pacht als bouwland te bezigen, en anderdeels om de pacht met vijf jaren te verlengen, op grond dat het land in zeer goeden staat wordt onderhouden en haar aanbod van verhoogde pacht billijk is. De heer Snijder herinnert dat het contract voorschrijft het laud met klaver te bezaaijen, als waarborg dat het bij het einde der pacht in goeden staat worde opgeleverd. De voorzitter merkt op, dat het perceel ten jare 1847 voor 1 jaar en in 1848 voor 14 jaar aan den tegenwoordigen pach ter is uitgegeven, onder bepaling dat een sloot tot afscheiding van den dijk zou gegraven worden, aan welke bepaling echter niet is voldaan. Wijders werd de verpligting opgelegd om het land, (bij de uitgifte weiland, doch later tot bouwland gebezigd) gedurende de twee laatste jaren met klaver te be zaaijen, ten einde bij de expiratie der pacht weder weiland te hebben, van welke verpligting adressante alsnu wenscht ont slagen te worden. De heer van de Graft gelooft dat sloot en weiland aan de gemeente minder zullen opbrengen, dan het tegenwoordige bouwland. Dit gevoelen wordt door den voorzitter gedeeld, die onlangs het perceel heeft bezigtigd en in zeer goeden staat heeft bevonden. Na eenige discussien over het al of niet geschikte om met de onderhandsclie verpachting te blijven voortgaan, en de adressante van hare verpligting tot het leveren van weiland te ontheffen, wordt in het belang der zaak metalgemeene stemmen tïesloten, geene beslissing te nemen, alvorens burge meester en wethouders de adressante nader hebben gespro ken, ten einde te trachten haar belang aan het belang der ge meente te verhinden, en zij daarvan rapporthebben uitgebragt. Door den heer Fokker wordt rapport uitgebragt, namens de commissie die belast is met het onderzoek naar en de regeling van het traktement van den hoofdonderwijzer aan de open bare school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens, welke betrekking door het overlijden van den heer T. J. Gersen is opengevallen. iconclusie van dat rapport strekt om de jaarwedde vau den hoofdonderwijzer te stellen op f 1G00 's jaars en het ver anderlijk inkomen op 20 ten 100 van alle schoolgelden, te verzekeren tot een maximum van f 200. Volgens het tegen woordig standpunt der school behoeft er echter van zoodanige verzekering geene sprake te zijn, daar zij f 1930 'sjaars opbrengt, er, dus voor den hoofdonderwijzer f 386 per jaar afwerpt. Met algemeene stemmen wordt de conclusie van dit rapport aangenomen. Burgemeester en wethouders zullen dit besluit ter goed keuring aan gedeputeerde staten opzenden, terwijl zij voorts worden gemagtigd eene oproeping van sollicitanten voor de betrekking van hoofdonderwijzer aan die school te bewerk stelligen en later onder de sollicitanten een vergelijkend examen te doen plaats hebben. In overleg met de commissie ad hoe, brengen burgemeester en wethouders rapport uit van het onderzoek naar den toe stand der gasverlichting in deze gemeente, welk rapport, even als dat van de heeren dr. G. van Iiennekeler en P. M. de Ligny, met bijgaanden staat, door den secretaris wordt voorge lezen. Uit genoemde rapporten blijkt dat de verlichting te Rotterdam en Dordrecht drie maal en te Leiden bijna drie maal sterker is dan iu deze gemeente, terwijl het nimmer de bedoeling van den raad kan geweest zijn, zich met zoodanig licht te weden te stellen. Niettegenstaande het op den 25 maart jl. door den deurwaarder A. M. vau Heuven. namens de gemeente, aan de concessionarissen der gasfabriek, de hee ren Robbe co., beteekend exploit, inhoudende sommatie om als nog het contract getrouwelijk