MIDDELRURGSCHE
COURANT.
Dingsdag
12 November.
L\° 130.
1861
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags.
Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is ƒ3, franco per post ƒ3,40.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens.
UITGEVERS:
DE GEBROEDERS ABRAHAMS.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte
doodbekendraakingen enz. van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22
centmet 35 cent zegelregt voor elke plaatsing. Do betaling geschiedt kontant.
j Buitengewoon groote letters wordeu berekend naar de plaats die zij innemen.
Editie van maandag avond 8 ure.
6inmtUdttÖ5cf]e tij&mgm.
Middelburg 11 november.
Zaturrlag avond ontvingen wij het volgende berigt dat
toen nog aan de geabonneerden op het Bulletin is mede
gedeeld
ITet ontslag van den heer van Zuylen, als minister van bui-
tenlandsche zaken, is door Z. M. den koning aangenomen.
Een der overige ministers zal zich ad interim met de portc-
feuilje van dat departement belasten, tot na de behandeling
der staatsbegrooting.
Het wetsontwerp tot vaststelling van hoofdstuk III der
staatsbegrooting (buitenlandsche zaken) wordt ingetrokken,
en in plaats daarvoor eene kredietwet ingediend.
Over deze aangelegenheid schrijft een onzer korresponden-
ten ons het volgende, onder dagteekening van 9 dezer
De onhoudbaarheid der positie van den lieer van Zuylen
van Nyevelt, minister van buitenlandsche zaken, nadat al
zijne kollega's zich in de zaak der bekende depeclie-cirkulaire
tegen hem en bij gevolg voor den heer Loudon, minister van
koloniën, hadden verklaard, is bevestigd door het nu aan den
eerstgenoemden verleende ontslag. Tot dien afloop der kort
stondige ministeriele krisis, zegt men dat bet advies van den
heer van Reenen, in zijn onderhoud jl. woensdag morgen met
Z. M. den koning, niet weinig moet hebben bijgedragen. Het
schijnt althans dat er bij die gelegenheid minder sprake was
om den president der tweede kamer met de vorming van een
nieuw kabinet te belasten of hem eene portefeuilje op te dra
gen, dan wel zijn gevoelen te vernemen omtrent den bestaan-
den toestand. De tegenwoordige uitslag van den uiinisterielen
twist heeft meer dan ooit beteeken is. wanneer men nagaat dat
onze koloniën daarbij hoofdzakelijk betrokken waren, en dat
de benoeming van den heer Sloet tot goeverneur-generaal
juist het punt was waaraan de nu afgetreden minister van
buitenlandsche zaken een groot gedeelte zijner beschouwin
gen wijde.
Op het oogeublik, dat ik u dit schrijf, 8 uur des avonds,
presideert Z. M. de koning een kabinetsraad, waartoe al de
ministers uitgenoodigd zijn. Ik weet nietof de heer van Zuylen
er nog deel aan neemt; het is wel niet waarschijnlijk, doch
daar zijn ontslag nog niet door de Staatscourant medegedeeld
is, en dus geacht moet worden niet officieel bekend te zijn.
ware het althans mogelijk dat hij nog aan deze beraadslaging
deel nam. Natuurlijk is het op dit oogenblik niet bekend wat
in dien kabinetsraad behandeld wordt of zal worden, doch
men meent nu reeds te weten dat de betrekking van minister
van buitenlandsche zaken op dit oogenblik nog niet vervuld,
maar door een der andere ministers ad interim zal worden
waargenomen tot na afhandeling van de bcgrooting. Daar
zulk een tijdelijk minister echter alleen met de loopende
zaken belast kan worden, zoude thans aanhangige begrooting
van liet departement van buitenlandsche zaken, die door den
heer van Zuylen is ingediend, ingetrokken, en in de plaats
daarvan eene kredietwet voor zes maanden ingediend worden,
terwijl het dan aan den opvolger van den lieer van Zuylen
zou staan, in het volgende jaar eene definitieve begrooting voor
de tweede helft van 1SG2 aan te bieden.
