bijzondere als gewone diensten van zeer veel nut kan zijn, en
diensvolgens de verspreiding daarvan aanbevolen.
Bij het koloniaal werfdepot te Harderwijk zijn gedu
rende de vorige maand aangekomen en gekleed 107 man.
Verkoopingen eu aanbestedingen.
Woensdag avond is alhier ter verkoop aangeboden een
huis en erve in de Langevijle, K 386. verkocht voor f 1512.
Thermometerstand
9 oct. 's av. 11 u. 60 gr.
10 's inorg. 7 u. 58 'smidd. 1 u. 67 's av. 11 n. 63 gr.
11 's morg. 7 u. 51 's tnidd. 1 u. 71 gr.
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD.
Tentoonstellingen zijn tegenwoordig aan de orde van den
dag, tentoonstellingen in zeer onderscheiden zin. Niet alleen
voorwerpen, ook menscheti worden ten toongesteld. Het een,
zoo wel als liet andere is een gevolg van het stelsel der publi
citeit. Dat echter, althans waar het personen geldt, men
meestal wat heel ver gaat, daarvan leveren de dagbladen, en
ook wel eens boeken, de sprekendste bewijzen. Wanneer zal
de tijd komen, dat men zal leeren inzien dat men het beginsel
van openbaarheid werkelijk schaadt door van de valsclie
onderstelling uit te gaan dat men den eigen kandidaat niet
beter in een gunstig licht kan stellen dan door het zwart
maken van den concurrent? Die tij tl is nog verre, en zal eerst
aangebroken zijn wanneer de advokaathet niet meer noodig
zal vinden, de tegenpartij voor den regter door het slijk te
sleuren.
Doch ik wil u niet onderhouden over tentoonstellingen van
dien aard, het tegendeel is waarik wil in algemeene trekken
een paar exposities behandelen en zoo veel mogelijk de per
sonen met rustlaten.
Bij de tentoonstelling van visscherij-gereedschappen is dat
gemakkelijk, daar ik mij bij eenige algemeene trekken bepa
len wil.
Bij de Ilooge sluis, die brug (de amsterdammers noemen
steencn bruggen oneigenlijk sluizen) welke door de eenige
fransche koningin die Nederland heeft gehad, Le pont des
ainoureux werd genoemd, op dat bekende schoone punt werd
vóór tien of twaalf jaren een gebouw opgerigt, hetwelk den
naam is gegeven van Apollo. Men had van daar een prachtig
uitzigt over den ganschen Bniten-Amstel, en, daar de groote
zaal ruim en vrij doeltreffend was ingerigt en een klein, maar
aangenaam terrein daarbij als tuin was aangelegd, meende
men dat deze onderneming eene goede toekomst te gemoet
zou gaan. Evenwel bleek het alras, dat men op den duur niet
kon slagen in het lokken van een talrijk en tevens deftig pu
bliek. Inmiddels had dc Vereeniging voor volksvlijt in zeer
weinige dagen (het wordt tijd dit punt eens te releveren, om
dat men maar steeds met de wel wat oudbakken klagt voort
gaat als of in Amsterdam volstrekt geen ondernemingsgeest
zou bestaan) het kapitaal aan onze beurs gevonden om een
groot glazen nijverheidspaleis op te rigten. Teleurstellingen
van allerlei aard volgden daarop, moeijelijkheden bij de rege
ring over het verpiaatsen van eenige houten barakken ten
dienste onzer weinige dragonders, faljieten van aannemers
enz. enz., en zie daar weder door geringe medewerking, wei-
ligt ook door verkeerde, administratie, door talmen in een
woord, bedorven wat door goeden wil was tot stand gebragt.
Toch begreep de vereeniging dat zij het publiek allengs ge
wennen moest aan dergelijke permanente exposities en daar
voor huurde zij de zaal Apollo. Men mag de tentoonstelling
aldaar veilig permanent noemen; immers ofschoon er nu eene
bloenicnverzameling, dan eene bijeenbrenging van plak-mo-
nareli ingrediëntenen eindelijk weder een assortiment visschen,
visschers-vaar tuigen, visschers-gereedschappen de groote
massa trekt, zijn er altijd buitendien nog een vrij groot aantal
nijverheids-artikelen te zien, waarondev zeer belangrijke.
