Mevr. de Mesmacker, première chanteuse legére (men noemt dit emplooi doorgaans tweede chanteuse), heeft eene moëlleuse, liefelijke stem, en weet met zeer veel smaak en zuiverheid de moeij el ij kste passages voor te dragen. Vooral in de „Lucie de Lammermoor" deed zij zich van eene zeer gunstige zijde kennenwat de stem betreft; want met be trekking tot de gestalte ziet men liever eene meer etherische Lucie op het tooneel. Maar men kan niet alle volmaaktheden in één persoon vereenigd eischen, en de gevoelvolle zang van mevr. de Mesmacker doet den toehoorder vergeten, dat zij een weinig corpulent is. De heer Flachat, bariton, het eenige en beste overblijfsel van den troep van verleden jaar, heeft in „Lucie" zijn ouden roem gehandhaafd en werd door het publiek met geestdrift begroet. In de „Mousquetaires de la reine" leerden wij den heer Jamet, première basse d'opera comique, kennen. De helden rol van den kapitein de la Bretonnière, dit oude model der „vaffinés d'honneur" onder Hendrik IV, werd zeer goed door hem opgevat, en zijn zang liet. niets te wensclien over. De heer Berton, second ténor en tous genres et des ténors légers au besoin (een emplooi meer bekend onderden naam van derde tenor) is door de jury van beoordeeling (verkozen door de geabonneerden der opera) afgewezen. Zijne stem was wel is waar zwak; doch hij paarde aan een goed voorkomen eene goede voordragten heeft als Tony in „La fille du régi ment" getoond, dat hij zeer wel als tweede tenor kon optre den. Wij kunnen hier de aanmerking niet terug houden, dat de jury te exigent is (waarvan hieronder nog nader)de heer Berton was zeer bruikbaar voor het emplooi waarvoor men hem geëngageerd had. Bezat hij die meerdere talenten, welke de jury in hem had wenschen te vinden, dan zou hij geen derde, maar tweede of eerste tenor zijn. Dit schijnt de jury geheel uit het oog te hebben verloren. Ook mejufvrouw H. Cèbe, de dugazon, is afgewezen. Het is niet tegen te spreken, dat ook hare stem eenigzins zwak was doch als Jenny in „La dame blanche" deed zij zich van eene zoo gunstige zijde kennen, dat het berigt van hare afwijzing velen zeer onaangenaam heeft aangedaan. In dit geval, even als in dat van den heer Berton, zal het vermoedelijk gevolg zijn, dat men zich met veel minder begaafde personen zal moeten vergenoegen om de plaats der afgewezenen aan te vullen. Het triviale spreekwoord, dat hem, die hetonderste uit de kan wil hebben, het deksel op den neus valt, zal dus ook hier weder zijne toepassing vinden, wantallerwege zijn de engagementen van detooneelen gesloten; over het algemeen zijn het de beste artisten niet, die op dit late tijdstip nog geen engagement hebben kunnen vinden, of zoo er een enkele van naam en talent te inden mogt zijn, die om eenigerhande reden geen engagement heeft willen sluiten, dan zal men hem peperduur moeten betalen. Het is hier de plaats om nog een voorbeeld van het bijzon der doorzigt van onze tegenwoordige jury mede te deelen. Mevr. Maury, de eerste danseres, is n u twee jaren aan de haag- sche opera verbonden; de vorige juries namen haar aan, het publiek gaf haar meermalen bewijzen van zijne ingenomen heid en wierp haar bij de afscheids-voorstellmg kransen toe. Maar de gekuischte smaak der jury, die thans met zoo veel humaniteit en zaakkennis op den regterstoel zit en die de ver- lievenste begrippen van de eischen der kunst schijnt le hebben, heeft ook hier weder zijn ideaal