Mullraan, Amandus, gez. Walker, alien van "Riga; Maryarclha, gez. Huizenga, Bergen; Sjofna. gez. Ericlisen, Krageroe; Diedrich. gez. Giesen, StokholmElise, gez. Sieinhager, Oost zee; Colibrigez. Olsen, Zweden; Antilopegez. Pedersen, Salea; O.venbierg, gez. Jensen. Calandsberg; E. Bulkleygez. Ros. Pitea; Kiel, gez. Boye, Fehmem; Maria Mathilda, gez. Knap. Gothenburg; Geyser, gez. Bakker, Denemarken; Peter, gez. Nausch, Dantzig; Una. gez. Fischer, Wolgast; Lnbbe- ffiena, gez. de Jong, Koningsbergen. Den II dezer is te Yeere binnengekomen de schooner Chancegez. J. Martin, van Newcastle met steenkolen naar Middelburg bestemd. £)anörisbtTHjtcn. Mcckrapprijzen. Avignon, 7 september. Meekrap. In wortel ging deze week wat meer om tot fr. 34 a 35 voor rose', fr. 39 a 40 voor palud, 18 maanden, en fr. 41 a 42 voor dito, 30 maanden. Graanmarkten. Amsterdam 13 september. Tarwe en gerst prijshoudend. Raapolie op zes weken I' ll -jj. Lijnolie op zes weken f 36*. Oostburg, 11 september. De aanvoer van granen was heden gering en er bestond goede vraag voor de beste monsters tarwerogge, gerst en haver, en alle afwijkende graansoorten waren weinig in trek. Men besteedde voor jarige tarwe f 10 a f 11. Nieuwe f 10 a f 13. Jarige rogge f7. Nieuwe f7.75 a f S.25. Jarige gerst ffi a f(i,80. Nieuwe dito f 0, f 6,50, f 6,60, f6,S0. Zomer dito f6 a f6,30. Haver meest f2,75 a f3,25. Puike gele en korte f3,50 a f3,75. Boonen, erwten en zaden zonder noemenswaardigen aanvoer. Middelburg 12 september. Er was heden zeer weinig zeeuwsche tarwe ter markt, doch uit Walcheren werd er vrij wat geveild, en daar ergoede vraag bestond, zoo zijn niet alleen vorige week prijzen betaald, maar is veelal 25 ets. hooger gekocht. Jarige zeeuwsche tarwe niet ter veil. Nieuwe zeeuwsche tarwe met genegen koopers; voor de puike werd f 12.75, en voor afwijkende f 12,50, en mindere f 12 betaald. Jarige walchersche tarwe werd van f12 tot f 11,40 naar deugd gekocht. Nieuwe walchersche tarwe in alle soorten gewaagd voor de zaai werd f 13,25 betaald, gewone El 2.80, mindere f 12,50. Jarige zeeuwsche rogge f7,25 ge kocht. Nieuwe dito voor de zaai. die er bijna niet aan was, werd f9 betaald-, gewone bakvogge f8,70 a f 8,50 de mud. Gerst meer ter veil met genegen koopers, puike winter f6.60 a f6,40, mindere f6,20 a f G, puike zomer-gerst f6,25, mindere f6 de mud. Walchersche groene erwten f 11,25 a f 10,70 naar deugd. Groote dito f13. Zeeuwsche erwten f 10,50 de mud. Nieuwe walchersche witteboonen, waarvan eenige monsters ter veil, zijn zeer mooi en werden van f 13.50 tot f 12,73 de mud gekocht, dito bruineboonen f 15 a f 14,50. Nieuwe wal chersche paardeboonen fS a f8,25 naar deugd. Koolzaad werd gevraagd doch niet getoond, er zouden koopers van f 13,25 tot f 13.60 geweest zijn. Raapolie f40. Patentolie f42. Lijn olie foö,50 a f37 per vat op (3 weken, op contant fl lager. Raapkoeken f84 per 1040 stuks. Lijnkoeken f 13 per 104 stuks. Middelburg, 13 september. Patentolie f 424. Raapolie f401. Lijnolie f 36^ per vat op zes weken. Gemiddelde marktprijzen. per ned. mud. per ned. mud. Tarwe oude f 10,af 12,iBruineboon f 14,50 a f 15, Dito nieuwe -12,a -13,251Paardeboonen - 8,a- 8.25 Rogge oude - 7,25 a- S,70!Gr. erwten -I0,50a-13, - 6.a - f>,60 Witte erwten a - 6,a- 6,25'Kool enraapz. -13,a -13,60 i -a- 7,(Aardappelen. - 8,60 a- 4,60 aper ned. pond. - 13,a-13,75; Versclie boter f ,92 a f 1, Londen 12 sept.ten 12 ure. Consols, 94. Weenen 12 sept. (slotprijzen) Metalliek 5 pet. 67,70. Parijs 12 sept. (slotpr.) 