MIDDELRURGSCHE C 0UK AN T. Dingsdag 1861. 3 December. iV°- 145. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3, franco per post ƒ3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE GEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters wordeu berekend naar de plaats die zij innemen. Bij deze courant behoort een bij voegsel. Öintt£ttlnttöscl]c tijömgéit. Middelburg 2 december. Eindelijk zijn de zoogenaamde algeineene beraadslagingen over de staatbegrooting afgeloopen. en nog maar met moeite, want indien de president de zitting van zaturdag niet zeer gerekt had, waardoor op het bijzonder late namiddaguur de debatten nolens volens tot een einde kwamen, dan zou de strijd bij de nieuwe week zeker weder met. nieuwen moed zijn voortgezet. We zeggen zoogenaamde" algemeene beraad slagingen, want ofschoon er zes volle dagen gesproken is, heeft men nog nooit eene eenzijdiger begrootingsdiskussie ge had. In vergelijking bij de koloniale politiek, zijn al de andere gewigtige staatsbelangen geheel op den achtergrond geraakt. De oude koloniale oppositie werd ministerieelnamelijk met betrekking tot den tegenwoordige» minister van kolo niën en er vormde zich eene nieuwe koloniale oppositie, bestaande uit degenen die vroeger in meerdere of mindere mate de gevoelens van den heer Rochlissen deelden, toenmaals de ministeriële partij waren en dus nu, bij verandering van de koloniale beginselen, oppositie moesten worden. Dit change ment de decoration schijnt zoo zeer aller aandacht te hebben bezig gehouden, dat de overige landsbelangen daarbij niet in aanmerking schenen te komen. De financiële zijde der be grooting. die vroeger tot zoo vele debatten aanleiding gaf. is schier niet aangeroerd, zoo men de ellenlange betoogen van den heer Betz en eenige opmerkingen van den lieer van Bosse uitzondert. Over het binnenlandsch beheer geen woord, zoo dat de heer van Heemstra, die onder een atlas van beschuldi gingen schéén verplet te zullen worden, geen moiul heeft behoeven open te doen. Geene opmerking is er gemaakt over de marine, die de tegenwoordige minister van marine in verval heeft gevonden. Amortisatie en dergelijke zaken, die vroeger de onderwerpen voor fijn genuanceerde diskussiëu waren," schenen niet meer tot du ondermaansche te behooren. In één woord, de koloniale politiek was de groote spil, om welke alle vurige of fletsche redevoeringen draaiden, en alle belangen van Nederland schenen besloten in dit ééne woordhet kul- tuurstelsel. De diskossiën van zaturdag droegen den stempel van een debat, dat uitgeput isherhalingen, nadere toelichtingen, ver dedigingen, verduidelijkingen, maakten het hoofdbestanddeel uit. Doch iets nieuws leverde de zitting toch op: de heer Tliorhecke verklaarde namelijk dat hij veel vertrouwen in den minister van koloniën had en hem gaarne aan het werk zou zien, en toch verklaarde spreker dat hij tegen de begrooting voor het departement van koloniën, gelijk zij daar ligt, stem men zon. De heer van Bosse legde de zelfde verklaring af. Indien de meerderheid der kamer van het zelfde gevoelen was, dan zou men dus het zonderlinge verschijnsel zien van eene vergadering, die verklaart een minister volkomen te ver trouwen en echter zijne begrooting verwerpt. DeheerElout van Soeferwoude gaf een bewijs van een tegenovergestelde gedragslijnhij keurde de strekking op koloniaal gebied af en zou echter voor de begrooting van den minister stemmen. Gelijk de eerste zitting gekenmerkt was door een uitval van den minister van justitie tegen den heer Wintgens, was ook deze laatste getuige van eene heftige schermutseling van dien minister tegen graaf van Zuylen van Nyevelt, die in de zitting van jl. vrijdag te kennen had gegeven, dat de minister de wet op den raad van state ontworpen had tegen zijne overtuiging, maar volgens den wil der kamer, en dat hij bij een amende ment van den heer Thorbecke op art. 2S dier wet een preroga tief der kroon had prijsgegeven. De heer van Zuylen heeft op die teregtwijzing niet geantwoord. De algemeene beraadslagingen gesloten zijnde, werd hoofd stuk 1 der begrooting (huis des konings) zonder diskussie met algemeene stemmen aangenomen. De verslagen der zittingen van vrijdag en zaturdag vinden onze lezers in liet bijvoegsel. Heden zijn de hoofdstukken II (hooge kollegien van staat enz.), en III (buitenlandsche zaken) aangenomen, het eerste met 61 tegen 5, het andere met 65 tegen 3 stemmen. Het bedrag vhn beide hoofdstukken was vooraf door amendemen ten verminderd. Eene 11. zaturdag gehouden vergadering van het departe ment Middelburg der Maatschappij tot bevordering van nijverheid was gewijd aan het uitreiken van eereblijken, toegekend aan eenige iuzenders ter algemeene tentoonstel