nietgevonden,en mevr. Maury dus afgewezen. Waarom? dat is een diep geheim. Waarlijk, het zal eene eer en een titel van aanbeveling worden, door de haagsche jury van 180102 afgewezen te zijnwant dat het publiek weet wat het van de bevoegdheid der jury te denken heeft, blijkt uit de uitbundige applnudissementen waarmede liet (ie afgewezenen, en vooral de laatstgenoemde begroet, wanneer zij nog optreden. In de ,-Muette de Portici," gisteren avond, waarin mevr. Maury de rol van Fenella, het sprakelooze meisje vervulde, moest zij meer dan eens. wanneer zij opkwam, wachten tot de geestdrift van het publiek bedaard zou zijn. Grootere zelf voldoening konden de artisten niet verlangen. Mogt liet eene les zijn voor de genen die ze noodig' hebben. Door de aanwinst van den heer <1 e Mesmacker, tenor comi que des trials, is men thans ook in slaat kleine luimige voor stellingen te geven in de manier der Bouftesparisiens, waarvan Offenbach te gelijk de directeur en de componist is. Dc heel de Mesmacker was lid van dat gezelschap en is van daar naar het haagsche tooneel overgegaan. De heer Duhouchet, tenor comiquc, vervult in deze stukjes de hoofdrollen, en wordt daarbij op eene uitmuntende wijze ondersteund door inevr. Kosa Soué, jeune chanteuse d'operette. Na op deze wijze ons oordeel over de voornaamste artisten gezegd ie hebben, zal het niet noodig zijn dat wij in bijzon derheden spreken van de overigen; wij kunnen erin het alge meen van zeggen dat zij allen zeer goed op hunne plaats zijn. Men meldt ons uit Leiden, 1 G dezer: De plannen van den minister van justitie aangaande de toekomstige regterlijke indeeling des njks, waarvan uw blad, met betrekking tot de provincie Zeeland, onlangs melding maakte, schijnen ten opzigte van het arrondissement Leiden zeer gunstig te zijn. Door de voorgenomen opheffing der regtbank te Haarlem, zal het territoir van ons arrondissement belangrijk vergroot worden door de bijvoeging van degeheele oppervlakte van het Haarlemmermeer (de overige uitgestrekt heid van het tegenwoordig arrondissement Haarlem zal voor een gedeelte bij Alkmaar, en verder bij Amsterdam gevoegd worden.) Wijders ismen voornemens het kanton Woubrugge op te heffen, het voor een gedeelte,dat hetwelk langs het Haar lemmermeer tot aan de gemeente Aalsmeer zich uitstrekt, met het Haarlemmermeer, bij het kanton Noord wijk te voegen, en met het overige het kanton Alphen te vergrooten. Hoe ver- eerend ook voor ons arrondissement, geeft het plan van den minister toch stof tot bedenking. Ik betwijfel niet of de regt bank, aan wie het ontwerp ter inwinning van advies door den minister is toegezonden, zal daarop ook wel gewezen hebben. Een ieder die eenigzins met de locale gesteldheid van het arrondissement bekend is, zal beseffen hoeveel ongerief eerst- gemelde kantonale combinatie zal te weeg brengen, zoo men het dorp Noordwijk, geheel in den uithoek van het nieuwe kanton gelegen, als hoofdplaats daarvan wil behouden. Eene dergelijke zamenstelling zal het getal vonnissen bij verstek ongetwijfeld aanzienlijk doen toenemen. Een beklaagde wegens policie-overtredmg toch, woonachtig in de gemeente Nieuwe Wetering, Oude Wetering of omstreken zal eene veroordeeling bij verstek oneindig verkiezen boven het tijdverzuim, dat hem een togt van vier a vijf uur gaans, die hij noodig heeft om zich van zijne woonplaats naar de hoofd plaats van het kanton te begeven, veroorzaakt, met de moge lijke kans