öuitcnhmDsrljr tijöinflm. <3oclvt»c$cl)ouv\)ing. (leze naauwkeurig nagezien hebbende, daarin zijns inziens eenige ontvangsten niet genoegzaam geslaafd en o. a. ook sommige bewijzen van uitgaaf niet volledig genoeg bevonden heeft, welke opmerkingen even zeer gelden ten opzigte van het meerendeel der overigen rekeningen. De heer Mestdagh, die eenige inlichtingen geeft, zegt even wel niet genoegzaam te zijn voorbereid om de gemaakte opmerkingen te kunnen beantwoorden, doch hij twijfelt niet of zij zullen kunnen worden wederlegd indien de heer Hector hem nader de punten zou willen opgeven die door hem worden bedoeld. De heer Uyttenhooven zegt dat voor zoo verre de gemaakte opmerkingen niet regtstreeks het cijfer der rekeningen betref- fen, hij den heer Hector wenscht te verzoeken om de gemaakte bedenkingen schriftelijk te willen doen toekomen aan de ver schillende rendanten der rekeningen, die alsdan in de gele genheid zouden gesteld zijn, om die bedenkingen op te helderen of te beantwoorden. Daarna zouden die stukkeu gezamenlijk bij de leden kunnen circuleren, waarna dan in eene volgende vergadering daarover kon beraadslaagd en eene beslissing worden genomen, om des noods de rekeningen voor liet vervolg in overeenstemming te brengen met de gemaakte Opmerkingen. De heer van Uije Pieterse zegt dat de gemaakte bedenkin gen hem niet ongegrond voorkomen, doch ook hij wenscht ter voorkoming \an groot tijdverlies, de discussien, waarvan hij weinig vrucht verwacht, hierover in eene volgende verga dering te doen plaats hebben, waarom hij zich dan ook met het denkbeeld van den vorigen spreker vereenigt. De heer Hector verklaart volgaarne bereid te zijn om aan dat verzoek te voldoen, en herinnert nog in het kort dat de door hem gemaakte bedenkingen volstrekt niet behooren te worden beschouwd als een votum van wantrouwen jegens het dagelijksch bestuur of een der rendanten, doch dat Ilij voor zich gaarne elke rekening en verantwoording zoo volledig mogelijk zou wenschen ingerigt te zien. Daarna worden achtereenvolgens goedgekeurd de navol gende rekeningen, als van het arm gast- en weeshuis, groot in ontvang f 32,21-8,50 en in uitgaaf f30,835,07, batig slot f 1113,13; de evange lisch lutherschediaconie, ontvang f 1188,29\, uitgaaf f .113,75, batig slot f.271,51J; de bank van leening. ontvang f 70,531.77, uitgaaf f71,763.18, batig slot f1768,26; de calicotsfabriek, ontvang f 235.2J-4, uitgaaf f 169,97, batig slot f65.271; de teekenschool, ontvang f167,11, uitgaaf f 291,834, batig slot f 175,00^de plaatselijke tienden, ontvang f 1565,33, uitgaaf f21,21, batig slot f 1511,12; de dienstdoende schutterij ont vang f1166,27, uitgaaf f 1101,124, batig slot f62,114; de kamer van koophandel en fabrieken, ontvang f310,19, uit gaaf f299,174. batig slot f 10,714. De voorzitter doet opmerken dat door bet aftreden van vier leden van den raad. in de navolgende commissien vaca turen zijn ontslaan die behooren te worden aangevuld, als in de commissie van toezigt over de bank van leening door het aftreden van den heer J. A. Schmidt; als ambtenaar van den burgerlijken stand de heer H. P. Winkelman in de com missie van het belastingstelsel de heeren J. A. Schmidt, J. P. Smith, M. Wels; en in die voor de verordeningen waar tegen straf bedreigd is. de heer H. P. Winkelman. Alle deze leden worden respectievelijk bij eene eerste stemming herkozen. De heer J. P. Smith vraagt of de stukken betrekkelijk de Zeehondenvverf reeds aan de leden verzonden zijn, waarop hij de toezegging ontvangt die weldra te zullen