Daarvoor is een kleiner vertrek en een gedeelte van een groo-
ten loods ingerigt. Cameras obscuras van zeer beknopt en
weinig kostbaar maaksel, inikroskopische fotografiën, (dat
wil zeggen dat de fotografie-afdruk zoo klein is, dat men
niet het bloote oog niets ziet dan een vlekje, weinig grooter
dan een vloo, terwijl, wanneer men het voorwerpje met de
mikroskoop beziet.de geheele afbeelding van een gebouw, van
een muntbiljet, of wat men wil, zich voor ons vertoont), fraaije
voorwerpen in papier-machë of gutta percha, eene naaima
chine, die de hulp van rnenschenhandeu bijna geheel ontberen
kan, of eene die in tien minuten tijds voor uwe oogen eene
beurs voor u opzet en af knoopt, calorische machines, enz. enz.
zie daar de voorwerpen die men heeft kunnen of nog kan
bezigtigen, en de kleine opoffering van tijd en geld waard
zouden zijn, zelfs al waren ergeene visscherstuigcn enz. te zien.
Hoe wel het nut eener tentoonstelling, aan de belangen
der visscherijen gewijd, onbetwistbaar mag worden genoemd,
en ook eene dergelijke expostie wel te huis behoort in het
land eenmaal zoo wel om zijne groote als kleine visscherij be
faamd (moet ik herinneren dat men vanouds onder de groote,
de haring-en onder de kleine, de walvisch-visscherij verstond?)
en doorsneden met vischrijke rivieren en kanalen, van vele
zijden bespoeld door de zee, toch brengt de aard van het vak
mede dat men veel gevaar liep met netten, harpoenen, vis
schen en modellen van meestentijds weinig sierlijke vaartui
gen liet publiek niet te kunnen trekken. Ik moet echter er
kennen dat men daarin tamelijk wel is geslaagd. Dat men zich
veel moeite gegeven heeft, bewijzen cle menigvuldige inzen
dingen ook van vreemde landen, bewijst niet minder de niet
genoeg te waarderen zorg om het geheel zoo bevallig mogelijk
te doen uitkomen. Zoo heeft men van de groote netten, door
Noorwegen ingezonden, en waaronder zeer fijne van verschil
lende kleuren gevonden worden, eene kolossale, fraaije drape
rie vervaardigd, die zelfs dit voordeel had boven nationale of
andere draperiën die gewoonlijk worden aangebragt, dat ze
niet door het al te kleurige alles overschreeuwen. Zoo heeft
men eene groote acquariura in de nis van een der zijmuren
geplaatst, die, met de nedervallende fonteinen op vele soorten
van fraaije. en daaronder kostbare zeeschelpen, waarlijk even
verfrisschend als bevallig mag worden genoemd. Zoo heeft men
gezorgd, door eene geheel aparte plaatsing, dat exemplaren
van stokvisch, bokking, scharren, schollen en dergelijk onwel
riekend goedje, slechts enpassant hunnen invloed op de neus-
zenuwen kunnen uitoefenen.