4J- pet. compt. 3 pet. 69.20 JRmgelhtgm. Gerst wint Dito zom. Boekweit Ilaver Witteboon Middel prijzen van bakbare tarwe f 11,en rogge f 8, Prijzen van effecten. Amsterdam 13 september. Nederland.Certific. Werkelijke schuld dito Nationale dito dito dito dito Aand. Handelmaatschappij Rusland. Oblig. 179S/1810 Certific. Hope co dito dito 1855, 6de serie. dito Aand. spoorweg Leening 1860 Polen. Schatkistobligatien Spanje. Obligatien dito binnenlandsch Certific. coupons bewijzen Crediet instelling Oostenrijk. Obligatien Weener metalliek dito amstevdamsche dito nationale dito 1847/1852 Bank actiën Belgie. Certificaten bij Rothschild Portugal. Obligatien dito nieuwe Grenada, dito Venezuela, dito Illinois. dito Mexico. dito 2J pet. 64 3 761 4 1. M 133ï lUL'i 4' '/H I9SJ SUA 4 g ia.1. 3 47g 5 46 5 69» 5 55,V 2( 3 636 2j 3 46.J 14* -H n S4J 3 Lacordaire. Lacordaire behoort tot de belangrijkste mannen van Frank rijk. Zijne levensgeschiedenis is eene gewigtige bijdrage, om den geest der franscbe maatschappij te doen kennen, daar de bijval dien zijne denkbeelden vinden, de groote behoefte be wijst, waarin hij trachtte te voorzien. Henri Lacordaire is de zoon van een geneesheer in eene kle.ne landstad en in 1802 geboren. Na eene klassieke oplei ding genoten te hebben, studeerde hij in de regten te Dijon, en zette zich, 11a den doktersgraad verworven te hebben, in 1824 te Parijs neder. Op deze jaren zijns levens was hij vol komen voltairiaan, en geen zijner medediscipelen was zoo zeer tegen het christendom ingenomen als hij. Langza merhand echter begon zijne overtuiging te wankelen en te veranderenvroeger een warm aandeel nemende in al de genoegens des levens, brak hij op eenmaal in 1830 met zijne vroegere levenswijze. Een oogenblik had de jonge advokaat, die een groot belang stelde iiralle politieke vragen er, met al zijne tijdgenooten den indruk van de romans van Chateau briand had ondergaan, aan eene reis naar Amerika gedacht. Doch hij deed een beslissenden stap. In de laatste dagen van 1830 zag de aartsbisschop, mgr. de Quelen, Lacordaire tot zich komen, en hem zijn plan mededeelen om in den geeste lijken stand te treden. Na hem gehoord te hebben, drukte de aartsbisschop hem de hand en zeule„gij zijt me welkom, gij hebt aardsche belangen bepleit, voortaan zult gij de hemelsche bepleiten/' Deze plotselinge verandering heeft Lacordaire aan het verwijt van oneerlijke bedoelingen blootgesteld doch er is geen reden, om zijne eigene verklaring te verwerpen: „de historische en sociale klaarblijkelijkheid (l'évidance historique et sociale) van liet christendom was hem helder geworden, zoodra zijn leeftijd hem had toegelaten de twijfe lingen op te hefien, die hij in de universiteit met de lucht had ingeademd." Na afloop van den gewonen tijd, werd hij priester, en tot aalmoezenier bij bet College Juilly benoemd, nog geen dertig jaren oud. Het was in deze betrekking dat hij hel eerst optrad als verdediger van die beginselen, wier zegepraal het doel van zijn leven zou zijn. Sedert twee eeuwen bepaalde zich het katholiek onderrigt in Frankrijk tot