Reeds noemt het gerucht eenige namen van opvolgers van
den baron van Zuylen, en daaronder het kamerlid graaf van
Zuylen van Nyevelt. Dit laatste is althans onwaarschijnlijk,
daar er juist sprake van is, dat die heer zijn vroegeren gezant-
schapspost te Konstantinopel weder zal gaan vervullen, ter
vervanging van den lieer du Bois, die in het vaderland is terug
gekeerd. Indien het zich bevestigt, dat de portefeuilje van
buitenlandsche zaken een tijd lang ad interim zal worden
waargenomen, in verband met eene kredietwet, dan zijn voor
zeker ook de andere namen, die men nog noemt, voorbarig op
den voorgrond gesteld, weshalve het beter is maar niet in die
geruchten te treden, tot dat zij meer waarschijnlijkheid
erlangd zullen hebben.
Uit Ostende wordt aan L'inde'pendance beige, onder dag
teekening van 7 dezer, liet volgende geschreven
„De geheelc stad Vlissingen is in beweging ten gevolge van
een voornemen dat het nederlandsche goevemement schijnt
te hebben opgevat om de marinewerf naar Amsterdam over
te brengen.
„Het belgiscbe defensie-stelsel schijnt bij onze bataafsche
naburen de overhand te krijgen. Men wil alle levenskracht
zamentrekken op het zelfde punt: te Amsterdam, zoo als wij
te Antwerpen.
„Maar onze vlissingsclie buren rekenen niet naar dien maat
staf; want de werf is voork eftelijk, van grooten omvang en j
lévert groote voordeel en aan de stad op. Er gaan dan ook
krachtige verzoekschriften rond en zij worden door duizen- j
den geteekend: een verzoekschrift van de ingezetenen aan j
den koning; twee van kooplieden en reeders, een aan den j
koning, een aan de staten generaalmaar het welsprekendste,
het hevigste is dat door de kamer van koophandel aan den j
koning gerigt. Dit werd opgesteld door den voorzitter van j
deze raadpligtige instelling, den heer Ruysch, een zeer geacht j
nederlandsch letterkundige.
„Het schijnt dat het plan tot die verplaatsing aan den minis
ter van marine te wijten is, die voor een strategisch punt aan
de tweede hoofdstad van Nederland boven Vlissingen de
voorkeur geeft. De zeeuwen beweren in hunne adressen dat
Napoleon 1 een geheel ander plan had ten aanzien der marine-
werven, dan hun minister, dewijl hij die te Vlissingen geves-
tigd heeft welke zeker van gewigt moet zijn, daar de engelschen j
haar in 1S09 zijn komen vernielen, te gelijker tijd acht tien- j
den van de stad Vlissingen in brand stekende.'"
We achten het nietnoodig de onjuistheden van deze kor-
respondentie uit Ostende ieder moeten ze in het oog j
springen aan te toonen, evenmin als we het gepast vonden i
over de verschillende adressen een oovdee'l uit te spreken. J
We hebben die adressen nagenoeg alle in hun geheel mede- J
gedeeld en ieder heeft ze kunnen overwegen. Onze meeiiing
over het adres van de kamer van koophandel te Vlissingen j
zou zeer verschillend zijn geweest met dat van den korrespon- j
dent uit Ostende.
Het komt ons voor dat men de kracht van dergelijke ver-
zoekschriften niet moet zoeken in schelklinkende woorden
maar in degelijkheid van argumenten, en aan de zulken ont- 1
breekt bet in deze zaak volstrekt niet. De adressen van den
gemeenteraad van Vlissingen hebbtn dat doen zien, en we
twijfelen er geen oogenblik aan of die van de provinciale sta- j
ten van Zeeland, tot welker inzending dezer dagen besloten
is, zullen dat evenzeer duidelijk in liet licht stellen. Wanneer j
men eenvoudig helder en krachtig aantoont en we geloo-
ven dat dit zeer wel mogelijk is dat het bestaan der werf te
Vlissingen niet alleen is in liet belang van die stad of van
Zeeland, maar in dat van het rijk. dan zalmen het bestaan
dier instelling voor goed verzekerd hebben. Groote woor-
den, beroepen op de daden van voorouderen, zijn daartoe
onvermogend.