bekomen. Geen der leden meer het woord verlangende, wordt de vergadering door den voorzitter gesloten. Engeland. Londen 2 september. The times zegt met betrekking totde dépêche van graaf Ricasoli: „De geheele inhoud van dit document leidt tot bet resultaat, dat het eenige geneesmiddel tegen het onuitstaanbare drijven in Zuid-Italie daarin bestaat, dat het vereenigd Italië zich op weg begeve naar Rome, en daar den knoop der zamenzwering ontwarre. Dit ware de eenvoudigste operatie ter wereld. Cialdini zou in ééne week daarmede klaar komen, en eene maand later zou Italië eene plaats onder de wel geordende staten innemen, waar leven en eigendom veilig zijn, en de lieden politieke strijdvragen op gematigden toon behandelen. Slechts één hinderpaal staat daaraan in den weg. De keizer der franschen zegt, dat de jtalianen dit niet zullen doen. Wie is nu in werkelijkheid ver antwoordelijk voor al het vergoten bloed, vooralle verwarring en onveiligheid, die in dit met rijkdom en schoonheid geze gende land heerschen Moeten wij zeggen, dat het niemand anders is dan de keizer der franschen Is het de vriend der italiaansche vrijheid, die thans aan liet door hem zeiven inliet leven geroepen Italië het vrije genot van den levensadem ont zegt? Is hij bet, die Italië de handen bindt, terwijl anderen liet geeselen? Onmogelijk kan zulk een beleidvol heerscber als Napoleon III zich langer dooreenigen invloed, van welken aard ook. laten bewegen, zulk eene hatelijke stelling in te nemen. Moge nu baron Ricasoli met of zonder aanmoediging van Frankrijk zijne dépêche hebben geschreven, erzijnsymp- tomata aanwezig, dat de keizer die razende zamenzweerders begint moede te worden. Zoo veel althans weten wij zeker De eer van den franschen stain en de goede naam van den keizer der franschen vorderen, dat aan de door Ricasoli opge somde gruwelen. te Rome gepleegd, een einde wordegemaakt." liet zelfde blad betuigt zich volstrekt niet ingenomen met eene uitzending van nieuwe troepen naar Canada, welke maatregel reeds door The army and navy gazette was aange kondigd en werd aangeprezen als een wijze voorzorgsmaatre gel van de zijde der genen die belast zijn oin te waken voor de waardigheid en de integriteit van het britsche rijk. The times zegt dat die engelsche kolonie zoo uitgebreid is dat ev geenerlei middel bestaat om baar te verdedigen met de strijd krachten welke Engeland derwaarts kan afzenden. Moet zij 1 verdedigd worden - zegt het blad dan moeten inboorlin- gen zeiven daartoe krachtig medewerken en heeft Engeland zich tegenover hen alleen te gedragen als een goed en opregt bondgenoot. Kortom, Canada moet er op voorbereid worden om door eigene krachten lederen tegen dat land gerigten aan val weerstand te bieden, doch wordt het aangevallen, dan inoet Groot-Brittanje zijnerzijds gereed staan om het kracht dadig te hulp te komen, zoo als trouwens dringend wordt voorgeschreven door het gemeenschappel.jk belang. Duitsclilaiid. Berlijn 31 augustus. De graaf van Vlaanderen, die zich hier met op het leger betrekkelijke wetenschappelijke studiën bezig houdt, heeft verschillende onzer militaire inrigtingen, onder anderen te Spandau, in oogenscliouw genomen. Eenige engelsche artillerie-officieren ziju met het zelfde doel hier, eu hebben herhaalde malen de manoeuvres der artillerie-brigade van de garde bijgewoond, waarbij de engelsche militaire ge- volmagtigde, kolonel Hamilton, hen vergezelde. Oskar Becker is in appèl gekomen tegen de uitspraak der kamer van beschuldiging te Bruchsal, welke hem wegens