daarenboven toch een veroordeelend vonnis tegen hem te hooren uitspreken. Behalve dit bezwaar en vele andere, is zij voor de justitiabelen van het toegevoegde gedeelte kost baar en lastig met betrekking tothetgetuigenbewijs. Kostbaar omdat alle vergoeding van tijdverzuim van getuigen naar den afstand berekend, ten koste komt van hem die zich op dit bewijsmiddel beroept, en de ondervinding leert hoe dikwijls uien in de civiele zaken bij het geding voor den kautonregter daartoe zijne toevlugt moet nemen, en bij zoo verre afstand deze kosten aanzienlijk kunnen oploopen. Lastig, dit ziet alleen op de getuigen a decharge door den gedaagde, en die welke in het civiele door partijen geproduceerd worden, omdat het maar al te waar is dat de menschen over hetalgemeen Zeer bereid zijn hunne medeburgers met het afleggen van getuige nis der waarheid, ten dienste te zijn; maar wanneer ditgepaard moet gaan met moeite, (een togt van genoemde plaats naar Noordwijk is lang niet van de gemakkelijkste), komen allerlei bezwaren voor den dag, en wordt de bereidwilligheid tot nul gereduceerd; hierdoor zullen zij die hetgetuigenbewijsnoodig hebben, door deze bezwaren hunne verdediging of staving van hun goed regt veeltijds moeten laten varen. Omtrent het door het rijk aangekochte gebouw op het Rapenburg, om te dienen voor een zoogenaamd palais de justice, schijnt de regtbank het met den minister van justitie niet eens te zijn. Laatsigenoemde is van oordeel dat het ge bouw, blijkens zijne aanschrijving aan gemeld collegie, in gebruik genomen en in orde gebragt kon worden, zonder eenige verbouwing of verandering voorde bepaalde bestem ming geschikt is. De regtbank heeft gemeend, daartegen op te moeten komen en aan den minister kenbaar gemaaktdat het gebouw wel groote vertrekken, zoo men wil zalen m zich bevat, maar daarin geen gevonden wordt groot genoeg om voor audiëntiezaal, vooral met het oog op de invoering der nieuwe regterlijke organisatie, als wanneer bij de criminele jurisdictie de zittingen door een veel talrijker publiek zullen bijgewoond worden dan tot nu het geval is, te kunnen dienen en het gebouw zonder verbouwing voor het bestemde doel ongeschikt is. Welke beslissing de minister hier omtrent zal nemen, is nog onbekend. Naar men verneemt, zullen HH. KK. HH. prinsen prinses Hendrik zich aanstaanden vrijdag uit de residentie naar Luxemburg begeven. HH. Klv. HH. zullen z.eli twee dagen te Keulen ophouden, ten einde de tentoonstelling aldaar te bezigtigen. Daarna zullen zij een bezoek bij Z. M. den koning van Ertussen brengen en zich vervolgens naar Luxemburg be geven, alwaar zij waarschijnlijk in den avond van aanstaanden maandag zullen aankomen. Zij zijn voornemens aldaar eeni- gen tijd te verblijven. Voor het einde van het jaar worden HH. KK. HH. m de residentie terug gewacht. Men schrijft uit 's Gravenhage aan de Arnsterdamsche eou- rani. dat het traktaat betreffende de kwestie der irrigatien van het Maaswater en wac daarmede ia verband staat, waarvan in de troonrede melding is gemaakt, welligt de volgende week te Brussel zal onderteekend worden. De Arnhemsche courant verzekert dat de plegtigheid van het leggen van den eersten steen aan de Ysselbrug teZutphen, hetgeen eerst zou gedaan zijn door den heer Sloet van de Beele, nu zal geschieden door Z. M. den koumg op clen 21 October aanstaande. De Publishers circular der vorige maand deelt het berigt mede dat de heer Mayer