Ik moet mij bepalen bij algemeeuheden, want ik kan zelfs
niet getuigen of er veel nieuws te zien was of niet. Voor mij
was er veel nieuws maar ik ben geen specialiteit in het vis-
schersvak. Toch wekten de modellen van visschers schepen
en booten,door Noorwegen en Schotland gezonden, zeer mijne
belangstelling en heeft het mij wel getroffen dat in dit opzigt
de nederlanders zoo weinig hebben geleverd. De inzendin
gen van de marine, zoo wel als die van de zalmvisscherij te
Rotterdam, zijn intusschen merkwaardig. Toch heeft het ge
nootschap Natura artis magistra fraaije exemplaren van visch
geleverd, waaronder vooral de klompvisch en de haai mijne
belangstelling hebben opgewekt. Ook de verschillende soor
ten van netten, en hoe die ingerigt zijn, vooral wat de zalm
vangst betreft, en de verzameling werktuigen die bij de wal-
vischvangst worden gebezigd, zijn niet onbelangrijk. Doch
genoeg, het geheel is althans, zelfs voor een oningewijde, wel
de moeite waard om bezigtigd te wovden. Bij die zucht om
veel en veelsoortig te exposeren, bij het zien van de groote
ijzeren bogen, die den bezoeker van de Apollozaal, als hij den
blik naar buiten slaat, in het oog vallen, en die hem er aan
herinneren dat de zaal waarin hij zich bevindt, eigenlijk niets
anders is dan de schouwburg op het Leidsche plein, namelijk
een hulplokaal want dat men, hoewel langzaam, bezig is (dit
laatste is nu niet bij den schouwburg het geval) een trotsch
gebouw op te rigten bij het aanschouwen daarvan, zeg ik,
doet men zichzelf de vraag: zullen al die tentoonstellingen
nuttig werken voor het algemeen welzijn
Wat de nijverheids exposities betreft, zou ik niet aarzelen
hierop een bevestigend antwoord te geven. Zij zullen zoo wel
den fabriekant als den verbruiker de oogen openen en ons
leeren den blik niet te bepalen binnen den horizont van ons
klein vaderland, zijkannen strekken om de natie wakker te
houden: helaas, geen land heeft het meer noodig dan het
onze! De winkeliersstand zal er welligt niet in allen deele
mede gebaat worden, doch ik verwacht ook in dat opzigt daar
van althans even veel goed als kwaad, en. wave het ook zoo,
dat zij er eenigermate onder zoude lijden, dit is slechts van
ondergeschikt belang. De consument (dat is met andere
woorden de geheele natie, want zoo wel de armste als de rijk
ste is consument) moet voor weinig geld uitmuntend goed
verkrijgen, en daardoor vooral kunnen permanente tentoon
stellingen zeer nuttig werken.
Vraagt men mij echter of ik even gunstig denk over de
kunst-tentoonstellingen, zoo moet ik dit bepaald ontkennend
beantwoorden.
Voorzeker, daar zijn permanente tentoonstellingen van
kunstprodukten, die niet auilers dan nuttig kunnen werken,
omdat ze eene edele uitspanning verschaffen, den geest verfij
nen, het ge voel voor het schoone aan kweeken. Men noemt ze
echter museums, en ze verschillen in zoo verre van de gewone
exposities, dat de produkten aldaar louter ter bezigtiging, niet
ter verkoop worden aangeboden. Ik zou het echter zeer wen-
schelijk vinden dat de kunst-tentoonstellingenof liever,
want die heb ik hier meer bepaald op het oog, de schilderijen
tentoonstellingen vvat minder talrijk waren; die welke
tegenwoordig in Arti et amicitiae wordtgehouden, en onlangs
met verscheidene nieuwe stukken is verrijkt, heeft deze over
tuiging nog vaster bij inij ingedrukt.
Ge hebt zeker bij de vroeger door mij ingeleverde versla
gen opgemerkt, dat ik verscheidene kunstwerken van eerste
meesters onbehandeld heb gelaten omdat ze niet iets bijzon
der aantrekkelijks voor mij hebben. De schilderijen zijn ver
dienstelijk, maar gelijken te zeer op vroegeren arbeid oin tot
eene opzettelijke behandeling uit te lokken. Dat moest echter
zoo niet zijn. Het is voorzeker niet te vergen van een kunste
naar om steeds te variëren, maar eene tentoonstelling moest
toch iets anders zijn dan eene schilderijen-markt: men moest
aan de oogen van het publiek alleen overgeven wat getuigt
van frischheid, oorspronkelijkheid, vooruitgang. Iioe is dit
echter mogelijk bij zoo overmatig vele tentoonstellingen in
ons landje of onze nabijheid! Parijs, Antwerpen,'s Ilage,
Utrecht, Amiëns hebben uitgenoodigd tot medewerking en
zietalweder opent Arti et amicitiae hare zalen! Daar heeft
men de moeijelijkheid om altijd vrij goed gevulde wanden te
vertoonen gevoeld, en de bepaling gemaakt dat het effectieve
lid, dat gedurende eene expositie volstrekt niets laat ophan
gen eene boete moet betalen. Wat is daarvan nu liet natuur-
l'jk gevolg? Dat velen er alleen voor zorgen iets te leveren
vvat meer is dan volstrekt niets! Daarin wordt voorzien door
eenige vegen over een doek te halen zoo breed-artistiek, dat
men aan natuur zelfs niet meer denkt. Had ik mij niet voor
genomen om hoegenaamd geene personen ten toon te stellen,
ik zou tot staving van mijn beweren namen van te vegt hoog
geachte kunstenaren kunnen noemen. Dat is zeker dat ze
beter hadden gedaan de boete te betalen en absent te blijven.