ling te Haarlem. Nadat door de subkommissie voor de aangelegenheden dier tentoonstelling verslag was gedaan van het door haar verrigtte, en zij den dank van het departement voor hare vele bemoeijrngen had ontvingen*ld de voo-zitter, inr. D. A. Berdenis van Berlekom. eene korte rede. Ilij toonde daarin aan dat de tentoonstelling voor de inzenders in den kring van dit departement goede uitkomsten bad opgeleverd. De ver houding van het aantal der toegekende onderscheidingen tot dat der inzenders was zeer gunstig daar van de twintig inzen ders uit deze gemeente, aan negen medaljes of eervoile ver meldingen waren te beurt gevallen. Hij vorul daarin een bewijs dat vele onzer nijveren, niettegenstaande den nadeeli- gen toestand waarin onze provincie verkeert, de mededinging niet behoeven te schroomen, hetgeen grond geeft om te verwachten dat. wanneer men zich eerlang in betere middelen van gemeenschap zal mogen verheugen, de zeeuwsche nijver heid eene waardige plaats in ons vaderland zal innemen. Hierop werden uitgereikt: Eene bronzen inedalje aan de beeren J. Fak Brouwer zonen (chokolade) en Gebroeders Peek (koperwerk.) Bewijzen van eervolle vermelding aan de heeren jlir. A. Teding van Berkhout, firma Muldelburgsche stoom pellerij en meelfabriek (gepelde rijst); G. J. Sprenger J. Lutevn, direkteuren der Middelburgsche garancine-fabriek (ga- rancine); L. Janse Bz., (modellen voordeteorie der kromme lijnen); B. A. Fokker, (touwwerk)O. J. Pennock (bed dentijken enz.); A. Boasson (korsetten); De gebroeders Abrahams (kantoor- en notitieboeken). Bij het departe ment was mede ontvangen de zilveren inedalje, toegekend aan mevrouw A. S. Renier van Willes, voor de kantwerk school „Doet wel en ziet niet om" te Sluis (divers kantwerk); benevens eene bronzen inedalje voor de rooinsch katolieke kantwerkschool aldaar (divers kantwerk), welke laatstge noemden berigt hebben, bij de uitreiking niet te kunnen tegenwoordig zijn. De ouderscheidingen zullen aan de-be kroonden worden toegezonden. Vervolgens werd de kamer van koophandel en fdbrieken alhier, ter vergadering vertegenwoordigd, dank gezegd voor hare goede gezindheid om de belangen der nijverheid in over eenstemming met het departement te behartigen. Ten slotte werd den aanwezigen nog gelegenheid gegeven om het meerendeel der bekroonde voorwerpen te bezigtigen. Jl. zaturdag zijn te Vlissingen in hechtenis genomen en des nachts naar het huis van burgerlijke en militaire verzeke ring alhier overgebragt de heeren J. P. S. en zijn zoon, scheepskommissionuairs te Vlissingen, Volgens geruchten slaan deze arrestatie» in verband met handelingen gepleegd ten opzigte van de bij Breskens gestrande brik Dollard. De inwijing der nieuw gebouwde kerk ten dienste der nederduitsche hervormde gemeente te Vlissingen, heeftgiste- ren namiddag op plegtige wijze plaats gehad. De koininissnris des konings en eenige leden van gedepu teerde stalen dezer provincie, de afgevaardigden der provin ciale en klassikale kerkbesturen, onderscheidene predikanten van naburige gemeenten, de militaireen plaatselijke overhe den, en eene overgroote menigte belangstellende gemeente leden, woonden deze plegtigheid b;j. De feestrede, naar aanleiding van het 10e vers van den 1-Seu psalm werd uitgesproken door den heer J. J. van Toorenen- bergen, thans oudsten predikant bij deze gemeente. In korte trekken schetste de leeraar de groote weldaden aan die gemeente bewezen, en spoorde haar aan ook in het nieuwe kerkgebouw dank te brengen aan dien God, die haar tot hiertoe in stand gehouden heeft. Hij bragt in herinnering: hoe reeds drie eeuwen geleden het zaad der hervorming te Vlissingen bad wortel geschoten; hoe die gemeente de eerste was in ons vaderland, die de verdrukking buiten hare poorten sloot; hoe zij, in het begin dezer eeuw, tijdens vreemde overheersching, weder vervallen was, en door velerlei rampen in hoogen nood verkeerdehoe zij, na de herstelling onzer onafhankelijkheid, zich weder beeft opgerigten uitgebreid. Daarna sprak de feestredenaar over de oorzaak die tot den houw der kerk deed besluiten: Menig huisvader kon vroeger geei\ plaats verkrijgen, de armen, militairen en schepelingeu waren in hoeken hier en daar verspreid en de gelegenheid ontbrak om tot dezen, naar hunne eigenaardige behoeften, in het bijzonder te spreken over de hoogste belangen huns levens. Door den bouw dezer kerk was daarin nu voorzien. In hartelijke woorden bragt de redenaar dank toe aan den vertegenwoordiger des konings, voor de vele blijken van gene genheid en de zeer krachtige nulp, door het doorluchtig hoofd van den staat in dezen betoondzoo ook aan allen, die door liefdevolle medewerking hadden bijgedragen, om het voorne men