van Liverpool, de bekende oudheid kundige en verzamelaar van bijbelsche handschriften, onlangs eene buitengewone ontdekking gedaan heeft. Nadat het hem namelijk gelukt was den inhoud van een zijner papyrusrollen te ontcijferen, ontdekte hij dat deze het evangelie van Mat- theus behelsde, geschreven door den diaken N'icolaas in het löe jaar der christelijke jaartelling. De pajiyrusrol zou werke lijk in handen van Mattheus geweest zijn. Behalve dat hij twee verloren verzen teruggeeft, vult hij bovendien nog ver scheidene plaatsen aan, die sommige der meest duistere verzen van dit evangelie volkomen helder maken, en isalzooeeneder belangrijkste vermeerderingen der bijbelsche oudheden, die ooit gedaan zijn. De papyrusrol zal spoedig uitgegeven wor den. De heer Mayer kan natuurlijk slechts het handschrift geven zoo als hij het vond, met zijne ophelderingen omtrent den inhoud. Het berigt is zoo verbazingwekkend, dat het in deze dagen vau letterkundige vervalsching noodwendig tot vermoedens aanleiding geefi. Zonder twijfel zal het door de oudheidkenners en godgeleerden met de uiterste zorg worden onderzocht. De minister van koloniën heeft ter kennis gebragt van de genen, die genegen zijn om, casu quo, bij een vergelijkend praktikaal examen, te dingen naar de vacerende betrekking van fabriek-en magazijnmeester voor de dienst der neder- landsche bezittingen ter kuste van Guinea, dat zij zich daartoe bij gezegeld rekwest tot het dejiartement van koloniën kunnen wenden. De aan die betrekking verbonden jaarlijksehe be zoldiging is f1500, in te gaan met den dag der inscheping naar de kust van Guinea. Volgens het Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage zijn er ISO verzoekschriften ingediend, om als kweekeling te worden geplaatst bij de op te rigten rijks kweekschool voor onderwijzers ie Groningen. Daaronder zijn er zelfs uit Lim burg, Zeeland en Noord-Holland. Er zullen slechts 40 kwee- kelingen worden geplaatst, zoo dat een groot aantal niet kan worden aangenomen. Het Algemeen handelsblad meldt dat de heer M. P. Wijk, tegen wien eene vervolging was ingesteld er zake der land verhuizers naar San Salvader, buiten vervolging is gesteld. Beiioemingcm en besluiten. ridderorden. Vergund aan Zr. Ms. buitengewoongezant en gevolmagtigd minister bij het hof van Ilanover en bij de Hanzesteden, baron Stratenus, het dragen der versierselen van ridder grootkruis der Guelphenorde van Hanover. Marine en leger. Zr. Ms. stoomflotillevaartuig Hector, onder bevel van den luitenant ter zee der le klasse P. M. van der Haak, ko mende van Suriname, is op den middag van den lü dezer ter reeile van Hellevoetsluis aangekomen. BurgeiiijSie staud. In de maand augustus jl. zijn in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven: Te Middelburg, 5 huwelijken40 geboortenals 20 zoons en 20 dochters; 32 sterfgevallen, als l'J van het mannelijk en 13 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 4, (Vier der ingeschrevenen zijn elders overleden.) Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 13, en van 1 tot 5,1 5 tot 10, 0.10 tot 15, 0.15 tot 20, 0. 20tot 25,4, 25 tot 30, 3 o0 tot 35, 0. 35 tot 40,1. 10 tot 45, 0. 45 tot 50,0. 50 tot 55, 0. 55 tot GO, 3. GO tot 65, 5. G5 tot /0, 0.70 lot 75,1, 75 tot 80, 0. 80 tot S5, 1. Te Vlissingen5 huwelijken; 25 geboortenals 17 zoons en 8 dochtL.i:>; 37 sterfgevallen (waarvan 4elders), 20 van liet mannelijk en 17 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 1. Ouderdom der overledenen: beneden liet jaar 11en van 1 tot 5,8. 