Dadelijk bij bet bekend worden van de memorie van toe
lichting tot liet hoofdstuk marine der staatsbegrooting, hebben
we onze meening uitgesproken over bet plan van den minis
ter, in die memorie bloot gelogd. We hebben er op gewezen
dat tusschen bet opvatten van een dergelijk plan en de uitvoe
ring een hemelsbreed verschil bestaat, en de veronderstelling
geuit dat, al mogten wij bij die opheffing iu de toekomst
niet alles verloren achten zich tegen den voorgenomen
maatregel bezwaren zouden opdoen.
Die bezwaren kunnen in geen geval duidelijker blijken dan
bij de instelling eener enquête over den toestand onzer zce-
magt, waarop in bet voorloopig verslag der tweede kamer
onlangs is aangedrongen. Wordt deze in menig ander opzigt
gevorderd, ook met liet oog opVlissingens werf is zij wensche-
lijk. Daardoor zou licht kunnen verspreid worden over
hetgeen in deze zaak doorliet staatsbelang geëischt wordt, en
Vlissingen kan dat licht niet schroomen.
Bij de arrondissements regtbank alhier stond in de afge-
loopene week te regteene vrouw, wonende te West-Souburg,
beklaagd van op verschillende tijdstippen in lSGOenlSGl
onderscheidene vrouwen bij debevalling te hebben bijgestaan
en verloskundige hulp te hebben verleend, zonder dat zij voor
komt op de lijsten van bevoegd erkende geneeskunst-oefe
naren in Zeeland.
Verscheidene getuigen werden gehoord, en de beklaagde
erkende als baker bij die getuigen tegenwoordig te zijn ge
weest en eenige hulp te hebben verleend. Het openbaar
ministerie rekwireerde hare schuldig verklaring ingevolge art.
18 der wet van 12 maart 1 SI 8, Staatsblad no. 1G, en veroor
deeling in eene geldboete van f 25 tot f 100 en de kosten.
De regtbank verklaarde echter bij haar interlokutoir vonnis
dat zij noch door de verklaringen der getuigen, noch door de
opgave der beklaagde in staat gesteld was om te kunnen be-
oordeelen of de beklaagde door de als wettig en overtuigend
aangenomen handelingen, moet geacht worden eenigen tak
der geneeskunst te hebben uitgeoefend en het haar derhalve
noodzakelijk voorkwam deskundigen tot voorlichting te
hooren. Zij benoemde als zoodanig de heereu J. C. de Man
en Y. Iveyzer, medicinae cliirnrgiae et artis obstetriciae dok-
lorcs alhier, met bepaling dat zij op vrijdag a. s. in deze zaak
als deskundigen zouden gehoord worden.
Bij een ander vonnis werd een apothekers bediende ter
zake van onderscheidene diefstallen in dienstbaarheid jegens
zijnen meester gepleegd, tijdens li ij bij dezen tegen loon in
dienst was, veroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf.
Zaturdag avond zijn alhier in hechtenis genomen drie
dienstboden verdacht van onderscheidene goederen te hebben
ontvreemd tijdens zij bij een ingezeten dezer gemeente tegen
vast loon in dienst waren.
Wij vernemen dat door de regtbank alhier het bevel tot
gevangenneming is uitgevaardigd.
Eenige dagen geleden heeft zich liet zelfde geval ten op-
zigte eener andere dienstbode voorgedaan.
Naar wij vernemen heeft jl. zaturdag eene vrouw in de Bel-
lingstraat alhier getracht zich door verworging het leven te
benemen. Door tijdig aangewende middelen is zij daarin
echter belet geworden, en daarna in liet gasthuis opgenomen.
Naar men wil, verkeert die vrouw ten gevolge van behoeftige
omstandigheden in een geschokten zielstoestand.