De artist die aan zijne reputatie kwaad doet, rigt zich zelf ten
gronde.
Nog om eene andere reden acht ik het menigvuldig houden
van kunsttentoonstellingen verkeerd. Is voor de nijverheid
een ieder consument, dat kan natuurlijk voor de kunst zoo
niet zijn. Elk kunstprodukt is een artikel van luxe en moet
dat ook zijn. Vooral bij schilderijen, die immers niet worden
gereproduceerd, is dit het geval. Men kan dus het karakter
van de nij verheid deiriokratisch.dat van de kunst aristokratisch
noemen. Te menigvuldige tentoonstellingen nu rukken de
kunst uit het karakter, dat baar het beste voegt; ze dienen
niet meer om den mensch te verfijnen en hoogev op te voeren,
ze zijn schilderijeninarkten geworden en daar wordt ter markt
gebragt, wat het meest gewild is. Wat is nu in den regel het
meest gewild Wat het gemakkelijkst begrepen kan worden.
De van der Heisten worden geroemd hoogev dan de Rem-
brandts.
Beschuldig mij niet van eenzijdigheid. Ik bewonder van
der Helst, maar Rembrandt staat hoogev. Ik heb een goed
keurenden blik over, voor het karakteristieke visschertje van
de Vries, een jong kunstenaar, die met dezen eersteling veel
en verdiend succes heeft. Ik heb mij reeds gunstig uitgelaten
over den bloemist van Taanman, (de drukker en ik maakten
beiden eene fout, hij maakte van den schilder Taunman en ik
maakte van een bioemist een tuinman; onze misdaden zijn
niet onvergeeflijk); ik zeg bravo hij het even natvuwlijke en
nog fijner gepenseelde houthakkertje van Israels, maar
toch grooter lof heb ik over voor het tableau de genre
van Scholten, in welk stuk alleen daarom de waarheid niet
zoo dadelijk in het oog springt, omdat hij nog naar wat an
ders dan naar waarheid heeft gestreefd. Is dan het onderwerp
zoo verheven neen. Eene afgematte moeder met een slapend
kind op den schoot en nog een kind, maar gevoel ligt er in de
beeldjes, verhoogd door de poëtische tinten der avondzon.
En nu hengelaartje, houthakkertje, bloemistje alle
tjes worden verkocht, maar de meestestukken, die zich verhef
fen boven het platte, het dagelijksehe, blijven onverkocht.
Jamins schilderij, voorstellende den St. Nikolaasdag, moge
gebreken hebben, in een enkel figuurtje van het fraai gecom-
poseerde stuk ligt meer diepte en gevoel dan in al die
realistische fotogratiën te zamen, en die schilderij is tot
nu toe onverkocht gebleven
Hetzelfde kan men ook in de andere genres opmerken.
De tijdgenoot wil geen hoogdravende dingen, maar waar
heid, de tijdgenoot noemt alles hoogdravend wat innig, poë
tisch, verfijnd, in e'én woord wat van het alledaagsche afwij
kend is; maar, vergeten wij het niet, hetkarakter van de kunst
is en blij ft aristokratisch, en. niettegenstaande de massa geene
oogen heeft voor de prachtige, verheven scheppingen van een
Raphael of een Rembrandt, toch is de waarheid hunner stuk
ken, na eeuwen, gestegen tot eene verbazende hoogte.
Een woord van lof wil ik dan ook Egenberger niet onthou
den, die eene kapitale schilderij van het„Ziet den mensch
heeft ten toon gesteld, echter meer oin het ernstig streven dat
er in doorstraalt dan omdat ik zou vermeenen dat hij geheel
geslaagd is. De gewone fout bestaat ook hier, de Christus zelf
laat onbevredigd. De uitdrukking van den kop is onedel, en
zelfs (dit is eene grove misdaad) het ligchaam eenigzins mis-
teekend, wat te kort. De romeinen die den Christus binden
en bespotten, de meer edele figuren op den achtergrond, de
geheele compositie, dat alles is vrij goed van kleur en fraai
van teekening.