na te leven, is de toe stand onveranderd gebleven; terwijl voorts uit het verslag der genoemde deskundigen blijkt, dat zij met behulp van zeer goede werktuigen op verschillende plaatsen 24 lantaarns twee maal hebben onderzocht, en hun later is bekend geworden, door tussclienkomst van den gemeente-bouwmeester, dat er verschillende soorten van branders in de lantaarns gebruikt worden; dat het gas door hen onzuiver is bevonden tot op het laatst van januarij dezes jaars. doch dat op den 22, 23 en 24 januarij daarin weder meerdere zuiverheid is bespeurd. Van deze bevindingen zijn eenige proeven bij liet rapport gevoegd, die voor de leden ter bezigtiging worden beschik baar gesteld. Burgemeester en wethouders stellen alsnu bij hun rapport voor, te volharden bij de conclusie van het advies, uitgebragt in de zitting van 24 december I860, en later in de zitting van 6 februari] dezes jaars nader ter tafel gebragt. Deze conclusie strekt om toepassing te geven aan het 4de lid van art. 16 van het bij de oprigting aangegane contract, dat voorschrijft een onderzoek te doen instellen door drie experts, respectievelijk te benoemen één door de gemeente en een door de betrokken firma, metregtvan deze om zich een derden toe te voegen. Conform dit advies wordt met algemeene stemmen besloten. Nadat de raad, op voorstel des voorzitters, heeft goedge vonden zijn dank te doen betuigen aan de heeren dr. van Henuekelev eu de Ligny, voor hunne in het belang der gemeente gedane werkzaamheden, is de openbare zitting gesloten. ALGEMEENE NATIONALE TENTOONSTELLING TAS NIJVERHEID TE HAARLEM. VI. Behalve de door ons genoemde groote meubelen, vorderen nog een aantal kleinere, doch in hunne soort niet minder ver dienstelijke, onze aandacht. Verschillende fabriekanten hebben een aantal meer of minder keurige stoelen geleverd, die öf door vorm en bewerking, öf door gemakkelijkheid uit munten, want deze beide eigenschappen gaan niet altijd gepaard; de smaak, die allerlei wonderlijke grillen heeft, dringt ons tegenwoordig dikwijls stoelen op, waarop geene andere aanmerking te maken is, dan dat men er als het ware niet op zitten kan, omdat de ruggen loodregt, in plaats van hellend zijn. Bij de meerderheid echter der hier aanwe zige stoelen is het gemak van den gebruiker behoorlijk in het oog gehouden; zij verdienen schier allen lof wegens de verdienstelijke teekening en de smaakvolle keuze van het meestal doeltreffende, dikwijls prachtige en in sommige geval len luisterrijke bekleedsel. Van de verschillende houten theebladen, vermelden wij hier meer bijzonder dat van J. Dekker Pz. te Krommenie (983), een werk van geduld, want het inlegwerk is uit meer dan 2700 afzonderlijke stukjes in een gezet. In het vak van verlakt werk met gouden bloemen en figu ren, toegepast op meubelen, verdienen de voortbrengselen van W. A. Franse te Haarlem (997), eene eervolle vermel ding, namelijk wat de uitvoering betreftwant die stijl zelf wil ons niet regt behagendie navolging van chineschen en japanschen arbeid, de al te getrouwe nabootsing van voort brengselen eener niet ontwikkelde kunst, is wel prachtig en oogverblindend, maar niet smaakvol, en dat is toch een ken- trek van den tegenwóördigen trap van kunstbegrip in het westen, dat de schoonheid van vorm het voornaamste is en de kostbaarheid of schoonheid der vverkstof slechts in de tweede plaats komt. Geen onbewerkte klomp goud kan het kunst gevoel bevredigen, maar uit een pond zilver dreef de band van Benvenuto Cellini onbetaalbare kunstgewrochten. Uit de inzendingen van dezen fabriekant (een kamerschut, kast