De gemeenteraad alhier zal aanstaanden woensdag, des
namiddags ten half twee ure, eene openbare zitting houden
ter behandeling der navolgeude onderwerpenmissive van
gedeputeerde staten, goedkeuring raadsbesluitenadres Pij pe
ling, aanstelling als beurtschipper op Zierikzee; missive van
den schoolopziener, vakature hulponderwijzer bij de school
voor minvermogenden; idem van den kontroleur van waar
borg. onderhandsche verhuring lokaal provoosthuisidem
van kommissarissen rijweg op Vlissingenvoorwaarden ter
verpachting der tollen uitloting van aandeelen geldleening.
Uit Vlissingen meldt men ons dat de voltooijing der gas
fabriek tegen 1 december wordt te gemoet gezien.
Een telegram van den konsul generaal der Nederlanden te
Alexandrie van G november 1861. luidt:
De engelsche mail is te Alexandrie zonder de Java-mail
aangekomen." Staatscourant
Uit Zicrikzee schrijft men ons 9 dezer:
Het schip St. Louis is eergisteren geheel afgehaald en in
onze haven gebragt, waar liet verder gelost is. liet voorne
men bestaat liet naar Rotterdam te brengen om te repareren.
Een amerikaansch schip is als bijlegger met schade op de
reede gekomen; het is van Liverpool bestemd naar Alexandrie.
Bij de donderdag te Zierikzee gclioudene tentoonstelling
van hoornvee, zijn van wege de sociëteit Tot nut en genoe
gen, aan de navolgende landbouwers prijzen en prctnien toe
gekend voor het schoonst gekeurde rundvee, te weten aan
C. van den Bout en J. Blom, te Zierikzee, en E. Broeksmit, te
Nieuwerkerk terwijl liet grootst getal vee binnen het poort-
ambaclit is aangevoerd door J. Kooyman. te Zierikzee, waar
voor ook eene premie was uitgeloofd. De uitgeloofde zilve
ren medalje voorde best gekeurde melkkoe is behaald door
A. van Neuren, te Zierikzee, de naaste mededinger was A. J.
Kapelle, te Nieuwerkerk. Namens de gemeente Zierikzee was
ook een prijs en premie uitgeloofd aan den eigenaar van de
vijf stuks beste en schoonste melkkoeijen de prijs is toege
kend aan W. Gast en de premie aan J. Kooyman, beide te
Zierikzee. In bet geheel waren aangevoerd 81 stuks vee.
De Staatscourant van vrijdag bevat het koninklijk besluit
waarbij aan de aspiranten naar de betrekking van surnume
rair en aan de surnemerairs voor hunne bevordering tot hoo-
geren rang bij de administratie der posterijen de verpligting
tot bet ondergaan van een examen wordt opgelegd. Als ver-
eisebte voor surnumerair worden daarbij opgegeven te zijn
nederlander, van goed gedrag, 1S tot 21 jaren, minstens een
jaar alsgeagreeërde van den direkteur van eenig postkanfoor
werkzaam geweest zijnde, sterk gestel, zonder ligchaamsge-
breken, te bezitten de kundigheden in een later door den
minister van financiën testellen programma gevorderd, enz.
De volgens bovengenoemde bepalingen benoemde surnu
merairs zullen alvorens te kunnen bevorderd worden tot
kommies, wederom een examen moeten doorstaan.
Onder de verder genoemde voorwaarden komt nog voor
dat niemand meer dan twee malen tot liet zelfde examen
wordt toegelaten.
De minister van binnenlandsclie zaken heeft bekend ge
maakt, dat aan de rijkskweekschool tot opleiding van onder
wijzers te Haarlem, aan welke de lessen weldra een aanvang
zullen nemen, een zeker aantal jongelieden kan worden
geplaatst, ten einde aldaar op kosten van het rijk hunne op
leiding tot hulponderwijzer te ontvangen. De leermiddelen
worden kosteloos aan dc kweekelingen verstrekt; zoodra het