tot oprigting van dit kerkgebouw, nu tien jaren geleden opgevat, te verwezenlijken. De plegtigheid werd zeer verhoogd door de, hoewel zwakke toch zeer schoone begeleiding van het gezang der gemeente door £co harmonium melodium, hetgeen voor velen eene ver rassing was. Bij het eindigen der plegtigheid werd door de gemeente nog gezongen het laatste vers van den 13 l-en psalm. Met het kerkgebouw is men. naar het ons voorkomt, niet gelukkig geslaagd. Het uitwendige is van dien aard dat het moeijelijk een sieraad voor de stad kan genoemd worden. In plaats van het volgen van een der bouworden of de ver binding van een paar dezer, schijnt de ontwerper van het plan grootendeels aan eigen vinding de voorkeur te hebben gege ven, hetgeen tot zonderlinge zanienvoegingen en smake'ooze opsieringen heeft geleid. De Staatscourant van jl. zaturdag bevat het koninklijk besluit waarbij wordt bepaald dat de vestinverl.-n van Veere zullen worden geslecht, over de gronden en eenige ge bouwen aldaar zoo voordeelig mogelijk voor het rijk zal wor den beschikt, en Veere niet meer onder de vestingwerken van het rijk zal behooren; dat derhalve zullen vervallen de bepa lingen daaromtrent in het besluit van 25 januarij IS51 (staats blad no. 8) vermeld, en op de perceelen bij Veere gelegen. niet meer van toepassing zal zijn de wet van 21 december 1853 (staatsblad no. 128). De minister van koloniën heeft in de Staatscourant ter kennis gebragt van alle belanghebbenden, die zich schriftelijk hebben gewend tot het departement van koloniën, betref fende eene kennisgeving in de Javasche courant van den waarnetnenden hoofdintendant der militaire administratie van het indisch leger, in dato 2 august us jl.. wegens eene voor genomen uitbesteding in Indië, in de maand januarij e. k., vau officiers- en militaire behoeften dat aanschrijvingen van vroegere hoofden van het departe ment van kolon.en in ls59. en in den aanvang des loopenden jaars wel strekten om het indisch besiuur te magtigen om bij wijze van proef een gedeelte der provisiën en eenige andere in den handel voorkomende artikelen, met name verfwaren, oliën, spijkers, huidkoper, muntmetaal. engelsch en zweedsch ijzer,staal, lood. blik, lood- en z.nkwii en glazen ruiten, plaat selijk aan te schaffen, wanneer die artikelen in Indië tot aan nemelijke prijzen zijn te verkrijgen, maar niet om eene uitbe steding als de hiervoren aangeduide te doen plaats hebben dat. vermits sedert geene aanschrijvingen zijn afgegaan om aan de vroegere uitbreiding te geven, hier van een misver stand sprake moet wezen en dat om de zaak niet uit haar geheel te brengen, nadat de aandacht op de voormelde aankondiging was gevallen, het indisch bestuur onverwijld en wel met denoverlandpost van het begin dezer maand, is aangeschreven om de aanbesteding niet te doen jilaats hebben, en in afwachting van den uitslag der door 's ministers ambtsvoorgangers bij het indisch bestuur aanhangig gemaakte overwegingen, omtrent de mogelijkheid en de raadzaamheid om aan het stelsel van plaatselijke aan schaffing meerdere uitbreiding te geven, de uitzending der be hoeften. waarvan de plaatselijke aanschaffing niet bij name is vrijgelaten, op de gebruikelijke wijze aan Nederland aan te vragen. Alen schrijft uit Zierikzee, 27 november: In het distrikt Borrendamtne is een oeverval ontstaan van p. m. 70 ellen lengte. Ofschoon geen dadelijk gevaar bestaat, is dit met het oogop liet vele stormachtige weder eetiigzins verontrus tend. Door den waterstaat zijn onmiddellijk maatregelen genomen, waardoor men zich vleit den verderen voortgang te zulleu sluiten. Men schrijft aan de Utrechtsche courant omtrent de staats spoorwegen het volgende: „Belangrijke aanbestedingen in Noord-Brabant, aan het kanaal van Zuid-Beveland en bij Zutphen zullen eerstdaags aangekondigd worden." Jl. woensdag werd te Delft eene vergadering gehouden van vaders en voogden der studerende jongelieden. Zij werd ge presideerd door den heer Wap, en was ongeveer 50 personen sterk. Men heeft besloten een verzoekschrift tot den koning te rigteu in het belang der akadeiuie. Ook de gemeenteraad heeft aan Z. M. den koning een adres, in zake der geslofeue akademie, ingezonden, waar in Z. M. haar de bescherming der belangen van de gemeente met nadruk wordt ingeroepeu, vermits de akademie voor Delft de hartader van haar bestaan en bloei is, daar die stad zich geheel voor de akademie heeft ingerigt cn eeu aantal nieuwe huizen zijn gebouwd, om in de behoefte te voorzien van vele vreemdelingen, die zich uit dien hoofde aldaar vestigdeu, ter wijl zeer vele ingezetenen ter inwoning der studenteu gelde lijke bezwaren op zich genomen hebben.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1