jes, écrans enz.) is een japan^ch. porseleinen schotel op gelak ten voet in de verloting opgenomen. P. J. Wigtman te Alkmaar (99S), J. C. Apol te 's Graven- li age (999) en L. Houttuin te Groningen (1000), hebben ook zeer fraaije verlakte stoelen, doosjes, tafeltjes enz. geleverd. Wij loopen oneindig hoogermet de talrijke en uitmuntende werken van L. J. Nooyen te Rotterdam (1001) in den cata logus vermeld onder den hoogst eenvoudigen titel„verschil lend lakwerk, met parelmoer bewerkt." Deze uitgebreide collectie omvat presenteerblaadjes en trommels, theebladen, broodmanden, inktkokers, tafeltjes, portefeuilles, een prach tig mozaïk schaakbord enz. In deze werken, die even zeer door volmaakte bewerkingen kleurenpracht uitmunten als de bovengenoemde lakwerken, wordt het kunstgevoel niet beleed igd door schele chinezen die. zonder grond onder hunne voeten, naar koepeltjes wandelen die uit het luchtruim schij nen neder te storten, en andere verkrachtingen van perspectief en natuurlijkheid die in het hemelsehe rijk gangbaar zijn, maar bij ons alleen nog geduld kunnen worden als de eerste kinderlijke teekenoefeningen van toekomstige Apellessen. In de werken van Nooyen is zoo veel mogelijk en met zeer goeden uitslag plaats ingeruimd aan de kunst, en menig stuk, dat zich hier nu als een voorwerp van industrie voor doet, zou eene hoogere plaats als kunstvoortbrengsel waardig zijn. Bij de in het algemeen matige prijzen, welke deze voor werpen moeten gelden, zien wij met genoegen dezen tak van industrie, die ook voor verzending naar het buitenland belangrijk zou kunnen worden en het bewijs levert dat Parijs niet uitsluitend de zetel behoeft te zijn der vervaardiging van wezenlijke luxe-artikelen. Wij hopen van harte, dataan dezen verdienstelijken inzender de gewenschteondersteuning niet moge ontbreken en dat deze tak van bedrijf hier te lande vaster wortel moge schieten. De commissie voor de verloting heeft uit deze verzameling een theeblad en een tafeltje aange kocht, die wij bij voorraad aan de gelukkige winners benijden. Onder de verdienstelijke inzenders van chineesch en japansch verlakt werk noemen wij nog naar volgorde van den catalogus D. Willems te Amsterdam. H. van Loo te Leeuwar den, F. Zeegers te Amsterdam, C. J. van Brussel te Haarlem en van der Steur en zoon aldaar (1102 1006.) Ettelijke groote en kleine spiegels zijn daar als eene proeve dat ook de spiegelmakerij gelukkige beoefenaars hier te lande telt. doch niet alle vóórname firma's hebben geëxposeerd. Ongemeen maar misschien weder in den smaak komende is de venetiaansche spiegel in achtkante vergulde lijst, van J. de Bruyn te Arnhem (1017). Een imposanten indruk maakt een vorstelijk stel uit de fabriek der ixrma M. A. Sanders en co. te Arnhem, (1019), een kapitale spiegel uit één stuk in breede gebeeldhouwde lijst, met daaronderstaande console met wit marmeren blad, eene pendule en twee candelabres dragende. Alles is op de uitvoerigste wij ze bewerkt en zwaar verguld. Een stel vau nagenoeg den zelfden aard, doch op iets kleiner schaal, door de zelfde firma ingezonden, bevindt zich in de nabijheid. Voor de verloting is een fraaije spiegel uit deze fabriek aangekocht. Onzes inziens is de meubelmakerij het best vertegenwoor digde vak op de tentoonstelling, hoewel blijkbaar bij de fabriekanten te uitsluitend het denkbeeld geheerscht heeft dat het hier om prachtraeubelen te doen was. De min kost bare en min sierlijke meubelen, die voor de overgvoote massa bestemd zijn, zijn schaars voorhanden en in dit opzigt mist men de gelegenheid om prijzen en