MIDDELBURGSCHE
C O B A N T.
Donderdag
2 Januarij.
4862.
i\°' 1.
<A iV
"OMciiasï»^
Dexe courant verschijnt des dingsdaga, donderdags en zaturdags.
Binnen deze gemeenteen Vliaaingen geschiedt.de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is 3franco per post 3,4-0.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens.
UITGEVERS:
DE GEBROEDERS ABRAHAMS.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte
doodbekendmakingen enz van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven it
centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. Dp bptaling geschiedt kontant.
Buitengewoon groote letters worden-berekend naar de plaats die zij innemen.
Editie van woensdag avond 8 ure.
middelburg 1 «JamiariJ.
De eerste kamer heeft in hare gisteren gehoudene zitting
bepaald dat zij morgen (donderdag) de staatsbegrooting
voor 1SG2 in behandeling zal nemen.
De stoomboot die zondagmorgen ten half negen van hier
is afgevaren is eerst maandag avond, ten gevolge van den he-
vigen mist, ten half acht ure te Rotterdam aangekomen. De
dienst tusschen evengenoemde plaatsen is dus maandag en
dingsdag niet vervuld kunnen worden.
De onlangs benoemde substituut-griffier bij de anondisse-
ments-regtbank alhier, jhr. tnr. G. L. Schorer, tot dusver
griffier bij het kantongeregt te Ileinkenszand, is gisteren
voormiddag in eene plegtige openbare zitting dier regt-
bank geïnstalleerd.
De officier van justitie mr. J. Spoor, wenscht den be
noemde geluk met de hoogere betrekking waartoe het den
koning behaagd heeft hein te beroepen. Dij onderstelt dat de
benoemde zich over 's konings keuze zal verblijden, en hij
meent daarbij te kunnen voegen dat die keuze ook voor de
regtbank niet onverschillig is. Bij gemis van persoonlijke
bekendheid met de bekwaamheden van den nieuwen sub
stituut-griffier. gelooft hij te mogen vertrouwen op de ge
ruchten die daarvan tot hem zijn gekomen en die hem de
beste verwachtingen doen koesteren. Spreker zal niet uit
weiden over de verdiensten van den toorganger des benoem
den. daar hem daartoe reeds vroeger de gelegenheid was
Opengesteld. Hij wijst alleen op hein als een waardig oorbeeld
ter navolging, in bekwaamheid, naauvvgezetneid, welwillend
heid, orde en netheid, hij welke navolging de benoemde zich
van de tevredenheid van den boven hem geplaatsten griffier,
alsmede van de leden der regtbank zal kunnen verzekerd
houden.
Nadat gevolg is gegeven aan het rekwisitoor van den heer
officier van justitie tot voorlezing der akte van eedsaflegging,
neemt de president der regtbank, mr. A. P. van Deinse, het
woord.
In eene korte toespraak rigt hij zich tot den heer Schorer,
en herinnert hem dat hij nu, ingevolge zijne benoeming en
daarna afgelegden eed, zitting heeft gekregen als substituut-
griflier bij deze regibank, en zulks ter vervanging van jhr.
mr. A. van Reigersberg Vendu ijs, die als erkenning van vier
jaren ijverige dienst, onlangs tot regter is bevorderd. Daar de
benoemde reeds bijna 2 jaren bij het kantongeregt te Ilein
kenszand als griffier werkzaam was, zal zijn nieuwe werk
kring hem wel niet geheel vreemd zijn. De aard der werk
kring wordt daarop door spreker nader uiteengezet, waarbij
bij vooral wijst op het noodzakelijke eener spoedige behan
deling der instrukties van strafzaken, waarop de regtbank
naauwlettend toeziet.
Vervnlgens wenscht de presiden t den heer Schorer met zij ne
benoeming geluk, onder verklaring dat het hem aangenaam
is zulks te mogen doen. daar diens hoog geachte vader, vóór
ruim 'A7 jaren reeds in de zelfde zaal als regter met hem zit
ting had. Met de verzekeri g der welwillendheid van de
leden der regtbank, wenscht hij den nieuwen substituut-grif
fier lust. kracht en gezondheid toe om nog lang in gemeen
schappelijk belang werkzaam te zijn. 11 ij besluit zijne toe
spraak met de mededeeling dat van deze installatie jiroces-
verbaal zal worden opgemaakt.
