalje voor het beste engelsche gedicht toekennen, en dit jaar is die prijs voor genoemden wedstrijd bestemd. Door het onverwacht in beweging brengen van een houtzaagmolen te Kampen, ging een persoon die een der wieken vasthield mede naar de hoogte. Toen hij zich eindelijk losliet viel hij door het dak van een huis. Een armbreuk was, bij eenige keuzingen, aan vankelijk het betrekkelijk klein gevolg van zulk een grooten val, doch volgens latere berigten is de man overleden. Bij het ophalen van een in de Maas uitgeworpen anker van de stoomboot Ary Scheffer, werd ook de daar liggende telegraaf kabel boven water gehaald.Vóór eenige dagen sprong een man nabij Durston uit den wagen van een extra trein, terwijl deze in vollen gang was, eti bekwam daarbij eenige ligte kneuzingen. Toen men hein naar de reden van zijne roeke- looze daad vroeg, kon hij daarop niet antwoorden inaar hij zeide te gelooven dat hij in slaap gevallen en in den droom uit het venster gesprongen was. Jl. donderdag is te Amster dam in den ouderdom van 1014 jaar overleden zekere Alida Hoos, weduwe van Theodorus Spisbaard. Sedert 15 april 13 44 werd zij in het gesticht St. Bernard us verpleegd. Te Gross, nabij Einsiedler is eene 7Sjarige vrouw overleden, die grootmoeder was over 90 en overgrootmoeder over 11 perso nen. Ten einde den ter dood veroordeelden den noodigen tijd van voorbereiding te geven, bevat (1e wetgeving te New- York de bepaling dat het doodvonnis niet binnen één jaar na de veroordeeling mag worden voltrokken, welke tusschentijd in dwangarbeid moet worden doorgebragt. Van den Mont- B'anc zijn zeer zware rotsbrokken neergestort, waardoor een groot woud enden pas voltooiden bergweg verwo.est zijn. Te Brody zijn gearresteerd twee russen, die behooren tot eene uitgebreide vereeniging van valsehe munters, waarvan Londen de hoofdzetel schijnt te zijn. Er zijn nog 44 stuks nagemaakte roode russisehe banknoten van 10 roebels bij hen gevonden. Zij hebben vele medepligtigen genoemd en de telegraaf heeft zijne pogingen bij die van den russischen konsul gevoegd, opdat die medepligtigen in Rusland zouden worden gearresteerd. Te Zalt-Bomincl zijn bij sommige broodbakkers weder eenige bvooden in beslag geuomeu, welke bij onderzoek te ligt werden bevonden. De versche ping uit de engelsche kolenmijnen naar de binnen- en buiten landsche havens schijnt jaarlijks met eenige honderd (lui zende tonnen te vermeerderen. In 1859 bedroeg zij 17,21S,972 ton, in 1S60 18,4-53.1 SS ton en in 1S61 19,161,615 ton. De heer Fischer te Frankfort heeft eene machine uitgevonden, ter vervaardiging'van pluksel voor de militaire hospitalen,. De militaire goeverneur van Mainz zal met dit werktuig proeven nemen. Eene aktrice van den hof-schouwburg te Weenen, die te Brunn medewerkte in eene voorstelling tot een welda dig doel, heeft van de aartshertogin een met S6 paaiden en diamanten versierde broche ten geschenke ontvangen. Dit sieraad was eens door keizerin Katharina II van Rusland aan de tante der aartshertogin geschonken. De bijdragen voor de oprigting van een gedenkteeken voor den prins-gemaal zijn reeds tot 14.000 p. st. geklommen, terwijl nog vele ande ren worden verwacht. TSiermomcterstaml. 27 jan.'s av. 11 u. 34 gr. 28 's morg, 7 u. 33 'smidd. 1 u. 3S 's av. 11 n. 36 gr. 29 's morg. 7 u. 40 's midd. 1 u. 45 gr. Algemeen overzigt. Bij de angstvallige nieuwsgierigheid waarmede geheel Europa het oor leent om de woorden van één enkel man op te vangen, moet de redevoering waarmede Napoleon III maan dag de zitting van liet wetgevend ligchaam opende, heden in de eerste plaats besproken worden. Onder liet opschrift „Frankrijk" is die redevoering in haar geheel opgenomen. Zij, die van den keizer hij die gelegenheid verklaringen ver wachtten, van zijne bedoelingen ten opzigte van Italië, zullen zich teleur gesteld vinden. De weinige woorden die op de oplossing van het romeinsche vraagstuk betrekking hebben, geven alleen grond tot de meen ing, dat de keizer door tempo riseren de k*tolieke bevolking met het denkbeeld van een paus zonder wereldlijk gezag wil trachten te verzoenen. Over Venetië wordt niet gesproken. Wanneer schier elke troonrede aankondigt dat de betrek kingen rapt de buitenlandsche mogendheden reden tot tevre denheid geven, mag Frankrijks keizer zeker wel met ophef daar over spreken, nadat verscheidene gekroonde hoofden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1862 | | pagina 2