MIDDELBÜRGSCHE
COU
Zaturdag
5 October.
l\°' '120.
1861.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags.
Binnen deze gemeenteen Vlissingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is S, franco per post 3,4-0.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens.
UITGEVERS:
DE GEBROEDERS ABRAHAMS.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte
doodbekendmakingen enz van één tot zes regels ƒ1,50, voor eiken regel daarboven 22
centmet 85 cent zegelregt voor elke plaatsing. De betaling geschiedt kontant.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Editie van vrijdag avond 8 ure.
Oiniu'iüivnhsfljr tijdingen.
Middelburg 4 October.
Naar aanleiding van een schrijven van den minister van
binnenlandsche zaken, is door den commissaris des konings in
deze provincie in het Provinciaal blad de aandacht der ge
meentebesturen in het bijzonder gevestigd op de bepalingen
der wet betrekkelijk den doortogt en het vervoer van land
verhuizers en van het koninklijk besluit tot uitvoering van art.
2-1 der genoemde wet. De gemeentebesturen worden daarbij
uitgenoodigd om wanneer liet hun blijken mogt dat er over
tredingen van die bepalingen worden begaan, daarvan onver
wijld kennis te geven aan de ambtenaren der policie of wel
regtstreeks aan de bevoegde ambtenaren van het openbaar
ministerie.
Doorliet Provinciaal blad van 1 dezer wordt ter kennis van
de gemeentebesturen gebragt dat vermits er in de maand
junij jongstleden eene inspectie is gehouden over de verlof
gangers der nationale militie, welke over het algemeen een
gunstigen uitslag heeft opgeleverd liet niet noodzakelijk is
voorgekomen de miliciens in den loop van dit jaar andermaal
aan eene inspectie te onderwerpen.
lieden had voor de arrondisseuieuts-regtbank de behan
deling plaats der volgende zaak
Op den 20 augustus 11. gaf een der leden van een hier geves
tigd gezelschap eene afscheidspartij aan zijne vrienden. Toen
men, na menig glas geledigd te hebben, tegen het opgaan der
zon uiteen ging. werd door een viertal eene wandeling in de
frissche morgenlucht verkozen boven liet naar huis gaan. Al
wandelende kwamen zij in de Nienwstraat bij liet huis waar
van een gedeelte in gebruik was van een der leden van het
gezelschap; deze had het viertal een eindwegs vergezeld.
Daarop kreeg men den inval om dezen, zoo als een der be
klaagden mededeelde, een poets te spelen men ging door het
kelderraam naar binnen, keerde daar een bak met kalk om,
wierp tafel en stoelen omver en deed verder, blijkens liet ge
tuigen verhoor, nog andere baldadigheden. Vervolgens werd
het huis weder verlaten.
Naar aanleiding van de bekentenis der vier gedaagden en
liet door de getuigen medegedeelde omtrent deze feiten, vroeg
het openbaar ministerie, op grond van art. 456 en 479, straf-
vegt, schuldig verklaring aan de te laste gelegde wanbedrij
ven, bestaande in het verbreken van afsluitingen in het moed
willig toebrengen van schade aan roerende goederen, en
veroordeeling der beschuldigden elk tot e'éne maand gevan-
nis en twee geldboeten, een van f 25. en één van f5.50f7,50
alsmede in de kosten, alles des noods solidair invorderbaar
bij lijfsdwang; terwijl aan de regtbank werd overgelaten of cr
al dan niet verzachtende omstandigheden aanwezig waren.
De verdediger der beklaagden, mr. W. C. Borsius, begon
zijne rede met de zaak uit een zedelijk oogpunt te beschou
wen en hield staande dat zij dan slechts baldadigheid kan
genoemd worden; hij zeide dat het eene te harde straf zou
zijn, wanneer men voor eene poets die men een vriend had
willen spelen, eene maand lang in de gevangenis moest door
brengen eene straf vooral daarom te zwaar, daar ze een smet
werpt op hem die haar ondergaat, en niet zelden een onover
komelijke slagboom op diens verderen levensweg oprigt.
Maar ook uit een juridisch oogpunt was volgens den verde
diger hier geen grond aanwezig eene gevangenisstraf toe
te passen. Van verbreking van afsluiting kon hier geen sprake
zijn, immers daartoe moest bewezen zijn: vooreerst dat er
eene afsluiting bestaan heeft, en ten tweede dat deze door de
beklaagden verbroken is: geen van beide scheen hem
echter toe door voldoende bewijsmiddelen gestaafd te zijn.
Daarenboven was hij van oordeel dat nimmer gelijktijdig straf
kan worden toegepast èn wegens verbreking van afsluitingen
voor het toebrengen van schade aan roerende goederen, daal
de woorden der wet zich hiertegen verzetten. Slechts van het
toebrengen van schade aan roerende goederen zou hier sprake
kunnen zijn; echter was 'nier volstrektgeene bedoeling om
schade toe te brengen aanwezig. Ilij concludeerde daarom
tot vrijspraak, of tot eene ligte geldboete indien de regtbank
mogt nieenen dat er termen aanwezig waren om de strafwet
toe te passen.