volvoerde poging tot moord naar de jury heeft verwezen, en wel op grond zijner bewering dat hij wegens een aanslag van hoog verraad tegeu den duitscben boud had moeten te regt staan. Zoo als uien weet wordt tegen het laatstgenoemd mis drijf de doodstraf gedreigd, terwijl dat waarvan Becker be schuldigd wordt alleen met tijdelijke gevangenis in een tucht huis gestraft wordt. Ten gevolge van dit gewis zonderling appèl zijn de gezamenlijke acte-stukken aan hetbadensch hoog geregtshof toegezonden hetwelk denkelijk spoedig uitspraak doen zal, zoo dat de zaak vermoedelijk nog in de zitting van september behandeld zal worden. Te Warschau zijn de straten en pleinen door de troepen ontruimd, maar er worden op onderscheidenn punten, met name op het slotplein, blokhuizen gebouwd. De officieren van het russische leger, welke van pooïsche afkomst zijn, moeten allen worden gezonden naar rege uien ten, welke in het bin nenland van Rusland staan. Er zijn weder 22 personen ge vankelijk naar de vesting Modiin gebragt. TeÖstrolenka heeft de arrestatie van vier priesters aanleiding tot eene bot- sing gegeven; verscheidene personen zijn daarbij zwaar ge kwetst. Zwitserland. Er heeft zich onlangs een incident voorgedaan in een zwit- sevsch dorp op de grenzen van Savoye,Ville la Gram genaamd, alwaar twee mannen die door de zwitsersche gendarmes waren gearresteerd buiten de grenzen van Frankrijk, weder zijn bevrijd door de fransche bevolking. Dit had een zeer bloedigen twist ten gevolge, waarbij de zwitsersche agenten der gewapende tnagt van hunne wapenen hebben gebruik gemaakt. Dat voorval is thans het onderwerp van diploma tieke onderhandelingen tusschen de fransche en zwitsersche regeringen. Eerstgenoemde heeft, blijkens een telegram uit Bern, zich op grond van de rapporten harer agenten, beklaagd over eene schending van haar gröndgebied, waarvoor zij genoegdoening eischt. Het is nog onbekend welk antwoord daarop is gegeven door de zwitsersche regering, welke inmid dels ook vollediger inlichtingen schijnt, in te winnen bij hare agenten. Frankrijk. Parijs 2 september. Onze nieuwe gezant bij het roomsche hof, de heer de Lavalette, heeft, alvorens zich naar Biarritz te begeven, waar hij thans is om van Z. M. den keizer de laatste instructien te ontvangen betrekkelijk zijne zending, eenigen tijd doorgebragt bij graaf de Flahaut, onzen gezant te Londen. Dadelijk heeft zulks aanleiding gegeven tot hetgerucht (lat de heer de Lavalette slechts tijdelijk te Rome zou blijven, dat hij later bestemd zou zijn tot gezant bij liet britsche hof, en dat zijn uitstapje derwaarts geen ander doel had dan om zich voorloopig in betrekking te stellen met de voornaamste leden van het engelsche gouvernement en de aristocratie. Intusschen zal deze geheele redenering wel een uitvloeisel zijn van het weinige degelijke nieuws dat er dezer dagen is, zoo dat men gretig elk gerucht opneemt, want het vindt ge noegzame wederlegging in de omstandigheden van hetoogen- blik. Londen is toch als het ware geheel verlaten en alle regeringsleden maken gebruik van den vrijen tijd om zich buiten de hoofdstad te verpoozen. Er heeft een gerucht geloopen, volgens hetwelk de rege ring het voornemen zou hebben opgevat om de maires voor liet vervolg tot rijks ambtenaren te maken en hen bezoldigin gen van rijkswege toe te leggen. Zoo wel het dagblad Le pays als de Correspondence Haras spreken dat berigt thans echter op de meest stellige wijze tegeu, en wel bij eene nota die on miskenbaar uit officiële bron is voortgekomen. Men zegt