MIDDELBURGSCHE r 144. Zaturdag 1861. NT. 30 November. Bij dezecourantbehoorteenbijvoegsel. ©fttnenlanösclje tijömgm. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 «re. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post ƒ3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens. UITGEVERS: DE pEBROEDERS ABRAHAMS. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte doodbekendmakingen enz. van één tot zes regels ƒ.1,50, voor eiken regel daarboven 22 centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. Dp betaling geschiedt kontant. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Middelburg 29 november. De zitting der tweede kamer van woensdag was weder voor een groot gedeelte aan beschouwingen over de koloniale poli tiek der regering gewijd. Terwijl er dingsdag niet één spreker het woord ten gunste van het ministerie voerde.waren heden de voor- en tegenstanders gelijkelijk verdeeld. Deheeren Gevers Deynoot, van Eek en van Nispen van Sevenaer voerden pun ten van verdediging en verontschuldiging voor het ministerie aan, ofschoon zij het ook niet geheel aan wenken en aanmer kingen lieten ontbreken de heeren Tutein Nolthenius en de Brauw daarentegen verklaarden zieh ongerust over de staat- kunde welke de regering ten aanzien der koloniën volgt, 1 terwijl de heer van Bosse hare handelingen op financieel ter rein naging. Daar geene leden het woord meer wensebten te voeren, was het de beurt der regering, om de geblaakte heden- kingen te wederleggen. De minister van financiën deed dit wat het finaneiëel gedeelte en de algemeene aanmerkingen betrof, en volgde daartoe de sprekers, die in de drieafgeloopen dagen het woord luidden gevoerd, op den voet. Gisteren is de koloniale politiek van het kabinetonwikkeld door den minister van koloniën en tegen de in en buiten de kamer aangevoerde bedenkingen verdedigd. In den aanvang sprak hij een woord over den bezoldigden laster die in den laatsten tijd tegen hem was uitgestrooid, en gaf hij uitvoeriger inlichtingen over de aftreding van den minister van buiten- landsche zaken. Overgaande tot liet hoofdpunt, zette hij zijn stelsel uiteen, hetwelk nederkwam op geleidelijke verbetering van liet kuituurstelsel, gelijk art. 5(5 van het regeringsregle ment dit voorschrijft, en op langzame oplossing van het kul- tuurstelsel in den vrijen arbeid, zoodanig dat de regering <le voordeden van liet kultuurstelsel zal behouden. In den zelfden geest had de minister reeds in mei jl. tot de kamers gesproken. Ilij wil verbeteren, maar niet sloopen. Het zou hem aangenaam zijn. dat de kamer eindelijk doe blijken wat zij wil, en dat hem een votum van vertrouwen of wantrouwen worde gegeven, opdat hij wete waaraan hij zich te houden hebbe. Na den minister zetten de heeren Wintgens, Schimmclpen- ninck, Tutein Nolthenius en de Brauw hunne vroeger geop perde bezwaren op nieuw uiteen, terwijl als nieuwe sprekers de iieeren Heemskerk Az. en Mijer optraden. De eerste wilde dat men, alvorens af te breken een vast stelsel zou hebben, terwijl de andere beweerde dat de minister een stelsel voor staat dat door den vraegeren goeverneur-generaal Merkus veroordeeld is. Van heide zittingen vindt men een meer uitvoerig verslag in het bijvoegsel van dit nommer. De heer Mijer zette heden zijne rede in den zelfden geest voort. Ook de heeren van Hoe veil. van der Linden en Icl- zerda lieten zich ongunstig tegen de regering uit. De heer van Goltstein daarentegen verdedigde het ministerie. De hee- Ten van Zuylen van Nyevelt en Duymaer van