Nadat door het openbaar ministerie en daarop door den
verdediger nog een enkel woord was gesproken, werd door
de regtbank bepaald dat de uitspraak zal plaatshebben maan
dag aanstaande.
Tot eevstaanwezenden ambtenaar aan het kantoor van den
rijks telegraaf te Neuzen is benoemd de heer J. M. Mareeuw,
thans telegrafist te Rotterdam.
Uit Zierikzee schrijft mentions October:
Heden morgen is in de nabijheid dezer stad gevonden het
lijkje van een, waarschijnlijk onlangs geboren, kind van het
mannelijk geslacht. Naar het publiek gerucht, zouden daar
aan sporen van versmoring zijn ontdekt. Meden middag is op
last van den heer regtcr-eommissaris gevangen genomen eene
ongehuwde vrouw en eenigen tijd later ook haar vader in ver
zekerde bewaring gebragt.
De meeste leden der kamer hebben de residentie voor
eenige dagen verlaten, om de volgende week hunne werk
zaamheden te hervatten.
Door zijne exc. den minister voor de zaken der hervormde 1
eeredienst enz. is eene circulaire uitgevaardigd aan de groote
kerkeraden en de kerkbesturen der Israëlitische gemeenten in
het rijk waarin hij kennis geeft, besloten te hebben om met
1 april J862 zijne medewerking te doen ophouden tot het
benoemen van kerkbestuurders, armbestuurders en kerke-
raadsleden, het goedkeuren van begrootingen en het bekrach
tigen van kerk- en huishoudelijke reglementen voor de hoofd
synagogen, en dat de bemoeijingen, die de hoofdcommissie,
in bovengemelde aangelegenheden alsmede omtrent de
goedkeuring der rekening eu verantwoording, met de ring- en
bijkerken heeft, op gemeld tijdstip mede zullen ophouden*
„Het is mijn wensch, zegt de minister, dat de thans genomen
maatregel slechts als een begin beschouwd worde van die
maatregelen, welke verei-cht worden o:n de israëlitische kerk
hier te lande haar onaf hankkelijk en wettig standpunt te doen
innemen."
De belgisc'ne bladen melden, dat het jiederlandsch-belgisch
traktaat betreffende de Maas-aftappingen reeds den 21 sep
tember jl. te Brussel on der teek end is, van wege de belgische
regering, door de ministers van buitenlandsche zaken en van
openbare werken, de heeren de Vrièreen van der Stichelen,
en van wege de nederlandsche, door onzen gezant aldaar,
baron Gericke van Herwijnen, en de heeren Gevers Deynoot
en van der Kun.
De minister van koloniën heeft dezer dagen aan de kamers
van koophandel en fabrieken ter beoordeeling toegezonden
een voorloopig wetsontwerp tot regeling der inkomende en
uitgaande regten in Nederlandsch Oost-Indie. De hoofdbe
ginselen waarop het wetsontwerp berust zijn de volgende
1gelijke heffing in alle gedeelten van Nederlandsch Indie,
waar nederlandsche tolkantoren zijn, behoudens de uitzonde
ring van art. 6;
2. behoud en uitbreiding der bestaande vrijstelling van
inkomende regten voor voortbrengselen van den Indischen
Archipel
3. beperking derheffingvan uitgaande regten totartikelen,
die geheel of bijna uitsluitend voor het verbruik buiten den
Archipel bestemd zijn, en daardoor vrijstelling zoo veel moge
lijk van den inlandschen handel
4-, beperking der inkomende regten op goederen van buiten
den Archipel afkomstig en niet afzonderlijk in het tarief ge
noemd, tot een bedrag van G pet. van de waarde.
5. beperking der inkomende regten ten aanzien van goede
ren hoofdzakelijk strekkende voor het bouwen, uitrusten of
herstellen van schepen, tot een bedrag van 4 pet., gelijkstaande
aan dat der belasting tot verkrijging van nederlandsch indi-
sche zeebrieven voor vreemde schepen gevorderd wordende
6. behoud en uitbreiding der bestaande vrijstelling van
inkomende regten voor grondstoffen, gereedschappen en werk
tuigen ten dienste van landbouw, mijnontginningen en
fabriekwezen
7. behoud met wijzigingen, van eenhooger inkomend regt
op wijn en gedistilleerd, op tabak en sigaren en op gambier
(dit laatste alleen voor Java en Madura), en van verbod of
hoog regt op opium en zout
8. opheffing van het verschil van in- en uitgaande regten
wegens de vlag waaronder de in- en uitvoer plaats heeft,
alsmede
9. van het verschil van inkomende regten op goederen,
afkomstig van landen beoosten de kaap de Goede Hoop,
wegens al of niet regtstreekschen aanvoer van de plaats van
oorsprong
10. gedeeltelijke vermindering of opheffing van het verschil
I van inkomende regten, gegrond op certificaten van neder-
laudschen oorsprong of bewerking
11. opheffing van het verschil van inkomende regten. in
zoo ver het alleen wegens regtstreekschen aanvoer uit Neder
land is vastgesteld
12. vermindering van liet verschil van uitgaande regten
wegens uitvoer naar Nederland
18. afschaffing van entrepot-, overscheeps- en waaggelden;
en eindelijk
14. herziening der vast te stellen wet binnen zes jaren na
hare in werking treding.