5 tot 10, 2.10 tot 15,1.15 tot 20,1. 20 tot 25,1. 25 tot 30, 2. 30 tot 35, 0. 35 tot 40, 3. 40 tot 45,145 tot 50,2. 50 tot 55, 2. 55 tot GO, 1. GO tot 65, 0. 65 tot 70, 0. 70 tot 75,0. 75 tot 80, 0. 80 tot 85,1. 85 tot (JU, 1. Te Goes, (J huwelijken; 26 geboorten, als 16' zoons en 10 docluers; lo sterfgevallen, 7 van het mannelijk en 6 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geuorenen 0. Ouderdom der overledenen: beneden het jaar 7, en van 1 tot 5, 1. 40 tot 45, 1. GU tot 65, 1. 80 tot 85, 2.85 tot90,1. Te Zierikzee, 4 huwelijken; 20 geboorten, als 13 zoons en 7 dochters; 15 sterfgevallen, 4 van het mannelijk en 11 van het vrouwelijk geslacht. Levenloos geborenen 0. (Een der overledenen had elders woonplaats.) Ouderdom der overledenen: beneden het jaar S, en van 15 tot 20, 1. 20 tot 25,1. 50 tot 55,1. 55 tot GO, J. GO tot 65, 2. 65 tot 70, 1 Verkoo^ingen en aanlbesiefilisagen. Den 16 dezer is alhier ter verkoop aangeboden I. 1-9 roed. weiland, gelegen in de gemeente Vrouwejiolder, verkocht voor f 477. II. een paveljoen sjirietschip. genaamd De jonge Maar ten. groot 79 tonnen, verkocht voor f 225. Den 17 dezer is te Vlissingen ter verkoop aangeboden eeu huis en erve, zijnde ecu winkelhuis, in het lange Groene- vvotul, wijk II no. 20, verkocht voor f3000. fbermomciersiland. IGsept. 's av. li u. 56 gr. 17 's morg, 7 u. 56 'smidd. 1 u. 61's av. 11 u. 52 gr. 18 's morg. 7 u. 54 's tnidd. 1 u. 61 gr. Siatesft generaal. eerste kamer. Zitting van dingsdag 17 september. Na voorlezing van het koninklijk besluit, waarbij mr. J. A. Philipse tot president dezer kamer gedurende het zittingjaar 1S61 62 is benoemd, aanvaardde de heer Philipse heden het voorzitterschap met de volgende rede Mijne heeren, Met dankbare herinnering aan het verledene en daarop gegronde hooji voor de toekomst, plaatste ik mij op den voor- zitiersstoel in deze aanzienlijke vergadering om te gaan aan vaarden de zoogewigtige betrekking.welke mij door'skonings vereerende onderscheiding weder is opgedragen. Dat ik dit vernieuwde blijk van vertrouwen, doorZ. M.mij geschonken, oj> bijzonder hoogen prijs stel en met diepe erkentelijkheid waardeer, is mij eene behoefte hier openlijk te betuigen. Terugziende op het verledene, mijne heeren, en daarbij een blik werpende op hetgeen gedurende het laatst verloopen zittingjaar in ons vaderland heeft plaats gehad, dan staat mij nog diep in het geheugen de ontzettende ramp door aanzienlijke gedeelten van ons land reeds in den aan vang van dezen tijdkring door ijsgang en watervloed geleden. Indrukwekkend zal steeds voor ieder de herinnering blijven hoe reeds spoedig na het ontstaan dier onheilen onze geëer biedigde koning de zoo geteisterde gewesten heeft bezocht, hoe door zijne krachtdadige tusschenkomst allerwege hulp en bijstand is verleend, hoe de koning zelf in weldoen en onbe krompen milddadigheid allen zoo ruimschoots is voorgegaan, hoe 'skonings voortreffelijk voorbeeld overal in den lande, ja zelfs buiten het koningrijk, door zoo velen met hartelijke deelneming is nagevolgd, en hoe door die zoo voorbcelde- looze weldadigheid tot spoedige leniging der onheilen op de meest doelmatige wijze is bijgedragen en tot herstel van ge leden schade het uoodige zoo veel mogelijk heeft kunnen worden aangewend.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 2