Twist kwamen nog nader op het door hen gesprokene terug. In een artikel over het plan tot opheffing van het marine etablissement te Vlissingen, onder „Ingezonden stukken'" in dit nommer voorkomende, worden denkbeelden ontwikkeld die eene naauwgezette overweging ten volle waardig zijn. De schrijver behandelt daarin de vraag of de verwezenlijking van het plan tot eene belangrijke bezuiniging kan leiden, en alzoo in het belang van het rijk is te achten. Het heeft Z. M. den koning behaagd de straffe des doods waartoe Adriaan Polderman bij arrest van het provinciaal geregtshof in Zeeland, van den 3 julij jl. is veroordeeld, te ver wisselen in eene tuchthuisstraf voor den tijd van twintig jaren, overigens met instandhouding van het arrest in zijn geheel. Bij vonnis der arrondissements regtbank alhier, is gisteren uitspraak gedaan op het verzet door dr. D. J. Geersens, te Oostburg beteekend, tegen het vonnis den G september jl. hij verstek ten zijnen laste gewezen. Daarbij was hij totf 25 geldboete veroordeeld ter zake van liet uitoefenen van ge neeskundige praktijk zonder daartoe bevoegd te zijn, als niet voorkomende op de lijst der bevoegd erkende geneeskunst oefenaren omdat beweerd werd dat hij te Sint Laureyns (België) zou woonachtig zijn. De door den opposant voorgestelde exceptie van nietig heid der dagvaard is, op grond der verklaringen van onder scheidene getuigen, aangenomen, omdat daaruit onder ande ren bleek, dat de beklaagde tijdens het doen der dagvaard zich te Oostburg had nedergezet, daar een huis had gehuurd, een dienstbode lneld, beUstins; betaalde, in die geipeente te spreken was enz., terwijl de dagvaarding te Sint Laureyns had plaatsgehad. Het onderzoek der hoofdzaak kwam alzoo door deze uit spraak te vervallen. Tevens had de uitspraak plaats in de zaak van P. Siegers, gezagvoerder der stoomboot Stad Vlissingen no. 2, waarvan wij in ons noinmer van 23 dezer melding hebben gemaakt. De regtbank heeft hem vrijgesproken van het feit. van een ambtenaar der direkte belastingen in de uitoefening zijner be diening te hebben bemoeijelijkt, en ontslagen van alle regts- vervolging.wegensbeleediging van een bedienend beambte in de uitoefening zijner bediening aangedaan. Men schrijft ons heden uit Vlissingen „Aangaande de redding van den alhier gestationneerden loods G. Meijer, die zoo als men uit tie dagbladen vernomen heeft, de eenig overgeblevene is van de ekipage van de noordsche bark Jason, welke omtrent de hoogte van Kijk duin gestrand is, verhaalt men het volgende „Het schip was zeilende langs de hollandsche kust ter bovengenoemde hoogte, toen het zoo onverwacht strandde dat aan geen redding hoegenaamd meer te denken viel. en ieder slechts op eigen levensbehoud bedacht was. „De loods door die zelfde gedachte aangespoord, bond zich vast aan een trap, waarmede hij het geluk had den wal te bereiken, alwaar hij, na zich losgemaakt te hebben, van vermoeijenis afgemat ineen zonk. Na in dien bewuste- loozen toestand geruimen tijd te hebben doorgebragt. werd hij aldaar door een der strandvonders aangetroffen, die hem naar zijne woning vervoerde en liefderijk verzorgde. De gezagvoerder en de overige manschappen waren minder ge lukkig geweest, en vonden alien hun graf in de golven: zoo als tnen weet, werden hunne lijken den volgenden morgen aan het strand gevonden." Men verneemt dat door de eigenaren der benoodigde percee- len voor dat gedeelte der staats-spoorwegen, lijn Roosendaal- Bergen op Zoom en Tilbnrg-Breda, de overeenkomsten .voor de onteigening