bewerking te vergelijken. Wat er is. beveelt, zich meestal door zorgvuldige en smaak volle bewerking aande kunst van inleggen met verschillende houtsoorten of parelmoer is tot eene aanzienlijke hoogte ge bragt, en aan de zuiverheid der lijnen en de harmonische overeenstemming der tinten van de verschillende houtsoorten is groote zorg besteed. De prijzen kwamen ons echter in het algemeen te hoog voor, althans met het oog op een uitgebrei- den afzet. Zoo bij gelijke voortreffelijkheid, de prijzen verla ging konden ondergaan, zou dit niet anders dan in het voor deel der fabriekanten wezen. öuitmlcmösclic tijfringm. Woord- Amerika. Eene dépêche uit New-York van 26 dezer meldt dat het congres van het zuiden te Richmond met eene boodschap is geopend, in welke de president Davis den staat met de toetre ding tot de confederatie geluk wenscht, de staatkunde van den heer Lincoln gispt, en te kennen geeft dat nog meerdere staten zich zullen aansluiten. Hij verb ragt vermeerderino dei- strijdkrachten, om de Vereenigde Sl aten te bevechten, eu deelt mede dat de oogst overvloediger is dan te voren. Het huis van afgevaardigden der t inie heeft, volgens de jongste berigten, nagenoeg eenstemmig verklaard, dat de te°-en de afvallige staten ondernomen oorlog niet ten doel heeft het zuiden onder het juk te brengen, mas :r alleen het gezag dei- constitutie te doen eerbiedigen; dat dit doel bereikt moest worden, wat het ook kosten mogt; da t het huis door o-ecnen tegenspoed aan het wankelen zou worden gebragt in zijn besluit om de unie in stand te houden, en dat het gouverne ment geen middel onbeproefd behoorde te laten^ dat tot dem ping van den opstand zou kunnen dienen. Van het gevecht dat in de nabijheid van Manassas heeft plaats gehad, wordt op de volgende wijze verslag gegeven door den Courier des états unis. Dat blad zal liet gebeurde zeker niet in een voor de noordelijke staten ongunstig licht plaatsen. „Het leger van den generaal Mac Dowell heeft zondag mor gen, in drie korpsen verdeeld, de geconfedereerdfen op hunne beide flanken en gelijktijdig in het front aangevallen. De positien der troepen van het zuiden maakten een driehoek uit, waarvan het dorpje Bulls Run de spits, en de omstreek van Manassas de basis was, terwijl hunne vleugels in eene onafgebroken lijn van Bulls Run tot Manassas reikten. Deze plaatsinghad eene zeer voordeelige zijde: daardoor werd na melijk belet, dat dc troepen op eenig punt omgetrokken of overvleugeld werden-, want de aanvallers moesten, van welken, kant zij ook kwamen, de tegenpartij van voren ontmoeten. Er hebben dan ook in de daad drié onderscheidene gevechten plaats gehad, een in het front, de twee andere op de regter en de linker flank. Nergens schijnt het aan de onzen gelukt te zijn de defensielijn werkelijk te breken. De generaal Beaure gard. de veldheer van het zuiden, heeft de aanvallers langs de geheele linie ver laten voorwaarts dringendaarop begon hij zijne gelederen te breken, aan de aanvallers het terrein schrede voor schrede inruimende, en bij elke achtevwaartsche bewe ging zijne vleugels nader bij zijn centrum brengende. Die beweging volgende, trokken de troepen van het noorden steeds voorwaarts; en de generaal Mac Dowell meende naar Washington bevigt te kunnen zenden dat hij overwinnaar was en meester van het slagveld bleef. Maar eenklaps hield de geveinsde aftogt der zuidelijken op; en in plaats van het door tien uren vechteas uitgeputte leger, hetwelk zich voet voor voet tot Manassas scheen te zullen laten terugdringen, hadden de onzen versche reservetroepen tegenover