Daarop brengt de geïnstalleerde zijnen dank aan den presi
dent en officier van justitie voor de welwillende en heusche
woorden die tot hem zijn gerigt. Hij biedt de verzekering aan
dat hij alle krachten zal inspannen om de hem opgedragen
werkzaamheden naar behooren te vervullen, terwijl hij zich
verblijdt in de hein toegezegde, en naar hij gevoelt, hem zoo
noodige medewerking, waardoor hij hoopt dat de goede orde
die tot hiertoe heeft geheerscht, door zijne komst niet zal
verbroken worden.
Voorts rigt hij zich tot den griffier met de verzekering dat
hij gevoelt diens bijstand in de ruimste mate te zullen noodig
hebben, maar dat hij daarop dan ook meent te mogen ver
trouwen. Hij beveelt zich daartoe in zijn welwillendheid
aan, onder belofte al datgene te zullen aanwenden wat in
zijn vermogen is om hem het gemis van den vorigen substi
tuut-griflier zoo min mogelijk te doen gevoelen.
Ten slotte spreekt hij de aanwezige leden der balie meteen
enkel woord toe. Ofschoon niet bekend inet de betrekking
welke er onderling tusschen hen en de griffiers bestaat, geeft
hij gaarne de verzekering de goede verstandhouding tusschen
elkander zijnerzijds zoo veel mogelijk te zullen bevorderen.
De deken der orde van advokaten, mr. Ph. van den
Broecke, beantwoordt namens de advokaten en prokureurs
deze toespraak. Hij brengt den benoemde hunnen dank voor
de welwillende woorden tot hen gerigt. Hij legt de verklaring
af dat zij steeds den hoogsten prijs hebben gesteld op eene
goede verstandhouding tusschen de griffie en de leden der
balie, en dat zij zich daarin ook ten allen tijde hebben mogen
verheugen. D<t was het geva ]met den voorganger van den
benoemde, en, op grond der straks gehoorde woorden,
meent spreker dit ook van den nieuwen substituut-griffier te
mogen vertrouwen. Dat vertrouwen woedt nog versterkt
door dienstvaardigheid hunnerzijds. Ten slotte wenscjir spre
ker den geïnstalleerde geluk met zijne nieuwe betrekking,
inet den wensch dat hem nog lang kracht en gezondheid
worde verleend om die naar behooren te vervullen.
Men schrijft ons uit "s Gravenhage onder dagteekening
van 3D december
„De eerste kamer nain lieden de wet oj) de middelen met
nlgemeene stemmen aan. na eene zeer korte diskussie. Deze
oiukeering van de gebruikelijke orde (daar de wet op de mid
delen altijd in de laatste plaats behandeld wordt, na afdoening
van al de begrootingswetten) duidt genoegzaam anti. dat de
eerste kamer, gelijk zij vroeger wel eens te kennen heeft ge
geven, zich niet als bloote stemmachine wil laten gebruiken.
Zij wil en zal nu praten, en de question brülante, de koloniale
kwestie, levert daartoe de welkome aanleiding. Ongehoord
verschijnsel! de kamer behandelt de begrooting niet vóór
nieuwjaar, maar toch gaal zij niet naar huis zij zal nog deze
week met de diskussie over het budget een aanvang maken.
„Men kan een warmen strijd te gemoet zien.want ofschoon'
doorgaans goed onderrigte personen ineeneu te weten dat de
begrooting voor bet departement van koloniën geen gevaar
loopt en ten slótte met eene niet /.ïaanzienlijVfe meerderheid
zul worden aangenomen, zullen er toch tegenstemmers zijn
en deze schijnen het plan te koesteren om alle krachten
in te spannen. Men schrijft aan een noord-hollamlsch lid,
wiens koloniale beginselen aan de dagen der oost-indische
kompagnie herinneren, het voornemen toe, om aan den
minister van koloniën vier of vijf kategorische vragen te doen,
waarop even kategorische antwoorden verlangd zullen wor
den. Die vragen zullen dienen om te vernemen, wat het
eigenlijke stelsel van den minister is.