De zeeschilder Greive, naar ik vermeen een zoon van den
figuurschilder, paart natuurlijkheid aan eene regt poëtische
opvatting. Hij heeft ook nu verdienstelijk werk geleverd.
Ofschoon men zou kunnen wenschen dat van der Maaten
wat meer poezie bezat, ligt er toch zóó veel waarheid, treffende
waarheid in zijne zonnige landschappen, zijn zijne natuur
fotogratiën zóó volmaakt, dat ik niet anders doen mag dan
hem lof toezwaaijen, vooral nu hij ook de boomen, vroe
ger wel eens eeu zwak punt bij lietn. voortreffelijk heeft ge
maald. Ziet, ik erken dat niet allen Rembrandts behooreu te
zijn van der Maaten houdt zich staandealseen van der Helst
iu het landschap.
Te Gempt, de krachtige, de denkende hondenschilder, naar
mijne gedachte een onzer eerste inenschen. heeft eene uitmun
tende, geestige schilderij "ingezonden. Hij heeft de bekende
fabel van Gellevts ouden, gievigen, stervenden Phylax met
waarachtige humor en echt breed penseel op het doek gebragt.
Daar zijn nog werken ingezonden van Walsdorp, Verveer,
Bilders, Hilverdinck en anderen, zoo dat over het geheel de
tentoonstelling veel in waarde heeft gewonnen.
Ik wil eindigen al is de sprong wat groot met eene
derde tentoonstelling. Daar heeft veertien dagen lang een
schooner in het Oosterdok gelegen, die aller aandacht tot
zich trok. Het schip had geen enkele mast, volstrekt geen
tuig, geen boegspriet en een onzigtbaar dek. Dat het vaartuig
trouwens een dek bezat werd duidelijk door de overstelpende
massa rondhouten en touwen die er op lag. Eerst wist men
niet wat men zag. later onderscheidde men twee nagenoeg bij
het dek afgebroken stukken van de masten. De geheele vleet,
masten, want, alles was gebroken en naar beneden gehaald
Welke gebeurtenis moest daar hebben plaatsgehad?Eenorkaan
zelfs had liet onmogelijk zóó slim kunnen maken Welnu, al
dat fraais was het gevolg van de aanvaring van een stoomboot
En waar? In ons Noord-IIollandsch kanaal, bij het passeren
van een der menigvuldige bogtenHet zou der moeite waard
zijn eene statistiek op te maken van de vele avarijen die door
het Noord-Hollandsche kanaal reeds zijn ontstaan Vergun
mij deze regelen hier binnen te smokkelen, om ze onder de
oogen van het publiek te brengen, dat misschien bij verras
sing nog wel iets lezen wil, wat eene verbeterde communi
catie mijner stad met de zee betreft, want deze voorname
zaak wordt zoodanig op de lange baan geschoven, dat het
geen wonder is zoo het vervelen gaat. Men verkeert hier
tamelijk algemeen in het denkbeeld dat de hoofdstad stelsel
matig wordt achteruit .gezet. Van waar anders, zoo vraagt
men, die moeijelijkheden in den weg gelegd bij alle voorko
mende gelegenheden, hetzij men terrein vooreen nijverheids
paleis, hetzij men eene aan de eischen des tijds geëvenredigde
communicatie met de zee wil hebben? Men vindt voedsel
voor zijne overtuiging in op zich zeiven minder belangrijke,
maar herhaaldelijk voorkomende preferenties van rotterdam-
sche boven atnsterdamsche schepen. Wanneer men echter
nagaat met hoe vele hinderpalen men hier te lande steeds te
strijden heeft, alvorens aan een groot werk begonnen wordt,
wanneer men deukt hoe lang men b. v. heeft gewacht, alvo
rens met de droogmaking van het Haarlemmermeer aan te van
gen, dan wil ik liever aannemen dat het onbegrijpelijk gedraal
in dezen meer uit eene ingekankerde (echter zeer te betreuren)
kwaal der natie ontstaat dan uit antipathie jegens eene stad,
die geene antipathie verdient.
6 October 1S61. u.b.