geteekend zijn. en dat men weldra met het leggen der aarden banen. Jl. zondag is te 'sGravenhage in S3 jarigen ouderdom overleden dr. F. J. van Maanen. staatsraad in buitengewone dienst, ridder der orde van den Nederlaudschen leeuw. Door de studenten in de geneeskunde aan de utrechtsche hoogeschool is een adres mingeboden aan den minister van binuenlandsehe zaken, verzoekende dat zijne exc. aan den koning voordrage eene wijziging in art.l 07 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1815, ter regeling van het hooger onderwijs, waarbij hun de verpligting wordt opgelegd, alvo rens den graad van doktor in de geneeskunde te kunnen erlangen, een akademisch proefschrift te schrijven en te ver dedigen, wat dan voortaan ionverpligt worde gesteld. Benoemingen en besluiten. ONDERScirEroiNGSTEKKGNKN. Verleend hij besluit van 27 november de zilveren baret, ingesteld bij besluit van 24 maart 11., aan J. van Haaften, hoogheemraad van den Alblas- serwaard de zilveren medalje, ingesteld bij besluit van de zelfde dag- teekening, aan F. W. Conrad, inspekteur van den waterstaat in de 2e inspektie; J. A. Beijerinck, hoofdingenieur van den waterstaat in het 10e distrikt; A. II. van Tienhoven, dijk graaf vau den AlblasserwaardJ. F. Augier, en J. Dirks, ingenieurs van den waterstaat. leger. Pensioen verleend, ten bedrage van f 005 'sjaars, aan den kapitein van het Ge regement infanterie?. A. de Moraaz Mecima, naar aanleiding van zijn verzoek om op non-aktiviteit gesteld te worden. I Benoemd bij het 2e regement infanterie tot kapitein van de 3e klasse, naar ouderdom van rang, de Ie luitenant-adju dant van het regement grenadiers en jagers H. E. J. Heymans. Overgeplaatst bij het wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië de 2e luitenant van het 4e regement dragonders, J. H. A. Yssel de Schepper, naar rang en ancienneteit. belastingen. Benoemd tot ontvanger der direkte belas tingen en akcijnsen te Zwijndrechtc. a., de heer J. J. van den Bosch, thans in die zelfde betrekking te Monster c. a. tot ontvanger der direkte belastingen, in- en uitgaande regten en akcijnsen te Monnikendam c. a., de heer II. J. I Dauzon, thans ontvanger der direkte belastingen en akcijnsen te de Wijk, en tot ontvanger der direkte belastingen en akcijnsen te Gent j c. a., de heer J. J. van Raab van Canstein, thans in de zelfde betrekking te Millingen. Koloniën. DegjsterÊn avond ontvangen berigten uitf)ost-Indjëmelden o. a. het volgende uit de Zuid- en Oosterafdéeling van Borneo, van 2 oktober: Ter hoofdplaats Banjermasing is de rust niet gestoord ge worden. De Tanah Laut is door eene bende van ongeveer 200 muitelingen onder Demang Lehman verontrust. De intijds genomen maatregelen van onze zijde en tie goede geest der bevolking in die afdeeling, schijnen echter de plannen van den vijand verijdeld te hebbendeze is ten minste zonder suk- ces teruggetrokken. In den avond van den 2 oktober kwara te Banjermasing de tijding, dat Demang Lehman, met dertig volgelingen, zich in den middag van dien dag te Martapoera had onderworpen. De togt naar Toendakkan heeft goede ge volgen gehad. De goed verdedigde vijandelijke l-unpong- Toendakkan Besaren Ketjilzijndoordeonzenbcmagiigd.Van het oprukken der koeteinezen is nog geen berigt ontvangen. Eene op drie uren afstands van Pantas Hambawang opge- rigte vijandelijke versterking is door den kapitein J. C. Hamakers genomen de luitenant Werdmuller van Elgg werd bij die gelegenheid ligt, en twee soldaten zwaar gekwetst. liet is den luitenant-adjudant