Men verneemt dat het getal adressen, dat bij de commissie
voor de werkzaamheden tot voorbereiding en uitvoering van
den aanleg van spoorwegen is ingekomen, om bij de spoor
wegen geplaatst te worden, reeds ongeveer 1500 bedraagt en
dat dit aantal nog dagelijks toeneemt.
Dezer dagen is te Dordrecht gevankelijk binnengebragt
zekeren J. Verschoor, oud 18 jaar, komende van Zuid-Beijer-
land, alwaar hij door den te Numansdorp ges: 'o:. erden
rijksveldwachter ter zake van moedwillige brandstichting was
aangehouden. Uit wraak tegen zijn meester A. van der Linde,
met wien hij ongenoegen heeft gehad, was de aangehoudene
tot die daad overgegaan. Daartoe had hij zich, van eene bran
dende pijp en zwavelstokken voorzien, in de schuur zijns
meesters begeven, en de meest brandbare stoften doen ont
vlammen. Bij zijne eerste ondervraging had hij alle schuld
ontkendlater lot bekentenis gebragt, beweerde hij door een
ander tot de daad te zijn aangezet, doch ook de onwaarheid
daarvan aangetoond zijnde, heeft hij de waarheid beleden.
Gisteren hield de gemeenteraad van Rotterdam eene zitting
waarin een voorstel ter tafel gebragt werd van de commissie
ter behartiging van de belangen van Rotterdam bij de kwestie
ter verbetering van den waterweg van die stad naar zee, om
namens den gemeenteraad een adres te zenden aan den
minister van binnenlandsche zaken. Dit heeft dezelfde strek
king als het in de zitting van 26 september jl. door den heer
Pmcoffs te kennen gegeven verlangen, n, 1. dat men zich tot
de regering zon wenden om aan te dringen op eene splitsing
van het vroegere wetsontwerp in twee deelen, waarvan het
eene de doorgraving van Holland op zijn smalst, het tweede
de verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee
zou bevatten, en tevens dat de regering de zaak met alle
onder haar bereik staande middelen bevordere en bespoed ige.
Zonder discussie heeft de raad aan dit voorstel bij acclamatie
zijne goedkeuring gehecht.
Men verneemt dat de landhuishoudkundige school te Gro
ningen. welke in de laatste jaren iets verminderd was, thans
weder toeneemt, zijnde er voor het winter-halfjaar. dat met 15
dezer zal aanvangen, reeds tien nieuwe leerlingen ingeschre-
De heer Lehmann scheepsbouwmeester te Rotterdamis
door hetjapanscjie gouvernement voorden tijd van 3 jaren in
dienst genomen, om in dat rijk eene marinewerf in te rigteu en
tevens onderwijs in den scheepsbouw te geven. De heer Leh
mann, die in den loop der volgende maand naar zijne bestem
ming zal vertrekken is een duitscher van geboorte, heeft ge
ruim en tijd in Noord-Amerika doorgebragt. en was laatstelijk
aan de werven van de heeren van Hoboken te Rotterdam
werkzaam.
In het derde kwartaal dezes jaars zijn te Ilarlingen uitge
voerd behalve andere artikelen, 90,459 vaten boter (bere
kend naar den gemiddelden prijs van f43,50,een kapitaal van
omtrent 4 millioen gulden vertegenwoordigende), 22,789 grove
of kanterkazen, 14.532 zoetemelksche kazen, 4S1 balen vlas,
1396 runderen, 1647 kalveren, 9804 varkens en 10,333 scha
pen.
Voor eenige dagen waren de havens dier stad als bezaaid
met schepen thans zijn ze nagenoeg allen weder vertrokken
en wel een groot gedeelte naar Noorwegen, om den aanvoer
van hout levendig te houden.
Benoemingen en besluiten.
staatsspoorwegen. Tijdelijk in dienst gesteld als secre
taris van de commissie voor de staatsspoorwegen jhr. G. J. G.
Klerck, le luitenant bij het korps ingenieurs, mineurs en
sapeurs.
posterijen. Eervol ontslagen, op verzoek, de lieer C. D.
de la Have, als directeur van het postkantoor te Sittardde
heer L. de Jongh, als commies 2e klasse.
Benoemd tot commies van de 2e klasse dë Ijeé^A. NWent-
holt, thans commies van de 3e klassetot conimiè? van de 8e
klasse, de heer van der Voort Maarschalk, thans'snrnurae-
rair; tot surnumerair de heer M.G. Engelhart, thans gea-
greëerd klerk op het postkantoor te Arnhem.
nblasting en*. Benoemd tot ontvanger der directe belas
tingen en accijnsenleBveukelen e. a..de beer A. Engelenburg,