het huisselijk leven het bijzonder leven van den geloovige was uitsluitend bet voorwerp van de zorgen des priesters, die ook van den kansel altijd zich wendde totde individuen, tot het huisgezin, maar nooit tot de maatschappij. De maatschappij en het maatschappelijk leven waven zaken, waarmede het katholiek onderrigt zich niettebemoeijen had. Lacordaire betreurde dezen staat van zaken en achtte de roe ping van de katholieke kerk eene veel uitgebreidere. Juist in dez.e stemming van ontevredenheid, en tevens van twijfeling aan de juistheid zijner inzigten, kwam hij in aanraking met de Lamenuais. De jonge en onbekende priester vond weer klank bij den anderen, wiens naam op aller lippen was. La- mennais vatte de roeping der kerk even ruim op als hij, schoon in vele punten groot verschil van gevoelens hen scheidde. Maar nog zag Lacordaire dit niet zoo in als in later jaren: verblijd over den on verwachten steun, dien zijnedenkbeelden tegen den tegenstand van anderen en tegen de twijfeling van zijn eigpn gemoed in den abt de Laraennais hadden gevonden, sloot hij zich geheel aan hem aan, ja gaf zich geheel aan hem over. Met den jongen graaf de Montalembert, E. de Cazalès en andere liberale katholieken, werd hij zijn getrouwe mede werker en mederedacteur van het dagblad „L'avenir." Met eene ongehoorde hevigheid van taal en gedachte zocht de pas gevormde partij hare denkbeelden te verspreiden. Het denk beeld om eene godsdienstige rigting te versterken door mid del van een dagblad, dat zich tot het volk rigt, was in die dagen een te democratisch idee, dan dat de mannen tier kerk zelve aan de stoute poging hunne goedkeuring konden hech ten. Bovendien was de eisch dien de partij van L'avenir in i naam der katholieke kerk deed en met even veel talent als j stoutheid zocht te doen gelden, een verwijt voor die geeste lijkheid, die jaren lang tie gunsten der regering had geno ten, maar nooit verkregen, wat de Laraennais en Lacordaire wenschten. j Men heeft in onze dagen de ruwe en beleedigende taal van het dagblad L'univers gekend, maar L'avenir wa3 weinig minder heftig. Hij vervolgde met zijne harde slagen niet I alleen de vijanden der kerk, de vrijgeesten, maar de leden der geestelijkheid zelve, die hein niet ondersteunden. Wie niet dacht als dc redacteurs, werd zeer spoedig door hen bui ten de kerk gesloten, en in 1834 teekende Lacordaire het wantrouwen der bisschoppen tegen de ontwaakte geestes beweging met deze weinig vleijende woorden: „Zij vreezen te regt dat, indien ze iets wetenschappelijks ondernemen, dc leiding hun uit de handen zal glippen of dat het gemis aan talentvolle medewerkers hunne poging zal doen mislukken. Of opzettelijk of door instinkt bepalen zij zich daarom tot de rol van herders en bewakers van 't geloof." De bisschoppen, die gelijk zij zeiden, onbewegelijk waren op hunne zetels, wa ren voortdurend de voorwerpen van hunnen spot en kritiek. Een dezer aanvallen bragt hem voor de regtbank. In naam zijner ambtgenooten teekende hij als aalmoezenier eene me morie aan den aartsbisschop tegen de ongodsdienstige leerstel lingen, door de universiteit, die toenmaals het monopolie van onderwijs bezat, verspreid. Met een heftig artikel werd hierop in het Journaal van openbaar onderwijs geantwoord, dat aan stonds door Laraennais en Lacordaire