O. L. Reuter gelukt, de schuilplaatsen van de opstandelingen Maden Aliachbarop te sporen, hun drie dooden, zijnde de broeder, schoonzoon en een volgeling van Aliachbar, te bezorgen, en verscheidene gevangenen te maken. Op een togt met den goevemements stoomer Boni naar de Kapoeas zijn eenige vijandelijke versterkingen waarvan sommige nog in aanbouw waren, vernield en de daarin aan wezige muitelingen verdreven. Uit Soerabaya wordt door den Oostpost gemeld dat het aantal nijverheids-ondernemingen aldaar steeds vermeerderd wordt. De ontwikkeling der nijverheid gedurende de laatste j vijf en twintig jaar is verbazend. Men kaii thans de meest zamengestelde werktuigen vervaardigd krijgen. Op dit oogenbhk (2 oktober) heerscht daar bovendien eene buiten gewone bedrijvigheid op het marine etablissement, daar er een tal van oorlogschepen in reparatie ligt. De overland post uit Nederland, loopende tot 2G augus tus, is den 4 oktober te Batavia aangekomen. Aan liet algemeen overzigt van de beide laatste nommers der mail-editie van het Bataviaasch handelsblad ontleeneii wij het volgende De kommissie, door de regering voor de zaak der spoor wegen benoemd, heeft thans een kort overzigt van hare voor- loopige werkzaamheden openbaar gemaakt door de officiële courant, welk verslag op nieuw van den bekenden ijver des heeren Stieltjes getuigt en de behoefte uit aan een uitbreiding van personeel. Met het oog op dien ijver en de rigting der tegenwoordige regering vleijen wij ons met de hoop, dat het met deze kom missie in onderscheiding van andere dei-gelijken werke lijk van verslagen tot daden zal komen, eene verwachting die versterkt wordt door de ons uit Nederland geworden mede- deeling, dat aan den heer Poolman c. s. koncessie is verleend tot den aanleg van een spoorweg op Midden-Java. Men bedenke dat op Java de groote wegen, in den regel bestemd voor weinige reizende europeanen en den voetganger, goed worden onderhouden, maar de karrepaden, waarop de kleine man en industrieel hunne handelswaren vervoeren, op verregaande wijze worden verwaarloosd, omdat de Iieeredien- sten. voor de groote wegen gevergd, de krachten der bevol king te zeer uitputten, om ook de karrepaden behoorlijk te kunnen verzorgen. Zoo wordt hetgeen weelde is verpleegd, hetgeen behoefte is veronachtzaamd, en de willekeur van residenten, door geen duidelijke bepalingen op dit punt be teugeld, verbiedt hier en daar. ofschoon de karren zich door I het slijk der modderpaden schier geen weg kunnen banen, onder bedreiging van strenge straffen het gebruik van de heerewegen. Nederiandsch Indie verloor in korten tijd twee verdienste lijke ambtenaren: onlangsden heer A.J.F. Jansen, goeverneur van Celebes en oiulerhoorigheden, en korte dagen geleden den heer A. Meis, generaal-raajoor van het indische leger, laat stelijk civiel en militair goeverneur van Sumatra's westkust. Beide uitmuntende door bekwaamheid, arbeidzaamheid en beminnelijkheid, had bovendien de een. zich ouderscheiden door een beleid- en zegenvol bestuur in 'jNoord- en Zuid- Celehes de andere door krijgsnrafedaden"in dëü javaschen oorlog en in meerdere expeditiejfajp Suijrgtra^enïBlli. De- zul ken,^<f[n ïïëlT^niet die zich kreiBgeestig: vgrmakcji in het gehuH-nÖra eerhtèijhgtoon hunnferbGenai^jfr, Lflnwir /lie den j on^veinsÏÏe&Tofiupegsten h un eV n&k ome)ingsebrip. scheb,'}e,'jeentoonigheiu\n^tifw-acl$fng van den n i thirty g oe v ef'i ié u r- ge n e r a a 1 \vinwSt$i!fl*fügs afgekon-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 1