dat ook de heer Guizot een werk over Italië gereed maakt, waarin hij, van zijn doctrinair standpunt, zou trachten te betoogen dat de politiek, in 1815 en IS 18 door de restauratie en de julij-regering tegenover Italië gevolgd, de eenige nationale en zuiver fransche was. Al wat men sedert in dat land op den voorgrond heeft willen stellen, is, volgens den heer Guizot, slechts een mengelmoes van verwarde en. onregelmatige leeringen, waarbij de duitsehe en italiaansche belangen z jn vermengd met het streven der demagogie en der wanorde. In één woord, bet unitanstisch en revolution- nair streven, door de regering des keizers in Italië begunstigd, zou (altoos volgens den heer Guizot) in strijd zijn met de denkbeelden, die in de groote tijdperken onzer geschiedenis steeds hebben gezegevierd. Men kan gerust voorspellen dat de arbeid van den heer Guizot, van deze gegevens uitgaande, ja de belangstelling zal opwekken, maar ten slotte niet veel meer dan een succès d'estime zal verwerven. Admiraal Romain-Desfossés, lid van den senaat, lieeft als voorzitter van denalgemeenen raad van het departement Fiuistère, eene rede uitgesproken, waarin hij 's pausen wereld lijk gezag verdedigde en zich tegen het fransch-engelsch bondgenootschap verklaarde. Men verneemt dat ook de graaf Simeon zich in cassatie heeft voorzien tegen het vonnis, jl. donderdag tegen hem gewezen. Prins A. de Polignac, de schoonzoon van den bankier Mirès, heeft dadelijk na de bevestiging van het vonnis, waar door hij thans ook door het keizerlijk hof van appèl tot vijf jaren gevangenisstraf is veroordeeld, tot den veroordeelde een schrijven gerigt, hetwelk zeer de aandacht trekt. Het luidt als volgt: „Waarde en ongelukkige vriend Ik hoop dat gij de nieuwe en verschrikkelijke beproeving welke de voorzienigheid u toezendt, met moed zult dragen. Het hof heeft, door het eenige hoofdpunt van beschuldigingnietaan te nemen, tevens luide uwe vegtsehapenheid verkondigd, terwijl het gelijktijdig het maximum der straf op u toepaste. Hoe het onder die om standigheden mogelijk is geweest, dat die straf behouden bleef, is voor mij onverklaarbaar; ik heb het regt niet er naar te onderzoeken dat is eene zaak tusschen God en het gewe ten der vegtevs. Voorzie u ten spoedigste in cassatie houdt ten einde toe vol. Ik zal mij altijd aan uwe zijde scharen, krachtig door mijn vertrouwen in uwe eer. Stel uw vertrou wen in den oppersten regtcr die in de harten leest; hij kent ook het uwe, en gedenk er aan dat de waarheid altijd op het laatst de overwinning behaalt." Turkye. Volgens een telegram uit Ragusa van maandag avond, heeft Óiner-pacha aan de turksche autoriteiten doen weten dat hij den geslotenen wapenstilstand met de opstandelingen in de christelijke provinciën van Turkye als geëindigd be schouwt en de vijandelijkheden weder zal beginnen, hoewel bij zich daarbij tevens verbindt oin de meest mogelijke gema tigdheid aan den dag te leggen. Het fransche dagblad La patrie verzekert dat de inwoners van Bosnië en Herzegowina, die de concessien welke door den sultan gedaan zijn. hebben aangenomen, dus buiten den strijd zullen blijven, welke zich zal bepalen bij de streek die door de montenegrijnen is bewoond. Dat blad voegt er bij dat Omev-pacha, volgens de laatste berigten, zijne troepen zooda nige stelling deed innemen dat zij alle punten bezetten welke tot die landstreek toegang verschaliën en dat hij geenerlei aanval dacht te ondernemen, alvorens hij de le Konstantino- pel aangevraagde versterkingen heeft bekomen. Men weet dat de povte