eene aanklagt tegen den schrijver deed indienen. Deze zaak verwekte veel opzien, door een incident, dat Lacordaire opwierp en zeer karakte ristiek is om hem te doen kennen. Hij schreef aan den deken der orde van advokaten een brief, waarin hij hem in korte woorden het volgende meldde: voor acht jaar had hij zijn regtsgeleerdeloopbaan als advokaat begonnen, doch ze korten tijd daarna afgebroken. Thans nu de omstandigheden des tijds eischten dat de kerk de banden verbrak, die haar aan den staat verbond,en zij zich totde volken wendde, wilde hij zijne vroegere betrekking weder aanvaarden. Zulk een zonderling verzoek verwekte de levendigste discussien, doch met groote meerderheid besloot dc raad van advokaten het niet toe te staan, omdat het priesterlijk karakter niet te vereenigen is met de betrekking van advokaat. Men zegt dat Berryer bij die gelegenheid tot Lacordaire heeft gezegd, dat zijne jdaats niet voor de balie, maar in dc Notre-Darae was. Om het juk van het universitair onderwijs tc verbreken, ging spoedig de partij van L'avenir tot stouter stappen over. Bleef de hooge geestelijkheid werkeloos tegenover den ver- derfelijken invloed, dien de universiteit uitoefende op het onderwijs, de jongere leden die van den eersten oogenblik in hun dagblad op vrijheid van onderwijsbadden aangedrongen, lieten niet af. Een paar heftige artikelen in L'avenir stelden hen bloot aan eene geregtelijke vervolging, die echter wel verre van te schaden, hun aanhang vermeerderde. Bij deze gelegenheid verdedigde Lacordaire zich zeiven na zijn ge- heele leven te hebben doorloopen, eindigde hij zijne welspre kende rede met deze schitterende woorden„Het is niet voor mij zelf dat ik mijn vrijspraak vraag: er zijn slechts twee zaken. God en eene gevangenis, die den mensch genie kunnen geven (qui donnent du génie) noch het een noch het ander moet ik dus vreezen. Maar ik vraag mijne vrijspraak als eene eerste schrede tot het verbond tusschen God en de vrijheid, als een onderpand van vrede en verzoening. De katholieke geestelijkheid heeft haar pligtgedaan zij heeft lot hare mede burgers zich gewenden hun woorden van liefde toegesproken; het is aan u haar te antwoordenik vraag het ook. opdat de ondergeschikte dwingelanden, opgedoemd uit de dagen van het keizerrijk, weten dat er in Frankrijk ook regt voor deka- tholieken is, en dat men ze niet meer kan opofferen aan oude vooroordeelen, aan den afkeer van een lang gesloten tijdperk. Ziedaar,waarom ik u voorstel Jean Baptiste Henri Lacordaire vrij te spreken, op grond dat hij niet misdreven, dat hij zich als goed burger gedragen, dat hij zijn God en zijne vrijheid verdedigd heeft, en ik zal het mijn gelieele leven doen." De jury sprak hem vrij. doch schitterender overwinning clan. zijne vrijspraak had hij in de publieke opinie behaald. Trou wens deze zou hij noodig hebben, daar hij en de mannen die eenstemmig met hem waren, tot doortasten besloten. Weinige maanden na den afloop van het proces, in 1831, kondigden Lacordaire, Montalembert en anderen de opening eener vrije school aan. Een strijd met de universiteit moest het noodza kelijk gevolg zijn, daar tot dusver niemand zonder hare ver gunning eene school kon houden en onderwijs geven. Een winkel werd gehuurd en doeltreffend ingerigt: banken en stoe len in het