„Wilde ik alle geruchten mededeelen die in omloop zijn, ik
zou gevaar loojien van op een of meer punten met bitsheid te
regt gewezen te worden door de couranten, die het geheele
jaar door mijne berigten overnemen, en een triomfkreet aan-
heffen wanneer zij mij eens in de zes maanden op eene onjuist
heid betrappen, meestal van ondergeschikte beteekenis, doch
waarschijnlijk wegens de zeldzaamheid van des te hoogere
waarde. Ik zal mij echter aan die ritiko bloot stellen met be
trekking tot het gerucht, dat een gedeelte der eerste kamer,
ontevreden over het votum van wantrouwen, door de tweede
kamer bij gelegenheid van hoofdstuk XII der begroqting
(onvoorziene uitgaven) aangenomen, voornemens zou zijn
een votum van vertrouwen in de regering voor te stellen.
„De tegenstrijd igste berigten kruisen elkander dagelijks, zoo
dat het de grootste moeite kost het kaf van het koren te schei
den en na te gaan wat waarschijnlijk of onwaarschijnlijk is.
Zoo verhaalde men hier eenige dagen geleden van verschil
lende zijden, dat de heer Mackav gepolst zou zijn. of hij eene
portefeuilje (vermoedelijk die van binnenlandsche zaken) zou
willen aannemen; de uitslag dier uitnoodiging werd er niet
bij verhaald. lieden is de toestand volgens de beste informa
tion de volgende: Van de zijde der ministers is nog geen ver
zoek om ontslag bij den koning ingediend, ja zelfs moet er in
den ministerraad nog niet over gesproken zijn water te doen
staat. Alles wacht op den afloop van de behandeling der begroo
ting in de eerste kamer. Desniettemin iser zeer veel sprake van
de mogelijkheid, dat de lieer Thorbecke weder tot het bewind
zou geroepen worden. Van de tegenwoordige ministers zou
den in dat geval behouden worden de heeren de Casembroot,
Huyssen van Kattendijke, Loudon. Strensen Jolles (oorlog,
marine, kolomen, roomsche eeredienst, hervormde eere-
dienst). Ook van den heer van Bosse is in deze kombinatie
veel sprake geweest, doch vermoedelijk zou hij niet homogeen
kunnen zijn, daarbij in de tweede kamer tot op het laatste
oogenblik den wensch naar vaststelling van de indisehe be-
grooting bij de wet heeft volgehouden, terwijl de'heer Thor
becke, op grond van vroegere adviezen, op dit punt eenstem
mig wordt geacht met den heer Loudon, dip geene vaststelling
bij de wet wil."
Volgens de Utrechtsche courant heeft de heer van^fleenir
stra een buitengoed bij Maartensdijk aangekocht, ey zal hij-
zich in de provincie Utrecht met (Vér woon gaan vestigen.
Naar men verneemt, is door eenige voorname handelshui»
zen te Amsterdam, die regtstreeks bij den kolonialen Iikndèl
zijn betrokken een adres aan de eerste kamer der staten gene
raal gerigt, houdende protest tegen het adres dat dezer dagen
vau daar aan denzelfden tak der wetgevende niagt is gezon
den, daar dit laatste niet kan worden geacht de eenparige
meening der amsterdamsche beurs uit te drukken.
Handelsblad
Tot docent in geschiedenis en letteren aan het gymnasium
te Gouda is benoemd de heer Th. Jorissen. theol. dr. te
Utrecht, in plaats van dr. de Breuk.
Sedert eenige weken kwamen geruchten in omloop, als of
te Scheveningen na het einde van liet badsaizoen in Zeerust
eene vorstin haren intrek had genomen, die aangeduid werd
als eene koningin, welke door den loop der staatkundige ge
beurtenissen met haren gemaal van land en troon ^as nroofd.