zich, voor een groot deel uit kavallerie bestaande en deze reserve ondernam met onstuimige drift den aanval. De voorvvaartsche beweging der onzen was gestuit; daarop volgde voor hen eerst verdediging zonder ordelijke schikking, vervolgens de aftogt, eindelijk de vlugt. Om deze wending der krijgskans te verklaren zeggen eenige dépêches dat de afueeling zuidelijke troepen van den generaal Johnston toevallig juist op het beslissende tijdstip van Win chester op het slagveld is aangekomen. Wij kunnen niet met die verklaring instemmen. De reserve, wier tusschenkomst eensklaps aan den strijd eenen anderen loop heeft gegeven, was ongetwijfeld met opzet gereed gehouden en reeds in den ochtend met hare rol belast geworden. Dit blijkt duidelijk uit den loop van den veldslag in het algemeenterwijl de ge- confedereerden het vuur der aanvallers uren lang onbeant woord lieten, schrede voor schrede achteruit deinsden, en den strijd tot aan de avondschemering rekten, hadden zij geen ander doel dan hunne tegenpartij ongevoelig te brengen tot de plaats en het tijdstip, waarop zij haar met het meeste voordeel zouden kunnen aanvallen. Dat de geconfedereer den eerst des avonds begonnen zijn aanvallend te handelen laat zich ligt verklaren, want zij konden verwachten dat de tegenpartij alsdan meer uitgeput zou ziju, en dat hare neder laag door de duisternis eu de daarvan onafscheidelijke ver warring erger zou worden. Wij kunnen ook niet instemmen met de genen, welke de nederlaag der onzen toeschrijven aan eene „paniek," aan eenen plotselingen schrik zonder reden, welke eerst de escorte der bagage en den trein zou bevangen hebben en van daar tot de gelederen overgeslagen zou zijn. Zulks gebeurt niet zelden in den oorlog-, maav omstandigheden van dien aard bekomen nooit grooten- omvang en zijn altijd van korten duur. Dat dit eene oorzaak is, welke heeft bijgedragen om de nederlaag zoo groot te maken, is meer dan waarschijnlijkmaar het kan in geen geval voor de eigenlijke oorzaak der nederlaag worden gehouden. Dit treffen is in alle opzigten van veel meer belang geweest, dan al wat vroeger in dezen oorlog was voorgevallen. Men spreekt van 2500 tot 3000 gesneuvelden aan onze zijde; al het geschut der noordelijke troepen is in de magt des vijands geraakt; en dit is waarschijnlijk insgelijks met de bespanning raeerendeels het geval. Ï4et aantal gevangenen moet ook duizenden bedragen, en eindelijk zijn niet alleen Centreville en Fairfax Courthouse weder in de magt der geconfedereer- den geraakt, maar de uiteen gejaagde vegementeu zijn, door vrees voortgezweept, in eens tot achter de versterkingen der hoogten van Arlington gevlugt. Indien de generaal Beauregard in staat is de behaalde zege door te zetten, en van de oneindig groote verwarring aan onze zijde partij te trekken, moet hij meester van al de vooruitge- schovene legerkampen der onzen geworden zijn, en zou de hoofdstad Washington zelve in gevaar kunnen geraken. Dit heeft ook de regering te Washington begrepen. Zij heeft alle binnen haar bereik zijnde versterkingen, zoo wel manschappen als geschut, in aller ijl naar den virginischen oever van den Potomac gezonden om te beletten dat de vijand verder voor waarts dringe. Deze versche troepen alleen, gedekt door de verschansingen van Arlington, zullen aan de overwinnaars het hoofd kunnen biedenimmers het leger van den generaal Mac Dowell kan voor het oogenblik als vernietigd worden beschouwd. Van zulke nederlagen herstelt zich een leger geenszins in een etmaal.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1861 | | pagina 2