lokaal geplaatst, kinderen opgezocht. Den 9 mei 1831 hield Lacordaire in de school eene openingsrede, vol hevige uitvallen tegen de universiteit, in tegenwoordigheid van vele politieke en letterkundige mannen, uit nieuwsgierig heid te zaïnen gekomen. De morgen-cliool liep zonder hin dernis ten einde, doch naauwelijks was de middagschool begonnen of een jiolitiecommissans verscheen. Om een fout in den vorm ontkwam men voor dit maal. Wel werd de school gesloten, doch men had geen regt oin Lacordaire en de ande ren uit het gebouw te verjagen. l)en volgenden raiddag echter veranderde de zaak: met liet behoorlijke bevelschrift gewa pend, om de school te sluiten des noods met geweld, kwam de commissaris terug. Doch thans vertoonde zich hetongelioorde schouwspel, dat schooljongens do school niet verlaten willen; door Lacordaire bemoedigd, weigerden ze vrijwillig te gaan zij werden er uit gedreven. Montalembert en de anderen ver wijderden zich oji verzoek van Lacordaire, die het lokaal gehuurd had en op dien grond beweerde te huis te zijn. Hij zelf weigerde hardnekkig vrijwillig te wijken. Een agent van politie raakte hem aan, en Lacordaire, die thans kon zeggen voor geweld bezweken te zijn. vertrok. Het proces, dat thans werd aangevangen, werd voor ver schillende regtbanken gebragt. en eindelijk door de kamer des pairs, waarvan Montalembert door den dood zijns vaders lid was geworden, beslist. Met eene ligte straf kwam Lacor daire vrij. Doch groot was de winst, die hem zijne stoutheid had opgeleverdvan elke gelegenheid gebruik makende, om zijne denkbeelden uit te spreken en te verspreiden, had hij door zijne welsprekendheid zich een grooten aanhang verwor ven. Niettemin zou lij niet voor den val der jul ij monarchie de vrijheid van onderwijs verwerven. Doch het was gemakkelijker de openlijke vijanden voor de regtbanken te overwinnen, dan de geheime wier rust lij ge stoord had. Was de eisch van Lacordaire, dathetkatholicisrae ook op het politieke leven en de maatschappelijke beginselen invloed raogt oefenen, reeds hierom gevaarlijk, omdat zij ook omgekeerd stilzwijgend het regt der maatschappij erkende om invloed te oefenen op de katholieke kerk. de hooge gees telijkheid ondermijnde reeds lang den driftigen verstoorder harer rust. Langzamerhand verspreidde zich het gerucht, dat de paus de taal en de denkbeelden van L'avenir niet goed keurde. Om zich tegen den gedreigden slag te vrijwaren, schorsten Laraennais,Lacordaire en de Montalembert tijdelijk de uitgaaf van hun orgaan en vertrokken naar Rome. Hadden de twee laatsten alleen de onderhandelingen geleid, zij hadden overwonnende onberadenheid echter van Laraennais bedierf alles. Den 15 augustus 1S32 deed de rondgaande brief van Gregorius XVI hun dagblad in den ban. Beide in zijne geliefkoosde meeningen en in zijne verwach tingen bedrogen, kwam Lacordaire in IS33 te Parijs-tgrug, en het was alleen aan den invloed van eene talentvolle \bs?uw, madame de Swetchine, te danken, dat hij niet op ditkeprpVnt zijns leveus als Laraennais tot het ongeloof verviel. Dc twee jaren, die zijn optreden in de Nótre-Dame voorafgingen gebruikte hij tot liet reinigen en regelen zijner denkbeelden. Niet als de ultramontaansche partij wilde hij datde'kathóliéKe

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 3