hem reeds twee bataljons heeft toegezonden en dat liet voornemen bestond er nog vier te laten volgen. itaSie. Het officieel dagblad van het koningrijk Italië van maan dag deelt de koninklijke decreten mede. waarbij het ontslag van den heer Minghetti aangenomen en in zijne plaats tot minister van binnenlandsche zaken benoemd wordt de heer Ricasoli, die tevens ad interim met de portefeuille van buiten- landsehe zaken is belast. De heer Minghetti is maandag reeds naar Bologna vertrokken. De verschillende dagbladen beves tigen dat de wijzigingen in het ministerie geenerlei verande ring zullen aanbrengen in de politiek van het kabinet. De ministeriële Opinione van Turyn bevat een artikel onder het opschrift: De romeinsche grenzen, dat een grooten indruk in genoemde stad heeft gemaakt. Daarin wordt o. a. gezegd, dat zoo de rooversbenden de napelsehe provinciën nog eenigen tijd blijven verontrusten, de italiaansche rege ring alsdan of Frankrijk moet uitnooiïigen.naauwkeurtgevde romeinsche grenzen te bewaken, ten einde de roovers het overschrijden dier grenzen te beletten, öf zelve hare troepen over die grenzen moet brengen tot vervolging der roovers. Dit laatste zou geen inval of bezetting, nog veel minder eene vijandelijke daad tegen Frankrijk zijn, maar alleen eene wet tige verdediging. Is aldus de roovcrij eenmaal onderdrukt en de rust hersteld, dan zal de italiaansche diplomatie weinig moeite hebben om het koningrijk ook door de overige mogend heden erkend te zien. En buitendien is er grond 0111 te denken dat de romeinsche kwestie gemakkelijker zal opgelost worden, wanneer Italië gepacificeerd is. Er zou alsdan geen staatkun dige reden meer kunnen aangevoerd worden voor het langer verblijf der fransche troepen te Rome. Bij voortduring luiden de berigten uit Napels gunstiger. De rooversbenden worden in de provinciën met nadruk ver volgd. Velen zijn reeds in handen der regeringstroepen gevallen of liehben zich, ten einde raad. zelve overgegeven. De krachtdadige pogingen van Cialdini hebben alzoo tot dusverre goede vruchten gedragen. Het officieel orgaan van het koningrijk Italië bevat een decreet, waarbij de vrije uitvoer van granen uit het land, met inbegrip der napelsehe provinciën, toegestaan wordt. Minnebrieven door MuUatuli. Amsterdam F. Günst, 1861. Multatuli's minnebrieven zijn zeker in veler banden. De Max Havelaar is te veel besproken dan dat men een tweede werk van den zelfden schrijver onopgemerkt zou kunnen laten. Wij achten het dan ook van onzen pligt om dit ge schrift aan te kondigen, hoewel zeker niemand een oordeel over zulk een boek van ons vergen zal. De dag is, naar onze meening, nog bij lange niet aangebroken, waarop men een wèl gevestigd oordeel vellen kan. omdat men zich nog niet kan durft neerzetten tot een rustig opmaken der conclusien. De indrukken zijn ook te levendig, te Jw-sch om het oordeel reeds terstond vrij te laten. Zelden'Ja£eit w^ee^ybock dat zoo spreekt, zóó de verbeelding en bét liaVt aaVjffi^jmt. Met de beroemde „Brieven van Junius" kau liet missditen het best vergeleken worden, even krachtig van taal, evc>| gloeijend van toon, even bitter en bijtend. Jammer slechts nat. terwijl Junius zich zjdveri efiaceert om te beter lucht tc geven aan zijne verontwaardiging, bier alles op de persoonlijkheid van den niet onbekenden schrijver wijst. Kon dit niet anders? De schrijver is blijkbaar in diepen nood. en weinigen slechts zullen den toon durven veroordeelen waarop hij zijn gevoel

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 3