De aankoopen die zij in de residentie deed bewerks;eHi»en,
waren met der daad van \orstelijken aard. doch naar wij ver
nemen was de bedoelde dame geenszins een gekroond hoofd
geweest. Nu eenige bladen daarop gewezen en den naam der
bezoekster van Scheveningen genoemd hebben, gelooven wij
eenige bijzonderheden te mogen vermelden, welke wij ver
nomen hebben.
Eene dame. vergezeld van een geneesheer, eene geestelijke
zuster en eene soort van intendante, heeft werkelijk sedert
het laatst der maand oktober intrek genomen in Zeerust. Die
dame was voorzien van een italiaanschen pas ter name van
Sydonia Peryni. douarière Ossola. De geneesheeren hadden
haar, tot herstel barer gezondheid, de zeelucht aangeraden.
Zij had ook al liet uiterlijke van eene lijdende gezondheid en
verliet gedurende een paar weken hare kamer niet.
'De professor die met haar reist is genaamd Ambrosioni van
Genua. Eenige dagen geleden zijn beiden, benevens de gees
telijke zuster, naar Keulen vertrokken, om zich van daar,
volgens sommigen, naar Weenen ie begeven. De intendante,
of althans de dame die als zoodanig fungeert, bevindt zich
nog te Scheveningen, zij is eene fraticaise, is A. Michem ge
naamd, bijgenaamd Alice. Om welke reden hare meesteres
haren waren naam verzwegen heeft is onbekend; doch thans
is gebleken dat mevrouw de douairière Ossola niemand anders
is dan mevrouw Laure Leroux, geboren G augustus 1832,
gehuwd geweest met den prins Iioger, hertog de Baufl'remont,
hoofd van een bekend oud fransch geslacht, welk huwelijk
uioet ontbonden zijn, waarom de dame in den geestelijken
stand zon zijn getreden.
De prinses de B.iuflïemont leefde stil en ingetogen, zij ont
ving niemandreed dikwerf naar de stad bezocht aldaar de
fraaiste winkels; deed vrij belangrijke aankoopen en was vol
strekt niet karig in hare uitgaven, zoo dat de magazijnhouders
ganscli niet onverschillig waren voor haar bezoek. Zij had
veel liefhebberij in fraaije vogels «an allerlei soort, die zij
duur betaalde.
Naar het Journal des Pays-Bas herigt, had haar gewezen
echtgenoot liet regtscljapen ridderlijke gevoel, om haar na de
scheiding weder in het bezit testellen van het zeer aanzienlijk
vermogen, dat zij hem als huwelijksgoed had aangebrawt.
{liotlerdamsche courant.)
Te Nijmegen is, op aanzoek der kamer van koophandel en
onder beschermheerschap van den burgemeester, eene ver-
eeniging gevormd tot verbetering der werkende klasse,
waartoe men o. a. in de eerste plaats aan de werklieden
gedragboekjes zal uitreiken, om de beste werklieden daar
door te beter te kennen.
Marine en leger.
Op aanstaanden dingsdag vertrekken weder een veertigtal
korporaals titulair van het instruktie bataljon te Kampen
naar de onderscheidene regementen infanterie. Dien tenge
volge worden nog in den loop dier maand een gelijk getal
jongelingen geplaatst, die daartoe zullen worden opgeroepen.
Koloniën.
De laatstaangekomen landmail uit Oosl-Indië heeft met
uitzondering van de onderwerping van Deman Lehman, reeds
vroeger gemeld geen nieuws van groot belang aangebragt.
Uit het Bataviaasch handelsblad nemen "wij het volgend
gedeelte van het algemeen overzigt over:
„Wordt men lang in onzekerheid gehouden Omtrent de han
delingen van het nieuwe ministerie, met groote belangstelling
is dan ook de tijding der opening van de staten generaal ont
vangen, aan welke ten minste enkele wetsontwerpen betref
fende de koloniën zullen worden aangeboden.
„Overigens is het de kleurlooze troonrede zelve niet alleen
e.eue aaneenschakeling van zelfsprekende waarheden of halve
waarheden welke de belangs elling gewekt heeft. Mogt
de regering zich ten regel stellen niemand te ergeren, die